Leiden zoals 't is, wordt, en had willen worden! Grenswijziging is voor Zoeterwoude en Voorschoten zeker niet fataal VRIJDAG 5 OKTOBER 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 18 DE GRENS OP SCHAAL De geruite delen worden volgens het plan van de minister aan het Leidse grondgebied toege voegd, de gestippelde delen, waarop Leiden ook het oog had laten vallen, niet. De grens van het huidige Leiden ligt dus aan de binnenzijde van de geruite en gestippelde vlakken. De toekomstige grens (aangegeven als een streepjeslijn) loopt derhalve aan de buitenzijde van de geruite en de binnenzijde van de gestippelde vlakken. De licht grijze vlakken stellen in grote lijn de bebouwde gedeelten van Leiden en omliggende gemeenten voor. De belangrijkste Rijkswegen rond Leiden (voor een deel nog slechts geprojekteerd en dan aange duid als „toek. Rijksweg") zijn getekend als dikke dubbele lijnen, de belangrijkste overige wegen als enkele dikke lijnen, de voornaamste wateren als dubbele dunne lijnen, de spoorwegen als dubbel- omlijnde dikke streepjeslijnen. De gebruikte afkortingen zijn: A.Z. is Academisch Ziekenhuis, Sp. Br. is Spanjaardsbrug; W.Br, is Wilhelminabrug; Ld. Br. is Leiderdorpse brug. Rijksweg 4 van Den Haag naar Rotterdam is voor een deel in twee tracé's getekend, het huidige tracé en het toekomstige dat de bocht bij de Slaagh afsnijdt. Over het algemeert volgen de „ministeriële" gren zen de bestaande en toekomstige Rijkswegen en belangrijke waterscheidingen. Hier en daar heb ben wij de grens buiten of binnen deze „natuur lijke" scheidingen getekend ter bevordering van de duidelijkheid. In werkelijkheid horen zij er echter mee samen te vallen. Alleen bij de kruisin gen van hoofdverkeerswegen en bij overgangen van waterwegen is de grens iets ruimer getrokken om de (in de tekening niet weergegeven) klaver bladen voor vrije kruisingen en andere kunstwer ken binnen één gemeente te laten vallen, in dit geval dus Leiden. De Broek en Simontjespolder valt voor een be langrijk deel aan Leiden toe. Het westelijke deel tussen spoorlijn en Haarlemmertrekvaart blijft echter bij Leiden. Tot Oegstgeest behoort thans ook nog een puntje grondgebied ten oosten van de Zijl, dat echter door de grenswijziging geheel van de rest van Oegstgeest zou worden geïsoleerd. Daarom werd dit gedeelte aan Leiderdorp toe bedacht. Het is de kleine gestippelde landpunt ten oosten van de Zijl en ten noorden van de Verlaat- sloot. Het gebied tussen Nieuwe Vaart en Rijksweg 4 a gaat van Zoeterwoude naar Leiden, het gebied dat Leiden in het westen is toebedacht gaat af van het grondgebied van Oegstgeest, Voorscho ten en een klein hoekje Wassenaar. Zoeterwoude behoudt het „industrieschap" tussen Rijn en spoorbaan, en Leiderdorp behoudt het gebied ten oosten van de Zijl, terwijl Oegstgeest een klein deel van de Broek' en Simontjespolder en het ge stichtenterrein behoudt. DIT ZEGT DE MINISTER ERVAN: OEGSTGEEST ZAL OFFER MOETEN BRENGEN Leiderdorp heeft vooral de laatste jaren zichzelf krachtig ontwikkeld De wijziging van de grenzen der gemeente Lei den en van een aantal omliggende gemeenten is ook bestudeerd door mr. Toxopeus, minister van binnenlandse zaken. Wijzigingen in het oorspron kelijk plan treft de lezer aan in bijgaande teke ning. Bovendien zegt de minister in een Memorie van toelichting onder meer het volgende: Volgens een raming van gedeputeerde staten van Zuid-Holland zal de Leidse agglomeratie tegen het jaar 1980 rond 200.000 inwoners tellen. Bij deze prognose is er onder meer van uitgegaan, dat de reeds op gang gekomen trek uit de Haagse agglomeratie naar Leiden en omgeving zich in de komende jaren in versterkte mate zal voortzet ten en een bevolkingsaanwas van 50.000 a 70.000 in de Leidse agglomeratie tot gevolg zal hebben. De opname-capaciteit van de stad Leiden is even wel nog slechts zeer gering. Het grondgebied van Leiden (Leiden is in bevolkingsdichtheid met een inwonertal van meer dan 7,900 per vierkante km de tweede gemeente des lands) is nagenoeg vol gebouwd. Met de bebouwing van de laatste nog voor woningbouw beschikbare terreinen is inmid dels een aanvang gemaakt. Het zullen dus voor namelijk de Leidse randgemeenten zijn, die de bevolkingsaanwas moeten opvangen. GRENSWIJZIGING DIE KERN LEIDERDORP RAAKT Bij de voorbereiding van het onderhavige voorstel hebben ged. staten aanvankelijk voorgesteld, een om vangrijk gebied van de gemeente Leiderdorp, te weten de Zijllaan- en Meijepolder, waar voor 30.000 a 40.000 personen woonruimte is geprojekteerd, naar de ge meente Leiden te doen overgaan. B« nadere overwe ging hebben ged. staten deze gedachte losgelaten. De grens zou steeds de bestaande kom van het dorp moe ten raken of doorsnijden en dus de bestaansmogelijk heden van de gemeente ernstig aantasten. Leiderdorp heeft zich vooral de laatste jaren een krachtige gemeente getoond, en moet in staat worden geacht aan de bebouwing van het genoemde polder gebied zélf de nodige leiding te geven, en zijn G.S. nader tot het inzicht gekomen, dat voor een ernstige aderlating van Leiderdorp, welke in wezen tot beëindi ging van de zelfstandigheid dier gemeente zou moeten leiden, niet voldoende aanleiding bestaat. De minister verheugt zich over dit gewijzigde stand punt van het provinciaal bestuur. Hij ziet, met ged. staten, geen grond voor de stelling, dat deze overloop binnen de grenzen van Leiden moet en niet in de randgemeenten van Leiden kan worden opgevangen. VOORSCHOTEN In het door samenwerking van de gemeentebesturen van Leiden en randgemeenten tot stand gekomen structuurplan voor de agglomeratie is het noordooste lijke deel van de gemeente Voorschoten voor woning bouw bestemd. Door het gemeentebestuur van Voor schoten is naar voren gebracht, dat deze gemeente voornemens en zeer wel in staat is, de bebouwing ter plaatse ter hand te nemen. Het één zo min als het an der wordt noch door ged. staten noch door de minister in twijfel getrokken. Niettemin wordt voorgesteld, het betreffende gebied van Voorschoten naar Leiden te doen overgaan, op grond van de overweging, dat aan Leiden, dat, als gezégd, in ernstige ruimtelijke moei lijkheden verkeert, niet op alle punten een halt kan worden toegeroepen. Daar komt bij, dat het voor woningbouw bestemde gebied in Voorschoten-noord, aansluit bij de nieuwe Leidse woonwijken in de Bosch- en Gasthuispolder; de beide woongebieden zullen in de toekomst in wezen één geheel vormen. Voor het beloop van de nieuwe grens biedt de komende rijksweg 4 b een voor de hand liggende oplossing. ZOETERWOUDE Het gebied ten noorden van rijksweg 4 a als geheel zal als gevolg van zijn bestemming, een sterk stedelijke inslag krijgen. Met name zal het zijn recreatieve funk- tie aan de stad Leiden ontlenen. Leiden, dat gelijk bekend arm is aan natuurschoon, staan geen natuur gebieden van enige omvang ter beschikking. Mogelijk heden voor recreatie zijn niet in voldoende mate aan wezig. Het onderhavige gebied moet voor Leiden niet alleen voor de zogenaamde passieve recreatie van be lang worden geacht, doch hier zal Leiden met name, zijn behoeften aan sportterreinen voor aktieve recrea tie (als atletiek en de onderscheidene soorten balspelen) moeten verwezenlijken. Het deel der gemeente Zoeterwoude, gelegen tussen de Oude Rijn, rijksweg 4 a en de spoorbaan Leiden - Woerden, zal volgens het structuurplan tot industrie gebied worden ontwikkeld. Om die reden is overwogen het gebied binnen de grenzen van Leiden te brengen. Hoewel het gemeentebestuur van Leiden op het nemen van een zodanige maatregel aandringt, is deze niet in het ontwerp opgenomen. Gezien de ingrijpende gevol gen, die een dergelijke grenswijziging voor de gemeente Zoeterwoude zou hebben en in aanmerking nemende, dat de gemeente Leiden door de met Zoeterwoude aan gegane gemeenschappelijke regeling voor de ontwikke ling van het industriegebied, te dezen reeds een grote mate van zeggenschap heeft, zomede dat het gemeente bestuur van Zoeterwoude heeft getoond Leiden ook overigens alle nodige medewerking te willen verlenen, kan naar het oordeel van ged. staten en de minister, de overdracht aan Leiden van het toekomstige indus triegebied achterwege worden gelaten. Hoewel niet rechtstreeks met het wetsontwerp ver band houdende zij tot het verkrijgen van een volledig beeld omtrent de positie van Zoeterwoude, aan het vorenstaande nog toegevoegd, dat in het structuurplan het deel dier gemeente gelegen ten westen van de be staande kern, als tuinbouwgebied is aangewezen en dat in het gebied naar het oosten bij die kern aansluitende, omvangrijke woonwijken zijn geprojekteerd. OEGSTGEEST Het verheugt de minister dat het provinciaal bestuur, evenals hij, de opheffing van de zelfstandigheid van de gemeente Oegstgeest niet noodzakelijk acht. Aan een grenswijziging ten koste van Oegstgeest zal evenwel bezwaarlijk kunnen worden ontkomen (zie kaart). In het uiterste oosten steekt een punt van het grond gebied van de gemeente Oegstgeest over de Zijl heen. Het voorstel voorziet er in, deze punt van Oegstgeest naar Leiderdorp te doen overgaan. Ged. Staten hebben voorgesteld het Morschkwartier, derhalve het gehele zuidelijke deel van Oegstgeest, binnen de grenzen van Leiden te brengen. De minister heeft aanvankelijk zeer geaarzeld, zich met dit onder deel van het voorstel te verenigen. Oegstgeest wijst er namelijk op, dat het door de bedoelde gebiedsafstand aanzienlijk zal worden verzwakt en dat bovendien beiderlei soorten bebouwing evenzeer tot stand kun nen worden gebracht, indien de grens van Oegstgeest ter plaatse niet zal worden aangetast. Bij nadere over weging is hij evenwel tot het inzicht gekomen, dat aan handhaving van de bestaande grens toch wel zeer ernstige bezwaren zijn verbonden. In dat geval zou immers de grens dwars door bestaande en ontworpen woonwijken en het universitaire centrum komen te lopen. Het gemeentebestuur van Leiden heeft, hoofdzakelijk op grond van financiële overwegingen verzocht, tevens de psychiatrische inrichtingen Endegeest, Voorgeest en zo mogelijk ook de Jelgersmakliniek naar Leiden te doen overgaan. Deze Leidse stedelijke instellingen zijn op het grondgebied van Oegstgeest gelegen, nabij de noordwest-grens van Leiden. Ged. staten zo min als de minister achten voor een grenswijziging ter plaatse als door Leiden bepleit voldoende redenen aanwezig. Te minder nu deze tot gevolg zou hebben, dat de grens van Leiden het centrum van Oegstgeest zou binnen dringen. RIJNSBURG—OEGSTGEEST De kern van Rijnsburg heeft zich over de grens heen op het gebied van Oegstgeest uitgebreid. Gevolg hier van is, dat de grens de bebouwing op willekeurige wijze snijdt. De bewoners ter plaatse zijn overwegend op Rijnsburg georiënteerd. Ged. staten hebben in een en ander aanleiding gevonden, in het plan mede in een wijziging van de grens tussen Rijnsburg en Oegstgeest ten koste van laatstgenoemde gemeente te voorzien. Deze 'wijziging is in het ontwerp van de wet opgeno men. De uitbreiding van het territoir van Rijnsburg strekt zich, overeenkomstig het verzoek van het ge meentebestuur van Rijnsburg, ten oosten van de kern tot rijksweg 4 uit. CONCLUSIE Naar de mening van de minister is het provinciaal bestuur er, bij de opzet van het onderhavige voorstel in geslaagd, een evenwicht te vinden tussen de nood zaak van een aanzienlijke gebiedsuitbreiding van Lei den en het belang, dat de randgemeenten zo min mo gelijk worderi aangetast. Als gevolg hiervan draagt het voorstel vanzelfsprekend het karakter van een compromis. Het ligt voor de hand, dat in deze om standigheden het voorstel noch Leiden noch de rand gemeenten (geheel) bevredigt. De minister heeft er begrip voor, dat het gemeente bestuur van Leiden op een verderstrekkende gebieds uitbreiding aandringt en toevoeging van het gehele poldergebied in het noordelijke deel van Leiderdorp bepleit. Aangezien tegemoetkoming aan dit Leidse ver langen tot de opheffing van de zelfstaryiigheid van de voldoende krachtig gebleken gemeente Leiderdorp zou moeten leiden, zijn evenwel, als gezegd, zowel ged, staten als de ondergetekende van mening, dat een uit breiding van Leiden ten koste van Leiderdorp moet worden afgewezen. De voorgestelde gebiedsafstand voor Voorschoten en Zoeterwoude is voor deze gemeenten weliswaar vrij ingrijpend doch bepaald niet fataal. Door de voor Lei den onmisbare gebiedsuitbreiding ten nadele van Voor schoten en Zoeterwoude worden de bestaansmogelijk heden dezer gemeenten, die voor verdere ontwikkeling nog voldoende ruimte ter beschikking overhouden, geenszins geschaad. Zal door de voorgestelde grenswijzigingen het grond gebied van Oegstgeest aanzienlijk worden ingekrompen daaruit mag niet worden geconcludeerd, dat voor Oegstgeest alle verdere ontwikkelingsmogelijkheden worden afgesneden. Oegstgeest staan namelijk in het gebied, gelegen tussen rijksweg 4, en het Oegstgeester kanaal en de (nieuwe) oostgrens, nog uitgestrekte ter reinen voor verdere expansie ter beschikking. Mede lettende op het karakter van het typische forensendorp Oegstgeest, kunnen deze voor de uitbreiding van de kern toereikend worden geacht. Overzicht van het bevolkingsverloop in de gemeente Leiden, Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude en Voor schoten: inwonertal op stijging gemeente l-l-'46 l-l-'50 l-l-'56 l-l-'62 1946-'62 Leiden Oegstgeest Leiderdorp Zoeterwoude Voorschoten 83.999 10.047 4.356 5.284 9.061 89.875 10.721 4.716 5.524 9.843 94.302 12.263 5.523 5.951 11.688 97.409 14.225 7.933 6.31,2 15.602 13.410 4.178 3.577 1.028 6.541 Totaal 112.747 120.679 129.727 141.481 28.734

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 18