In de Krantentuin
Het knutselhoekji
ZATERDAG 19 JANUARI 1963
DE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 9
HET MOEDEROOG
Nog niet zo heel lang geleden heerste
vooral in Duitsland onder de jonge
handwerksleiden de gewoonte om de
wereld in te trekken. Soms deden ze
dat, omdat ze in eigen land geen vol
doende arbeid konden vinden. Maar
meestal hadden zulke jongelui ook lust
in avonturen, ze wilden ook eens buiten
hun eigen land rondkijken. Velen ech
ter wilden vooral ervaren, hoe het met
hun ambacht in den vreemde gesteld
was en daardoor een breder opleiding
te verkrijgen, zodat zij een grotere ge
schiktheid kregen om zich later in eigen
vaderland als meester in hun vak te
kunnen vestigen. Zij bleven dan ge
woonlijk enkele maanden bij een baas
werken, tot zij meenden bij hem niets
nieuws meer te kunnen leren. Dan trok
ken zij meestal te voet weer verder en
verhuurden zich dan voor een bepaalde
tijd weer bij een andere meester. Zo
duurde hun voetreis vaak vele maan
den, ja soms wel enkele jaren.
Zo vertrok eens uit een Duits dorpje
een jonge smidsgezel. Zijn „wandel
tocht" voerde hem eerst naar Zwitser
land, vandaar naar Oostenrijk, vervol
gens naar Italië en tenslotte naar Frank
rijk. Als jongeman van ruim 20 jaar
had hij het ouderlijk huis verlaten. Veel
had hij sindsdien gezien en geleerd,
wat hem voor zijn latere leven van nut
te kon zijn. Toen hij evenwel de 30
reeds achter de rug had vond hij het
welletjes. Hij verlangde terug naar zijn
„Heimat" (geboortestreek), naar zijn
familie en vrienden.
Hoe dichter hij op de terugreis zijn
geboortedorp naderde, hoe meer hij zich
afvroeg, of allen, die hij daar had ach
tergelaten, hem nog zouden herkennen.
Toen hij wegging, was hij nog echt een
jongeling, nu was hij man geworden.
Het pas onloken vlasbaardje, dat hij
toen met enige schuchterheid droeg,
was sindsdien uitgegroeid tot een forse
volle baard. De jeugdblos op Tiijn bolle
wangen had plaats gemaakt voor een
diepbruine zuidelijke tint.
Eindelijk dook in de verte de toren
spits van zijn geboortedorp op en wel
dra stond hij aan de grens, waar een
tolboom de weg versperde. De tolgaar
der, een goede vriend uit zijn jeugd
jaren, kwam naar buiten om hem door
te laten. Op zijn vriendelijke groet ant
woordde de man slechts met de groet
voor iedereen „goede morgen", liet de
boom weer neer en trok zich terug in
zijn tolhuisje. Hij had hem niet hei*
kend!
Wel wat teleurgesteld ging onze „wan
delgezel" het dorp in. Hij bekeek zijn
kleren nog eens en stofte ze extra met
zijn zakdoek af, om er toch maar netjes
uit te zien. Enkele huizen de straat in,
staat voor een open Venster, een meisje.
Hij herkent haar onmiddellijk, want
hij heeft voor de eerste maal met haar
een vrolijke kermis meegemaakt. „Goe
dendag, Gretchen, hoe maak je het?"
Alsof ze gekrenkt was, door die ge
meenzame groet van een vreemde jon
geman. trekt ze zich schielijk terug en
sluit het venster.
Was hij dan zozeer veranderd? Nog
dieper teleurgesteld dan daarstraks,
gaat hij met betraande ogen verder. Hij
komt aan het plein, waar de dorpskerk
op uitkomt, waar juist een mis schijnt
beëindigd te zijn. Een oudachtig vrouw
tje daalt behoedzaam de trap voor de
ingang af en komt hem met korte trip
pelpasjes tegemoet. Als hij haar pas
seert, groet hij haar op oud-Duitse wij
ze: „Gott, grüss Euch" - God groet U -
en wil verder gaan. Maar daar opeens
snelt het oudje op hem toe, zo vlug
haar voeten- haar kunnen dragen en on
der de blijde uitroep: „Mijn jongen,
mijn zoon!" slaat zij haar armen om
hem heen en drukt hém innig aan haar
moederhart.
Geen baard en geen kleurverandering
hadden het MoederoQg belet onmiddel
lijk haar zoon, haar kind te herkennen!
DE BELEVENISSEN VAN DE
FAMILIE JANSEN IN DE
HONGERWINTER 1944-1945
We hebben gezien hoe het gezin Jan-
aen Kerstmis, Nieuw- en Oudjaar ge
vierd hebben en we hebben de ver
jaardag van mijnheer Jansen, 15 janu
ari, meegemaakt. We hebben ook even,
over de schouder van mevrouw Jansen
heen, in haar Dagboekje gelezen en
nu gaan we vandaag eens verder in het
Dagboek lezen. Heel veel ouders zul
len dan zeggen: Ja, zo was het bij ons
ook precies". En tegen de kinderen zal
het Dagboekje zeggen: „Zo goed en fijn
als jullie het nu hebben, is het heus
niet altijd geweest".
16 januari: Mijnheer Jansen gaat met
zijn dochtertje Hanneke op de fiets naar
Zoeterwoude om te proberen melk en
kaas of een worst te kopen, bij de boe
ren. (Hanneke reed op een fiets zonder
banden en haar vader reed op een fiets
waarvan het voorwiel was vervangen
door een stepwieltje, de voorvork was
dan verlengd). Op de Zoeterwoudseweg
werden alle mensen, die van en naar
Zoeterwoude aangehouden door de Duit
sers en ze moesten allemaal naar een
weiland. De melk, kaas of boter werd
afgenomen. Hanneke en haar vader had
den geluk, want ze waren pas op weg.
Enige honderden mensen waren nu bij
elkaar gedreven en moesten daar blij
ven tot het donker was. Iedereen was
vol angst. Wat zou er met hen gebeu
ren? Een jongen probeerde onder het
ijzerdraad door te ontsnappen, maar hij
kreeg een kogel achterna. Gelukkig
mis!
Eindelijk kwamen een paar soldaten
de mensen zeggen dat zij zich in een
rij moesten opstellen en toen ging het
een lange rij, door de stad naar het
station. Wie uit de zij lurfde gaan, werd
gestraft Vanuit de ramen keken de
stadsmensen op de droeve stoet. Nie
mand waagde zich op straat. Uiteinde
lijk viel alles nog mee. Op de Stations
weg moesten de mannen hun persoons
bewijzen (een soort pas) afgeven en
toen konden ze naar huis gaan. Wat
was mevrouw Jansen blij, toen ze haar
en jongens tussen i6-40 jaar gepakt.
18 januari: Sinds een week krijgen
de kinderen van 6-15 jaar iedere dag
schoolvoeding. Ze moeten daarvoor een
schaaltje meebrengen en betalen 1,10
per week.
19 januari: Nog steeds koud, de
sneeuw ligt wel 15 cm dik. We stoken
turf en hout. De kachel gaat telkens
uit. In de stad zijn geen aardappelen
meer. Papa Jansen heeft nog fijn een
zak meegebracht.
20 januari: Hoera! We hebben een
klein witbroodje gehad. Ik heb daar
heel dunne sneetjes van gesneden, elk
sneetje in vieren en daar wat boter en
suiker op. In plaats van een koekje bij
de thee. Omdat papa dikwijls melk
meebrengt maken we zelf de boter. We
laten de flessen een nacht staan, schen
ken de room eraf en doen die in een
fles. Dan schudden we net zo lang tot
de boter in vlokken tussen de melk zit.
21 januari. Vandaag iets nieuws be
dacht. De suikerbieten als koolraapjes
gesneden en met een uitje gebraden.
Het smaakt wel goed.
25 januari: De bittere kou houdt nog
aan. De sneeuw lig op de bevroren
straten. De meeste mensen zitten zon
der brandstof. Tegen etenstijd maken
we de kachel aan met hout van oude
meubelen en turf. Al in 14 dagen geen
vlees gehad. Nu net komt de krant
binnen, dat de volgende week 't brood
rantsoen tot de helft verminderd wordt.
Dat betekent iedereen per dag 2 snee
tjes brood. Vandaag le spoorbrug over
de Nieuwe Vaart gebombardeerd, maar
mis, wel vêel ruiten stuk, ook bij ons.
29 januari: Van de week heeft papa
de zwaarste tocht van zijn leven ge
maakt. Zoals iedere vrijdagavond trok
hij er weer op uit om melk te halen.
Het had die dag flink gesneeuwd en
nauwelijks was hij op weg of er kwam
een dikke mist opzetten. Geen 5 meter
kon hij voor zich uit zien. Door de dik
ke sneeuwlaag was er geen verschil
te zien tussen weg en sloot. De meeste
bomen waren omgehakt. Het was dus
moeilijk heel moeilijk de weg te vin
den; en dan nog wel een weg. die hij
jarenlang gefietst had en door en door
kende. De sneeuw plakte ian de wielen
als dikke kluiten, zodat het fietsen on
mogelijk werd. Daarom nam hij de
fiets op zijn schouder en zou dan maar
verder lopen. Maar ook dat ging niet
want de sneeuw zat met grote klonten
onder de klompen. En dat alles met een
stevige mist om zich heen. Ten einde
raad zette hi; zich neer op een harde
sneeuwhoop en begon aan zijn rozen
krans te bidden.
Zo onverwacht als de mist gekomen
was, zo onverwacht verdween hij ook
weer opeens en de maan kwam tussen
de wolken door gluren. Nu was het erg
ste leed geleden. In de verte zag hij de
toren van de kerk. Nu wist hij precies
waar hij was Met de fiets op de schou
der, vier lege melkflessen in zijn jas
zakken ging de tocht verder naar de
boerderij, steeds maar sneeuwkluiten
van zijn klompen stampend.
„Maar mijnheer Jansen. U hier met
die barre kou"? begroette de boerin
hem.
„Ja, wat moet ik doen om zeven mon
den open te houden".
Op de boerderij zaten ze juist aan
tafel. Er werd een plaatsje vrijgemaakt
en de boerin schepte een vol bord war
me pap op. Hè dat smaakt na die moei
lijke tocht. Een tarwe boterham met
dik kaas werd er nog bijgeschoven.
De boer yulde in die tijd de flessen
en de terugtocht werd aanvaard Op
de grote weg kon hij nu de karrespo-
ren volgen en gelukkig kwam hij heel
huids en nog vóór 8 uur, want dan
mocht niemand meer op straat zijn".
Eén fles melk bracht hij nog bij een
paar oude mensen, die er zelf niet op
uit konden trekken.
Tot zover het dagboek. Volgende week
gaan we eens zien hoe ze de verjaardag
van mevrouw Jansen vierden, die in
maart jarig was. 9
Dag allemaal.
TANTE JO en OOM TOON
CORRESPONDENTIE
Er kwam goede oplossingen binnen van:
Els v. d. Valk Zoeterwoude, Marian La
ken Lelden, Lida Mank, Langeraar, Bep-
pie van Rooyen Hazerswonde, Maria
v. d. Zon Hazerswonde, Lyda Angevaa-
re Voorhout, Gina Neyman Hoogmade,
Annemarle Neyman Hoogmade, Rolf
Fabrie Leiden, Ludie v. d. Geest Lei
derdorp, Hennle Sassen Ter Aar, Bepple
v. d. Helder, Noorden, Aad de Zwart
NoordwUk B., Claskc en Theodoor v. d.
Poel Zoeterwoude, Nellie v. d. Zon Ha-
zerswoude, Ada v. Rooyen Hazerswou-
de, Sjaantje Oudshoorn Hoogmade, An
nie v. d. Zwet R.A. veen, Willy v. d.
Peet Wassenaar, Mla Kapel Noordwijk
B., Willy de Groot Hazerswonde, Joop
v. <L Peet Wassenaar. Els Oudshoorn
RUpwetering, Lia en Rla Zwetsloot
Warmond, Cis ka Vroonhof Voorhout,
Ina Janson Lisse, Co Kuypers Hazers
wonde, Fletje van Leeuwen Voorhout,
Ton Berk Zoeterwoude. Mieke v .d.
Salm Zoeterwoude, Jan Berk Zoeter
woude, Jan van Egmond, Alphen, Mar
jan Bouterse Abbenes, Ada Bouterse
Abbenes, Jannle Akerboom Oude-Wete-
rlng, Rini v. d. Meer Oude-Wetering,
Jan Zwetsloot Hazerswonde, Franciska
Sikklng Warmond, Jan Berk Zoeter
woude, Ton Berk Zoeterwoude, Nico
Zwetsloot Hazerswoude, Elly Brugman
Hazerswoude.Theo Vroonhof Sassen-
heim, Rob Cornelisse Zoeterwoude, Co
ble Zwetsloot Warmond, Anneke Kerk
vliet Lelden, MarUke Bontje Nieuwe
Wetering, Greetje v. Dlemen Nieuw-
Vennep, Bert en Fred van Diemen,
Nieuw-Vennep, Truus Janson RUpwe
tering, Wies Timmerman, Leiden, Corrle
Disseldorp, RUpwetering, Kees Dissel-
dorp RUpwetering, Jan Tersteeg Oud-
Ade, Theo Slof Langeraar, Elly Vink
Noorden, zusjes H^agen Zoeterwoude,
Ineke Vroonhof, Sassenheim, Ellie en
Lia v. d. Veer R.A.veen, Wlm v. d. PUI
Ter Aar, Quirinle Vermeulen Ter Aar,
Mieke Kuiper Voorhout, Maria Veld-
huyzen Zoeterwoude, Bep en Marian
v. d. Salm Zoeterwoude, Gerrle v. d.
Lans Voorhout, Lies Vermeulen Ter
Aar, Gerard Captein Noordwijkerhout,
Annie Veldhuyzen Zoeterwoude, Joze-
fientje de Jong Oude-Wetering. Ad van
Paridon Leiden, Peter Vester Voorhout,
Marianne Kroone Lelden, Willie van
Trigt de Kwakel, Lea v. d. Akker Lei
den, Ineke v. d. Akker Leiden. Jannie
V< d. Akker N.w.hout, T Gijbeis Lei
den, Rob v. d. Zwe R.A.veen, Petertje
Borst Hoogmade, Agnes en Jaqueline
v. d. Geest Leiderdorp.
DE WERELD VAN NIETS
Heel ver hier vandaan is een we
reld, een wereld van niets. Geen mens,
geen dier woont er. Maar zie ik dat
goed? Daar strompelt een oude man.
Hoe is die daar gekomen? vragep we
ons al Luister, hij mompelt wat:
„Ik woon hier alleen en verlaten; .J
sinds honderd jaren zwerf ik hier rond".
Weet je hoe hij er uit ziet? Een oude
man met een grijze baard, die tot op
de grond hangt. Hij heeft een zwarte
jas aan, een oude hoed op en aan zijn
voeten pantoffels. Hij loopt in de wind,
het lijkt wel een orkaan en opeens valt
er voor zijn voeten een boek.
„Zeker van de aarde", mompelt hij.
Hij bekijkt het boek. Het ia een to
verboek. Hij probeert een paar tover
spreuken en zie, daar tovert hij een
keurig huisje met een tuintje. Hij to
vert een paar vogels, een hond met een
hondenhok.
„Dat is alles wat ik wenste", zegt hij,
„maar er is nog geen men6 om mee te
praten".
Hij zoekt in het toverboek of daar
ook een spreuk voor is, maar hij vindt
er geen. Zuchtend gaat hij zijn huisje
binnen. Hij wil terug naar de aarde.
Hij zegt de toverformule en weg is hij.
Op de aarde is het een drukte van
belang. Kijk wat is daar aan de hand?
Daar staat een raket klaar om naar de
maan te vertrekken. Daar meldt zich
iemand om mee te gaan. Iedereen be
wondert hem. Hij neemt afscheid gaat
er binnen en dan 5, 4, 3, 2. 1. Een knal
en daar gaat hij het luchtruim in. Hij
kan met de aarde spreken. Alles gaat
best. Daar is de maan al. O, wee, daar
botst hij ergens tegen aan. De verbin
ding met de aarde is verbroken. Hij
botste tegen de „wereld van niets". De
man denkt dat hij te pletter zal /al
len. maar hij komt juist neer op het
rubberbed, dat de oude man in zijn
tuintje gelegd had. Hij stapt uit de ra
ket en ziet verheugd dat er ook nog
een huisje staat Toch wil hij liever
naar de aarde terug. HU gaat in het
hudsje op onderzoek uit en vindt het
toverboek. Nieuwsgierig bekijkt hU de
bladzUden en vindt de toverspreuk om
naar de aarde terug te gaan. Plechtig
spreekt hU de woorden uit en nauwe
lijks heeft hij het gezegd of daar schiet
hU het luchtruim in, naar de aarde.
Nog steeds is het: .de wereld van
niets".
EEN IJSBOOTJE
By vorst en wind kun je van zo'n
bootje misschien nog meer plezier be
leven dan van een bootje, dat je te water
kunt laten. Dit laatste kan ieder ogen
blik buiten je bereik te ver van de kant
af raken en dot ongemak heb Je niet
met een ijsbootje.
Voor jongens, die een beetje technisch
zU<n aangelegd, is 't opbouwen van zo'n
vaartuigje al heel interessant. Je begint
met een stevige, enkele cm. dikke plank,
die van voren spits toeloopt. Dan maak
je van dun, buigzaam triplex (of zo nodig
van karton) een opstaande rand rondom
de bodenmplank. Dan 'n dwarshout er
onder met 3 glUschoentjes en vervolgens
de ra's, waaraan 't zeil bevestigd wordt.
De tekening en de dingen, die verder
noddg zijn, wijzen je als vanzelf hoe de
verdere opbouw van je ijsbootje moet
geschieden. Zo nodig zal vader of een
grote broer best wel 'n handje meehel
pen.
Als 't klaar is en je wilt gaan zeilen,
dan veeg je eerst de sneeuw van het ijs.
als dot nodig is, want over sneeuw krijgt
je bootje geen vaart. Succes!
Nu de nood onder de vogels zo groot is
en er honderden sterven van koude en
honger, vinden jullie t zeker wel leuk
om een voederhuisje samen te bouwen.
Benodigd materiaal: 2 ronde houten
schijven 2 cm. dik, 'n stuk ronde paal
(niet te dik), een strook of berken
schors, wat karton of bordpapier, wat
bloemendraad, een oog, een schroef, wat
riet of stro en pl.m. 20 krammetjes.
De houtschijven zaag je van een stuk
berkehout of je gebruikt 2 wieltjes van
'n oude poppewagen. Als 't berkehout
nog z'n schors heeft, dan deze voorzich
tig afpellen, want die kan je dan ge
bruiken als opstaand deel van 't bakje.
Maar je kan er minstens zo makkelijk
een reep dakvilt (asfalt) voor gebruiken
pl.m. 4 cm. breed en zo lang dat 't om
de bodemschijf past.
Nu bevestig je eerst de rechtopstaande
ronde stok op de bodemschijf (fig. 2)
met 'n schroef, dde er een flink eindje
in kan dringen. Daarna leg je de op
staande rand om de bodenschijf vast
met kleine spijkertjes.
Nu moet in de bovenschijf een gat ge
boord worden waarin het opstaande
paaltje past en toch klemvast zit. Zo no
dig kun je 't ook nog vastlijmen met
houtlijm. Nu het dak nog. Neem voldoen
de riet of stro en bind het om de punt
van het paaltje stevig vast, na het eerst
gelijkmatig eromheen gespreid te heb
ben. Dan spreid je het keurig aaneen
gesloten om de bovenschijf heen. Dan
vlecht je het bloemendraad eromheen
(zie fig.) en bevestig het met kramme
tjes of kopspijkertjes aan de schijf, zo
dat 't niet los kan waaien. Vervolgens
bevestig je het ophangoog op de punt
van 't paaltje, waarna je met touw of
draad aan 'n boomak kunt ophangen. Als
je wilt, kun je de opstaande rand nog 'n
verfje geven b.v. wit met hier en daar
een donker vlekje, net als berkebast!
Ja. voordat we 't daarover hebben,
moet ik je even erop wijzen, dat je dakje
niet te klein moet zijn vanwege 't in
regenen natuurlijk en ook niet te laag,
wijl anders de vogels wat schuw zijn
voor 't huisje.
Voor buitenvogels kun je volstaan met
vogelzaden, maar als je er een weinig
ander voer doorheen mengt, zijn ze je
daarvoor zeer dankbaar b.v. wat brood
kruimels. havervlokken (havergort) of
gerstekorrels. Maar alles in droge vorm
en 't „aanvullen op tijd" niet vergeten.
Want als de dieren voor 'n leeg huisje
komen, voelen ze zich genomen en keren
misschien niet meer terug Een stuk
kokosnoot vinden de vogels ook heerlijk.
Mezen zijn dol op pindanootjes, op bot
jes met nog een weinig vlees eraan of 'n
stukje spek. Bij erge koude zijn vooral
deze laatste dingen zeer gewenst als bij
voeding.
VEERTIG JAAR
MAARSE KROON
Het streekvervoersbedrijf Maarse
en Kroon, dat voornamelijk rondom
Amsterdam een aantal lijndiensten
onderhoudt, bestaat op 1 februari
veertig jaar.
Het bedrijf werd gesticht door de
heer J Maarse, die op 1 februari 1823
in samenwerking met de toen reeds
bestaande firma Wegman en Kroon
de eerste buslijn van Rijnsaterwoude
naar Leiden opende. In datzelfde jaar
verliet de heer Wegman het bedrijf,
waardoor de firma de naam Maarse
en Kroon kreeg. De onderneming ont
wikkelde zich snel, het aantal auto
bussen nam toe en er moest personeel
in dienst worden genomen.
In 1927 bedroeg het aantal per
jaar vervoerde passagiers 600.000,
tién jaar later waren het er circa
1 miljoen. Thans heeft de onderne
ming 430 man personeel in dienst.
Jaarlijks worden er ongeveer 81/* mil
joen personen vervoerd.
He* veertig-jarig bestaan van de
N V. autobusonderneming Maarse en
Kroon, zoals de officiële naam thans
luidt, zal worden gevierd met een
receptie voor genodigden.
Steeds maar brand
op boerderijen
Het uitzonderlijk grote aantal boer-
derijbranden van de afgelopen we
ken, waarbij ook verscheidene men
senlevens te betreuren waren, houdt
volgens de voorlichtingscommissie
uit het schadeverzekeringsbedrijf
verband met de extra brandrisico's
waartoe de weersomstandigheden
aanleiding geven.
Wegens de langdurige periode van
strenge vorst zijn op vele landbouw
bedrijven bijzondere maatregelen
noodzakelijk geworden op het gebied
van de verwarming van bedrijfsruim
ten. Gebleken is, dat aan deze maat
regel bijzondere risico's voor het uit
breken van brand zijn verbonden.
In vele gevallen moeten bedrijfs
ruimten die gewoonlijk onverwarmd
blijven, nu wel worden verwarmd,
bijvoorbeeld om partijen aardappelen
of andere landbouwprodukten voor
bevriezing te vrijwaren. De op het
gebied van de verwarming getrof
fen voorzieningen dragen echter in
de meeste gevallen het karakter van
een noodmaatregel waarbij, zo meent
het schadeverzekeringsbedrijf, aan
de brandveiligheid niet voldoende
aandacht wordt geschonken.
School te Benthuizen
wegens kou gesloten
Tegen de tyd, dat gistermorgen de
openbare school en de chr. kleuter
school te Benthuizen met de lessen
behoorden te beginn m, was de tem-
peratuuur in beide gebouwen nauwe
lijks boven het vriespunt. Er was
slechts één oplossing: de kinderen
naar huis sturen.
In de loop van de morgen kon het
defect aan de centrale verwarmings
installatie in de openbare school wor
den hersteld, zodat hier het onder
wijs 's middags werd hervat. Tn de
kleuterschool evenwel kon men on
danks fel brandende oliekachels niet
de gewenste temperatuur bereiken,
zodat deze gesloten moet blijven.
DE WONDERLIJKE WATERMAN verhaal over een zeehondenvangst aan
1. Men gelooft, dat 't de zeehonden
zijn, die aanleiding geweest zijn tot de
vele sprookjes van watergeesten en wa
termannen. Op een afstand kunnen hun
ronde koppen heèl goed op mensenhoof
den gelijken.
Uit de tijd, dot Hendrik II koning van
Engeland was gaat er een zonderling
de trust van Suffolk, "n Paar soioaten
hadden een zeehond gevangen en ze
meenden vdat het een man was van een
vreemd onbekend' ras. Ze brachten hem
naar de kerk en de priester begon de
duivels uit te drijven, die naar zijn me
ning in de arme man gevaren waren.
2. Tot aller verbastering
de man verstond geen woord
en hij begon ook" niet te spreken, wat
toch iedereen verwacht had.
Tenslotte droegen de soldaten hem
weer naar het strand, waar hij hen ont
snapte. 'n Monnik die de priester gehol
pen had bU de „duivelsuitdrijvlng", was
er zeker van, dat de zeehond stellig da
ziel van 'n ongelukkige zeeman wea.