Het is niet zo simpel PRINS BERNHARD te zijn JAZZ Mogelijkheden afgetast op toetsen Modernisten grijpen eeuwen terug DE LEIDSCHE COURANT „Aan de lunch in Igls ging het vrij stijfjes toe. Prinses Juliana sprak nauwelijks een woord, maar ze kon heel bekoorlijk blozen. De koningin hield het gesprek gaande Dat het niet zo eenvoudig is Prins Bernhard te zijn leert ook dit artikel, dat geschreven werd aan de hand van de biografie door de Amerikaan Alden Hatch. „Prins Bernhard, zijn plaats en funktie in de moderne monarchie" is de titel van het boek, dat onlangs bij uit geverij Becht is verschenen. Hoewel wij van dit min of meer opzienbarende boek al een bespreking hebben ge wijd is het interessant het nog eens door te bladeren op belangwekkende fragmenten. Zo lezen wij een aardige passage over het contact tussen (toen nog) Prinses Juliana en de prins. Prins Bernhard was werkzaam in Parijs bij de IG- Farben. Bij een ran de officiële lunches zat Bernhard naast dr. Loudon, de Nederlandse ambassadeur in Parijs. Het gesprek kwam op de Olympische winterspelen in Garmisch-Partenkirchen, waar prins Bernhard in zijn wintervakantie naar toe wilde gaan. Dr. Loudon ver telde hem, dat koningin Wilhelmina en haar dochter prinses Juliana eveneens plannen hadden voor een be zoek aan de winterspelen. ,,Ze zullen in Igls logeren, aan de andere kant van de bergketen," zei hij. „Misschien voelt u er iets voor om de adjudant van de koningin op te bellen om een afspraak te maken voor een beleefdheidsbezoek." „Dank u dat zal ik graag doen," zei Bernhard. „Dat is een aardig idee." -fc log een zeer actieve rol heeft gespeeld. Hij werd hoofd van de Binnenlandse Strijdkrachten. TUSSEN DE PRINS en veldmaar schalk Montgomery bestond in de oorlog geen goede "erstandhouding. Monty vond de prins te bij de hand waar het de ravitaillering van de Ne derlandse troepen betrof. Na de oorlog tijdens NATO-oefenin- gen voor de kust van Carnwall nodigde prins Bernhard aan boord van zijn Ne derlandse kruiser de hog Marine-of ficieren van alle deelnemende landen uit alsmede Montgomery en de burge meester van Penzance (voor goed be grip van wat volgt zij hier vermeld, dat in het jargon van de Britse marine ge sproken wordt van „de bolhoed krijgen" als een officier met pensioen gaat). De receptie verliep vlot en zonder inciden ten. Toen de gasten aan dek stonden om afscheid te nemen, zei prins Bern hard tegen een matroos: „ga naar bene den en haal de pet van de veldmaar schalk. De man snelde weg en beging de afschuwelijke stommiteit terug te ko men met de bolhoed van de burgemees ter van Penzance, die hij Lord Montgo mery van Alamein aianbood. Door het bulderend gelach van de omstanders heen hoorde men een stem, die zei: een teken van de dingen die komen gaan„Monty dacht dat ik het op zettelijk zo gearrangeerd had en was woedend. Ik verzeker u op mijn woord, dat ik het niet had gedaan, maar ik moest wel lachen". PRINS BERNHARD houdt van Ameri ka en de Amerikaanse levenswijze, maar dan in Amerika. Hij was ver baasd en enigszins geshockeerd door de vlotte ongegeneerde manier, die de prinsesjes zich in Canada hadden aan gewend. De Prins was ontzet toen hij de toekomstige Koningin der Nederlan den van haar kauwgom zag genieten. Iets wat de kinderen hinderlijk vonden wa, dat het publiek zich overal ver drong, waar zij zich maar vertoonden. In Canada waren zij gewend geweest als onopvallende burgers een gezinsle ven te leiden - Prins Bernhard bezag het probleem echter nuchterder dan Prinses Juliana: ZEER WAARSCHIJNLIJK was het geen toeval, dat de Nederlandse ambassadeur het onderwerp van de Olympische spelen ter sprake bracht. Men mag wel aannemen, dat koningin Wilhelmina op de een of andere wijze op prins Bernhard attent was gemaakt. Men mag verder aannemen, dat een discreet maar nauwkeurig onderzoek was ingesteld naar de afkomst, zijn karakter en politieke opvattingen. Maar het is wel zeker, dat voor Bern hard de suggestie van dr. Loudon vol komen onverwachts kwam en dat hij het inderdaad „alleen maar een aardig idee" vond. Toen hij in Garmisch-Partenkirchen aankwam belde prins Bernhard de ad judant van de koningin op. „Ik zou graag een beleefdheidsbezoek brengen aan Hare Majesteit en aan Hare Ko ninklijke Hoogheid" zei hü formeel. „Zeker Hoogheid", luidde het ant woord, „mag ik uwe Hoogheid straks even terugbellen"? Toen hij weer op belde, zei de adjudant: Hare majes teit heeft mij opgedragen u voor de lunch van morgen uit te nodigen. AAN DE LUNCH in Igls ging het vrij stijfjes toe. Prinses Juliana sprak nauwelijks een woord, maar ze kon heel bekoorlijk blozen. De konin- ging hield het gesprek gaande. Na de lunch toen ze gingen skiën werd het veel gezelliger. De beide jongelui wa ren ervaren skiërs. Koningin Wilhelmi na beoefende zelf de skisport niet Ze bleef tactvol in haar kamer en liet Bernhard en Juliana aan zich zelf over. Bernhard begon er plezier in te krij gen De Prinses was een aantrekkelijk meisje met zonnige blauwe ogen, goud blond haar en een prachtige frisse huid, die door de vrieslucht rood werd ge kleurd IN HET HOOFDSTUK „De Meidagen" lezen we over een wonderlijk voor val. Een man in de uniform van kapi tein van het Nederlandse leger ver scheen en zei, dat hij het bevel over de paleiswacht op zich nam. Prins Bernhard werd in de grote hal geroe pen en verlangde onmiddellijk van de man, dat hij zijn papieren zou tonen. Hieruit bleek, dat hij een reserve-ka pitein was uit Dokkum. Alleen was de naam van het stadje gespeld Dockum, op zijn Duits. „Leg je riem en pistool af' beval Prins Bernhard. In plaats daarvan greep de man naar zijn pistool. Een vuistslag van de prins velde de man, waarbij deze enkele tanden verloor. Terwijl hij op de grond lag, deed de man nog steeds pogingen om zijn pistool te voorschijn te halen en dus sloeg de Prins hem nog een paar tanden uit. Een later onderzoek wees uit, dat hy inderdaad een Nederlandse reserve-of ficier was die na te zyn gedeserteerd het waanidee had opgevat, dat hy de koninklijke familie moest beschermen. Maar later kwam de prins te weten, dat de man overgelopen was, naar de NSB, zodra hij uit het ziekenhuis was ontslagen. Na de oorlog schreef hij aan Prins Bernhard en eiste schadevergoe ding voor het verlies van zijn tanden. De Prins liet antwoorden: „Z.K.H. zal gaarne u ontvangen om ook de andere tanden uit uw mond te slaan". Het is bekend dat Prins Bernhard in de oor- Ze moeten er maar aan wennen, zei hij, het behoort tot hun baantje. Tenslotte is het niet zt erg te worden aangestaard door mensen die van je houden. Ook de scholen waren een gstuk waarmee prins Bernhard 7. bezig hield. Prinses Juliana was enthousiast over de school in Biltho- ven van Kees Boeke. Vroeger was de ze een anarchist geweest maar een vriendelijke, zachtzinnige anarchist met de goedige blauwe ogen van een- de- alistische dromer. In zyn principiële afwijzing van iedere regeringsvorm had hij een tijd lang gewngerd belasting te betalen en gebruik te maken van de post, de tele graaf en de treinen, omdat dit staats- bedryven waren. Hij liep zelfs niet op de trottoirs omdat die uit belastinggel den werden bekostigd. Later gingen de prinsessen naar het [ncrementum van het Baams lyceum. Over prinses Beatrix zegt-Prina- Bern hard: - „Ik heb de indruk, dat onze oudste dochter in ieder opzicht uitstekend voorbereid is. Nu ze haar studie in Lei den heeft voltooid, is haar opvoeding daarmee afgesloten. Haar kennis vormt een gesloten ge heel. Ze heeft nu .en wetenschappe- lyke basis en daan aast heeft ze een massa vrienden en vriendinnen gekre gen. Ze moet nu haar blik verruimen door zowel in het buitenland als hier te reizen. Ze moet de provincies nog be ter leren kennen. Maar als myn vrouw en ik er niet meer waren, zou ze on ze taak op ieder moment kunnen over nemen. Het zou best gaan. De anderen zullen zo mogelijk evengoed voorbe reid zijn als ze. hun opleiding hebben voltooid". Een grappig voorval tijdens het Staatsbezoek aan Amerika van het Ko ninklijk echtpaar: toen Prins Bernhard in New York uit een bioscoop kwam, hoorde hij een vrouwenstem: „daar loopt prins Bernhard". „O ja zei haar vriendin, die er alles van wist, dat is die vent die met Rita Hayworth getrouwd is". Tydens een honkbal-wedstrijd bond de politie-eskorte de strijd aan met een enorm enthousiast opdringende menigte. Juliana die er erg op tegen is, dat er geweld wordt gebruikt, zei tegen een van de agenten: Is het nu werkelijk no dig zo ruw op te treden. Het antwoord van de agent was: Dame ik moet zorgen dat u er hcel- huls doorhéén "Komt, hét liefst met uw kleren nog aan. In Los Angeles glipte Prins Bern- tfard even weg om zijn haar te laten knippen. „Ik ken u ergens van ver klaarde de kapper. „O ja u bent Leo pold". „Leopold". Welke dan? vroeg Bern hard. „Houdt me maar niet voor de gek" zei de kapper „U bent getrouwd met Koningin Wilhelmina". Een verslaggever kwam naar prins Bernhard toe en zei: „Wt hebben een foto van u, waarop u naast de konin- ging staat. Mag ik voor het archief uw naam even weten". PIANO IN DE ONTWIKKELING VAN OE JAZZ (8) ONTWIKKELING VAN DE \7 A "NJ A V TTRT TtTlftTW Tianff el/a qoo_ moor don oon mnoilrnoT nordir DE ROL, die de pian« speelt in de ontwikkeling van de jazz, begint in de kroeg Tn een van de barrelhouses van New Orleans is Jelly Roll Morton tenminste de eerste, die met zijn spel naam maakt. Het zyn voornamelijk de boogie- woogie en de blues (gebouwd op het piloot prins Bernhard zelfde akkoordenschema) en de har monisch veel vrijere ragtime. De boogie-woogie is altijd een typische piano-stijl geweest, die onmiddellijk opvalt door de volgehouden begelei ding van de linkerhand, die tiental len jaren later door pianisten als Count Basie vrijwel onveranderd Wordt gebruikt. Boven deze figuren bouwt de pia nist zijn geïmproviseerde melodiek op. Bij de naz: at van deze de rock 'roll, is echter nauwelijks sprake van melodie, zodat deze eerder een kwa lijke vereenvoudiging, dan een ver nieuwing is. Naar voorbeelden van de groot meester Fats Waller ontwikkelt later de pianist Earl Hines de „trompet stijl": een spel van de rechterhand, waarbij een melodie van enkelvou dige noten wordt afgewisseld met stuwende oktavengangen. Iets daar van vindt men ook terug bij Teddy Wilson, die dat combineert met een veelvuldig gebruik van decimen (ok- taaf plus terts) in de linkerhand. Deze linkerhand-techniek bereikt 'n hoogtepunt in het spel van Art Ta- tum, die zijn in verrassende harmo- niëen gevatte melodie rijkelijk voor ziet van vliegensvlugge toonladders en oktavenpassages. Bij Errol Garner is het linkerhand-spel teruggebracht tot gitaar--chtige akkoorden, maar zijn groot improvisatie-talent doet dit nauwelyks als een gemis voelen. VANAF HET BEGIN heeft de aca demische muziek de jazz beinvloed, maar sinds de bop-periode is het of ve-scheidenen jazz-musici er op uit zijn de banden nog nauwer aan te halen. Niet, dat zy tot een synthese trachten te komen, Gershwin's Rhap- s« dy in Bleu zowel als Liebermanns Concert voor jazzband en symfonie orkest tonen duidelijk aan dat, hoe aantrekkelijk hun muziek ook klinkt, een mensmelting op deze manier onmogelijk is. Mensen als Pete Rugoio en Lennie Tristano „adopteren" dan ook liever een facet van de westerse muziek en vlechten dat door hun jazz. Rugoio studeerde enige tijd bij Darius Mil- haud en ontwikkelde in die tijd zijn harmonisch gedurfde schrijfwijze, die tot uiting komt in stukken als Artis try in Bolero, Artistry in Percussion, waarmee het orkest van Stan Ken- ton naam maakte. Lennie Tristano vond een derge- lyke inspiratie onder meer in de twaalftoonstechniek, van Arnold Schönberg. In veel van zijn platen past hij deze atonaliteit via- min of meer willekeurige notenreeksen vrij konsekwent toe. Met deze experi menten plaatst hij zich in de voorste ''el- ren van hen, die naar nieuwe wegen in de jazz zoeken. Ook de polyfonie het zelfstandig naast elkaar klinken van meerdere stem men, een schrijfwijze, waarvpn Bach de onbetwiste meester is schijnt tegenwoordig veel aantrekkelijks te hebben. Reeds in de swingperiode schrijft Alec Templeton zijn „Bach goes to Town", maar daar is het nog niet meer dan een muzikaal aardigheidje. John Lewis en Dave Brubeck bij voorbeeld hebben er een diepgaande studie van gemaakt en in veel van hun nuziek is het een belangrijk onderdeel geworden. Ook in de keuze van de instru menten is sinds de aanvang al heel wat verandering gekomen. Fats Wal ler mag dan al jazz op een orgel hebben gespeeld, aan het gebruik van fluit en hobo dacht men toen nog niet. En dat het mogelijk is daar op goede jazz te maken, blijkt uit de opnamen van Bud Shank en Bob Cooper.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1963 | | pagina 10