In de Krantentuin 'TBSFnaaA Ijbbeltje/ HO Het knutselhoekji wmj ZATERDAG 17 NOVEMBER 1962 DE LETDSE COURANT Kleermaker Georg Schuiz Door zijn bekwaamheid werd hij al gauw gezel bij de hofkleermaker en weldra zelfs oppergezel-coupeur. Hij was intussen ook uitgegroeid tot een flinke jongeman, die zichzelf keurig kleedde maar eveneens vooral ook zijn klanten. Hij naakte c bijzonder werk van om lieden met lichamelijke gebre ken costuums te maken, waarin die mis vormingen zo weinig mogelijk uitkwa men. Dat waardeerden vooral de rijke lui, die onder lichamelijke afwijkingen meer lijden dan gewone mensen. Na enige jaren stierf zijn meester en hij werd nu zijn opvolger. De toenma lige koning van Engeland George IV, die ook erg gesteld was op mooie kle ren, waardeerde de nieuwe hofkleer maker buitengewoon. In Engeland, evenals elders, gaat de wind, die de mode dicteert, van 't hof uit. De rijke, Engelse adel die zag, hoe fijn hun vorst gekleed ging, wilde ook door Schultz bediend worden. Om al het werk af te kunnen, liet hij gezellen uit zijn vaderland i.aar Engeland over komen, omdat hij wel wist, dat de Duit sers als vakmensen hoog in aanzien staan in dit land en zeer gezocht zijn. Het ging Schultz buitengewoon goed; hij had steeds de fijnste en beste stof fen en liet zich daarnaar ook betalen, vooral omdat ze steeds naar de nieuw ste smaak moesten verwerkt worden. Maar toch buitte hij zijn klanten niet uit, zijn eerlijke aard liet geen over vragen of afzetten toe. Zolang zijn ouders leefden, liet hij ze volop in zijn wélstand delen. Hij overlaadde niet alleen hen met welda- daen, maar ook allen onder zijn vrien den en kennissen, die in nood verkeer den. En ondanks zijn vrijgevigheid, had hij na dertig jaren toch nog een ver mogen verworven van meer dan 1 mil joen thaler (f 1.80). Toen hij evenwel de 50 gepasseerd was, voelde hij, dat zijn krachten en vooral zijn gezondheid sterk vermin derden. Hij kon de vochtigheid van de veelvuldige Engelse mist niet meer ver dragen en daarom hing hij schaar en persijzer aan de spijker d.w.z. hij hield ermee op 's konings kleermaker te zijn. Hij kocht in Zuid-Frankrijk, waar de lucht en 't klimaat zoveel beter zijn dan in Engeland, een prachtig landgoed waar hij voortaan als een groot heer kon leven, maar tevens als een eenvou dig en goed mens. Dit bleef hij in zijn verdere leven. Deze man, di" door Gods zegen rijk geworden wc.s, voelde ook, dat dit rijk dom hem de plicht oplegde om met zijn rijkdom ook anderen te helpen en bii te dragen in de stoffelijke en gees telijke nood van zijn medemensen. Daarom liet hij in de stad Hyères, waar hij zich gevestigd had, een flink zie kenhuis bouwen hij schonk aan de ka tholieke kerk aldaar een prachtig or gel. Hij liet de bronnen, die danig ver vallen waren (er waren toen nog geen pompen) hersteller en nieuwe aanleg gen. Hij bedacht ook zijn geboorteplaats, Waar hij de vervallen kerk door een mooie nieuwe liet vervangen en even eens een ziekenhuis deed bouwen enz. De naam Georg Schultz wordt in Kip- penheim 130 jaar na zijn dood nog steeds geëert en dartkbaar gezegend. Al was hij zelf katholiek hij vergat ook de andersdenkenden in hun noden niet. In de hoofdstad Baden liet hij voor hen een diaconie bouwen en een weeshuis. Daar stichtte hij ook een po lytechnische school. Voor al deze wel daden verhief de groothertog hem in de adelstand en vierde zijn edele borst met de hoogste ridderorde. Het gedenkteken, drt in Kippenheim te zijner ere is opgericht en dat 't op schrift vermeldt: „Hij was een vader der armen", zal mettertijd natuurlijk ver weren, maar de verdiensten, die de een maal zo kleine >_n arme Georg Schultz zich door zijn goedheid en liefdadigheid verworven heeft, zullen nimmer ver gaan. Van hem zal 't woord van de schrift „dat een kameel eerder door 't oog van 'n naald kan kruipen, dan dat een rijke in de hemel komt zeker niet gelden. De geschiedenis van deze arme, een voudige dorpsjongen, die door wils kracht, werklust en deugdzaamheid tot grootheid is gekomen moge een aanmoe diging zijn voor jongens en meisjes, die vrezen, dat zij het niet ver zullen bren gen in het leven. CORRESPONDENTIE Joke van Velzen, R.A.-veen. Zon zelf gemaakt versje is weer eens iets anders aan een verhaaltje. Leuk Joke! HET HEKSENBAL Er waren eens twee heksen, Die deden niets dan kletsen, Hadden ze het niet over het weer, Dan hadden ze het over een peer Zo hadden ze het «ens over een bal. 't Was uitgeschreven door de heks Nal. Zij waren ook verzocht Ze stuurden als antwoord een duif Het briefje zat -n zijn kuil Het antwoord was natuurlijk gewoon: „Wij komen graag hoor Toon". Toon was de man van heksje Nal Hij was de leider van het bal 't Was ook helemaal niet mal. Zo was dan eindelijk de lang verwachte nacht Gekomen, het begon om een uur of acht. Ze waren er toen allemaal De een op een kraai, de ander op een nachtegaal Ze hadden veel plezier toen saam En zijn toen weer naar huis gegaan. Henny Glotzbach, Nw.hout. Met ple zier heb ik je verhaaltje gelezen en ik denk dat de kinderen het ook wel aar dig zullen vinden. Wil je onze harte lijke groeten aan Tante Riet doen. NAAR HET STRAND Het was een heel mooie zondag toen Riet s' morgens om 6 uur zei: „Hanny en oom Kees, staan jullie vlug op en dan gauw wassen en aankleden, dan gaan we naar de H. Mis van kwart voor zeven. Fijn weer voor 't strand." Oom Kees en ik, hup, vlug t' bed uit en toen reden we vlug naar de kerk. Toen de kerk uit was. gingen we gauw ont bijten en met elkaar afwassen en bed den opmaken, 't Was allemaal vlug ge beurd en toen mocht ik Riet Kortekaas gaan halen, want dat is mijn vriendin netje, en die mocht ook mee. Tante Riet had een trommel brood klaargemaakt en een fles limonade. Ze stopte alles in de badtas. De snoepjes en pinda's waren niet vergeten. Oom Kees pakte de tas, nam de fiets en daar gingen we met zijn viertjes. Toen we op het strand waren kwamen er heel veel mensen mpt kinderen, die allemaal gingen zwemmen. Wat was 't water heerlijk en wat waren we gauw bruin. Nadat we een poosje in zee geweest waren gin gen we wat eten en om half zeven kre gen we nog een zak patatjes. Doodmoe, na die heerlijke warme dag, gingen we naar huis. Daar kregen we nog een ijsje uit de koelkast. Om zeven uur sliepen we als rozen. Willy Menken, Leiden. Je boft Willy, dat je verhaaltje zo gauw aan de beurt komt. Ook de groetjes aan moeder en Ria. EEN DROEVIG EINDE Kees was ernstig zoek geworden. Hij had van alles en nog wat. Hij kon nu niet naar school en dat vond hij heel erg. Zijn vrienden Hein en Piet kwa men hem geregeld opzoeken. Ook kon hij niet naar de kerk en daarom las hij de misgebeden op bed. Ook las moeder hem wel een iets voor uit zijn kerk boek. De laatste tijd leed hij veel pijn. hij werd erg mager en hij kon geen operatie meer ondergaan. Moeder zei wel eens tegen vader (zachtjes dat Kees het niet hoorde) „Het zou misschien beter zijn. dat Onze Lieve Heer hem kwam halen". Na een lang lijden ging Kees dood. De kist werd in een rouwkamer gezet. Zijn vriendjes kwamen bidden en kij ken. Op de begrafenis droegen zes vriendjes de baar. Ze droegen hem naar z'n laatste rustplaats. Door de aartsen gel Rafaël werd de ziel van Kees tot voor Gods tron gebracht en daar zei O.L. Heer waar Kees naar toe moest. Zijn leven op aarde was geëindigd. Esther ten Cate, Binnenweg 9, Rijp- wetering. Esther zoekt een correspon- dentievriendinntje, Ze is 10 jaar. Wie heeft er zin in? Haar adres staat hier bij. Marianne Loos, R.A.veen. Kom Mari anne zo moeilijk v het heus niet, om een verhaaltje te maken. Jullie vertel len honderd uit tegen je vriendinnetjes. werkje liggen. He' was van Liesje Hij pakte het, maar o wee daar gleden alle steken er af. Gauw weer neergelegd. Toen ging hij naar de keuken, daar stond een pannetje, waar nog wat pap in zat. Pim dacht: ik ga de pap koken. Maar de pap was allang gekookt, doch dat wist Pim niet. Hij keek rond. Waar is het fornuis? bromde hij: Ja, daar zie ik het al, Hij klom op een bankje, draai de een knop om en zette het pannetje op het vuur. Ooei! daar kwam de pap al over de pan. Hij schrok er zo erg van, dat hij achterover op de grond viel. Hij had ten lichte hersenschud ding. Gelukkig nog niet bewusteloos. Gauw de gaskraan uitgedraaid en op een holletjes naar huis. Van de hoofd pijn ging hij een poos op bed liggen. Hij heeft dat niet meer gedaan en gewacht tot hij groot was. Ella Olierook, Hazerswoude. Je ver haaltje is een bekende geschiedenié. Je hebt het zeker naverteld. Toch niet overgeschreven hoop ik. 't Is echter zo'n leuk geval, dat de andere kinderen ook maar eens moeten lachen. HELP! MIJN NIEUWE BROEK! „Er moet een stuk van die broek af, want hij is te lang. In de winkel was het zo druk, dat ze er geen tijd voor hadden'. „Vanavond is het te laat en morgen is het zondag", zei de boerin. „Maar maandag zal ik het dadelijk doen!" „Dat is jammer", zei de boer. ,„Ik had hem morgen graag aangehad". Toen de boer en de boerin in bed la gen .sliep de boer zo in. De boerin kon maar niet in slaap komen. Weet je wat, dacht ze, ik zal mijn man eens verras sen! Heel zacht ging ze het bed uit. Ze maakte geen licht, want ze was bang. dat haar man wakker zou worden. In de andere kamer, bij een klein lamp je knipte ze een stuk van de broek af en naaide er een zoom aan. Heel zacht jes sloop ze v/eer in bed. „Wat zal mijn man morgen blij zijn," dacht ze. „Nu kan hij morgen, zondag, toch nog zijn broek dragen". De ouaste dochter kon ook maar niet slapen. Vader is altijd zo goed voor ons. Hij zou zo blij zijn, als hij morgen zijn nieuwe broek aan kan. Weet je wat, ik ga de broek gauw wat korter maken! Ze deed het ook in de zijkamer bij het kleine lampje om haar ouders niet wak ker te maken. Met de tweede dochter ging het net zo, als met de moeder en de zus. En ock de jongste dochter wil de vader verrassen. Toen het morgen was, zei de boerin tot haar man: „Trek die nieuwe broek toch eens aan. Als je hem hoog ophaalt valt hij mis schien wel mee". „Goed", zei de boer. „Maar je zal zien, dat hij te lang is". Hij pakte de broek en trok hem voorzichtig aan. Maar o wat was dat? De boerin en de dochter gilden en de boer schrok zich een aap. Die mooie nieuwe broek leek nu wel op een zwem broekje! Rita Witteman, Sassenhelm. Fijn Rita dat je weer eens met een verhaaltje kwam. Gelukkig dat alle zieken weer beter zijn. Moest je met die gebroken been ook blijven zitten? DE DRAAK IN WATERMANNETJESLAND Wipneus en Pim waren kabouters. Ze b» leefden allerlei avonturen. Heel span nende zelfs. Een van die spannende avonturen zal ik jullie eens vertellen. Op een keer waren Wipneus en Pim bij de watermannetjes op bezoek. Ze werden daar vriendelijk ontvangen door de koning van de watermannetjes. Ze kregen ieder een zilveren bootje en dat Radio Luxemburg 208 meter zondag twaalf uur. Radio Veronica 192 meter woensdag kwart voor twee. I Hetty Blok, Annemarievan Ees, I Joop Doderer en Jan Oradi in zo'n bootje. Juist op die dag kwam er een watermannetje heel hard aanrennen. „Koning"! riep hij heel hard. Het klonk heel akelig door de zaal „Een draak!". De koning en de watermannetjes zaten juist te eten. „Wat! Een draak! Ver schrikkelijk", riep de koning. De watermanneties gingen van schrik boven op de tafeltjes staan. „Boem! Krak! zeiden de kopjes en schoteltjes en bordjes. Ze kropen gauw onder de tafeltjes, behalve Pim en Wip neus, die waren dapper en hadden da delijk een plan gemaakt. Met z'n tweeën haalden ze een spiegel van de muur en hielden die voor zich. „Boem! Boem!" klonk het heel hard. De draak kon nu elk ogenblik binnen stappen. De watermannetjes zaten te beven onder hun tafeltjes. ..Grrrrttt! klonk het angstiig door de zaal. Daar kwam de draak binnen. Ooei! Wat zag die er eng uit. Ooi! De draak zag opeens zich zelf in de spiegel. Hij werd heel kwaad, want hen dacht dat er nog een draak was. Hij nam een aanloop en sprong midden in de spiegel. Kets! Boem! Plof! Het nare dier viel op de grond, al halfdood door de glasscher ven. Alle watermannetjes lachten héél hard. Wipneus en Pim pakten een mes en staken midden in de tong van de draak. Toen was hij dood. Gelukkig maar! TAN1E JO EN OOM TOON Hondse maatregel voor bezorgers De maatregelen tegen de hondsdolheid zijn er oorzaak van, dat de krantebezorger en de postbodes, die de familie Flinsenberg in Venray bezoe ken elke dag een kwartiertje langer moeten werken. Het was tot nu toe namelijk de gewoonte, dat de bestellers aan het einde van een binnen weg van de Overloonseweg stil stonden en floten. Dan kwam de hond van de familie Flinsen berg enthousiast de krant of de post voor zijn baas ophalen. De hond is nu noodgedwon gen vastgelegd en is niet meer in staat zijn diensten aan baas, PTT en krant te betonen. De bezorgers moeten nu 2elf elke dag de 250 meter lange, niet- verharde, zandweg heen en te rug lopen. Een muzikaal verhaal van Annie M. G. Schmidt en Cor Lemairê. Regie: Wim lbo. Een programma chocolade hagel "DE VRIEND VAN ALLE KINDEREN- LET OP!: De liedjes uit "Ibbeltje" nu ook op de plaat. Een fijn cadeau voor Sinter klaas! Zendt S Venz spaarzegels; f 1,75' in postzegels aan Vaassen (Advertentie) BABY GESTIKT Toen mevr. D., wonende aan de LieveMerweg in Lichtenvoorde gis teravond haar drie maanden oude zoontje uit de wieg haalde, bleek de kleine te zijn overleden. Het kind moet in de dekentjes gestikt zijn. Europa's grootste wasfabriek in Mijdrecht Mijdrecht is de plaats, waar de nieuwe wasfabriek van de Ameri kaanse onderneming Johnson's Wax zal worden gevestigd. Deze onder neming wil in Nederland een fabriek van wasprodukten vestigen, die vol gens de maatschappij de grootste van Europa zal worden en die een grond- oppervlakte van 20.000 vierkante meter zal hebben. Johnson's Wax heeft voor de fa briek, die naar raming 20 miljoen gulden zal kosten, op het industrie terrein van Mijdrecht een terrein van 18 hectare gekocht. Dit terrein moet zo spoedig mogelijk en uiter lijk einde januari a.s. bouwrijp wor den gemaakt. Verwacht wordt daar om, dat vroeg in het komende voor jaar een aanvang met de bouw zal worden gemaakt. 12 bij 6'/i cm. en liefst van verschillende kleur. Vouw ze tot een boekje samen, waarbij de kleinste vierhoek aan de bui tenkant moet komen. De rest loin je alle maal makkelijk bekijken aan de figuren vergeet het kerstboompje niet. EEN BOEKENLEGGER Hiervoor eerste de omtrek van de uil op karton, knip hem uit, zodat je de delen van de uilefiguur erop kunt lijmen. Daarna plak je de uil op een strook vilt en maak aan het eind weer fran.je Maria de Jong, Zoeterwoude. Hier komt je verhaaltje Maria. Knip je het uit? En plak je het in een plakboek? Wanneer je nog geer plakboek hebt, dan KABOUTER PIM Kabouter Pim was een echte deugniet. Op een keer gingen alle kabouters wer ken bij de mensen. Een paar kabouters mochten niet mee, want ze waren nog te klein. Het waren Wipneus, Lang- baardje, Pom en Pim. Ja, Pim was er ook bij. Hij wou zo dolgraag mee maar hij mocht niet. Wat deed hij nu? Op een keer ging hij toch stilletjes de deur uit. Eerst ging hij naar het huis van me vrouw de Wit. Daar zag hij een brei- een wandtapijtje in de kinderkamer. De motieven kun je doortekenen uit een ge- illustreerd boek, knip ze dan uit het vilt In enkele hobby-winkels kan men voor en lijm ze dan groepsgewijze op een lap weinig geld een zaak vol bonte vilt- grove jute of op stijf karton, resten krijgen en er dan allerhande leu- Leuke dingen zijn b.v. de wantjes van ke kerstgeschenken van maken. Je kunt fig. a. Je tekent eerst de omtrek van een bijvoorbeeld viltfiguren uitknippen voor hand, de duim moet helemaal gespreid zijn, de vingers een weiningjes. Leg het vervolgens op het vilt en knip het want je uit, maar een beetje ruim, je begrijpt wel waarom; een want mag eerder iets te groot dan te klein zijn. Zoek er voor al stevig vilt voor uit. De want hoeft niet aan beide zijden dezelfde kleur te heb ben. Je laat, vooral ook als je de rug nog een aardige versiering wil geven, je eigen fantasie maar gaan. Bij het knip pen van fiet vilt zou het leuk zijn een zigzagschaartje te gebruiken, maar met een gewone schaar kun je ook wel aardig zigzaggen. FIGUUR C - - - eerste cirkel (fig. 2). De 2e halve maan tjes boven en onder knip je weg. In fig. 3 zie je, dat het ene ovaal onderlangs aan de cirkel wordt vastgenaaid, waardoor de ruimte voor het geld onstaat; terwijl je het andere ovaal boven vastmaakt (4). Maak nu een klein knoopsgat, naai een knoop aan, zodat je 't beursje dicht kunt maken. Naai vervolgens nog 2 viltriemp- jes aan het geval vast. Bevestig een klein speldje aan de ene riem (een gespje dus) en maak in het andere wat gaatjes, waar het pennetje van de gesp in kan grijpen en het beursje is klaar. Wat jullie verder allemaal nog kunt mken van de viltrestjes, laat ik maar aan je eigen vinding over. Kan ook alweer uit vilt gemaakt wor den. Snijd een ronde viltschijf om een wijnglas en twee ovale, die ohtstaat door het wijnglas iets te verschuiven na de TWEE VERHALEN OVER MARSEPEIN 1. Niemand weet precies, hoe marsepein is uitgevonden. Zowel Duitsers als Ita lianen maken er aanspraak op deze lek kernij het «erst gemaakt te hebben. De Italianen beweren, dat in de middeleeu wen een bakkersdochter in Venetië haar vader hielp in de bakkerij. Ze wilde een koekdeeg mengen en een paar geraspte amandelen er doorheen roeren. Maar het meisje was danig verliefd en dacht al leen maar aan de jongen van haar hart onder het werk. Daardoor verwisselde zij de heveelheden meel en amandelen: ze nam slechts een weinig meel en veel amandelen. Toen de vader zag. wat er ge beurd was, werd hij danig kwaad,schold haar zelfs uit, maar nam tenslotte toch een hapje van het mislukte deeg in zijn mond. Verbaasd keek hij naar zijn doch ter, proefde nogmaals en was opeens een en al geestdrift. Hij sneed het deeg in kleine stukjes en verkocht ze rauw (ongebakken dus). Hij had er een reuze succes mee. Hij noemde het nieuwe pro^ dukt naar de heilige Marcus, de patroon van de stad Venetië, zodat de naam in het Latijn „Marei pani" werd dit be tekent: brood van Marcus. Het Neder landse woord marsepein lijkt er veel op. 2. Het Duitse verhaal luidt als volgt: Een rijk man zou een feest geven en verzocht zijn kok een nagerecht met veel amandelen klaar te maken. De kok liet daarom de keukenjongen een geweldi ge hoeveelheid amandelen malen. Deze vermengde hij met een even grote hoe veelheid suiker om het hele mengsel daardoor goed te binden. Met dit deeg maakte hij allerlei leuke en geestige figuren, die er geweldig ingingen. Ieder vond het een machtig nagerecht De kak heette Frans Marzip en noemde de nieu we vinding naar zichzelf „Marsipan". Door dit al heel gauw gezochte gerecht werd hij tot kok aangesteld bij de vorst var Brandenburg. Daar deze evenwel kort daarna stierf, keerde Frans Marzip npar zijn geboortestad terug, waar hij een marsepeinfabrlek oprichtte. Wat er ook waar of niet waar móge zijn in het Duitse verhaal, in ieder geval is het zeker, dat Lubeck al sinds vele jaren een belangrijke marsepeinindustrie kent. waardoor velen haar daarom als de „geboortestad" van de marsepein be schouwen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 5