Johannes „Klikspaan" Kneppelhout WOENSDAG 8 JANUARI 1964 DE LEIDSE COURANT 150 JAAR GELEDEN IN LEIDEN GEBOREN DE ACHTSTE JANUARI VAN HET JAAR 1814 anderhalve eeuw geleden dus werd in Leiden geboren Johannes Kneppelhout, zoon van de medicus-zonder-praktijk Corne- lis Johannes Kneppelhout en Johanna Maria de Gijselaar, dochter van de bekende patriot „Kees" de Gijselaar, raadspensionaris van Dordrecht. De boreling werd genoemd naar zijn grootvader, de predikant Johannes Kneppelhout, die in 1745 te Rotterdam was geboren en in 1803 te Leiden overleed. De familie Kneppelhout stamde oorspronkelijk uit het Saksische en was zeer vermogend. Dat zal dus wel de reden geweest zijn dat vader Cornelius wel in Leiden medicijnen had gestudeerd, maar daarin toch geen aanleiding vond de medische prak tijk te gaan uitoefenen. Deze houding typeert de familie. Ook Johannes jr., die later onder de naam „Klikspaan" bekendheid zou gaan genieten, bracht wel een achttal jaren van zijn leven door als student in de rechten, doch hij promoveerde niet en legde zelfs geen enkel examen af. „blijkt oogenblikkelijk zijne geheel „eenige oorspronkelijkheid. Klik- „spaan schrijft een stijl, die soms Hil- „debrand en „Jonathan in vlug ver- „nuft de loef afsteekt." Over de bedoeling van de schrij ver met zijn werk schrijft dezelfde Jan ten Brink: „Klikspaan is onmeedoogend in zijn „spot, en zijne slagen zijn zoo fel, „dat men somtijds aan overdrijving „denkt". Hoe men verder ook over zijn lit teraire geesteskinderen moge den ken: Kneppelhout heeft er een zeer aparte plaats mee ingenomen onder de verbreiders van de begrippen „Leids en Leiden". Een blijvende plaats. En zou zijn boek dat dan al niet hebben gedaan, dan zal de Klik- spaanweg bij de sterflat 't wel doen. En het beeldje bij dat weggetje. Als een bronzen logenstraffing en tegelijk bevestiging van het oude rijmpje: „Klikspaan, boterspaan, je mag niet over mijn straatje gaan Beroemd auteur van boek, dat niemand meer leest JOHANNES was twaalf jaar oud toen hij naar de toenmaals bekende kostschool van dr. P. de Raadt, „Noorthey", te Voorschoten werd ge zonden, waar hij tot 1831 bleef. In dat jaar wordt hij ingeschreven als student in de rechten aan de Leidse Academie, „Genietende", zo zegt een kroniekschrijver, „van het onbe zorgde studentenleven." Dat leven maakte hij acht jaar mee. Hij speelde geen aanwijsbaar voorname of voor aanstaande rol in het toenmalige so ciëteitsleven van de studentenwe reld, besteedde, zoals reeds gezegd, weinig aandacht aan het corpus ju- ris, echter wel aan de schone lette ren. Hij was rijk en onafhankelijk (zijn vader was in 1818, vier jaren na de geboorte van Johannes, over leden) en als telg van een oude pa tricische familie, vermaagschapt aan oude regentendynastiën, volgde hij het voorbeeld van vele derzulken in die tijd: hij kwam er toch wel en werd (later) landgoedbezitter. Als student was hij bevriend met o.a. Nicolaas Beets (Hildebrand), J. P. Hasebroek (Jonathan) en Bakhui zen v. d. Brink. Men dweepte in die tijd met Franse schrijvers als Victor Hugo en die dweperij ging bij Knep pelhout zelfs zo ver, dat hij zijn eer ste pennevruchten in het frans liet verschijnen, een bezigheid overigens, waartoe zijn leermeester van „Noort hey" hem indertijd al had aangezet. Na zijn aca 4 nietijd kreeg het Ne derlands toch echter de voorrang. In 1845 trad Johannes in het hu welijk met zijn nicht Ursula Martha van Braam, met wie hij veertig jaar lief en leed heeft gedeeld. Het echt paar woonde in Leiden op het Rapen burg, het huis dat thans het num mer 83 draagt. Twee jaar na zijn huwelijk kocht hij het landgoed „Den Hemelschen Berg" onder Oosterbeek bij Renkum. Hier verbleef hij met zijn vrouw gedurende de zomermaan den; het winterkwartier bleef op het Leidse Rapenburg. 8 November 1885 overleed hij op zijn landgoed, kinder loos. Vrouwe Ursula overleefde hem nog vele jaren. Mèn wil, dat beide boeken mét een pennevrucht van Hasebroek, die schreef onder de schuilnaam Jona than, het gevolg zijn van een wed denschap. Als het niet zo is en wij vonden de historische juistheid van het verhaal nergens bevestigd dan is het toch aardig gevonden. Maar weddenschap of niet, feit is dat Hil debrand beroemd werd door zijn boek, dat nog steeds wordt gelezen, dat „Klikspaan" eveneens grote be kendheid kreeg maar dat niemand zijn boek meer kent en dat Jonathan mèt zijn boek geheel en al in de ne velen van de vergetelheid is verdwe nen. De eerste druk van „Studententy pen" verscheen in 1841 te Leiden bij H. W. Hazenberg Co. Het boek beleefde, naar wij menen te weten, acht drukken, de laatste kunstzinnig geïllustreerd door Johan Braaken- siek, die daarmee bewees ook andere prenten te kunnen tekenen dan po litieke satyren. Behalve „Typen" schreef Klikspaan o.a. nog „studen tenleven", „Verhalen en schetsen op reis" en „Reisverhalen". Aan hem is zelfs een academisch proefschrift gewijd: 10 juni 1910 doc toreerde in Leiden een zekere A. J. Luyt op een proefschrift „Klikspaans studentenschetsen", welk boekwerk je werd uitgegeven bij Sijthoff. Wpr. Het beeldje van „Klikspaan" langs het Klikspaanpad bij de Sterflat. VAN 1839 TOT 1841 schreef Johan nes Kneppelhout onder het pseudo- neim „Klikspaan" het boek, dat hem algemene bekendheid bezorgde, maar dat geen mens meer leest, neerlan dici dan daargelaten. Het toch wel bijzonder aardige boek „Studententy pen" is practisch in geen particulie re boekenkast meer te vinden, in te genstelling met de Camera Obscura van Hildebrand, in dezelfde tijd ont staan als de „Typen", welk resultaat van de „copieerlust des dagelij ksen levens" (naar het oordeel van Pot gieter), bijna elke Nederlander heeft gelezen. (Suggestie aan de uitgevers van pocketboeken: een uitgave van „Studententypen" HOE STAAT HET NU met taal en stijl van „Klikspaan" Kneppelhout? De bekende litteraire criticus dr. Jan ten Brink schreef van „Studenten typen" het volgende: „Mocht het soms schijnen, dat „Kneppelhout zijne typen onder d*n „invloed van eene lettterkundige mo- „de schiep, bij de lezing van zijn boek Amsterdammer bekent groot aantal inbraken De veertigjarige Amsterdammer P. H. die van vele inbraken wordt ver dacht (de laatste op 7 december in een-villa in Aerdenhout, waaruit hij voor dertigduizend gulden aan siera den stal en voor enkele duizenden guldens aan buitenlandse valuta) heeft thans een bekentenis afgelegd. Reeds op 17 december werd hij gevat en ingesloten in het politie bureau te Overveen. H. had steeds ontkend de inbraak te hebben ge pleegd. Zaterdag echter legde hij een volledige bekentenis af. De aanwij zingen van de speurhond Sies van de heer Wagemaker uit Weesp we zen zeer duidelijk in zijn richting. Verder bekende H. inbraken in Amersfoort, Zeist, Loenen, Hilver sum, Beekbergen, en Rozendaal. Een informeel plaatje van de Amerikaanse president Lyndon Johnson, die ook niet ontkomt aan het dagelijks scheer- ritueel. mm -Iff- Mil mi» Afvloeiing van zelfstandige krachten uit de landbouw nodig Bevordering van een zodanige af vloeiing van zelfstandige krachten uit de landbouw, dat voor de overblijven- den een redelijk inkomen overblijft, is de enige manier om de boer een redelijk inkomen te verzekeren, zo zei gistermiddag prof. dr. F. Hartog, hoogleraar in de Economie aan de Rijksuniversiteit te Groningen, in een rede voor het Instituut voor Land bouwcoöperatie in Groningen. Hij wees erop dat de landbouw moeilijk kan meekomen met de wel vaart. Ondanks de grote bedragen aan subsidies komen de boeren nog niet rond. Dit middel werkt niet goed en verergert bovendien de situatie, want de landbouw zijn wij in de EEG in het gevolg is dat de produktie nog slecht gezelschap: we kunnen con- groter wordt en dat het aanbod nog curreren, maar we mogen niet. meer geprikkeld wordt. Daarenbo- DAGGELD BELANGRIJK VERLAAGD Ingaande heden is het tarief van dagigeld (call money) met 'n vol pro cent verlaagd en gebracht van drie op twee procent. Dit in verband met de ruiime geldmarkt, als gevolg van de terugkeer van bankbiljetten na de ultimo-opvragingen. Op 27 december werd het tarief met een half procent verhoogd tot drie procent. Kardinaal Alfrink weer terug uit Rome Kardinaal Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, is dinsdag per vlieg tuig naar Amsterdam vertrokken na een bezoek van vijf dagen aan Ro me. In kerkelijke kringen in Rome weigerde men de aard van het be zoek van kardinaal Alfrink te ont hullen. Zeven Hagenaars dakloos na brand in hun pension Een korte, maar felle brand in een pension aan de Bierkade in Den Haag veroorzaakt door een oliekachel die ging spuiten, heeft in de nacht van dinsdag op woensdag zeven personen dakloos gemaakt. Vier van hen moesten tijdelijk wor den ondergebracht in het politiebu reau, de anderen konden bij kennis sen of familie terecht. Twee van de pensionbewoners werden licht ge wond en de ondercommandant van de brandweer kreeg een snee in zijn knie waardoor hij in een ziekenhuis moest worden behandeld. Het vuur had in het oude huis dat toebehoort aan de 61-jarige weduwe Reumerman-Cohen, vrij spel. De hele tweede étage en de zolder brandden volledig uit. De brandweer kon een beneden liggende parfumeriegroot handel redden maar richtte er wel veel waterschade aan. De brand, die omstreeks half twaalf uitbrak was vrij spoedig bedwongen. De pensionhoudster is verzekerd maar haar huurders niet. Zij hebben al hun bezittingen verloren. Volgende week beslissing in Aerdenhoutse schilderijendiefstal De Hoge Raad zal volgende week dinsdag arrest wijzen in de zaak van de Aerdenhoutse schilderijdiefstal. Mr. Ch. M. J. A. Moons, advocaat- generaal bij de Hoge Raad, heeft van daag geconcludeerd tot verwerping van de beroepen tot cassatie van de arresten van het gerechtshof van Amsterdam waarbij de Duitsers S. G., H. R. F. S. en H. F. A. N. zijn ver oordeeld. Het hof veroordeelde G. en S. op 15 oktober j.L tot vijf jaar gevange nisstraf met aftrek van voorarrest wegens diefstal in vereniging met braak. N. kreeg toen drie jaar met aftrek wegens medeplichtigheid. De drie veroordeelden tekenden cassatie aan. Een aantal overlevenden van de ramp met het Griekse scihip „Lako- nia" heeft een vereniging gevormd die bij de Britse regering moet aan dringen op een officieel onderzoek naar de oorzaak van de ramp, waar bij 128 mensen oon het leven kwa men. Diegenen, die afvloeien uit de landbouw, kunnen elders een goed bestaan krijgen. Men moet de wel vaart tot bondgenoot maken in plaats van er slachtoffer van te zijn. Een extra moeilijkheid is volgens prof. Hartog, dat wij ingeschakeld zijn in de EEG en wel in belangrijke ma te de mogelijkheid om een eigen land bouwbeleid te voeren hebben opge geven. Wij zyn als agrarisch exportland terecht gekomen in een gezelschap van importlanden. Op het gebied van RUNSATERWOUDE Watersportliefhebber kocht molen voor restauratie en weekeindverblijf Een 50-jarige zakenman Juan Azi- voor de bemaling dienst moest blij- ria, een enkele jaren geleden tot Ne- ven doen. Daarom mocht de heer derlander genaturaliseerde Span- Aziria de molen slechts kopen onder jaard uit Den Haag, heeft de oude voorwaarde, dat hij „gewiekt" de watermolen „Groote Heilige Geest", taak van de machines kan overnemen, onder Rijnsaterwoude staande aan het wanneer deze in noodgevallen niet Braassemermeer, aangekocht om te zouden kunnen werken. laten restaureren en in de weekein- dende heer Aziria is watersport- WEEKEIND EN. liefhebber te benutten als zeil ver blijf, zo meldt de „Tel." De heer Aziria wil er ook zijn week- De prijs zal 30.000 zijn en de be- einden gaan doorbrengen. Daarom doeling is het bouwwerk weer te heeft hij bij de molen ook een stuk- brengen in de vorm, waarin het ge- je grond gekocht. Het zal echter nog bouwd is in 1833. Zowel binnen- ale wel even duren voor de molen klaar buitenwerks. ie. De nieuwe eigenaar schat de res tauratiekosten op 35.000, waarbij IN STIJL. dan nog rond 25.000 zal komen voor de inwendige verbouwing. Vroeger Van binnen worden de balken, had de heer Aziria ook reeds een mo- die nu groen en geel zijn geverfd, len, maar die stond in Noord-Beyer- weer in de oorspronkelijke kleuren land, een beetje te veer van Den gebracht.. De eikenhouten betimme- Haag. ring van de wanden en vloeren komt De molen in Rijnsaterwoude, tot er weer in en de inrichting wil de voor kort bewoond door een lid van koper helemaal „in stijl" houden, de bekende Rijnlandse molenaarsfa- Niet alleen van binnen wordt de milie Kraan, werd in 1952 reeds min molen gerestaureerd, maar ook aan of meer „gerestaureerd" voor mo de buitenkant. Twee jaar geleden derner bewoning, nu zal hij echter verloor het gebouw tijdens een storm weer geheel in de staat van de oor- Het Leidse woonhuis van Klikspaan, Rapenburg 83, waar nu de boek-de wieken. Van die tijd af werd de spronkelijke bouw en inrichting wor- handel „St. Lucas" is gevestigd. malen machinaal gedreven, omdat bj§ Sm gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 7