vrouwen ongewenst
IN HET PARADIJS DER MANNEN
TIJDGEEST EN OORLOG
TEISTERDEN CLUBLAND
DE LETDSE COURANT
ATHENAEUM CLUB
DE BOODLES CLUB
Hier stierf op de derde maart 1792 een van de
drie beroemdste architecten, die Engeland heeft
voortgebracht, nl. Robert Adam. Zijn naam is
een begrip en er zijn zeer veel prachtige voor
beelden van zijn werk in het land te zien, want
Robert Adam was een pionier in massa-pro-
duktie gecombineerd met zeer hoog artistiek
gehalte.
In St. James' Street bevindt zich de beroem
de London Club Boodles. Hier is de Adam-salon
een prachtig voorbeeld van de specifieke gra
tievolle stijl van architectuur, die Robert Adam
schiep.
(Bijzondere medewerking)
Een salon in een clubgebouw,
waar de politiek gekraakt
wordt.
Herinnering
aan
tijden
van
deftigheid
en
welstand
Dit is een zeer dure club, de
Athenaeum-club in West-End.
Het voorbeeld voor de inrichting der meeste clubs
was het voorname Engelse buiten- of stadshuis. Vele
clubs werden met steun van aristocraten gesticht:
Castlereagh, de hertog van Wellington, Palmerston en
anderen. Het ideaal was: Hoge, ruime vertrekken;
een legertje goed-geschoolde bedienden in livrei; een
goede keuken en een goede wijnkelder; een biblio
theek, waar iemand minstens genomen rustig een
dutje kon doen. Roken was aanvankelijk verboden en
zware gevechten werden geleverd, alvorens de sigaar
toegelaten werd, zij het aanvankelijk slechts in een
uithoek van het gebouw. Nog is er een club, waar
men tabak zoveel doenlijk weert. Als eerstejaarsstu
dent betrad ik eens de hall van een der deftigste
clubs, waar ik met een oom een afspraak had. De be
diende in de hajl zei mij toen met een air van een
halfgod en met meer dan perfecte hoffelijkheid, dat
ik de reglementen overtrad, omdat.ik een pijp in
de hand hield! Eten en drinken echter waren van de
beginne af even gezien als tabak verafschuwd was.
Een bejaard clubman vërtelde me eens, dat hij vroe
ger (in een der voornaamste clubs) lunchte voor nog
geen gulden en dan kreeg: twee vleesgerechten,
groenten, beschuit met kaas, benevens een glas bier
of rode wijn. Kom daar nu eens om!
Traditie speelt nog steeds een belangrijke rol in het
clubleven. In sommige clubs mocht men tijdens de
lunch de hoed ophouden. Weer andere hadden (en
hebben) speciale zetels in een kerk voor hun perso
neel. De huishoudster van een der clubs ging vroeger
ter kerk, vergezeld door een page. Als zij Westmin
ster Abbey betrad, werd zij door een kerkelijke hoog
waardigheidsbekleder naar de voor haar gereserveer
de plaats geleid. Zo is Clubland vol traditie en
verhalen over excentrieke leden en hun lotgevallen,
over sterke staaltjes en belangwekkende ontmoetin
gen. Zij werpen een aardig licht op het maatschappe
lijk leven van weleer, interessant, vooral omdat men
in onze tijd hard, misschien te hard, werkt aan de
afschaffing van al wat vroeger de moeite waard en
aardig gevonden werd. Eén troost is er: Slechts een
klein deel van die 'sterke verhalen' komt buiten de
muren der clubs en ter ore van buitenstaanders.
Daarom zwijg ik er over in dit stukje. Zelfs een jour
nalist moet immers zo nu en dan bescheiden en zwijg
zaam kunnen zjjn.
NIVANO NADRUK VERBODFXT
Zeg m\j, wie uw vrienden zijn, dan zal ik u zeg
gen, hoe u bent, is een Nederlandse zegswijze.
In Engeland heet het: Zeg mij, van welke club
u lid bent, dan zal ik u zeggen, wie en hoe u
bent. Nog steeds is 'de' club een bron van rust
en gezellig verkeer in het leven van de recht
geaarde Engelsman, ook al is er op clubgebied
de laatste tijden veel veranderd.
HET WAS zaterdagmiddag. Ik zat in een autobus
vol toeristen, die in Pall Mall was blijven staan nabij
de Marlborough Club. De gids vertelde met luider
6temme enige bijzonderheden over die beroemde
club. Het was (vernamen wij) een van de plaatsen,
waar koning Edward VII graag vertoefde, zowel toen
hij nog kroonprins was als toen hij de koninklijke
waardigheid had verkregen. Met enige vrienden had
hij die club gesticht om niet te ver van het St. James
paleis een 'schuilhoek' te hebben, waar hij ongedwon
gen ontspanning kon vinden en waar hij zoveel siga
ren kon roken als hij wou. Als de koning de rook
kamer betrad, namen de aanwezigen niet de minste
notitie van hem, behalve natuurlijk zijn persoonlijke
vrienden. De Marlborough Club (vertelde de gids
verder) was, als alle andere Londense clubs, erg ex
clusief, dat wil zeggen, het was voor een buitenstaan
der even moeilijk om lid te worden als het voor een
kameel is om door het oog van een naald te kruipen.
Maar was iemand eenmaal lid, dan was hij binnen de
club de gelijke van alle andere leden, dus van prinsen
edelen en burgers.
Mijn reisgezellen waren voornamelijk van Ame
rikaanse huize. Ze vonden het verhaal over koning
Edward en zijn club prachtig. Allerhande vragen
kreeg de gids te verwerken. Ik vond het wat pijnlijk
en stelde me voor, wat de leden der club wel zouden
zeggen, als ze na de lunch naar buiten kwamen en
de discussie hoorden over wat er achter het 'IJzeren
Gordijn' van hun club zoal gebeurde. Een Engelse
clubman vindt het niet prettig, over zijn club te pra
ten of horen praten. Want zijn club is zijn tweede
thuis: zijn adres, zijn wijkplaats, zijn trefpunt met
vrienden, collega's, tegenstanders en medespelers.
Wat binnen de muren van de club gebeurt of bespro
ken wordt, dringt niet naar buiten door. Niet slechts
'my home is my castle', ook 'my club is my castle' is
een typisch-Engelse denkwijze. En Londen is het
'Paradijs der Clubs', dier echt-mannelijke instellin
gen, dier 'mannenhuizen' der beschaving. De buiten
staander, en zeker de buitenlander, ziet het lidmaat
schap van een club als het lidmaatschap van een ge
heim genootschap. Juist en niet juist. Juist, omdat de
club 'gesloten' is. Niet juist, omdat er geen geheim
zinnige dingen gebeuren. Daarom kan 'n vrouw nooit
begrijpen, welke bekoring er van een club uitgaat.
voor mannen. En dat behoort ook zo te zijn.
De oorlog en de geest des tijds hebben danig huis
gehouden in Clubland. De Carlton Club (eens een bol
werk der Tories) was nog slechts een stoffelijk om-
Een van de vele „clubs" in Londen, de Boodle's Club.
ligt Brook's Club, waar men nu nog een oud wedboek
bewaart, waaruit blijkt, hoe in vroeger tijden mannen
van faam en naam luchthartig grote bedragen in wed
denschappen staken. In Pall Mali vindt u de Oxford
and Cambridge Club en de United University Club,
benevens The Travellers Club, waar nu nog langs de
trap een ijzeren leuning is, die kort na 1830 werd ge
maakt om de beroemde Franse staatsman Talleyrand
(toen ambassadeur in Londen), die erelid was, het
bestijgen van de trap mogelijk te maken. In de buurt
ligt ook de United Service Club (met een prachtige
collectie portretten van generaals en admiraals in
gala-uniformen) en dan de waarlijk vorstelijke Athe
naeum Club.
Al deze clubs vormen een uitgelezen collectie. Voor
naam en afwijzend staan zij in het hart van Londen.
Geen naamplaat aan de gevel. Menig vreemdeling,
die een uitnodiging kreeg om in een club te komen
déjeuneren, moest lang lopen zoeken en liep verkeer
de clubgebouwen binnen, alvorens te juister bestem
ming te komen. Wie de weg niet kent in Clubland,
doet beter, een goede gids te nemen!
Toch is er iets veranderd in de laatste tientallen
jaren. Sommige clubs hebben nu geëmancipeerde
zalen, waar de dames mogen komen. Ook wordt er
wel squash gespeeld om de jonge generatie te trek
ken. De onkosten zijn zo gestegen, dat menig clubbe
stuur zich afvraagt, waar het heen moet. Vandaar die
pogingen om middels sport en emancipatie drijvende
te blijven! Ook zijn er, vóór zowel als na de oorlog,
clubs samengesmolten. Dienstertjes ziet men thans
ook in sommige clubs, waar eens alles wat vrouw was
ten strengste en principieel geweerd werd.
Enige beroemde clubs zijn reeds oud. White's gaat
terug tot 1690, Boodles en Brook's tot 1760. De meeste
clubs in de 18 eeuw waren of koffiehuizen (ook wel
chocoladehuizen!) waar politici en gestudeerde man
nen (met verschillende mate van fatsoen en sober
heid) spraken over allerhande vraagstukken, of aris
tocratische speelholen. Menig clublid uit de 18e eeuw
zou zich in een hedendaagse club dodelijk verveeld
hebben. Ook in de 19e eeuw werden beroemde clubs
gesticht, vooral in de jaren na Napoleons heerschappij
in Europa. De United University kwam in 1822 en de
Athenaeum in 1824. Omstreeks 1850 werden ook ge
fortuneerde middenstanders, die bij hun tijdgenoten
voor gentleman wilde doorgaan, lid van een club.
hulsel, na de luchtaanval, die zijn buurman, de Libe
ral Reform Club, ongeschonden liet. Hadden de Duitse
vliegers een bijzondere hekel aan de Tories of was
het toeval? Ook de 'In and Out' Club (een trefpunt
voor officieren en hun gasten) had danig van de bom
bardementen te lijden. Eens woonde de beroemde En
gelse staatsman Palmerston in dat pand. En wandelt
u van Piccadilly door St. James's Street, dan ziet u
White's Club en Boodles Club (waarschijnlijk het
fraaiste clubgebouw ter wereld). Aan de overkant