In de Krantentuin Het knutselhoekji ZATERDAG 19 JANUARI 1963 DE LEIDSCHE COURANT PAGINA 9 HET MOEDEROOG Nog niet zo heel lang geleden heerste vooral in Duitsland onder de jonge handwerksleiden de gewoonte om de wereld in te trekken. Soms deden ze dat, omdat ze in eigen land geen vol doende arbeid konden vinden. Maar meestal hadden zulke jongelui ook lust in avonturen, ze wilden ook eens buiten hun eigen land rondkijken. Velen ech ter wilden vooral ervaren, hoe het met hun ambacht in den vreemde gesteld was en daardoor een breder opleiding te verkrijgen, zodat zij een grotere ge schiktheid kregen om zich later in eigen vaderland als meester in hun vak te kunnen vestigen. Zij bleven dan ge woonlijk enkele maanden bij een baas werken, tot zij meenden bij hem niets nieuws meer te kunnen leren. Dan trok ken zij meestal te voet weer verder en verhuurden zich dan voor een bepaalde tijd weer bij een andere meester. Zo duurde hun voetreis vaak vele maan den, ja soms wel enkele jaren. Zo vertrok eens uit een Duits dorpje een jonge smidsgezel. Zijn „wandel tocht" voerde hem eerst naar Zwitser land, vandaar naar Oostenrijk, vervol gens naar Italië en tenslotte naar Frank rijk. Als jongeman van ruim 20 jaar had hij het ouderlijk huis verlaten. Veel had hij sindsdien gezien en geleerd, wat hem voor zijn latere leven van nut te kon zijn. Toen hij evenwel de 30 reeds achter de rug had vond hij het welletjes. Hij verlangde terug naar zijn „Heimat" (geboortestreek), naar zijn familie en vrienden. Hoe dichter hij op de terugreis zijn geboortedorp naderde, hoe meer hij zich afvroeg, of allen, die hij daar had ach tergelaten, hem nog zouden herkennen. Toen hij wegging, was hij nog echt een jongeling, nu was hij man geworden. Het pas onloken vlasbaardje, dat hij toen met enige schuchterheid droeg, was sindsdien uitgegroeid tot een forse volle baard. De jeugdblos op Tiijn bolle wangen had plaats gemaakt voor een diepbruine zuidelijke tint. Eindelijk dook in de verte de toren spits van zijn geboortedorp op en wel dra stond hij aan de grens, waar een tolboom de weg versperde. De tolgaar der, een goede vriend uit zijn jeugd jaren, kwam naar buiten om hem door te laten. Op zijn vriendelijke groet ant woordde de man slechts met de groet voor iedereen „goede morgen", liet de boom weer neer en trok zich terug in zijn tolhuisje. Hij had hem niet hei* kend! Wel wat teleurgesteld ging onze „wan delgezel" het dorp in. Hij bekeek zijn kleren nog eens en stofte ze extra met zijn zakdoek af, om er toch maar netjes uit te zien. Enkele huizen de straat in, staat voor een open Venster, een meisje. Hij herkent haar onmiddellijk, want hij heeft voor de eerste maal met haar een vrolijke kermis meegemaakt. „Goe dendag, Gretchen, hoe maak je het?" Alsof ze gekrenkt was, door die ge meenzame groet van een vreemde jon geman. trekt ze zich schielijk terug en sluit het venster. Was hij dan zozeer veranderd? Nog dieper teleurgesteld dan daarstraks, gaat hij met betraande ogen verder. Hij komt aan het plein, waar de dorpskerk op uitkomt, waar juist een mis schijnt beëindigd te zijn. Een oudachtig vrouw tje daalt behoedzaam de trap voor de ingang af en komt hem met korte trip pelpasjes tegemoet. Als hij haar pas seert, groet hij haar op oud-Duitse wij ze: „Gott, grüss Euch" - God groet U - en wil verder gaan. Maar daar opeens snelt het oudje op hem toe, zo vlug haar voeten- haar kunnen dragen en on der de blijde uitroep: „Mijn jongen, mijn zoon!" slaat zij haar armen om hem heen en drukt hém innig aan haar moederhart. Geen baard en geen kleurverandering hadden het MoederoQg belet onmiddel lijk haar zoon, haar kind te herkennen! DE BELEVENISSEN VAN DE FAMILIE JANSEN IN DE HONGERWINTER 1944-1945 We hebben gezien hoe het gezin Jan- aen Kerstmis, Nieuw- en Oudjaar ge vierd hebben en we hebben de ver jaardag van mijnheer Jansen, 15 janu ari, meegemaakt. We hebben ook even, over de schouder van mevrouw Jansen heen, in haar Dagboekje gelezen en nu gaan we vandaag eens verder in het Dagboek lezen. Heel veel ouders zul len dan zeggen: Ja, zo was het bij ons ook precies". En tegen de kinderen zal het Dagboekje zeggen: „Zo goed en fijn als jullie het nu hebben, is het heus niet altijd geweest". 16 januari: Mijnheer Jansen gaat met zijn dochtertje Hanneke op de fiets naar Zoeterwoude om te proberen melk en kaas of een worst te kopen, bij de boe ren. (Hanneke reed op een fiets zonder banden en haar vader reed op een fiets waarvan het voorwiel was vervangen door een stepwieltje, de voorvork was dan verlengd). Op de Zoeterwoudseweg werden alle mensen, die van en naar Zoeterwoude aangehouden door de Duit sers en ze moesten allemaal naar een weiland. De melk, kaas of boter werd afgenomen. Hanneke en haar vader had den geluk, want ze waren pas op weg. Enige honderden mensen waren nu bij elkaar gedreven en moesten daar blij ven tot het donker was. Iedereen was vol angst. Wat zou er met hen gebeu ren? Een jongen probeerde onder het ijzerdraad door te ontsnappen, maar hij kreeg een kogel achterna. Gelukkig mis! Eindelijk kwamen een paar soldaten de mensen zeggen dat zij zich in een rij moesten opstellen en toen ging het een lange rij, door de stad naar het station. Wie uit de zij lurfde gaan, werd gestraft Vanuit de ramen keken de stadsmensen op de droeve stoet. Nie mand waagde zich op straat. Uiteinde lijk viel alles nog mee. Op de Stations weg moesten de mannen hun persoons bewijzen (een soort pas) afgeven en toen konden ze naar huis gaan. Wat was mevrouw Jansen blij, toen ze haar en jongens tussen i6-40 jaar gepakt. 18 januari: Sinds een week krijgen de kinderen van 6-15 jaar iedere dag schoolvoeding. Ze moeten daarvoor een schaaltje meebrengen en betalen 1,10 per week. 19 januari: Nog steeds koud, de sneeuw ligt wel 15 cm dik. We stoken turf en hout. De kachel gaat telkens uit. In de stad zijn geen aardappelen meer. Papa Jansen heeft nog fijn een zak meegebracht. 20 januari: Hoera! We hebben een klein witbroodje gehad. Ik heb daar heel dunne sneetjes van gesneden, elk sneetje in vieren en daar wat boter en suiker op. In plaats van een koekje bij de thee. Omdat papa dikwijls melk meebrengt maken we zelf de boter. We laten de flessen een nacht staan, schen ken de room eraf en doen die in een fles. Dan schudden we net zo lang tot de boter in vlokken tussen de melk zit. 21 januari. Vandaag iets nieuws be dacht. De suikerbieten als koolraapjes gesneden en met een uitje gebraden. Het smaakt wel goed. 25 januari: De bittere kou houdt nog aan. De sneeuw lig op de bevroren straten. De meeste mensen zitten zon der brandstof. Tegen etenstijd maken we de kachel aan met hout van oude meubelen en turf. Al in 14 dagen geen vlees gehad. Nu net komt de krant binnen, dat de volgende week 't brood rantsoen tot de helft verminderd wordt. Dat betekent iedereen per dag 2 snee tjes brood. Vandaag le spoorbrug over de Nieuwe Vaart gebombardeerd, maar mis, wel vêel ruiten stuk, ook bij ons. 29 januari: Van de week heeft papa de zwaarste tocht van zijn leven ge maakt. Zoals iedere vrijdagavond trok hij er weer op uit om melk te halen. Het had die dag flink gesneeuwd en nauwelijks was hij op weg of er kwam een dikke mist opzetten. Geen 5 meter kon hij voor zich uit zien. Door de dik ke sneeuwlaag was er geen verschil te zien tussen weg en sloot. De meeste bomen waren omgehakt. Het was dus moeilijk heel moeilijk de weg te vin den; en dan nog wel een weg. die hij jarenlang gefietst had en door en door kende. De sneeuw plakte ian de wielen als dikke kluiten, zodat het fietsen on mogelijk werd. Daarom nam hij de fiets op zijn schouder en zou dan maar verder lopen. Maar ook dat ging niet want de sneeuw zat met grote klonten onder de klompen. En dat alles met een stevige mist om zich heen. Ten einde raad zette hi; zich neer op een harde sneeuwhoop en begon aan zijn rozen krans te bidden. Zo onverwacht als de mist gekomen was, zo onverwacht verdween hij ook weer opeens en de maan kwam tussen de wolken door gluren. Nu was het erg ste leed geleden. In de verte zag hij de toren van de kerk. Nu wist hij precies waar hij was Met de fiets op de schou der, vier lege melkflessen in zijn jas zakken ging de tocht verder naar de boerderij, steeds maar sneeuwkluiten van zijn klompen stampend. „Maar mijnheer Jansen. U hier met die barre kou"? begroette de boerin hem. „Ja, wat moet ik doen om zeven mon den open te houden". Op de boerderij zaten ze juist aan tafel. Er werd een plaatsje vrijgemaakt en de boerin schepte een vol bord war me pap op. Hè dat smaakt na die moei lijke tocht. Een tarwe boterham met dik kaas werd er nog bijgeschoven. De boer yulde in die tijd de flessen en de terugtocht werd aanvaard Op de grote weg kon hij nu de karrespo- ren volgen en gelukkig kwam hij heel huids en nog vóór 8 uur, want dan mocht niemand meer op straat zijn". Eén fles melk bracht hij nog bij een paar oude mensen, die er zelf niet op uit konden trekken. Tot zover het dagboek. Volgende week gaan we eens zien hoe ze de verjaardag van mevrouw Jansen vierden, die in maart jarig was. 9 Dag allemaal. TANTE JO en OOM TOON CORRESPONDENTIE Er kwam goede oplossingen binnen van: Els v. d. Valk Zoeterwoude, Marian La ken Lelden, Lida Mank, Langeraar, Bep- pie van Rooyen Hazerswonde, Maria v. d. Zon Hazerswonde, Lyda Angevaa- re Voorhout, Gina Neyman Hoogmade, Annemarle Neyman Hoogmade, Rolf Fabrie Leiden, Ludie v. d. Geest Lei derdorp, Hennle Sassen Ter Aar, Bepple v. d. Helder, Noorden, Aad de Zwart NoordwUk B., Claskc en Theodoor v. d. Poel Zoeterwoude, Nellie v. d. Zon Ha- zerswoude, Ada v. Rooyen Hazerswou- de, Sjaantje Oudshoorn Hoogmade, An nie v. d. Zwet R.A. veen, Willy v. d. Peet Wassenaar, Mla Kapel Noordwijk B., Willy de Groot Hazerswonde, Joop v. <L Peet Wassenaar. Els Oudshoorn RUpwetering, Lia en Rla Zwetsloot Warmond, Cis ka Vroonhof Voorhout, Ina Janson Lisse, Co Kuypers Hazers wonde, Fletje van Leeuwen Voorhout, Ton Berk Zoeterwoude. Mieke v .d. Salm Zoeterwoude, Jan Berk Zoeter woude, Jan van Egmond, Alphen, Mar jan Bouterse Abbenes, Ada Bouterse Abbenes, Jannle Akerboom Oude-Wete- rlng, Rini v. d. Meer Oude-Wetering, Jan Zwetsloot Hazerswonde, Franciska Sikklng Warmond, Jan Berk Zoeter woude, Ton Berk Zoeterwoude, Nico Zwetsloot Hazerswoude, Elly Brugman Hazerswoude.Theo Vroonhof Sassen- heim, Rob Cornelisse Zoeterwoude, Co ble Zwetsloot Warmond, Anneke Kerk vliet Lelden, MarUke Bontje Nieuwe Wetering, Greetje v. Dlemen Nieuw- Vennep, Bert en Fred van Diemen, Nieuw-Vennep, Truus Janson RUpwe tering, Wies Timmerman, Leiden, Corrle Disseldorp, RUpwetering, Kees Dissel- dorp RUpwetering, Jan Tersteeg Oud- Ade, Theo Slof Langeraar, Elly Vink Noorden, zusjes H^agen Zoeterwoude, Ineke Vroonhof, Sassenheim, Ellie en Lia v. d. Veer R.A.veen, Wlm v. d. PUI Ter Aar, Quirinle Vermeulen Ter Aar, Mieke Kuiper Voorhout, Maria Veld- huyzen Zoeterwoude, Bep en Marian v. d. Salm Zoeterwoude, Gerrle v. d. Lans Voorhout, Lies Vermeulen Ter Aar, Gerard Captein Noordwijkerhout, Annie Veldhuyzen Zoeterwoude, Joze- fientje de Jong Oude-Wetering. Ad van Paridon Leiden, Peter Vester Voorhout, Marianne Kroone Lelden, Willie van Trigt de Kwakel, Lea v. d. Akker Lei den, Ineke v. d. Akker Leiden. Jannie V< d. Akker N.w.hout, T Gijbeis Lei den, Rob v. d. Zwe R.A.veen, Petertje Borst Hoogmade, Agnes en Jaqueline v. d. Geest Leiderdorp. DE WERELD VAN NIETS Heel ver hier vandaan is een we reld, een wereld van niets. Geen mens, geen dier woont er. Maar zie ik dat goed? Daar strompelt een oude man. Hoe is die daar gekomen? vragep we ons al Luister, hij mompelt wat: „Ik woon hier alleen en verlaten; .J sinds honderd jaren zwerf ik hier rond". Weet je hoe hij er uit ziet? Een oude man met een grijze baard, die tot op de grond hangt. Hij heeft een zwarte jas aan, een oude hoed op en aan zijn voeten pantoffels. Hij loopt in de wind, het lijkt wel een orkaan en opeens valt er voor zijn voeten een boek. „Zeker van de aarde", mompelt hij. Hij bekijkt het boek. Het ia een to verboek. Hij probeert een paar tover spreuken en zie, daar tovert hij een keurig huisje met een tuintje. Hij to vert een paar vogels, een hond met een hondenhok. „Dat is alles wat ik wenste", zegt hij, „maar er is nog geen men6 om mee te praten". Hij zoekt in het toverboek of daar ook een spreuk voor is, maar hij vindt er geen. Zuchtend gaat hij zijn huisje binnen. Hij wil terug naar de aarde. Hij zegt de toverformule en weg is hij. Op de aarde is het een drukte van belang. Kijk wat is daar aan de hand? Daar staat een raket klaar om naar de maan te vertrekken. Daar meldt zich iemand om mee te gaan. Iedereen be wondert hem. Hij neemt afscheid gaat er binnen en dan 5, 4, 3, 2. 1. Een knal en daar gaat hij het luchtruim in. Hij kan met de aarde spreken. Alles gaat best. Daar is de maan al. O, wee, daar botst hij ergens tegen aan. De verbin ding met de aarde is verbroken. Hij botste tegen de „wereld van niets". De man denkt dat hij te pletter zal /al len. maar hij komt juist neer op het rubberbed, dat de oude man in zijn tuintje gelegd had. Hij stapt uit de ra ket en ziet verheugd dat er ook nog een huisje staat Toch wil hij liever naar de aarde terug. HU gaat in het hudsje op onderzoek uit en vindt het toverboek. Nieuwsgierig bekijkt hU de bladzUden en vindt de toverspreuk om naar de aarde terug te gaan. Plechtig spreekt hU de woorden uit en nauwe lijks heeft hij het gezegd of daar schiet hU het luchtruim in, naar de aarde. Nog steeds is het: .de wereld van niets". EEN IJSBOOTJE By vorst en wind kun je van zo'n bootje misschien nog meer plezier be leven dan van een bootje, dat je te water kunt laten. Dit laatste kan ieder ogen blik buiten je bereik te ver van de kant af raken en dot ongemak heb Je niet met een ijsbootje. Voor jongens, die een beetje technisch zU<n aangelegd, is 't opbouwen van zo'n vaartuigje al heel interessant. Je begint met een stevige, enkele cm. dikke plank, die van voren spits toeloopt. Dan maak je van dun, buigzaam triplex (of zo nodig van karton) een opstaande rand rondom de bodenmplank. Dan 'n dwarshout er onder met 3 glUschoentjes en vervolgens de ra's, waaraan 't zeil bevestigd wordt. De tekening en de dingen, die verder noddg zijn, wijzen je als vanzelf hoe de verdere opbouw van je ijsbootje moet geschieden. Zo nodig zal vader of een grote broer best wel 'n handje meehel pen. Als 't klaar is en je wilt gaan zeilen, dan veeg je eerst de sneeuw van het ijs. als dot nodig is, want over sneeuw krijgt je bootje geen vaart. Succes! Nu de nood onder de vogels zo groot is en er honderden sterven van koude en honger, vinden jullie t zeker wel leuk om een voederhuisje samen te bouwen. Benodigd materiaal: 2 ronde houten schijven 2 cm. dik, 'n stuk ronde paal (niet te dik), een strook of berken schors, wat karton of bordpapier, wat bloemendraad, een oog, een schroef, wat riet of stro en pl.m. 20 krammetjes. De houtschijven zaag je van een stuk berkehout of je gebruikt 2 wieltjes van 'n oude poppewagen. Als 't berkehout nog z'n schors heeft, dan deze voorzich tig afpellen, want die kan je dan ge bruiken als opstaand deel van 't bakje. Maar je kan er minstens zo makkelijk een reep dakvilt (asfalt) voor gebruiken pl.m. 4 cm. breed en zo lang dat 't om de bodemschijf past. Nu bevestig je eerst de rechtopstaande ronde stok op de bodemschijf (fig. 2) met 'n schroef, dde er een flink eindje in kan dringen. Daarna leg je de op staande rand om de bodenschijf vast met kleine spijkertjes. Nu moet in de bovenschijf een gat ge boord worden waarin het opstaande paaltje past en toch klemvast zit. Zo no dig kun je 't ook nog vastlijmen met houtlijm. Nu het dak nog. Neem voldoen de riet of stro en bind het om de punt van het paaltje stevig vast, na het eerst gelijkmatig eromheen gespreid te heb ben. Dan spreid je het keurig aaneen gesloten om de bovenschijf heen. Dan vlecht je het bloemendraad eromheen (zie fig.) en bevestig het met kramme tjes of kopspijkertjes aan de schijf, zo dat 't niet los kan waaien. Vervolgens bevestig je het ophangoog op de punt van 't paaltje, waarna je met touw of draad aan 'n boomak kunt ophangen. Als je wilt, kun je de opstaande rand nog 'n verfje geven b.v. wit met hier en daar een donker vlekje, net als berkebast! Ja. voordat we 't daarover hebben, moet ik je even erop wijzen, dat je dakje niet te klein moet zijn vanwege 't in regenen natuurlijk en ook niet te laag, wijl anders de vogels wat schuw zijn voor 't huisje. Voor buitenvogels kun je volstaan met vogelzaden, maar als je er een weinig ander voer doorheen mengt, zijn ze je daarvoor zeer dankbaar b.v. wat brood kruimels. havervlokken (havergort) of gerstekorrels. Maar alles in droge vorm en 't „aanvullen op tijd" niet vergeten. Want als de dieren voor 'n leeg huisje komen, voelen ze zich genomen en keren misschien niet meer terug Een stuk kokosnoot vinden de vogels ook heerlijk. Mezen zijn dol op pindanootjes, op bot jes met nog een weinig vlees eraan of 'n stukje spek. Bij erge koude zijn vooral deze laatste dingen zeer gewenst als bij voeding. VEERTIG JAAR MAARSE KROON Het streekvervoersbedrijf Maarse en Kroon, dat voornamelijk rondom Amsterdam een aantal lijndiensten onderhoudt, bestaat op 1 februari veertig jaar. Het bedrijf werd gesticht door de heer J Maarse, die op 1 februari 1823 in samenwerking met de toen reeds bestaande firma Wegman en Kroon de eerste buslijn van Rijnsaterwoude naar Leiden opende. In datzelfde jaar verliet de heer Wegman het bedrijf, waardoor de firma de naam Maarse en Kroon kreeg. De onderneming ont wikkelde zich snel, het aantal auto bussen nam toe en er moest personeel in dienst worden genomen. In 1927 bedroeg het aantal per jaar vervoerde passagiers 600.000, tién jaar later waren het er circa 1 miljoen. Thans heeft de onderne ming 430 man personeel in dienst. Jaarlijks worden er ongeveer 81/* mil joen personen vervoerd. He* veertig-jarig bestaan van de N V. autobusonderneming Maarse en Kroon, zoals de officiële naam thans luidt, zal worden gevierd met een receptie voor genodigden. Steeds maar brand op boerderijen Het uitzonderlijk grote aantal boer- derijbranden van de afgelopen we ken, waarbij ook verscheidene men senlevens te betreuren waren, houdt volgens de voorlichtingscommissie uit het schadeverzekeringsbedrijf verband met de extra brandrisico's waartoe de weersomstandigheden aanleiding geven. Wegens de langdurige periode van strenge vorst zijn op vele landbouw bedrijven bijzondere maatregelen noodzakelijk geworden op het gebied van de verwarming van bedrijfsruim ten. Gebleken is, dat aan deze maat regel bijzondere risico's voor het uit breken van brand zijn verbonden. In vele gevallen moeten bedrijfs ruimten die gewoonlijk onverwarmd blijven, nu wel worden verwarmd, bijvoorbeeld om partijen aardappelen of andere landbouwprodukten voor bevriezing te vrijwaren. De op het gebied van de verwarming getrof fen voorzieningen dragen echter in de meeste gevallen het karakter van een noodmaatregel waarbij, zo meent het schadeverzekeringsbedrijf, aan de brandveiligheid niet voldoende aandacht wordt geschonken. School te Benthuizen wegens kou gesloten Tegen de tyd, dat gistermorgen de openbare school en de chr. kleuter school te Benthuizen met de lessen behoorden te beginn m, was de tem- peratuuur in beide gebouwen nauwe lijks boven het vriespunt. Er was slechts één oplossing: de kinderen naar huis sturen. In de loop van de morgen kon het defect aan de centrale verwarmings installatie in de openbare school wor den hersteld, zodat hier het onder wijs 's middags werd hervat. Tn de kleuterschool evenwel kon men on danks fel brandende oliekachels niet de gewenste temperatuur bereiken, zodat deze gesloten moet blijven. DE WONDERLIJKE WATERMAN verhaal over een zeehondenvangst aan 1. Men gelooft, dat 't de zeehonden zijn, die aanleiding geweest zijn tot de vele sprookjes van watergeesten en wa termannen. Op een afstand kunnen hun ronde koppen heèl goed op mensenhoof den gelijken. Uit de tijd, dot Hendrik II koning van Engeland was gaat er een zonderling de trust van Suffolk, "n Paar soioaten hadden een zeehond gevangen en ze meenden vdat het een man was van een vreemd onbekend' ras. Ze brachten hem naar de kerk en de priester begon de duivels uit te drijven, die naar zijn me ning in de arme man gevaren waren. 2. Tot aller verbastering de man verstond geen woord en hij begon ook" niet te spreken, wat toch iedereen verwacht had. Tenslotte droegen de soldaten hem weer naar het strand, waar hij hen ont snapte. 'n Monnik die de priester gehol pen had bU de „duivelsuitdrijvlng", was er zeker van, dat de zeehond stellig da ziel van 'n ongelukkige zeeman wea.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 9