Teleurstelling in Brazilië over afloop Cubaanse crisis Sympathie voor Fidel Castro Rio de Janeiro, 2 november. JJet heeft ons beiden overvallen. Het heeft ons over rompeld. Met zevenmijlslaarzen zijn we in de Cubaans - Braziliaanse - Noordamerikaans - Russische crisis gestort. We konden er niets tegen doen. We hadden nog geen voet aan wal gezet en waren met veel moeite door de wat kribbige douane heen- gekomen of het overspoelde ons. Want hier leeft de kwestie Cuba nog meer dan in Europa, vooral omdat in het tegenwoordige Brazilië het hels claxonerende verkeer rechts is, maar de politiek li'nks; vooral ook, omdat de kranten in schreeuwende letters het nieuws verkondigen en omdat enorme pamfletten staan aangeplakt van Kennedy, die de redder van de Amerika's wordt genoemd, terwijl even verder staat geschreven „Fidel Castro sim, Yankees nao" (Fidel Castro „Ja", Yankees „Neen!"). Jgr is niemand in de Rio Branco met zijn.talrijke boekenstal letjes, zijn hevig debatterende Brazilianen, zijn schreeuwende krantenjongens, zijn met gummi knuppel en pistool gewapende politiemannen, die niet over Castro denkt of spreekt. En soms ontaardt zo'n heftig gesprek in een scheldpartij, die soms onpret tige gevolgen kan hebben. En iedereen doet er aan mee. De blanken, de mulatten en de negers. Iedereen heeft er een oordeel over, iedereen leest de krantenkoppen en een grote me nigte verzamelt zich voor het krantengebouw van de Jornal do Brasil, waar een tentoonstelling wordt gehouden van foto's, die in Berlijn zijn genomen. In de etalage van deze krant staan de meest tragische. Men sen, die zich uit een huis laten zakken, terwijl de Vopo's op hen vuren. De Berlijnse muur zelf, d als een enorme stenen drei ging door de stad loopt. Veór de etalage staan de Brazilianen. Zij c mHeren. De grootste groep is anti-Amerikaans, de kleinste groep pro. En dit beeld van een groepje mensen, staande voor een krant, tekent de sfeer van Brazi lië precies. Rio is na Tokio de luidruch tigste stad, die ik ken. Men schijnt hier zo van zijn claxon te houden, dat- men het nodig oor deelt er de hele route lang de hand op gedrukt te houden. En als dan in een paar minuten on geveer vijfhonderd auto's pas seren, behoef ik U nauwelijks te vertellen welk een krankzinnig lawaai dit geeft. Hetzelfde lawaai misschien als in de politiek? Ik zou bijna zeg gen van wel. Nu alle kranten volstaan over de Cubaanse crisis moesten we er wel mee te ma ken krijgen met als gevolg dat we op onze beurt U er mee zul len bezig houden. Ook U immers moet weten wat er in dit deel van de wereld, onder het Brazi liaanse volk, leeft, een volk, dat zich steeds belangrijker gaat achten, vooral nu Brazilië nog maar kort geleden met overwel digende stemmenmeerderheid in de Veiligheidsraad werd gekozen èn omdat Brazilië zich, sinds de regeringen van Janio Quadros en Goulard, achter Fidel Castro had geschaard. Het nieuws van de Russische raketbasis op Cuba en de blok kade van de Ver. Staten viel hier neer als een atoombom. President Goulard, een anti- Amerikaanse neutralist, links georiënteerd en bewonderaar van Rusland, China en Cuba, schrok hevig. Want als neutralist kon hij onmogelijk goedvinden, dat Cuba in een satellietstaat van Rusland werd veranderd. Hij stelde zich dus achter de idee van de Ver. Staten, die wensten, dat de ra ketbases onmiddellijk ontman teld zouden worden, maar hier mee haalde hij zich de woede van 40% van het Braziliaanse volk op de hals. Dit lijkt niet zo'n groot getal, maar als men weet dat een andere 40% analfabeet is, terwijl slechts de kleine rest pro- Amerikaans denkt, kan men zich voorstellen hoe men reageerde. De eerste, die hevig van leer trok, was een vriend van Fidel Castro, de hier in het land zeer invloedrijke gouverneur Sul Brizola, van de Staat Rio Grande die in een heftige de magogische speech het Braziliaanse volk opriep om de aan val op Cuba niet te nemen. Het was broeie rig heet in Rio, een verstikkende benauwende warmte, af en toe afgewisseld door hevige tropen- buien. Maar desondanks kwam het volk in beweging. Het trok naar het ministerie van Buiten landse Zaken om tegen de poli tiek van Goulard zijn stem te verheffen. Goulard, die in Rio verbleef om beter dan in de verre en af gelegen hoofdstad Brasilia op de hoogte te blijven van de inter nationale situatie, kwam onmid dellijk met een verklaring, die meer voor binnenlands gebruik bestemd was. Hij veroordeelde de blokkade rondom Cuba en deel de mee, dat Cuba de regerings vorm moest kiezen, die het zelf wilde en dat de Ver. Staten daar niets mee te maken hadden. Teleurstelling I")e spanning in dit grootste land van Zuid-Amerika steeg toen Rusland bekend maakte, dat het inderdaad atoomraketbases op Cuba bouwde. Toen premier Chroesjtsjov toegaf en besloot de installatie te laten ontmante len ging er een zucht van teleur stelling door dit immense land. De eerste, die er openlijk voor De grandioze intocht van presi dent Eisenhower in Rio de Janei ro enige jaren geleden. Het en thousiasme voor de oud-generaal bestaat echter niet voor de Ver. Staten. uitkwam dat Rusland had ge faald, was Brizola. Hij zei, dat hij diep teleurgesteld was en dat het in de toekomst goed zou zijn, dat Brazilië strikt neutraal zou blijven en zich noch aan de zijde van Rusland noch aan die van de Ver. Staten zou scharen. Hiermee werd het prestige-verlies van Rusland inzake de kwestie Cuba wel bijzonder duidelijk. De zeer linkse groeperingen durfden na de houding van Brizola geen openlijke verklaringen meer af te leggen, want het feit, dat Rus land zelf bekend had dat er ra ketbases waren, kon geen andere betekenis hebben dan dat Cas tro's politiek van neutraliteit een verdichtsel was, dat eindelijk door de waarheid was achter haald. Een communist "CVen voor de kwestie Cuba wa- ren er verkiezingen geweest, o.a. in Pernambuco, een dei- volkrijkste staten van Brazilië, waar de burgemeester van Re cife, Migule Arraes, met steun van de communisten werd gekozen tot gouverneur. Er wa ren twee merkwaardige zaken rond deze verkiezingen. Arraes werd niet alleen geko zen met steun van de communis ten, maar kreeg voor zijn ver kiezingspropaganda, die handen vol geld kostte, tevens de steun van een van de grootste textiel- koningen in dit land, José Ermi- rio de Morais. Deze deed dat uit de aard van de zaak niet uit on zelfzuchtige overwegingen. Waarom gaf hij dan zoveel geld voor deze zaak uit? De kwestie is betrekkelijk een voudig. Er heeft in dit land, dat 260 maal groter is dan Nederland, een sterke verschuiving naar links plaats. De grote industriëlen hebben door de armoede en de Brasilia, de nieuwe hoofdstad midden in het oerwoud, is de mo dernste stad van de wereld. An derzijds is er echter veel armoede en ellende. Veertig procent van het Brazi liaanse volk is analfabeet. Tot de minder ontwikkelden behoren ook de twee miljoen Indianen. Op de foto Indianen-vrouwen met kin deren, die eenzaam en terugge trokken leven in de binnenlanden. slechte sociale omstandigheden, waaronder nog zo'n 40 miljoen mensen leven, eigenlijk een te gering afzetgebied. Zij wensen dat de massa eindelijk eens koop krachtiger gaat worden, daar kunnen zij èn het volk alleen maar beter van worden. Dus stel len zij zich mèt de intellegentsia, die uit edeler overwegingen een sociale vooruitgang wenst en mèt de kleine man achter de linkse partijen in hun strijd tegen de conservatief denkende grote land eigenaars, die nog altijd menen, dat de arbeider geen loon naar verdienste behoeft te krijgen en hem daarom maar arm en dom houden. Deze leden van deze sterke minderheidsgroep, die veel mach tiger is dan men denkt, houden er een merkwaardige filosofie op na. Zij leven in een van goud blinkende schijnwereld, lezen amper andere opinies dan de hunne en menen dat hun hemel op aarde nog lang niet voorbij is. Het tegendeel is echter waar. Zelfs al na een paar dagen in Brazilië ziet men dat dit voorbij zien van de werkelijkheid hen wel eens in zeer korte tijd van de wal in de sloot kan helpen, als er niet nog veel ergere din gen gaan gebeuren. Intussen is de verhouding tus sen Brazilië en de Ver. Staten met de dag slechter geworden. Weinig Brazilianen lezen met ge noegen hun kranten, want voor hen is Fidel Castro nog altijd de held van het verzet tegen het machtige Noord-Amerika. Met lede ogen zien zij toe, dat zijn naam nu in opspraak komt, met lede ogen zien zij gebeuren dat de grote voorvechter van het neutralisme plotseling openlijk aan de kaak wordt gesteld als een helper van Rusland, die zelfs de atoombom dichter bij Latijns- Amerika heeft gebracht. Hier en daar fluistert men zelfs, dat hij zal moeten verdwij nen, zowel voor Ruslands presti ge als voor dat van de Ver. Sta ten. Zij, die dit zeggen, zijn poli tiek geschoold en laten zich niet van de wijs brengen door het ge joel op de straten als er weer eens een betoging is. Maar de grote massa staat nog steeds ach ter Fidel Castro, ondanks de ra ketbases, ondanks het feit dat hij de wereld bijna in een atoom oorlog heeft gestort, ondanks de kop in een der meest populaire weekbladen „Fidel divide o mun- do" (Fidel verdeelt de wereld). Intussen kijken wij angstig naar dit schouwspel. Toen. wij nog in volle zee wa ren en op de Kennemerland van de Koninklijke Hollandse Lloyd naar Zuid-Amerika voeren, zei de kapitein ons op een gegeven moment, wijzende naar een Duits schip dat passeerde: „Misschien zijn zij morgen onze geallieerde vrienden." En toen wij hier in Rio aankwamen, waar alle am bassades wekenlang onder hoog spanning hadden gestaan en de verhitte gesprekken in de hoofd straat, de Rio Branco, nog werden voortgezet en zelfs de slanke, zeer mooie meisjes stil bleven staan om het politieke nieuws te lezen, werd het ons duidelijk dat Cuba voor Latijns-Amerika meer betekent dan voor Europa. Niet bang Of men hier bang is? Ik geloof het niet. Er wordt hier in Brazilië niet gehamsterd, een „Bescherming Bevolking" heeft men hier niet en U zult in deze wereldstad van 3.500.000 inwoners nergens een atoombunker vinden. Natuurlijk staan er in de kran ten verschrikkelijke voorspellin gen over een wereld na een atoom-oorlog maar de Caricoca met zijn zon, zijn witte Copaca- bana-strand, zijn beeldschone meisjes, zijn razend verkeer, zijn restaurants waar men voor een paar gulden de heerlijkst gebra den gerechten kan eten, zijn wol kenkrabbers, zijn brede avenidas, waar men toch altijd nog de bo men heeft laten staan, heeft zo veel drukte om zich heen, zoveel afleiding, dat hij er maar niet verder over denkt. Maar hij is op weg naar links, een weg, die niet hij maar de conservatieve landeigenaars in wezen hebben aangelegd, omdat zij zich altijd in hun ivoren toren van hun zelf genoegzaamheid hebben opgeslo ten, een toren, die nu met harde hand wordt opgeruimd, een toren van scoiale onrechtvaardigheid, een monument van ellende van vele eeuwen. Is het daarom zo verwonder lijk, dal de Brazilianen achter Fidel Castro staan, tenminste velen van hen. Zij zien in de ge baarde revolutionair alleen de landbouwhervormer, die hij was, maar die hij niet meer is. Breng dat echter de door de eeuwen verbitterde kleine Braziliaanse man uit het volk eens aan zijn verstand. Voor hem is en blijft Fidel Castro de ongekroonde ko ning van de sociale omwenteling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 11