Mooiste polders en oudste molens
liggen in Leidens plassengebied
VRIJDAG 23 MAART 1962
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Gift van prinses
Wilhelmina
Onder de velen, die de Rijn
landse Molenstichting een gift
zonden was H.K.H. Prinses
Wilhelmina, die liet weten, dat
vooral de sierlijke drie
eeuwen oude wipwatermolen
van de Vrouwe Vennepolder
bij Oud-Ade haar hart heeft
gestolen. H.K.H., die een ver
dienstelijke dilettante in het
olieverfschilderen was, heeft
deze molen drie maal geschil
derd.
J
„Meneer, kan er nu eens niet iets aan die molen gedaan worden?"
De Rijnlandse Molenstichting en de gemeente Zoeterwoude kregen
telefoontjes van deze strekking over de molen „Zelden van Passé",
die via de aanleg van rijksweg 4 a veel bekijks heeft gekregen. De
molen vertoonde grote gaten in zijn wambuis.
Telefoontjes als deze, spontane schenkingen van mensen die geregeld
de reis naar Rotterdam langs de molen maakten via de rijksweg,
tonen wel, dat de belangstelling voor de molen als deel van het
landschap gegroeid is.
Alle belangstellenden in het wee van de Zoeterwoudse molen mogen
weten, dat de molen thans voor één gulden is aangekocht door de
Rijnlandse Molenstichting, dat ook het huisje in de nabijheid en
de grond zijn gekocht en met de restauratie een begin is gemaakt.
Het is slechts één van de aankopen van deze stichting, die zich
in het bijzonder bekommert om het lot van de molens in het Leidse
plassengebied.
Dat die molens en met hen het landschap de moeite waard zijn
door deze stichting gered te worden, heeft het bestuurslid, de molen
kenner, de heer A. Bicker ,Caarten, ons gistermiddag nog eens dui
delijk gemaakt, toen hij een lyrische, met dia's geillustreerde, be
schrijving gaf van de schoonheid van de polder nabij Leiden en
van de molens daarin. Deze polders hebben een historisch verleden.
TOEN IN DE VROEGE MIDDELEEUWEN tengevolge van het ver
zanden van de Rijnmonding, het water vooral naar het noorden
uitvloeide, gingen de boeren hun land privé tegen het water be
schermen met behulp van een omdijking. Ten noorden van Leiden
ontstond een plassen- en moerassengebied, dat eerst met de droog
legging van de Haarlemmermeerpolder weer gedeeltelijk is ver
dwenen. De omdijking, individueel door de boeren, heeft aan het
polderland in Rijnland zulk een levendige aanblik gegeven.
Een dijk bleek niet voldoende en al spoedig verschenen in deze
gebieden handmolen, paai'demolens, en in het begin van de vijftien
de eeuw al kleine windmolens. In de zestiende eeuw voegden de
boeren dikwijls hun landerijen samen tot één polder en vielen dan
onder het reglement van toezicht van het Hoogheemraadschap.
HET OUDE TYPE POLDER is in het Rijnlandse het best bewaard
gebleven en zo ook de oude molens. Is men in andere gewesten
al trots op molens die uit de achttiende eeuw stammen, Rijnlands
plassengebied kent er uit het begin van de zeventiende eeuw.
Zo dateert de molen „Zelden van Passé" te Zoeterwoude uit 1646.
Ouder nog zijn de wipmolens, de houten vierkante molentjes, zoals
er een fraai exemplaar staat aan de provinciale wég nabij Oud-Ade,
welke molen thans door de Rijnlandse stichting is aangekocht en
dit voorjaar nog gerestaureerd zal worden.
HET ZAL BEKEND ZIJN, dat er in ons land reeds de vereniging
„De Hollandse Molen" bestaat, die zich al enige tientallen jaren
bemoeit met het lot van de nooddruftige molens in ons land.
De Rijnlandse Stichting heeft zich echter gezien het prachtige,
molenrijke gebied, in het bijzonder nog eens het lot van de molens
in Leidens omgeving aangetrokken, omdat ze zo mooi zijn. Men
treft er ook achtkante rieten molens aan en twaalfkante stenen mo
lens. Zij geven aan het beeld van de plassen en polders binnen
Leiden een bijzondere bekoring. Helaas zijn er vele in verval geraakt.
Boeren in middeleeuwen tekenden
met privé-dijkjes het landschap
Rijnlandse Molenstichting
snelt te hulp
Zoeterwoudse „steen des aanstoots"
wordt reeds gerestaureerd
Bij de foto's:
Rechtsboven: De meer dan drie eeuwen oude poldermolen
„Zelden van Passé", nabij Zoeterwoude, aan de Rijksweg 4a
(Den HaagSchiphol). De molen verkeert in een zeer slech
te staat en wordt thans geheel hersteld door de Rijnlandse
Molenstichting
Rechtsonder: De Zwanenburgermolen aan de Leede te
Warmond, eigendom van de Rijnlandse Molenstichting.
Linksboven: De sierlijke meer dan drie eeuwen oude wip
watermolen van de Vrouwe-Vennepolder bij Oud-Ade (ge
meente Alkemade), die door de Rijnlandse Molenstichting
is aangekocht en nog dit voorjaar zal worden gerestaureerd.
Linksonder: De ronde stenen 18de eeuwse molen van de
Boterhuispolder, gemeente Warmond, aan de Zijl tussen
Leiderdorp en de Kaagsociëteit. Over aankoop van deze
molen voert de Rijnlandse Molenstichting besprekingen.
(Foto's: A. BICKER CAARTEN)
Was de stichting er voor de oor
log geweest dan waren tiental
len molens, zoals nabij Voor
schoten en Zqeterwoude, be
waard gebleven.
THANS IS HET ZAAK de on
geveer 70 molens die dit gebied
nog bezit in stand te houden.
Want vooral na Üe oorlog, toen
de molen zijn taak als energie
leverancier geheel verloor, is het
verval van de molens toegeno
men. Polderbesturen plaatsten
elektrische gemalen naast de
molen, omdat dit goedkoper
is; de huur van een molenaar
uitspaart en niet afhankelijk is
van de wind. Zulk een efficiency
doet de molen de das om.. Het
gebouwtje wordt niet meer ge
bruikt en dit blijkt funest, om
dat een rechtgeaarde molen
moet werken. In eenzijdige stand
drukt het gewicht aan één kant
en zonder het kruien van de
molen kan de wind niet vrij
langs de wanden en onder de
kap spelen.
HET IS DAAROM, dat de Rijn
landse Molenstichting zich op de
eerste plaats ten doel stelt de
molen weer bedrijfsklaar te ma
ken. Dit heeft nog een ander
voordeel; in tijden van nood
moet de windmolen weer dienst
kunnen doen. Het is volgens
deskundigen te danken aan de
windmolens, dat niet een groot
deel van Rijnlands boezem on-
der water heeft gestaan, tijdens j
de laatste jaren van de afgelo- i
pen oorlog.
Maar 't belangrijkste motief is
toch de plaats van de molen in
het landschap: de levende mo
len, die tegen een Hollandse
wolkenlucht „kruisen slaat".
Aan behoud van dit - vreemde
lingen trekkende - beeld, werkt
de Rijnlandse stichting. In eigen-
dom heeft zij thans de ronde
stenen molen van de Zwanen- I
burgerpolder aan de Leede te
Warmond, gebouwd in 1805, ge- j
restaureerd in 1961;
- de onbewoonde wipmolen van
de Polder Hogeweg, tussen i
Noord wijk en Voorhout, ge
bouwd circa 1652.
- de bewoonde wipmolen aan de
Vrouwe Vennepolder bij Oud-
Ade, gebouwd ca. 1632, waar
van de restauratie juist is aan
gevangen en 23.000,moet
kosten;
- de bescheiden wipmolen van
de Voorofsepolder bij Hoog-
made, gebouwd in 1640, waar
van de restauratie in voorbe
reiding is; kosten 10.000,
- de forse achtkante rieten mo
len „Zelden van Passé" waar
van de restauratie - schrik niet
37.000 moet bedragen.
Voorts zijn nog besprekingen
over aankoop gaande betreffen
de de ronde stenen molen van
de polder Boterhuis, gemeente
Warmond aan de Zijl, nabij de
Kaagsociëteit, gebouwd in 1744
en de kleine, zwaar-vervallen
achtkante rieten molen van de
Huis ter Does, polder aan de
Does bij Leiderdorp, die aan de
rijksweg 4 a bepaald voor schut
staat.
Geld
Dit alles vraagt van de stichting
veel geld en het is maar geluk
kig, dat zij ruime subsidie van
Rijk en Provincie ontvangt.
Maar niettemin moet men toch
nog zeker vijfentwintig procent
van de zeer hoge aanschaf- en
restauratiekosten zelf dragen en
het is hierom dat zij onlangs een
bewogen beroep heeft gedaan
op het molen- of liever natuur-
minnend publiek onder het mot
to „Windmolens in nood".
De stichting heeft 300 contri
buanten en bovendien donateurs
Er is véél geld nodig en niet
zonder zin zij hier het adres van
de stichting vermeld: Breestraat
59, tel. 21645. Bijdragen kunnen
ten name van de stichting ge
stort worden bij de Twentsche
Bank N.V. te Leiden met als
postrekening 9 013.
Scheepswrak van 10.000
ton wordt opgeblazen
Schip ligt met 900 ton
granaten
in Westerschelde
In de monding van de Wester
schelde, ter hoogte van Cadzand,
is het begingsbedrijf Van den Ak
ker uit Vlissingen begonnen aan
een buitengewoon gevaarlijk kar
wei: het opruimen van het wrak
van het Britse schip „Fort Mai-
sonville", dat in zijn ruimen en
op de dekken een grote hoeveel
heid oorlogmateriaal heeft, waar
onder 900 ton granaten.
„Wrakkenvrij".
Het schip maakte deel uit van
een geallieerd konvooi, dat einde
1944 materiaal en proviand voor
de troepen wilde aanvoeren via
de haven van Antwerpen, die toen
pas was veroverd. Het schip liep
op een mijn en zonk. Alleen de
mast van dit ruim 10.000 brt. me
tende vrachtschip - dat op zijn
zij en gebroken op de wat harde
zeebodem ligt - steekt nu nog bo
ven water. Het schip zonk net
buiten de vaargeul en levert dus
alleen bij zeer slecht zicht indi
rect gevaar op voor de scheep
vaart. Dat Rijkswaterstaat nu, na
bijna 20 jaar toch nog heeft be
sloten dit wrak te doen ruimen,
moet gezien worden in het kader
van het plan om de gehele Wes
terschelde „Wrakkenvrij" te ma
ken, mede in verband met een
steeds toenemende scheepvaart en
het in de vaart komen van sche
pen met steeds grotere diepgang.
„We ruimen de „Fort Maison-
ville" op door het weg te schie
ten", aldus de heer Wouter Man-
ge, directeur van het bedrijf in
Vlissingen. „We brengen dus
springladingen aan, die tot ont
ploffing worden gebracht. Zo
schieten we het wrak weg tot
een diepte van 14 meter".
V oorzorgsmaatregelen.
Het moet niet uitgesloten wor
den geacht, dat bij dit -springen
ook een deel van de lading gra
naten explodeert. „We zijn daarop
berekend en hebben voorzorgs
maatregelen genomen", vertelt de
heer Mange. „Het allerbelangrijk
ste: voordat wy de lading tot
ontploffing brengen ervoor zor
gen, dat we minstens een kilo
meter uit de buurt van het wrak
zijn. In normale gevallen, wan
neer we een schip springen varen
we ongeveer honderd meter weg"