IN DE KRANTENTUIN
llbbeltie/
Het knutselhoekje
REMI
ZATERDAG 2B SEPTEMBER 1962
DE LETDSE COURANT
PAGINA 15
De ontvoering
Mieke vertelt aldus:
„Ik gong met Wolf nogal eens naar 'n
bepaalde plek wandelen, waar 't leuk
zitten was. Ik ging dam in het gras zitten
lezen of breien, terwijl Wolf zich be
haaglijk aan mijn voeten nestelde. Van
zelf dacht ik dus: laat ik daar eerst maar
gaan kijken. En jawel hoor, daar zag ik
z'n kop boven het gras uitsteken. Maar
wat heel ongewoon was, hij kwam niet
naar me toe, hij werd blijkbaar vastge
houden. Toen ik op hem afstevende en
mijn arm om zijn nek sloeg, werd ik
plotseling door twee kerels vastgeere-
pen. Ik wilde gillen, maar op dat moment
stopte één der manhen een prop in mijn
mond; Daarop pakten ze mij op en droe
gen me naar 'n auto, die achter struik
gewas was verborgen stond. Ze dliwden
mij erin, maar voordat ze het pórtier
dicht konden slaan, was Wolf met een
sprongetje ook „ingestapt".
Snel reden ze over 'n grote, rustige
omweg naar 'n oude villa, die verscho
len lag tussen hoge bomen. Daar aan
gekomen brachten ze mij naar een soort
opkamertje (kamertje boven de kelder)
dat ruim IV» meter hoger lag dan de
tuin, waar het op uitzag. Het was slechts
door een houten schot met het naast
liggend vertrek gescheiden. Hierin hiel
den mijn ontvoerders zieh meestal op.
Blijkbaar gaven zij zich er geen reken
schap van, dat het door de houten wand
zo gehorig was, dat ik op mijn kamertje
bijna alles kon verstaan, wat zij met el
kander bespraken. Ik hoorde o.a. dat zij
hèt hadden over een brief schrijven en
een grote som geld ei9en én ik begreep
terstond, dat het ging over losgeld, dat
mijn vader zou móeten betalen.
Toen ze me een poosje later eten
brachten, zei ik tegen Piet: „Ik heb wel
gehoord, wat jullie van plan zijn, maar
je hoeft er vast niet op te rekenen, dat
vader geld zal betalen".
„Zó meisje, heb jij geluisterd, dan zul
len we jè een beter plaatsje moeten ge
ven en avel onder de grond'".
Nauwelijks hadden ze de deur geslo
ten of ik vloog naar het raam, rukte het
met al de kracht, die in mij was, open
en sprong ondanks de hoogte naar bui
ten. Ze hadden er blijkbaar op gerekend
dat ik die sprong niet zou durven wa
gen. Ik kwam gelukkig op het zachte gras
goed terecht en zette het op een lopen.
Maar blijkbaar hadden de kerels het ope
nen van het venster gehoord en. al spoe
dig ontdekte ik tot miln schrik, dat ze
mij achterna kwamen. Toen was het of
mijn benen opeens verlamd werden en
was ik spoedig ingehaald. Ze brachten
me naar de villa terug en stopten mé in
het donker verblijf, waarin jullie mij re-
vonden hebben. Als een gunst mocht
Wolf mij daar gezelschap houden. Dat
vond ik toch wel een beetje aardig van
die mannen. Trouwens ze hebben verder
mij niet slecht behandeld. Maar toch
was ik o zo blij, toen het luik opehging,
paps
Uit het verhaal, dat de ontvoerders
op bevel van de commissaris over hun
daad moesten doen, bleek, dat er toch
wel een sluwe opzet in het spel was. De
aanrijding en het „edele" reddingswerk
van Wolf waren ingestudeerd om tot de
ontvoering te geraken en zo een flinke
slag te slaan. En nu 't op een misluk
king was uitgelopen begonnen ze elkaar
de schuld te geven. Piet beschuldigde
Gerrit van 't opzetten van het plan en
Gerrit wees even beslist Piet als de be
denker ervan aan.
„Ho", zei de commissaris, „schei daar
mee maar uit, dat zal de rechter wel Uit
zoeken. Dat jullie evenwel allebei een
flinke straf zullen krijgen, staat al wel
vast, want jullie hebben maar een lage,
gemene streek uitgehaald door 'n kind
en haar ouders doodsangsten te doen
uitstaan terwille van lage geldzucht".
..Mannén, brengt heh haar de eêllêh
tot de rechter beslist, wat er verder met
hen zal gebeuren*'
„En jij. Mieke, mag als je vader en
moeder het goedvinden voorlopig Wolf
meenemen, want hij is je tot een echte
„vriend" geworden" Dat was voor het
dappere kind nog een blij slot van een
hoop ellende.
Correspondentie
Emmy Ouwerkerk, Ter Aar. Wat een
klein papiertje in zo'n grote envelop.
Had maar eens een gezellig briefje ge
schreven Emmy!
Nelleke v, d. Veek, Noordwijkerhout.
Zo Nelleke. doe jij voor de eerste keef
rrtet ons mee? ??En? je stuurt ons nog
wel een versje! Maar zeg eens eerlijk
Nelleke: heb jij dat zelf gemaakt? Duis
ter nu goed, er komen alleen versjes en
verhaaltjes in de krant, die zelf ge
maakt zijn. Vandaag strijk ik mijn hand
eens over m'n hart. Omdat jij voor het
eerst mee doet en je alles misschien nog
niet zo heel góed weet daarom krijgt je
versje toch een beurt. Maar voortaah
zélf iets verzinnen hoor meiske.
YVONNE
Karei zag Yvonne staan.
Zonder haar vriendinnen
Niemand speelde eêhs met haar.
Niemand liet haar binnen.
„Ach", dacht Karei, „kijkt Yvon
Daarom steeds zo nukkig?
Als ik haar eens bloemen gaf,
Wordt zij dan gélukkig?"
Hii zocht de mooiste bloemen uit
Die hij maar kon vinden.
Maakte er een bosje van.
Hopend dat 't haar zinde.
Toen hij bij Yvonne kwam,
Met zijn blóemenvtaéhtje.
Zag hij voor de eerste keer
Dat Yvonne lachte.
We gaan Vérder fnét de verhaaltjes.
Ffanciska Hendriks, Lelden.
NAAR SCHOOL
Jan en Mies gaan voor het eerst naar
school. Zij dansen om 7 uur al in de ka
mer.
„Wat i§ hiér aan dé hahd?" vraagt va
der boos.
„Papa, ik wil naar school", zegt Mies.
,,'t Is nog veel te vroeg" zegt vader,
„kom ga nog ëVéri naar bed. dart sta 'k
op".
„Nee pa, daar hebben we geen zin in",
roepen ze alle twee.
..Kleed je dan maar zachtjes aan".
Een poosje later komen ze uit de
slaapkamer.
„Eten", zegt vader.
„Ik heb voor jullie ieder drie imter-
hammen klaar gemaakt", zegt moeder.
„O moe. dat is veel te veel".
„Nee, dat is niet te veel en als jullie
het niet opeten, dan gaan jullie niet naar
school".
Vlug aten ze de boterhammen op.
„Klaar moe!" roepen ze.
..Fijn hoor! Trek je jas maar aan".
Moe brengt ze naar school. De juf
frouw zet Jan en Mies naast elkaar in
de bank. Ze gaain rekenen.
„Mies hoeveel is 2 -f 2?" vraagt juf.
„3" zegt Mies.
„Mis! 2 2 4 en geen 3', verbetert
de juffrouw.
„Nu Jan! Hoeveel is 1 peer -f- 1 peer?"
„2 peren", roept Jan.
Zo, dat is góed.
Ze deden nog wel 10 sommen en toen
ging de bel. Toen was het tijd om te spe
len. Na het spelen gdng de juffrouw een
mooi verhaal voorlezen en toen was het
tij'd. 't Was een leuke ochtend geweest.
Joop van Veggel, Leiden.
PIETJE BELL IS WEER AAN
DE GANG
Het was vroeg in de morgen toen
Pietje droomde dat hij van een 100 me
ter hoge kerkttoren afviel, maar toen hij
wakker werd zag hij dat hij op de grond
naast zijn bed lag. Hij wroette zich uit
öe lakens en dekens. Hij hoorde dat moe
der al op was, ze was in de keuken be
zig. Toen ging hij zijn zus Martha pla
gen. Hij klopte op de deur. maar er
kwam geen antwoord. Hij klopte nog een
keer maar Martha bleef zwijgen. Toen
ging hij naar binnen en zag dat ze nog
vast lag te slapen. Hij nam een stokje
en kietelde haar voeten. Ze werd wak
ker en c?»sonig dadelijk uit bed om met
Pietje te gaan stoeien. Maar toen kwam
moeder boven en ze waarschuwde Pietje
flink op te schieten want hij moest nog
een boodschap doen. Vlug waste hij zich,
maar vergat, zoals altijd, zijn nek en
zijn armen.
Na het eten ging hij vlug weg. Toen hij
de hoek om was zag hij een mooie auto
stoppen. „Die kost vast wel duizend
gulden", dacht hij. Hij zag dat de eige
naar naar zijn sleuteltje stond te zoeken
en het maar niet kon viftden. Hij kreeg
Pietje In de gaten én vfoeg of hij voor
een kwartje even op de auto wilde letten.
Nou voor een kwartje wilde Pietje Bell
dat wel doen. Er werden de laatste tijd
zóveel auto's gestolen.
..Ga er maar lekker achterin zitten",
zei die meneer.
„Dat was „kasie, kasie" voor hem en
hij ging laflgült óp de zaehtê kussens
liggen.
Daar ging lemend in de wagen
zitten en reed met grote snelheid weg.
Die man had P;étie riel p°7:pd.
„Dat is een dief" dacht Pietje.
De auto stopte voor één groe garage.
Daar kwam Pietje te voorschijn.
.Als je er uit durft te komen, breek
ik ie nek" zei de dief.
Maar toen de man even in de garage
stond, zag Pietje een agent langs komen.
Hij sprong uit de auto en vertelde alles.
Toen de man buiten kwam werd hij ge
grepen. De eigenaar van de grote wagen
gaf Pietje vijf en wintiig gulden voor
zijn flink gedrag.
Niet ongeduldig worden kinderen. Jul
lie verhaaltjes krijgen heus ook èen
beurt, tenminste als ze geschikt zijn
en netjes geschreven.
Dag allemaal.
Tante Jo en oom Toon.
Er liggen nog goede oplossingen van:
Chris Droogh, Leiden; Jan Stevers, Al
phen a. d. Riin; Lla v. d. Veer, R'veen;
Annemarie Neyman, Hoogmade: Ellie
v. d. Veer, R'veen; Piet van Ruiten, Sas-
senheim; Thea Boers, Abbenes; Vera v.
Wlnsen, Warmond en Mechtlld Hoge-
veen, Noordwyk.
Roel Leiden.
HET VOLK „VAN DE LANGE HUIZEN"
ONZE ZEEREIS
Ik ben op een heel groot schip naar
Australië geweest. Toen we in volle zee
zaten begon hét te stormen. Een hele
boel mensen werden zeeziek, maar mijn
vriendjes en ik waren niet ziek. We
gingen op het dek lopën, maar het schip
slingerde zo, dat we steeds vielen. We
gingen toen naar binnen. Het was etens
tijd. We gingen aan tafel, maar 'n hele
boel mensen bleven in hun hut. Midden
onder het eten maakte de boot zo'n grote
schommeling, dat alle borden van de ta
fel gleden. Weg was onze soep. Na een
paar dagen was de storm over. We za
gen land, heei in de verte. Dat was Au
stralië, het land waar we gingen ■wonen.
Vera de Hey, Leiden.
EEN LEUKE WOENSDAGMIDDAG
Op een mooie woensdagmiddag ging
ik met mijn vriendinnetje Trudii naar de
speeltuin. We mochten er voor een dub
beltje in. We hadden ook nog een dub
beltje om te versnoepen bij ons. We gin
gen eerst op de schommels, er Waren er
net nog twee over. Trudy ging het hoogst
van ons twee. Later kwamen er nog
twee vriendinnetjes bij. Anke en Sanne.
We gingen met ons vieren op de schom
mels. O, wat ging dat hoog! Opeens ging
de bel om water te drinken. Allemaal
vlogen we op de kraan af. Daarna gin
gen we in de zweefmolen. Fijn was dat,
we zwierden zo hoog. Toeh we daar ge
noeg van hadden, holden we naar de
draaimolen-, Trudi en ik op een paard en
Anke en Sanne op een bankje, Dat was
leUk èn ëeht léük ook. Weer girtg de bel
om water te drinken. Nu gingen wè naar
het klimrek. Tfudi sprong per ongeluk
van twee hoog naar omlaag. Haar teen
deed erg zeer. Ze glftg haar de portier,
maar die zei dat het wel zo over zou zijn.
Toen ging de bel en moesten we naar
huls. Maar eerst ging ik nog wat kopen
voor een dubbeltje dat ik gekregen had.
We kochten twee zoute droppen en gin
gen bij Trudi t.v. kijken met een lekkere
drop in de mond.
Trudi Frankhuizen, Leiden.
ROLIANNE
Er was eens heel lief prinsesje, dat Ro-
lianne heette. Maar ze had één foüt: ze
lachte altijd. Daar hadden de koning en
koningin veel verdriet van. Eerst dach
ten ze: och dat zal wel gauw veranderen,
want koningskinderen moeten soms heel
ernstig kunnen zijn. Maar ze hadden het
helemaal mis eh het ging al heel wat
jaartjes 20. Toen vond de koning dat er
eens een eind aan moest komen.
„Zeg Rolianne, wist jij da dat gegichel
vreselijk lastig is?" vroeg de koning.
„Nee hihi, papa hihi!"
„O, enne als dat de Volgende week nog
zo is, zal er een vresèlijke straf Volgèh.
Verstaart?"
„Ja hihi. pdpa hilii
Maar de volgende week was het nog
net zo. De koning vond dat het toppunt.
Hij liet door het hele land bekend ma
ken: „wie mijn dochtertje kan genezen
krijgt een beloning van duizend gulden".
Iedereen wist waar het kind genezen
moest worden. De éné kwam met:
moet haar een flirtk pak slaag geven.
Een ainder: u moest haar vastbinden en
zo maar door. Een vol jaar lang probeer
den fee van alles tot ze er eindelijk van
CONCENTRATIEPROEF
(oplettendheldsproef)
Schrijf de cijfers van fig. b óver op
zoveel briefjes als er medespelers zijn.
Vervolgens moet ook ieder 'n potlood*
hebben en iemand met 'n horloge geeft
begin en eind aan Van de wedstrijd aan.
Op commando „af" moet elk 'n 5 zetten
boven elke 4 waarachter een vijf volgt
en tevens moet hij 'ft 4 zetten boven
elke 5, die door 'n 4 gevolgd ivordt. Wie
't het nauwkeurigst en 't snelste doet is
winnaar.
Hoeveel e's
Neem krant (of boek) en potlood. Je
krijgt in één minuut allen hetzelfde
stukje te lezen en daarbij alle e's aan
strepen die hij tegenkomt. Vóór iedere
EEN KASTANJESPEL
Wordt in Engeland veel gespeeld. Elk
'n kastanje met 'n koord erdoor en een
flinke knoop eronder, dat ze er niet af
schiet. De een houdt z'n koord voor zich,
de ander probeert de kastanje te raken,
wikkelt 'daarbij z'n koord om zijn hand.
Raak is 1 punt Na 'n bepaald aantal po
gingen wisselen. Wie bij evenveel slag
beurten de meeste punten heeft ls na
tuurlijk winnaar.
N.B. De kastanje moet stil hatigen!
overgeslagen e verliest men 2 punten.
Natuurlijk komt er Weer een horloge of
klok bij te pas. Opgelet klaar? af.
Deze test (proef) gebruikt men veel in
de Ver. Staten voor het personeelson-
derzoek om te weten of een kandidaat
voor een bepaalde btan vlug en nauw
keurig genoeg is. Meestal tellen 60 e's
in één minuut voor 'n voldoende, mdar
pas als je er 80 kunt aanstrepen per mi-
nUut, is de uitslag goed.
■f LUISTER NAAR\
Radio Luxemburg 208 meter
zondag 12 uur
I Radio Veronica 192 meter
woensdag 13.45 uur
woensdag 13.45 uur
Zo heette de Indiaanse stam der Iro-
kezen, die eens de reusachtige wouden
bewoonden, waar nu de stad New York
ligt. Zij bouwden hun dorpen meerial op
verhoogde terreinen en versterkten ze
met een sterke omheining van boom*
stammen.
In elk dorp stonden 10 of 12 lange
huizen. Ze leken meer op loodsen en in
elk huis woonden zowat 50 mensen. In
zo'n dorp ging het levendig toe; kinderen
en honden liepen door elkaar en speel
den en de volwassenen arbeidden op het
open veld.
De Irokezen bestonden uit 5 stammen,
d'ie 't aanvankelijk slecht met elkander
konden vinden. Zij moeten zich net zo
lang bestreden hebben, tot zij dreigden
door hun gemeenschappelijke vijanden,
de Algokin-indianen, verdreven te wor
den.
Abef, de Irokse Hiawati ('n sprookjes
krijgsman) zag eindelijk In, dat 't brood
nodig was de onderlinge twisten tusSen
de stammen te beslechten.
Hij reisde in zijn kano van stam tot
stam en overreedde de grote opperhoof
den om aan de oever van het Onandaga-
meer samen te komcn. Dat gebeurde
omstreeks het jaar 1570.
Bij deze ontmoeting, werden de Iro
kezen het erover eens de jachtgronden
onder elkaar te verdelen en de vrede te
bewaren. Daardoor werden ze weer
sterk en konden hun vijanden verdrij-
De Irokezen waren tegelijk jager en
landbouwer. Zij verbouwden „de drie
zusters", maïs, boften eft meloenen. Om
de grond te bewerken, gebruikten ze
stokken, eenvoudige hak en een korte
senen bijl.
De vrouwen verzorgden de velden,
kookten hèt eten, looiden huiden en
vlochten korven en manden.
Planten, zaaien en waterdragen vonden
de mannen beneden hun waardigheid.
De kinderen gingen niet naar school, zij
leerden alles wat nodig was door toé te
zien naar het werk der volwassenen. De
moeder zorgde voor hun opvoeding, de
vader bemoeide zich daar niet mee. De
Irokezen waren dol op hun kinderen en
bestraften ze bijna nooit.
Des avonds verzamelde groot en klein
zich otn het kampvuur; dan werd er ge
zongen en de jagers vertelden hun avon
turen in de grote wouden.
NOORDW1JK
EEUWFEEST GEERTRUIDA
KLEUTERSCHOOL
Op 3 november a.s. zal het honderd
jaar geleden zijn, dat de Geertruida
Kleuterschool aan de Voorstraat werd
opgericht. Duizenden Noordwijkers
hebben in de loop van deze eeuw
hun prille jeugd op deze school door
gebracht en bewaren er de beste her
inneringen aan. Bereids is er een co
mité opgericht dat aich gaat beijveren
om geld in te zamelen voor een pas
send huldeblijk van de oüd-leerlin-
gen.
PLANNEN BOUW NIEUWE
WILHELMINASCHOOL WACHTEN
OP RIJKSGOEDKEURING
Het voorlopige plan van de nieuwe
WiHhelminacchool, ontworpen door
het architectenbureau Verloop
Van der Mey te Katwijk, is inmid
dels goedgekeurd door de inspecteur
van het lager onderwijs. Daarna kon
worden overgegaan tot een definitief
ontwerp, dat thans circuleert in de
kring van het onderwijzend perso
neel en het schoolbestuur om detail
punten te bekijken. Verwacht kan
worden dat binnen zeef afzienbare
tijd de definitieve goedkeuring op
dit plan zal worden verkregen.
Zulks betekent niet dat daarna
terstond met de uitvoering kan wor
den begonnen. Daortoè is namelijk
de rijksgoedkeuring nodig en wan
neer deze zal afkomen valt zelfs bij
benadering niet te zeggen. Men hoopt
dat rekening zal worden gehouden
met het feit dat de Wilhelminaschool
nog een oude urgentie-verklaring
heeft.
Het plan voor de Geertruida Kleu
terschool, dat op hetzelfde complek
grond gebouwd zal worden, is thans
ook gereed. Door deie combinatie
van scholenbouw heeft men ook de
grond kunnen verkrijgen van het
(Advertentie)
pand, waarin thans het R.K. Chari
tatief Centrum is gevestigd. De ar
chitecten hebben vindingrijk met de
beschikbare grond weten te woeke
ren en zo is het mogelijk gebleken
tussen de Wilhelminaschool en de
Kleuterschool voldoende open ter
rein te houden.
en aijn vrienden
naar Hector Mslot
^ElfHOMVróER VAN
SPANNING in HET KADER
OER VLIEGSPORT. EEfl AVON-
TUUR WAARVAN DeUENE-
lUXTiNT EEN WAARBORG
iS VOOR DE MEEST ONGE-
ioofi'jke situaties.
23. De tijd ging al te snel voorbij, want
we hadden het toch zo goed. Al te gauw
zou ik Arthur en zijn moeder weer moe
ten verlaten. Tóen ik erover begon te
sprekers smeekten zij me steeds weer
toeh bü hen te blijven.
„Neen, neen, dat kan niet, want ik
moet naar de gevangenis en mijnheer
VitaulB ontvangen, als hij vrij gelaten
Word; dat heb ik beloofd". „Je hebt ge
lijk, mijn jongen" zêi mevrouw Beau
mont, „maar wij vairèn er jou naar toe
en dan moet mijnheer Vitalis aan boord
komen en met ons spreken.
Arthur en ik weenden allebei, toen de
laatste dag aanbrak. Langzaam verwij
derde ik mij met mijn dieren van het
schip, waarop we drie maandéft gèleefd
hadden.
24. De dieren waren gelukkig, toen ze
hun meester weër zagen en hij was blij
toen hij ons zag. Maar ik was geschokt
door de veranderingen, diie ik aan hem
opmerkte. Hij was heel bleek, zijn rug
was gebogen en hij kon ftauwelijks meer
lopen.
Ik vertelde hem vlug van Arthur en
zijn moeder. „We gaan dadelijk naar het
schip" zei Vitaliê.
Maar toen we aan de rivier kWamen,
was het schip verdwenen. Daar begfeep
ik niets van, maar ik Wist, dat Arthur
en zijn moeder ons niet tnet opzet in dé
steek gelaten hadden. Er moest Iets ge
beurd* zijn. Wij bléven geruime tijd wach
ten. maar „De Zwaan1, kwam niet meer
opdagen. Er bleef mé dus niets anders
over dan weer met Vitalis langs 'i He
ren wegen te gaan zwerven.
Vitalis wilde voor de aanvang van de
winter Parijs bereiken^ Doch we kwamen
slechts heel langzaam vooruit en op 'n
kwade dag werden we In een gróót bófl
door een zware sneeuwstorm overvallen.
WIE KENT DEZE DRIÉ BERGEN?
Èétt crvati ls de „Heilige berg" der Ja
panners, een andere is 4479 m. hoog en
ligt aan de Italiaanse grens en een derde
is met pl.m. 8900 m. de hoogste berg der
wereld. Oplossing elders (eerst zelf zoe
ken hoor!)
Oplossing.
1. Mount Everest.
2. De vulkaan Fudschijama.
8. Matterhom (ZuM ZwltaeriaM).
Fi g di