«- IN DE KRANTENTUIN
Het knutselhoekje
L
WIJ WETEN HET..
HET RIJMENDE PAARD
ZATERDAG 1 JUNI 1963
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA IS
EEN GEWAAGD
AVONTUUR
II
Welnu, al gauw kwam hij tot de
ontdekking, dat de tocht grote moei
lijkheden zou opleveren. In den be
ginne was de helling van de berg
vrij zwak, maar hoe hoger hij kwam,
des te steiler werd zij. Bpvendien
was de bergwand overdekt met gro
tere en kleinere rotsstukken, die in
de loop der eeuwen door allerlei oor
zaken waren losgeraakt en langs de
helling naar beneden warep gerold.
Ze hadden talloze scherpe hoeken en
uitsteeksels, waaraan hij zjch her
haalde malen verwondde.
Na een goed of liever een kwaad
uur geworsteld te hebben piet deze
hindernissen, gunde hij zich even rust
Qm de afgelegde weg te overzien.
Door het oerwoud trekkend met al
zijn beletselen en zwarigheden was
hém ?ijn schoonheid nooit zo opge
vallen als thans, nu hjj vanuit de
hoogte die machtige licht- of don
kergroene boomkruinen zag, overdekt
door de nog rosse gloed van de och
tendzon, Het was een aaneengesloten
massa, alleen de kleine rivier slin
gerde zich als een zilveren lint er
doorheen, terwijl het meertje als 'n
glimmende spiegel daar vriendelijk
tussen in lag. Dat alles zag er
aantrekkelijker uit dan wat hij bo
ven zich zag. De al maar steiler wor
dende helling met al die steenbrok-
ken, waar tussen hier en daar ook
nog dorre takken en boomstammen
lagen en dan daarboven nog een bij=
na loodrechte rotswand, dat alles lok
te niet erg tot voortzetting van zijn
tocht. En waartoe diende hij ten
slotte. Enkel maar om een arends
nest te zien!
Maar die loodrechte bergwand tart
te hem als het ware, Hij stond daar*
boven als een spottende uitnodiging.
Het was of hij hem toereip: „Kom
maar op, als je durft". Dat was te
veel voor hem en zijn eerste gedach
te, om maar terug te keren, schud*
de hij van zich af, evenals de loom
heid van zijn ledematen. En zie, een
verfrissend briesje kwam hem qaar^
bij te hulp.
Toen hij voldoende uitgerust was,
klom hij verder. Maar hoe meer hij
de steile rotswand naderde, des te
meer raakte hij ervan overtuigd, dat
hij deze nooit zou kunnen beklim
men. Hij begon dus een omtrekkende
route te nemen om te zien of de an^
dere zijde mogelijk beter te bestijgen
was. Deze weg bracht hem al gauw
voor een brede kloof in de bergrug.
Met een paar dunne, dorre boom
stammen erovereen te schuiven en
nog wat dode takken daarop te leg
gen, slaagde hij erin deze hinderpaal
te overwinnen, maar niet zonder hui
vering voor de gapende diepte onder
hem.
Het terrein werd steeds moeilijker
en steiler. Herhaaldelijk verwondde
hij zich tot bloedens toe aan aller
hande scherpe uitsteeksels, maar zijn
prikkel om door te zetten werd er
niet minder om, Ha! daar zag hij aan
de andere zijde opeens de dode spar
voor zich, die vlak naast het plateau-
tje (platje) op de top van de berg
kegel stond. Nu zou het ergste leed
wel geleden zijn. Als hij daar beland
was, zou hij met zijn kijker het
arendsnest wel spoedig ontdekken.
Maar hoorde hij daar weer het
zoeven van die machtige vleugels?
Ja, inderdaad en met een laatste
brede uitzwaai van zijn pennen,
str-eek de adelaar op de hoogste tak-
stomp van de dode boom neer. Na
tuurlijk had zijn scherpe blik mij
terstond ontdekt, maar mijn tegen
woordigheid zo nabij scheen hem
geenszins te verontrusten. De vogel
legde geen vrees en nauwelijksbe-
belangstelling aan de dag. Z'n blikken
bleven haast onafgewend zonwaarts
gericht. Ik klauterde weer dapper
verder en het was, alsof ik steeds
meer haast kreeg. Maar andermaal
werd me de weg naar de top versperd
door een kloof. Deze was echter niet
zo diep en was goeddeels opgevuld
met grote steenbrokken. De wand
was ook niet zo steil en heel behoed
zaam klom ik naar beneden, daarna
van de ene rotsblok naar de andere
en bereikte tenslotte doodop de over
zijde.
Nog steeds zat de koninklijke vo
gel rustig op zijn hoge troon. Af en
toe wendde hij even een blik op mij,
naar het mij leek een blik vol trotse
minachting. Maar toen ik, de laatste
hindernissen overwinnend, op 't plat
arriveerde, wierp hij zich onder het
uitstoten van een huiveringwekkende
schreeuw het luchtruim in. Na enige
steeds groter wordende kringen om
de bergtop beschreven te hebben,
steeg hij op naar de duizelingwek
kende hoogte boven hem. Ik kon me
haast niet losmaken van het schouw
spel van die koninklijke vlucht en
pas toen de geweldige vogel tot een
stip geworden was, voelde ik de ver
moeidheid en de pijnen in al mijn
leden. Eerst moest ik een kwartier
tje uitblazen en wat drinken uit mijn
veldfles, alvorens ik mijn kijker nam,
om de omgeving en het doel van mijn
speurtocht trachtten te ontdekken.
1. Marmot, 2. tijger, 3. varken, 4
wasbeer, 5. reiger, 6. poema.
Het boek heeft TINEKE v. d. AK
KER, Jan Banningstraat 26 Zoeter
woude gewonnen.
NIEUWE RAADSELS
Zoek uit de volgende lettegrepen
zes namen van bloemen: mi - um -
lief r de bloem le - griet - lie -
mar - bo - paar - ter - de - ma - ra r
ge.
De oplossing sturen aan TANTE
JO en OOM TOON, KRANTENTUIN
LEIDSE COURANT, PAPENGR. 32
LEIDEN.
Er liggen nog gogde oplossingen
van: Roza Harteveld Langeraar, Win»
v. d. Berg Rijpwetering, Hilda van
Klink Zoeterwoude, Willy Berg Zoe-
terwoude, Tonnie Hogervorst Sassen-
heim, Rienie v. Noort Zoeterwoude,
Nellie van Leeuwen Voorhout, Lies
Vermeulen Ter Aar, Lia v. d. Geest
Leiden, Gerard Kortekaas Voorhout,
Maria Disseldorp Hoogmade, Riet
Hoogeboom Aarlanderveen, Cees v.
d. Klaauw Leimuiden, Ineke Vroon
hof Sassenheim, Annemarie Neyman
Hoogmade, NeJ Dijkhuis Hazerswou-
de, Nellie Damen Voorhout, Joke
Koek Zoeterwoude, Ria v. Diemen
Zoeterwoude, Lyda Hoek Voorhout,
Thea v. d. Geest Leiden, Gorrie
Droogh Lisse, Hella Belt Zoeterwou
de, Theo Volgering Langeraar, Jan
Stevers Alphen, Cobie v. d. Zon
Nieuwkoop, Nellie v. d. Geest Lei-
den, Ronnie Vrijburg Oud-Ade, Ria
de Jong Zoeterwoyde, Rietje v. Es
Stompwijk. Marian Zuidwijk Koude
kerk, Elly Westgeest Voorschoten,
Dick v. d. Meer Leimuiden, Bany
Overdevest Rijnsater woude, Nellie
Onderwater Zoëtermeer, Jaquelien v.
d. Poel Leiden, Corrie Bierman
Noordwijk, Tineke de Graaf Leimui
den.
CORRESPONDENTIE
ANNEMIEKE STOLWIJK LEIDEN;
Je hebt me heel wat te vragen over
Ivanhoe. Bedoel je die meneer uit
het televisiespel of de echte ridder?
Ik heb het voor je nagevraagd en
kwam dit-te weten: Ivanhoe was de
naam van een ridder in de middel
eeuwen. Hij bezat een kasteel in het
zuiden van Schotland. Hij was een
zeer dapper man. Van zijn vrouw is
niet veel bekend en zijn kinderen
heeft hij in de ridderstand opgevoed.
ALïE VAN ZAAL, LOPIK, Leuk
toch hé, dat onze kinderkrant met
zoveel plezier, helemaal in Lopik
gelezen wordt. Hebben jullie vroeger
in Leiden gewoond? Dag Alie, de
groeten van ons ook aan vader en
moeder.
BARBARA v. SCHAIK, LEIDEN
vertelt ons een sprookje van:
DE GOUDEN KROON
In een heel mooi paleis woonden
een koning en een koningin. Ze had
den een dochter, een prinses, en die
ging trouwen met een prins. De gro
te zaal van het paleis was prachtig
versierd met slingers, lampions en
ballonnen. De prinses heette Anne
marie en de prins John. De koning
was 65 jaar en het werd hem al te
zwaar om te blijven regeren. Na het
huwelijk zou de prinses koningin
worden en nu had ze van de prins
een prachtige gouden kroon gekre
gen.
De dag van het huwelijk was aan
gebroken. Duizenden mensen stonden
langs de weg geschaard om het
bruidspaar in de gouden koets te
kunnen zien. De plechtigheden in de
kerk waren prachtig. Ze reden naar
het paleis terug en toen zou de ko
ning zijn dochter de gouden kroon op
het hoofd zetten, maar o schrik, de
kroon was nergens te vinden. Alle
hofdames en dienaren moesten gaan
zoeken. Het hele paleis werd over
hoop gehaald. Het leek wel op een
verhuizing in plaats van een kro
ningsfeest. Opeens klonk er een gil;
„Hier! Hier!"
Eén van de hofdames hgd alle
schoenendozen opengemaakt en daar
lag zowaar, de prachtige gouden
kroon te schitteren in een lege schoe
nendoos. Met grote spoed werd alles
weer opgeruimd en iedereen keek
met blijdschap naar het stralende ge
zicht van de prinses, toen haar de
kroon werd opgezet. Ze leefden nog
lang en gelukkig.
MARTIEN v. BENTEN, LEIDEN:
AD LELIEVELD, LEIDEN:
EEN REGENACHTIGE
WOENSDAGMIDDAG
Op de vrije woensdagmiddagen gaan
we altijd trainen. Wallie, een Indi
sche jongen, geeft ons die training
en die weet er heus wel wat van af.
Dan moeten we leren richten op het
doel. Als we dat goed kunnen, wordt
er uitballen gegooid en nog veel meer
dingen doen we dan. Op een keer
toen we weer gingen voetballen viel
er een flinke regenbui. Maar als je
goed wilt voetballen, dan moet je
ook bil regenachtig weer kunnen
voetballen. Toch werd het ons die
woensdagmiddag te bar en we gin
gen naar huis. Toen we echter een
eindje gelopen hadden, werd het
weer droog en we gingen terug. We
konden nu weer een poosje blijven,
want om 5 uur begon de televisie
en toen gingen we voorgoed naar
huis. We waren natuurlijk nog niet
droog, daarom moest ik me eerst
warmen en drogen. Ik deed het heel
vlug en was nog net op tijd om naar
de t.v. te kijken.
BERRIE SCHONK, LEIDEN:
NAAR HET STRAND
Vorig jaar gingen we op een mooie
i m mi
Soms werd de boot helemaal omge
kiept en dan lag ik onder de boot,
Ik heb geld gespaard en nu ga ik
van hem de boot kopen en hij koopt
dan een kano. Ik krijg er dan een
pomp bij. Die boot kan je opvouwen
en als je wijt varen moet je hem op
pompen. Ook kan je er op slapen.
Eerst vond ik een zeester, maar jam
mer, hij was dood. Ook zagen we een
klein visje. We konden hem naar niet
pakken en op het laatst kroop hij
in het zand. Ook gleden we dikwijls
van de duinen, maar één keer ben
ik in het prikkeldraad gevallen en
had ik een wond aan mijn been, Eerst
maakten we ook nog een kuil van
wel 2 meter diep. Ik sprong er in,
maar kon er niet meer uit. Toen heb-
ben we een trapje gemaakt en toen
ging het wel.
zonnige dag dikwijls naar het strand. JANNEKE BOUWMAN, LEIDEN:
er dan meestal het eerste. Dan moest
Ik ruimte maken voor mijn tante,
want die ging met de kinderen ook
mee. Mijn neef had een rubberboot
en dan gingen we rovertje spelen.
KLEIN DUIMPJE
Klein Duimpje had zes broertjes.
Hij was de kleinste. Hun ouders wa
ren erg arm. Op een avond zei de
vader tegen zijn vrouw:
„Wij hebben niets meer te eten en
nu brengen we de kinderen morgen
naar het bos".
Klein Duimpje lag wakker en h|d
alles gehoord. Hij ging nadenken en
wist fets. Midden in ae nacht stond
hij op, ging naar de beek en zocht
zjjn zak vol steentjes, toen ging ihi)
weer naar bed.
De volgende morgen gingen de kin
deren met vader en moeder hopt
sprokkelen in het bos, Toen ae mid
den in de struiken zaten liepen va
der en moeder zachtjes weg. De
kinderen begonnen te huilen omdat
zij vader en moeder niet meer zagen,
maar Klein Duimpje troostte nep:
„Kom maar met me mee, ik weet de
weg wel, want ik heb steentjes ge
strooid".
Nauwelijks waren vader en moeder
thuis of de boswachter kwam een
groot stuk wildbraad brengen, orpdst
de baron zo'n goede jacht had ge
had.
„O, waren de kinderen nog maar
thuis"! riep moeder.
Daar werd op de deur geklopt en
daar stonden de zeven jongetjes
voor de deur.
„Hier zijn we weer!" riep ?e,
Moeder deelde het heerlijke vlee«,
maar na een paar dagen nadden ze
weer niets meer.
Zeg Janneke het sprookje is nog
lang niet uit Maak maar gauw h§t
vervelg.
Dag allemaal ep tot de volgende
week!
TANTE JO pp OOM TOON
IN HET BOS
Helaas is het nog geen mooie lente,
maar in het bos begint het al heel
mooi weer te worden. Toen het ver
leden week een mooi dag was, pakte
ik mijn fiets en reed naar het bos.
Daar stonden de bomen ai in het
groen en de bloemen tussen het gras
in de bloei. Dat was een prachtig
gezicht, beter dan die kale boel in
de winter. De zon scheen al lekker
en ik ben die dag al een beetje bruin
geworden. Toen ik zo langs de pa
den liep, viel het ineens op, dat er
in de bomen al nestjes zaten.
Opeens schrok ik wel hoor, daar
kwam onverwachts een eekhoorntje
vlak bij mijn voeten. Nu zullen jullie
denken, ben je dan bang voor zo'n
lief beestje? „Nee" hoor, niks daar
van, maar ik schrok er van.
De vogels waren aan het fluiten.
Ze zaten zo rustig op een tak, dat
ik op mijn gemak de kleuren goed
kon bekijken. Ze hadden geen win-
tervachtje meer,
Tegen half zes fietste ik weer naar
huis. Het eten stond al op de tafel.
Nou het smaakte goed hoor, na zo'n
grote wandeling in het bos.
SJAAK v. d. BURG, LEIDEN.
NAAR DE POLDER
Eepa OP een woensdagochtend, on
der het speelkwartiertje, zei Jan te
gen zijn vrienden:
„Kom laten we vanipiddag paar
de polder gaan, daar kan je dan van
allgs beleven. Wie gaat er mee?"
Ze vonden het allemaal goed.
„Hoe laat moeten we bij je ko
men Jan?"
„Ongeveer half drie. Of vinden jul
lie dat te laat?"
„Ja ik wel, we kunnen beter half
twee gaan, want om vijf uur begint
de televisie en het is juist heel Jeuk
op de televisie".
„Afgesproken. Half twee zijn we
allemaal hier bij de school en dan
gaan we de polder in."
„Ting! Ting!" ging de bel. Het
speelkwartier was om en de les be
gon weer, maar het was zó twaalf
uur.
Jan ging onmiddellijk naar huis.^
„Ma, ik moet vlug opschieten, halL
twee moet ik bij Piet zijn, we gaan
in de polder een potje voetballen".
Toen Jan gegeten had ging hij
naar zijn vrienden, die al op hem
stonden te wachten.
„Kom laten we eerst «lootje gaan
springen," zei Ton.
„Nee joh, ik ben niet van plan om
een nat been te krijgen", zei Piet
„Ach wat geeft dat nou, als je
goed springt, gebeurt er niets".
Het gipg een poosje goed tot Piet
plots in het water sprong.
„Haha!" lachten de jongens. Piet
trok zijp kousen uit en wrong ze
uit. Ze liepen even de nieuwgebouw
de huizen ip. Maar o wee, daar kwam
de waker. De jongens renden weg en
konden juist even harder lopen dan
de waker.
sephus geen gelijke hebben, als hij
beweert, dat zijn volk het glas uit
vond. Hij vermeldt n.l., dat het tij
dens een bosbrand plaats had. Daar
staat weer tegenover, dat in de oer
oude Egyptische graven voorstellin
gen voorkomen vap mensen, die glas
smelten en blazen. Daarom is hoogst
waarschijnlijk de vervaardigipg van
glas in het rijk van de Pharao's be
gonnen.
Uit vil tresten en bandjes kan men
heel vlug servetringen b.v. voor in 't
zomerhuis maken. Knip bloemen,
dierekoppen of andere figuren uit het
vilt. Naai het motief met een paar
steken midden op de band en bind
dan de bandjes op de servetten.
Vierjarige stepte
15 kilometer
Het 4-jsirjg zQontje Pieter
van de familie M. te Venray is
vrijdagmiddag per autoped van
Horst paar Vepray gereisd (een
afstand van 15 kilometerom
dat hij door heimwee gekweld
werd. Ip verband met vakantie
plannen van zijn ouders logeer
de het kind bij zijp grootouders
in Horst, waar men omstreeks
drie uur vrijdagmiddag ontdek
te dat Pieter spoorloos verdwe
nen was. Opsporingen leverden
geen resultaat op, tot het jOP"
getje om Vijf uur ip de ouderlij
ke huiskamer werd aangetrof-
fen. Het zat rustig te spelen
met ©en dode kraai, die hij had
gevonden.
Een ..vrije boer" is ip Apeldoorn
gearresteerd. Thans werd de land'
bouwer J. Sohut, wonende aan de
Langedijk, door de politie aangehou
den, omdat hij had geweigerd een
boete van 48 gulden te betalen, wel
ke hem was opgelegd wegens 't niet
nakomen van zijn verplichtingen je
gens het Landbouwschap.
Kun je deze figuren uit eirkels en
ep rechte lijn met één trek tekenen,
zpnder dat je daarbij 2 keer éénzelfde
lijn trekt?
(In fig. C de oplossing).
WIE VOND HET GLAS UIT?
Op school leert men, dat dé Phoe-
njciërs het glas uitvonden, of beter
gezegd ontdekten. Enige reizende
koopleiden wilden Run eten verwar
men boven een vuurtje aan 't strand.
Daarbij kwam het gereedschap in
aanraking met salpeter en toen het
salpeter door de hitte uitzette, ver
bond het zich met het zand tot een
doorzichtige massa glas!
Maar de geschiedenis kan niet juist
zijn, want de hitte van vuur in de
vrije natuur is niet groot genoeg, om
glas te kunnen maken. Daarom kan
ook de Joodse geschiedschrijver Jo-
WILT U IETS WETEN
Route Hoogmade-Waspik: Hoog
made, Woubrugge, Alphen a. d. Rijn,
Bodegraven, Gouda, Haastrecht,
Schoonhoven, Goudriaan, Gorcum
Sleeuwijk, Nieuwepdijk, Raams-
donksveer, Waspik, totaal ong. 84 km.
C. H. te Stompwijk- Route van
Stompwijk naar Aalsmeer: Stomp
wijk, Zoeterwoude, Hoge Rijndijk,
Koudekerk a. d. Rjjn, Gnephoek, Rijn-
saterwoude, Leimuiden, Kudelstaart,
Aalsmeer, totaal ong. 36 km.
P. M. J. te Lelden. Route van
Lelden naar Arcen: Leiden, Alphen
a. d. Rhp, Woerden, Utrecht, De Bilt,
Zejst, Woudenberg, Renswoude, De
Klomp, Ede, Arnhem, Nijmegen, Gen
nep, Axcen, totaal ong. 186 km.
H. S. te Alphen a. d. Rijn. Route
van Alphen a. d. Rijn naar Vughtj
Alphen a. d. Rijn, Boaegraven, Woer
den, Utrecht, Houten, Culemborg,
Geldermalsen, Waardenburg, Zalt-
bommel, Den Bosch, Vughf, totaal
ong. 02 km.
L. P. B. te Lis«e, Voor een route
beschrijving Lisse-Toulouse kunt u
zich het best richten tot de ANWB
of haar bijkantoren.
jB/y wmmviTBfmiiiK letml/Stëinl
Dimmvwr.. nr Mewm!
Hier lonten nstwmr'pire-
pWMurMtmimttr
Hük. wie iwili tot mUt ümlmdtetik
et mid is!
JEANNE D'ARC
7. In juli werd Karei in Reims ge
kroond, terwijl Jeanne d'Arc met
Frankrijks banier( vlag) naast hem
stond. Jeanne wenste, dat ze van
daar uit naar Parijs zouden trekken.
Maar toen begon men in het Franse
leger te muiten. Men geloofde niet
meer zo rotsvast in haar hemelse
zending. Het was hun tot een erge-
nis, dat een boerenmeisje het bevel
voerde over het leger en dat men
Jeanne de eer van de overwinning
toekende.
8. Onderling heerste in de Franse
legerkorpsen grote verdeeldheid. De
afzonderlijke legeraanvoerders dach
ten meer aan zichzelf, dan aan het
heil van Frankrijk en wilden haar
niet meer gehoorzamen. Toen Parijs
bestormd zou worden, had zij ge
vraagd om daarbij de kanonnen in
te zetten (gebruiken). Het was juist
de eerste oorlog, dat men kanonnen
gebruikte. Maar zij kwamen te laat
aan, want Jeanne kon niet wachten.
Inderhaast moesten haar strijdkrach
ten opgesteld worden, waarbij1 velen
haar gelederen verlieten of zelfs naar
de vijand overliepen. Toen de strijd
losbrandde, was het niet te verwon
deren, dat het krijgsgeluk haar de
rug toekeerde. Hoewel zU met grote
dapperheid streed, ontging haar de
overwinning.