LEIDEN in het jaar 1813
n\ De bevrijding van het
Napoleontische juk
Onopgesmukt verhaal van een tijdgenoot
Jan Kok is een begrip voor
de Katholieke Harmonie
WEERZIEN NA ZESTIEN JAAR
OP STATION TE LEIDEN
ZATERDAG 26 OKTOBER 1963
DE LEIDSE COURANT
de boeren voor de poort en eischten
de brug neer en de poort open, dit
wilde de officier van de grenadiers
niet doen, toen trokken eenige boe
ren in stilte hun kleeren uit en
zwommen den singel over en kwa
men zoo in de stad, toen vroegen
zij nog eens of zij de poort wilden
openen en de brug neerlaten, de of
ficier antwoordde dat hij daartoe
geen order had. Wij wel antwoord
den zij en hebben toen met behulp
van het gemeene volk, dat van bin
nen stond de brug neergelaten en
de poort open gedaan. Toen trok
ken de boeren binnen de stad en de
grenadiers gingen heen. Men hoor
de niet anders roepen als Oranje
Boven".
Baldadigheid
In het stedelijk archief van Leiden berust een handschrift
uit de jaren 1794 tot 1014, geschreven door een man, wiens
naam onbekend is gebleven, maar die de gebeurtenissen zo
plastisch beschrijft- dat het welhaast zeker is, dat hij de door
hem opgetekende gebeurtenissen zelf heeft meegemaakt. Hij
beschrijft ze in een ietwat wijdlopige stijl, deze felle oranje
klant, die er geen doekjes om windt, dat hij zowel de Fransen
als de „Keezen" haatte.
Felix Driessen heeft het handschrift in 1913, het jaar dus van
de bij vele ouderen nog in het geheugen liggende „onafhanke-
lijkhêidsfeesten" in druk doen verschijnen bij de Leidse uitge
ver Eduard IJdo.
In verband met de - overigens wel wat voortijdige - herden
king van 150 Jaar Koninkrijk, leek het ons interessant een
aantal passages uit het handschrift, handelende over het jaar
1813, in breder kring bekend te maken, daarbij de door Dries
sen wat gemoderniseerde stijl handhavende, maar ook niets
wijzigend aan de dikwijls ongekuiste woordkeus van onze
vroeg-negentiende eeuwse Leyenaar.
DAGBOEK VAN EEN ORANJEKLANT
De onbekende schrijver "begint
zijn relaas over de gebeurtenissen,
die in het Leiden van 1813 hebben
plaatsgegrepen, met te vertellen
hoe slecht het de Franse legers in
Rusland wel verging en hoe de boe
ren hier op de conscriptie reageer
den.
„De Russen zaten den Keizer zoo
achter zijn gat, dat hij zijn kont niet
wist te keeren. Want hij wou Rus
land ook in zijn macht hebben; doch
toen hij tot Moskou genaderd was,
heeft hij de doodstuip gekregen;
want de Russen waren hem te sterk
en zijn volk liep met heele regimen
ten met kanon en al wat er bij
hoorde over en die niet overliepen
werden verslagen of gevangen. Hij
is met 3 maal honderdduizend man
daar naar toe getrokken, doch is
met maar 30 duizend man ontko
men. Ook lieten de prefecten en al
wat met hen regeerde op Vrijdag
den 16 dito (April) door het heele
land zowel op Dorpen als in Steden
van de Raadhuizen af lezen en met
de klinkers rondklinken dat op Za
terdag den 17 dito alle mansperso
nen van wat conditie zij waren, ge
trouwd of ongetrouwd, niemand
uitgezonderd van de 20 tot de 40 ja
ren en op de dorpen van de 20 tot
de 60 jaren bij de prefecten moes
ten komen om zich op te laten
schrijven, om uit te trekken tot
hulp van den keizer Bonaparte; er
zijn eenigen, die hebben het gedaan,
doch onder de boeren was een heele
opstand; doch omdat bet Paaschen
was hielden zij zich nog stil, maar
Paaschmaandag den 19 dito des
avonds en des nachts zijn zij op de
been gekomen en zijn van het eene
dorp naar het andere getrokken, het
was metterhaast een leger van een
duizend man of vier en zoo trokken
zij met geweer, met hooivorken, met
stokken; er waren vrouwen ook bij,
zij deden geen mensch kwaad maar
gingen bij al de mairies en prefec
ten op de dorpen en eischten al de
teekeeningen, daar zij de boeren op
doen teekenen hadden en zeiden,
zoo zij ze hen geschikt over wilden
geven, dan zouden zij heengaan,
doch zoo niet, dan zouden zij ge
weld gebruiken. De teekeningen,
die zij in handen kregen, die ver
brandden zij. Die geruchten van de
boeren kwamen binnen Leiden ook.
De regeering stuurde wel eenige
gendarmes op de boeren af, doch zij
moesten, wilden zij hun leven be
houden maar maken dat zij weg
kwamen, want de boeren schoten
■owel als de gendarmes. Er kwam
binnen Leiden een heele beweging,
sommigen zeiden de boeren hebben
gelijk, want al het manvolk wordt
op zoo een wijs maar naar de slacht
bank gevoerd. Anderen zeiden de
boeren beginnen te vroeg, er moest
gewacht worden totdat er hulp van
buiten kwam. Anderen zeiden weer
De Hoogewoerdspoort in de jaren
rond de Franse overheersing. In
1813 drongen de boeren van het om
liggende land, na de wacht te heb
ben overmeesterd, de stad binnen
om te protesteren tegen de con
scriptie.
wat anders, elk welmeenend mensch
hoopte wel op redding van bui ten-
landsche mogendheden en op den
Prins van Oranje, doordat de ge
ruchten gingen, dat alle Christen-
mogendheden de handen ineen ge
slagen hadden om dien Franschen
Bloed, den keizer klein te maken,
doch de inwoonders van ons land
en stad wisten niet waar het van
daan zou komen, want wij werden
geblinddoekt".
De poort open en
de brug neer
Dan beschrijft onze Leyenaar, zo
als we hem verder maar zullen noe
men, hoe de opstandigen boeren de
stad in kwamen.
„De regeering zat op het stadhuis
te beven, de dienders dorsten het
volk niet te keer gaan en zij liepen
met stokken door de stad, dit was
op Dinsdag den 20 April. Des avonds
om 11 uur of half twaalf kwamen
Dat de boeren geen lieve jonge
tjes waren, bewijst wel de volgende
passage:
„Ook waren zij naar het spinhuis
feloopen, des nachts en hadden al
e gevangenen daaruit gelaten, zij
hadden den vader overrompeld en
zich toen ook meester daarvan ge
maakt, al het manvolk uit het spin
huis deed met hen mee. De oudhe
den van de Spaanschen die daar se
dert het beleg van Leiden tot ge
dachtenis bewaard waren, hebben
zij ook gedeeltelijk van het Stad
huis gehaald en liepen daarmee
door de stad als zotten en schreeuw
den maar Oranje Boven. Ook waren
zij daar nog niet mee tevree, maar
sloegen op het stadhuis stoelen, ta
fels, banken aan stukken, zelfs heb
ben zij het uurwerk van het klok-
kengespeul gekapot. Zij zaten op
burgemeesterkamer als machtheb
benden en toen de regeering op het
stadhuis wilde komen, moesten zy
maar maken dat zij weer weg kwa
men, wilden zij in geen gevaar ko
men. Het gemeen zeide, dat zij baas
waren en ook wel konden regeeren.
Ieder, die een geweer hebben wilde,
liep maar .naar het stadhuis en
haalde het maar. Jongens, die het
geweer niet eens dragen konden lie
pen ook met geweer door de stad
en sleepten het zoo maar langs de
straat, het was een akelige boel. Ook
hadden weer anderen zich meester
van het kruithuis gemaakt en lie
pen met tonnetjes kruit door de
stad en deelden dat uit, zoodat de
stad in het uiterste gevaar was met
het kruit, doch God heeft ons mer
kelijk bewaard. Dan liepen weer
anderen, zoowel mannen als wijven
en haalden bij de sohoenmakers
schoenen, bij de bakkers brood, bij
de koekbakkers koek en wat zij
maar bedachten en kruidenierswin
kels rijst, suiker, krenten, rozijnen
en al waar zij maar zin in hadden.
Bij de drankverkoopers niet min
der, kortom in allerhande soort van
winkels gingen zij maar in en eisch
ten maar, wat zij hebben wilden en
de menschen moesten het hen maar
geven ook. Zij liepen met de sleu
tels van de stad aan een stok en
droegen die op hun schouder".
Dinsdag een serenade voor zijn huis te Leiden
Dit week-end Is er feest in het huis
gezin van de heer Jan Kok, Anna van
Saksenstraat 10a, een der oprichters
van de R.K Leidse Harmonie-kapel.
Afgezien van het feit, dat Jan Kok he
den 67 jaar wordt, herdenkt hij maan
dag a.s. het heuglijke feit, dat hij zich
55 jaar geleden als werkend lid aansloot
bij de toenmalige R.K. Harmonie St
Gregorius. Als jongen van 12 jaar, een
der jongste leerlingen „zat er al zoveel
leergierigheid en muzikaliteit in" dat hij
in 1928 al voor het eerst kon meelopen
in de 3-oktober-optocht. Als z'n ge
zondheid zo blijft zal hij het volgende
jaar voor de 45ste keer de optocht mee
lopen.
Sindsdien vinden we steeds de naam
Jan Kok terug. Tot aan het einde van
haar bestaan maakte hij als werkend lid
deel uit van de R.K. Harmonie „Perosi",
vele Leidenaren herinneren zich nog
wel de grote muzikale prestaties van
deze harmonie. Een machtige hand heeft
hij voorts gehad in de oprichting van
het KAB-orkest Toen door de oorlogs
omstandigheden de Harmonie „Perosi"
had opgehouden te bestaan, was het
weer Jan Kok, die alles in het werk
stelde om te komen tot oprichting van
een nieuwe R.K. Harmonie. Na lange
tijd bestuurslid geweest te zijn van deze
R.K Leidse Harmonie-kapel, is hij thans
nog een der trouwste leden. In al deze
55 jaar heeft hij ontelbare jongeren
aangespoord blaasmuziek te gaan be
oefenen. Wij hopen dat Jan Kok nog
vele jaren zijn beste krachten zal mo
gen geven voor de R.K Leidse Har
monie-kapel, en vooral, dat vele jonge
ren z'n voetsporen op dit gebied zullen
volgen.
Het is natuurlijk vanzelfsprekend, en
bestuur en leden voelen zich hieraan
zeker verplicht, dat „zijn" Harmonie
hem dinsdag a.s. 's avonds om half 9
een klinkende serenade zal brengen.
PoL
HET ORGELCONCERT IN DE
BETHLEHEMKERK
Naar aanleiding van het Orgelcon
cert door Jaap Remonelzwaai maan
dagavond a.s. in de Bethleihemkerk
aan de Driftetreat (Kooiwijk), ver
melden wij nog enkele bijzonderhe
den:
Het programma dat uitgevoerd zal
worden ziet er, in beknopte vorm,
als vodgrt uit:
Pasaaoaigüa in d - D. Buxtëhude
b 2 Konaaüvoorspelen -
Joh. Pachelbel
c Adaigio-AliLegro - G. F. Handel
d Extraits van de 2 Orgelmissen -
Fr. Couperin
e. Prelude et Improvisation -
Jean LangiLais
f. Litanies - Jehan AiLain
g. Pièoe - Jeanne Demessieux
Volledige programma's zijn 's avonds
aan de kerk verkrijgbaar. Het con
cert vangt aan om 8.15 uur, terwijl
de deuren der kerk om 7.45 uur ge
opend worden.
Religieuze Kunsthandel
Haarlemmerstraat 123
Leiden TeL 01710-22889
Ook uw adres voor
Geboorte-aankondigingen
(Advertentie)
Toen zij zes jaar was verliet de thans 22-jarige Leidse Enikö Kard-
kovacs haar huis in Hongarije. Zij kuste haar vader en moeder vaar
wel. Gistermiddag zag zjj - na zestien jaar - weer haar vader en
ditmaal op het station te Leiden. De heer Kardkovacs, 51 jaar,
Hongaar, had 24 uur achtereen in de trein gezeten om zijn dochter
te ontmoeten. Maar dit was nog slechts een fraktie van de moeite
die hij heeft moeten doen om zijn land voor deze reis en een verblijf
van enige weken in ons land te kunnen verlaten.
Geen wonder, dat het weerzien op het station zeer innig was. Enikö
kon haar tranen niet bedwingen en haar vader - mager en ernstig,
geroerd - was ook diep onder de indruk.
In 1947 is Enikö met een groep kinderen naar ons land gekomen.
Het had een haar gescheeld of haar pleegouders, de heer en mevrouw
Dieben, hadden haar na enige weken naar Hongarije moeten terug
sturen. De vreemdelingendienst van ons land drong erop aan, dat het
kind terug ging, maar het echtpaar Dieben liet zich door Henry de
Greeve, toen nog lichtbaken-pater, moed inspreken. „Die kinderen
niet terug naar Hongarije," was zijn bescheid. Enikö is thans een
echte Nederlandse geworden, hoewel haar nationaliteit de Hongaarse
is gebleven. Zij moet zich éénmaal per jaar bij de vreemdelingen
dienst melden.
Zij is verpleegster en in opleiding voor de wijkverpleging op 'n school
voor maatschappelijk werk in Amsterdam. Maar zij kan zich de dag
nog heugen, dat zij met een identieteitskaart op hèt - oude - station
van Leiden op een koffer zat, vandaag zestien jaar geleden. Zij werd
toen afgehaald door de heer en mevrouw Dieben (Hoge Rijndijk 168)
waar zij sindsdien een liefderijke verzorging heeft gekend.
Van de Hongaarse taal kent ze geen jota meer. Daarom moest zij
met haar vader een gesprek in het Duits voeren. De heer Kardkovacs
spreekt deze taal wel, maar voor een vlot gesprek was beider kennis
toch niet voldoende. Het verschil in taal leek een tragische bijzonder
heid van dit weerzien te worden, maar Enikö en haar vader begrepen
elkaar toch wonderwel in de taal van het hart.
Van Hogendorpstraat
wordt W. de Zwijgerlaan
Weg thans tot
Trekvaart gereed
Daar de vierbaansweg vanaf de
Haarlemmerweg (Groenoord) tot de
Willem de Zwijgerlaan bijna gereed
is, hebben b. en w. van Leiden be
sloten de Van Hogendorpstraat voort
aan ook Willem de Zwijigerlaian te
noemen. Met het gereedkomen van
de weg zal één verbinding ontstaan
van Haarlemmerweg tot en met de
ZijL Het kleine stukje Van Hogen
dorpstraat was nog een herinnering
aan het verleden. De belangrijke ver
binding, die de Willem de Zwijger
laan ongetwijfeld is, wacht nu nog
op de brug over de Haarlemmer
trekvaart, die de weg tot bij het via
duct Rijnsburgerweg zal brengen.
De Willem de Zwijgerlaan wordt dan
een snelle oost-west-weg in 't Noor
den van Leiden, die over de Zij'l de
Rijnsburgerweg met de provinciale
weg verbindt.
De naam Van Hogendorpstraat
gaat niet verloren. De Gasstraat
wordt ril. Van Hogendorpstraat. De
ovennummering der percelen zal voor
rekening van de gemeente geschie
den. De bewoners van de Van Ho
gendorpstraat hebben voorts 'n aan
tal formulieren ontvangen om adres -
wijziging békend te kunnen maken.