PASTOOR N. J. COMMANDEUR O.F.M. MODERN ZIELENHERDER MET MODERNE PROBLEMEN Geestelijk planbureau in Leiden Zuid-West: goed voor buren-hulp en kerk-bouw OPRUIMING MEERPOEL'S Het „toen, nu en straks" van het Woordenboek der Nederlandse Taal te Leiden VAN A TOT AJUIN STRAKS IN EEN HOLLERITH MET PONSKAARTEN Mevrouw Trotsky overleden WOENSDAG 24 JANUARI 1962 DE LEIDSE COURANT PAGINA 6 JiV ONZE GRQTE STEDEN is het geen curiosi teit meer - wanneer je hij een pastoor op de koffie wordt genodigd - dat je de pastorie moet zoeken ergens achter de strakke, moderne fagade van ettelijke verdiepingen hoge confectiewonin- gen. Dit verschijnsel zit vast aan onze supersnelle tijd; de monster-steden struikelen over hun eigen uithouw, zo'n vaart heeft de groei. Maar in nog sterker mate toont een dergelijke herder-op-een flatje aan, dat het behartigen van de geestelijke belangen van de mens een zaak is die nauwelijks het materiële ijltempo kan volgen. Het lot van hem, die door zijn kerkelijke overheid midden tussen deze kolossale uitwas is geplaatst om te zorgen, dat vele duizenden behalve voor de wel varende bolster ook nog een open oog houden voor hun onsterfelijke zielen, trekt vandaag de aandacht. Het is het lot van „de bouwpastoor over wie vele stukjes in kranten en tijdschriften worden geschreven en om wie men bekommerd is. Het is de positie van de geestelijke leidsman, op wiens schouders een loodzware last is neerge legd, een bijna onmenselijk zware last, waaronder er niet zelden zijn bezweken. Dat Leiden niet de minste der steden is bewijst toch zeker het nieu we woonoord, dat als Zuid-Westuit de grond wordt gestampt. Leiden is zowaar een ,„grote stadaan het worden, want het heeft een bouw pastoor-op-een-flatje, die maar moet zorgen, dat „alles" er komt en die er zijn slapeloze nachten kent, een paar meter boven de plek, waar luttele jaren geleden de zwartbonten nog lagen te her kauwen. Over hém wilden we het met u even hebben. stoel in de absis achter het pries terkoor, en het orgel, opgehangen in de zijwand, schuin boven het hoofdaltaar, met het klavier op 'n draaiend plateau volgens 't sys teem van de Leidse orgelbouwer P. C. Bik. Zoals de plannen er liggen is er ruimte ook financieel voor een jeugdhuis bij de nieuwe kerk. Waar dit gebouw zal komen is nog een vraag, maar pastoor Commandeur acht het niet onmogelijk, dat 't jeugd huis onder de kerk komt te liggen- „Ze moeten voor de fundering tóch de grond in", zegt hij, „bovendien komt door deze constructie de prijs voordeliger te liggen". Bij ons onderhoud heeft de tele foon al meermalen gerinkeld. En alle draadloze gesprekken draaien om één en hetzelfde onderwerp: de nieuwe kerk. Zo komt het bisdom aan de lijn en de pastoor maakt meteen een af spraak voor een belangrijk gesprek in Rotterdam, samen met zijn kerk meesters. Er kunnen daar op 27 jan. wel eens gewichtige beslissingen worden genomen. Ook het Kaski, Kath. Sociaal Kerkelijk Instituut, meldt zich, met een nieuwe enquête onder de kerkgangers op 18 februari. De vorige telling (de parochianen herinneren zich nog wel de gezellige schrijverij van een half jaartje ge leden onder de zondagse preek!) blijkt niet zo deugdelijk te zijn ge weest. I"\E PASTORIE aan de Churchill- laan kent een grote aanloop van schapen en schaapjes. Het gaat de hele dag zo'n beetje door. „En een administratie dat ik heb", zegt een druk ordenende pastoor Comman deur, „geweldig! Gelukkig hebben we een prima penningmeester, die ik alles op zijn dak stuur. Er komen steeds meer papieren bij en dat is op een flat niet om te doen". EEN TWEEDE KAPELAAN Nu valt de behuizing nog wel mee. Maar als er in de loop van het jaar een pater als assistent bij komt de pastoor heeft nu alleen pater Fab. v. d. Brom ofm als kapelaan dan moet er weer een oplossing voor woonruimte worden gezocht. De tweede assistent zal een functie als godsdienstleraar op de scholen krij gen. Pastoor Commandeur heeft al meer dan eens gedroomd van het geeste lijk en materieel bouwwerk, dat hij bezig is neer te zetten en waaraan hij al zijn energie geeft. Die nacht merries zijn waarachtig niet verba zingwekkend. De pastoor heeft even wel bij zijn grootse werk alle mede werking van zijn parochianen en daar is hij heel dankbaar voor. „Er zijn weinig bouwpastoors, die er zo goed voorstaan als ik", verklaart de pastoor monter, alsof er geen wolkje meer te bekennen valt aan 't bouw- firmament. „De grond is helemaal door ons betaald en voor het overige schieten we steeds een stukje meer op in de goede richting, maar we zijn er nog lang nietActies komen en worden afgesloten. Na de „bier glazen-actie" van Docos verzint men wel weer wat anders. Verkenners van zeven groepen zijn paraat voor een goede daad, de kinderen sparen voor een tabernakel, de gelden voor een monstrans stromen binnen en de pastoor betuigt zijn gelukwensen aan jubilerende katholieke bruidsparen in Leiden en verre omgeving tot in Noordholland toe en voegt er slinks een girobiljet bij. We hebben al te veel beslag op i zijn tijd gelegd: we stappen op. De pastoor begeleidt ons naar de deur. i, Daar bedenken we ons,; dat de lezers misschien graag zouden willen we- ten, hoe een kosmopolitisch man als pastoor Commandeur over Leiden denkt. „Mooie, oude stad; ik heb nog nooit zoveel steegjes bij elkaar ge- zien als in Leiden". „Flink trekken; het klemt een j; beetje... Dat wisten we al, van die deur. Er waait een frisse wind door het trappenhuis, waaraan in g Leiden Zuid-West een pastorie ligt, een productief geestelijk planbureau. I naaimachines Enige overjarige en licht be schadigde naaimachines tegen sterk gereduceerde prijzen. NAAIMACHINEBEDRIJF BREESTRAAT 171 LEIDEN TELEF 24815 (Advertentie) In 1853 begon Matthijs de Vries 'n gigantisch werk r\E DEUR KLEMDE. Een van de zeven en vaak meer hoofdzonden van een riante, na-oorlogse flatwo ning. In het trapportaal beneden pas seerden twee heren elkaar, in zich zelf gekeerd de een met een lege kolenkit, de ander een gevulde tor send: twee zielen met één, op dat ogenblik zwarte gedachte. Zij wissel den vluchtig een groet, zagen we nog net. En toen viel de deur achter ons dicht. Klemvast, vermoedden we. De huishoudster verwijderde een allerliefst jongetje, dat vóór ons uit door de gang dartelde, en kondigde ons aan. We stonden oog in oog met onze gastheer. De meeste katholieke Leidenaars kennen hem al, zéker van naam. Op hem zijn vele acties in stad en omtrek gericht: op pastoor N. J. Commandeur ofm. en op zijn splin ternieuwe St. Antoniusparochie. Orgel wordt met melk meer mans Pastoor Commandeur is geen stille dorpsherder. Hij houdt na zijn twaalf uurtje geen siësta in zijn stoel bij 't raam, dat uitzicht geeft op de weidse Churchill-laan en zijn noodkerkje aan de overkant. Hij heeft er geen zin in en geen tijd voor. De pastoor heeft in z'n nóg jongere jaren zijn gouden sporen al verdiend. Zijn werkterrein lag zowel in de illagali- teit, waarin hij zich teweerstelde te gen het vreemde onrecht, als op het geestelijk verzorgingsvlak ten be hoeve van de Nederlandse katholieke melkhandelaren als Bondsadviseur. Dat is hij trouwens nu nog: „Ze la ten mij ook niet in de steek. Met Melk meer Mans hoop ik mijn orgel bij elkaar te krijgen; ze doen er hun best voor", zegt pastoor Comman deur. IN DE GEZELLIGE, zakelijk aan- geklede werkkamer hangt boven een fauteuil een kooitje met een ka narie erin. „Die piet heb ik cadeau gekregen van iemand, die het beest op een tentoonstelling heeft gehad" Onder het kooitje zittend beseffen wij, dat er ons feitelijk een risicootje boven het hoofd hangt en wij vragen de pastoor, of het gevaar kan in ver band met de eventuele neerslag. „Als-ie stil zit kan het geen kwaad" zegt de pastoor, „maar het ongeluk zit ook hier in een klein hoekje". We zijn blijven zitten, maar, zoals u kunt begrijpen, de aanloop tot het ver dere gesprek zal in een voor ons weinig geruststellende sfeer moeten plaatsvinden. Vóór de loeiende haard zien wij schroeiplekken in de vloerbedek king. Wellicht heeft de pastoor te stevig gepookt, want pastoor Com mandeur is een man die van vuur houdt, óók in een kachel. In de richting van de keuken menen wij een fluitketel in actie te horen. Een huiselijk geluid, dat afgewerkt wordt met het binnendragen door pastoors zorgzame huishoudster van dampende kopjes thee, waar bij flikken gevoegd worden; een knus gebaar in een intieme, fami liaire entourage. Het blijft een zwijgzaam en ordentelijk pietje boven ons en we komen ter sprake. Pastoor Commandeur verplaatst zijn schemerlamp een stukje haard- waarts. Langs de kap hangen een paar propere koorden, echte boe te-koorden met kwasten eraan. Ze zijn pas gewassen. Dat doet de pas toor zelf niet, maar de knopen legt hij er wél in. „Je staat er misschien even van te kijken, maar die din gen moeten nou eenmaal droog", verduidelijkte hij. GOEDE GEBUREN.... Of de pastoor goed met zijn buren kan omgaan, vragen wij. Dat gaat best, vindt hij. Er wonen enkele ka tholieke gezinnen. Het leuke knaapje, dat wij in de gang ontmoettten, is het zoontje van een zieke buur vrouw. „In de pastorie is altijd wel iemand aanwezig, zodat we ook op deze manier uitkomst kunnen bie den", zegt pastoor Commandeur, die zich tekent als de goede buur, die beter is dan een verre vriend. Met de bovenburen, die niet katholiek zijn, is de verstandhouding ook pri ma. Ze hadden het alleen maar even over „een rumoerige Kerstnacht be neden Een goede vriend is pastoor Com mandeur overigens van de uit Indo nesië gerepatrieerden. De parochie telt 60 van deze gerepatrieerde ge zinnen. Deze mensen leven vaak erg geïsoleerd en de pastoor zet zich per soonlijk in om deze isolatie te door breken. „We zijn internationaal ge oriënteerd; er wonen hier nog een paar Hongaren en een Russische vrouw. Wat we niet hebben", ver telt onze gastheer, „is een katholieke arts. Er zou voor hem werk genoeg zijn in Zuid-West. Om zo'n dokter zitten we dringend verlegen". AL GAUW ZIJN WE met ons ge- sprek beland midden in het klu wen van activiteiten, waarin de pas toor zijn jonge, vitale parochiege meenschap heeft gedompeld als in 'n bruisend bad. „We willen heel veel, dat heb je zeker al gemerkt. Onze vrouwenbeweging staat onder druk van buitenaf. Reglementair in dio cesane zin zouden de dames lid moe ten worden van de KAV, maar hier over is het laatste woord nog niét gesproken. Je trapt al vlug op zere tenen. Voor de mannen gaan we ook wat doen; voor hen hebben we aan kaartavonden gedacht, een soort pa rochie-avonden, waarvan de baten ten goede komen aan de nieuwe kerk". ZORG VOOR DE JEUGD In de Titus Brandsmalaan zal bin nenkort een jeugd-honk worden ge opend. Dit wordt een dependance van de „Vroolijcke Arke", uitgaande van de stichting Kath. Bijzonder Gezins- werk en Jeugdzorg. Ook de Leonar- dusparochie gaat hiervan profiteren. Het betreft de jeugd die wat ontspan ning in een prettige omgeving het hardst nodig heeft. Er zijn evenwel nog problemen die niet opgelost zijn. „En dat is misschien ook wel leuk om te noteren",, gaat de pastoor ver der, „op 11 februari a.s. is er in „De Vink" een grote dansavond onder auspiciën van Ontwikkeling, Kunst en Ontspanning (OKO) voor jongelui vanaf 17 jaar. De „Lucky Stars" ma ken er muziek bij". Pastoor Commandeur wil binnen niet al te lange tijd komen tot de uitgave van een parochiegids, een boekske, dat, verlucht met adver tenties, een keur van belangrijke adressen in de parochie bevat. On derwijl wordt er gebeld. De pasr toor had het al gezien. „Die komen in elk geval wat brengen", zegt 1 :j vrolijk. Aan de deur geeft de pas toor de kerksleutels af. „Da's de vlondèr", zegt hij, als hij weer in de kamer is. „Achter in de kerk tocht het allemachtig' erg en de zangers staan er 's zondag te ver kleumen. Ze leggen er nu 'n hou ten vlondertje, zodat de heren wat hoger komen te staan. Het komt ook het geluid ten goede, hebben ze gezegd, maar dat zie ik nog niet. Enfin, ik hoop maar, dat men te voren de maat goed heeft genomen anders zitten we nog in de boot!" Als de sleutels worden terugge bracht hoort de pastoor, dat er 'n paarlemoeren knoopje in het sleu telgat zit van buiten kon de deur niet opengemaakt worden. Pastoor Commandeur is niet uit het veld geslagen door het knoopje: „Ja, dat zijn zo van die dingen hè Over twee maanden is de nieuwe LO-noodschool aan de Mozartstraat klaar. Het is een vijfkl'assig gebouw tje, dat aan drie lagere klassen on derdak biedt. Een zorg minder. „Nou, en over de bouw van de kerk weten jullie al het een en ander, heb ik gelezen. Daar is niet veel nieuws meer óver te vertellen". Maar de pas toor vertelt toch maar. En zo horen we, dat er een Kaski-advies is ge weest, dat de opheffing van de Leo- nardusparochie behelsde. Maar men besloot tot twee afzonderlijke paro chies, omdat er voor één kerk met 1200 zitplaatsen zéker geen geld was. De Antoniusparochie telt momenteel rond 3100 zielen, gerekend is op een groei tot ongeveer 4500; „we zullen er met die 700 plaatsen dus wel ko men", vindt pastoor Commandeur. KOMT GEMEENTE NOG OVER DE BRUG? „Die toren, ja, dat willen we alle maal wel, hè. Vooral de gemeente Leiden is er op gebrand. Maar het bisdom geeft geen toestemming, om dat het veel te veel kost. Blijft de gemeente aandringen, nou, dan vind ik het uitstekend, maar dan zullen ze over de brug moeten komen. Het zou een monumentaal besluit zijn, een monumentale kerk waardig. UOE DE KERK er uit komt te zien, kan de bouwpastoor van Zuid- West nog niet zeggen. Er zijn plan nen genoeg, maar die moeten eerst spitsroeden lopen bij de liturgische commissie. „En dan gaan we alles nog eens doorpraten in de parochiële adviesraad met deskundigen op bouwgebied. Het interieur mogen we naar eigen (verantwoord) inzicht in richten". Natuurlijk willen we iets meer over die plannen weten. „Dat wil ik wel vertellen, maar definitief is er nog niets, hoor". Dan legt de pastoor zijn wensen uiteen: geen kaarsen op het priesterkoor (rond de offertafel als centrum geen tie relantijnen, per slot zijn kaarsen alleen maar als symbolische ver lichting bedoeld), geen communie banken (de pastoor denkt misdie naars te laten assisteren met een z.g. broodschaal), het sacraments altaar op de plaats, waar anders de communiebank zou staan, afzon derlijke doop-, vormsel- en biecht- kapellen in de zijmuur, de preek- "THDEN DE LEIDSÈ hoogleraar Mat- thijs de Vries in het jaar 1853 be gon met de samenstelling van het Woordenboek der Nederlandse taal, een boek waarin de woorden verza meld en toegelicht worden, had hij niet de verwachting, dat hij dit gi gantische werk nog tijdens zijn leven zou afmaken. Wel hoopte hij, dat een volgende generatie het werk zou vol tooien. Intussen is de vierde genera tie in Leiden al aan dit woordenboek bezig en het ziet er niet naai' uit, dat het de eerste tien jaar al klaar zal zijn. Een van de vier redacteuren, die dagwerk heeft aan het schrijven van de artikelen in het woordenboek is de Belg dr. F. de Tollenaere, die nog vóór de laatste wereldoorlog door de Belgische regering naar Lei den werd gezonden om in de redactie van het Woordenboek zitting te ne men. De samenstelling van dit boek is nl. een zaak van beide landen. Donderdag 25 januari is het 25 jaar geleden, dat dr. De Tollenaere met zijn werk in Leiden begon en des wegen hebben wij hem in zijn gezel lige wonirjg aan de Merelstraat be zocht, tevens om ten aanzien van de samenstelling van het woordenboek en de toekomstmogelijkheden wat wijzer te worden. 'Dr. De Tolenaere vertelt zeer on derhoudend over zijn levenswerk. We vernemen, dat 't eerste deel van het woordenboek eerst in 1882 werd voltooid. De redacteur was toen van A tot Ajuin gekomen, hetgeen de let terkundige J. van Vloten in die da gen deed schrijven: „O, luid weerklink' de lofbazuin! het woordenboek kwam tot ajuin in dertig jaren al." I7IGENLIJK is er in de methode *-1 van wei-ken sinds dien tijd wei nig veranderd. Met medewerking van assistenten en vrijwilligers werkt de redactie zich woord voor woord door de taalschat van Nederland (en Bel gië) heen. Elk woord (sinds het jaar vijftienhonderd) wordt op zijn bete kenis bij verschillende schrijvers in verschilende tijdperken getoetst. Ge gevens worden door de assistenten op z.g. fiches geschreven, die geclassifi ceerd moeten worden, waarna deze bij de redacteur komen, die thuis achter zijn werktafel een artikel wrocht over een bepaald woord. Moeilijk zijn woorden als „van" of een voorvoegsel als „ver" „Waar moet je beginnen, en welke gegevens moet men van zulke veel gebruikte woorden verzamelen?" Stelt men daartegenover een woord als „valk", in het woordenboek niet ver van „van" verwijderd, dan heeft men hier het voorbeeld van een ge makkelijk te bewerken woord: af komst, afleidingen, betekenissen etc., springen veel sneller naar voren. We vernemen, dat het in de bedoe- lin ligt een huis naast de universi teitsbibliotheek in te richten als ruimte voor de redactie en verdere medewerkers aan het woordenboek. Dit is hard nodig, want de biblio theek, waar het woordenboek geves tigd is, is, zoals men zal weten, zeer nauw behuisd. A NDERE PLANNEN voor de nabije toekomst nemen ook stee/s dui delijker vormen aan. Dr. De Tolle naere heeft een uitgebreid onderzoek ingesteld naar de mogelijkheden van de „information retrieve", een me chanische methode van materiaal verwerking, die aanzienlijk tijd kan bonden is. sparen. In plaats van sorteren en classificeren, dat alles bij elkaar ja ren van tijd vraagt, zou men een hol- lerith-machine het werk kunnen la ten doen. Dan is het nog slechts een kwestie van een druk op de knop en een werk dat anders jaren zou duren kan in enige weken of maanden ge-- reed gemaakt worden. Dr. De Tolle naere ziet zeer veel mogelijkheden in deze methode. Zij is van recente datum. Gelijk met de ontwikkeling van ideeën over de mechanische ver taling, waarbij de machine het werk doet, groeiden de plannen om woor den in een karthotheek te verzame len. De Italiaanse hoogleraar prof. Busa S.J. was degene, die op het idee kwam en plannen uitwerkte. Hij had nl. voor zijn colleges en studie aan het Aloysianum te Milaan dringend behoefte aan een woordenboek van het werk van Thomas van Aquino. Zo'n woordenboek bestaat niet en om er van het omvangrijk oeuvre van Thomas een te maken, zou men mis schien een mensenleeftijd werk heb ben. Bij een bezoek in Noord-Amera- ka kwam prof. Busa in .contact met de I.B.M., die kantoormachines maakt, ook registers, waarbij snelle inlichting mogelijk moet zijn. Het te lefoonboek bijvoorbeeld wordt met zulk een machine samengesteld. De namen staan op ponskaarten en wor den door de machine automatisch gesorteerd, zij zijn zeer eenvoudig terug te vinden. De miljoenen fiches, met de hand beschreven, die nodig zijn voor de samenstelling van een woordenboek en alleen langs zeer omslachtige weg te sorteren zijn, worden dan vervangen door pons kaarten. Indien er een kartotheek van de Nederlandse taal zou komen is het mogelijk om in zeer korte tijd de woorden te rangschikken naar tijdperk, naar schrijver, naar begin letter, geslacht, etc. F^AN EERST zal men de gegevens U die nu steeds zeer moeizaam moeten worden samengelezen, in 'n minimum van tijd klaar zijn. Wel licht zal dit plan worden verwezen lijkt, stappen zijn reeds ten departe- mente genomen, en Nederland zou dan zeker niet de eerste zijn. In de Franse plaats Besangon bijvoorbeeld wordt op deze'wijze het woordenboek van de toekomst gemaakt. 250 Mil joen ponskaarten worden hiervoor gebruikt. In Duitsland is eens een woordenboek van Goethe in vele lij vige delen gemaakt, waarvoor drie miljoen fiches nodig waren. Men heeft berekend dat deze fiches 2 DM per stuk moesten kosten. Hoeveel machines had men voor deze 6 mil joen DM niet kunnen kopen en hoe veel tijd had men kunnen besparen? In Leiden streeft men naar de stichting van een Nederlands Insti tuut voor Lexicologie, waarin het Nederlands Woordenboek kan wor den opgenomen. Men zou op de duur beschikken over een mechanische woord-cartotheek van de Nederland se taal, die voor de taalwetenschap van ontschatbare betekenis zou zijn. Om tenslotte op het woordenboek der Nederlandse Taal terug te ko men. Zes-zevende deel van het werk is thans gereed. „We hopen met het laatste deel voor 1982 klaar te zijn" horen we nog van dr. De Tollenaere, „want dan is het honderd jaar gele den dat het eerste deel verscheen Als prof. De Vries dat geweten had? Dan was hij er toch mee begonnen, want als men de taal met een schat vergelijkt mag men de redactie van het woordenboek -toch wel schatbe waarder noemen en dat is een pro fijtelijke functie in het belang van ons allen. De echtgenote van de in 1940 in Mexico vermoorde Russische commu nistenleider Leon Trotsky is dinsdag in Corbeil, een voorstad van Parijs, overleden. Natalie Sedowa Trotsky was in 1882 te Romni in Rusland geboren in een gezin uit de lage adel. Zij is in Parijs met Trotsky gehuwd en ging in 1905 naar Rusland terug, waar zij in de gevangenis werd geworpen we gens deelneming aan een betoging. Zij ging later weer naar het Westen en na in verscheidene landen te heb ben gewoond keerden zij en Trotsky in 1917 ten tijde van de revolutie an dermaal naar Rusland terug. Mevrouw Trotsky heeft kortgele den meegedeeld naar Rusland te wil len terugkeren om eerherstel te krij gen van haar echtgenoot en om in lichtingen in te winnen over haar zoon Serge j. Sedov, die men voor het laatst in 1937 in een gevangenis te Moskou heeft gezien. Sergej, een in genieur, had geweigerd deel te nemen aan de activiteit tegen Trotsky. Bij een ontploffing jl. zaterdag in een mijnschacht te Mizserfa in de streek van Nograd in Noord-Honga- rije zijn acht mijnwerkers om het le ven gekomen en twee gewond. Foto van dr. De Tollenaere in zijn Leidse werkkamer, die als afgevaardigde van België vijfentwintig jaar als redakteur aan „het" woordenboek ver (Foto: „De Leidse Courant")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1962 | | pagina 6