PASTOOR N. J. COMMANDEUR O.F.M. MODERN
ZIELENHERDER MET MODERNE PROBLEMEN
Geestelijk planbureau in Leiden Zuid-West:
goed voor buren-hulp en kerk-bouw
OPRUIMING
MEERPOEL'S
Het „toen, nu en straks" van
het Woordenboek der
Nederlandse Taal te Leiden
VAN A TOT AJUIN STRAKS IN EEN
HOLLERITH MET PONSKAARTEN
Mevrouw Trotsky
overleden
WOENSDAG 24 JANUARI 1962
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 6
JiV ONZE GRQTE STEDEN is het geen curiosi
teit meer - wanneer je hij een pastoor op de
koffie wordt genodigd - dat je de pastorie moet
zoeken ergens achter de strakke, moderne fagade
van ettelijke verdiepingen hoge confectiewonin-
gen. Dit verschijnsel zit vast aan onze supersnelle
tijd; de monster-steden struikelen over hun eigen
uithouw, zo'n vaart heeft de groei. Maar in nog
sterker mate toont een dergelijke herder-op-een
flatje aan, dat het behartigen van de geestelijke
belangen van de mens een zaak is die nauwelijks
het materiële ijltempo kan volgen. Het lot van
hem, die door zijn kerkelijke overheid midden
tussen deze kolossale uitwas is geplaatst om te
zorgen, dat vele duizenden behalve voor de wel
varende bolster ook nog een open oog houden
voor hun onsterfelijke zielen, trekt vandaag de
aandacht. Het is het lot van „de bouwpastoor
over wie vele stukjes in kranten en tijdschriften
worden geschreven en om wie men bekommerd
is. Het is de positie van de geestelijke leidsman,
op wiens schouders een loodzware last is neerge
legd, een bijna onmenselijk zware last, waaronder
er niet zelden zijn bezweken. Dat Leiden niet de
minste der steden is bewijst toch zeker het nieu
we woonoord, dat als Zuid-Westuit de grond
wordt gestampt. Leiden is zowaar een ,„grote
stadaan het worden, want het heeft een bouw
pastoor-op-een-flatje, die maar moet zorgen, dat
„alles" er komt en die er zijn slapeloze nachten
kent, een paar meter boven de plek, waar luttele
jaren geleden de zwartbonten nog lagen te her
kauwen. Over hém wilden we het met u even
hebben.
stoel in de absis achter het pries
terkoor, en het orgel, opgehangen
in de zijwand, schuin boven het
hoofdaltaar, met het klavier op 'n
draaiend plateau volgens 't sys
teem van de Leidse orgelbouwer
P. C. Bik.
Zoals de plannen er liggen is er
ruimte ook financieel voor een
jeugdhuis bij de nieuwe kerk. Waar
dit gebouw zal komen is nog een
vraag, maar pastoor Commandeur
acht het niet onmogelijk, dat 't jeugd
huis onder de kerk komt te liggen-
„Ze moeten voor de fundering tóch
de grond in", zegt hij, „bovendien
komt door deze constructie de prijs
voordeliger te liggen".
Bij ons onderhoud heeft de tele
foon al meermalen gerinkeld. En alle
draadloze gesprekken draaien om één
en hetzelfde onderwerp: de nieuwe
kerk. Zo komt het bisdom aan de lijn
en de pastoor maakt meteen een af
spraak voor een belangrijk gesprek
in Rotterdam, samen met zijn kerk
meesters. Er kunnen daar op 27 jan.
wel eens gewichtige beslissingen
worden genomen. Ook het Kaski,
Kath. Sociaal Kerkelijk Instituut,
meldt zich, met een nieuwe enquête
onder de kerkgangers op 18 februari.
De vorige telling (de parochianen
herinneren zich nog wel de gezellige
schrijverij van een half jaartje ge
leden onder de zondagse preek!)
blijkt niet zo deugdelijk te zijn ge
weest.
I"\E PASTORIE aan de Churchill-
laan kent een grote aanloop van
schapen en schaapjes. Het gaat de
hele dag zo'n beetje door. „En een
administratie dat ik heb", zegt een
druk ordenende pastoor Comman
deur, „geweldig! Gelukkig hebben
we een prima penningmeester, die ik
alles op zijn dak stuur. Er komen
steeds meer papieren bij en dat is
op een flat niet om te doen".
EEN TWEEDE KAPELAAN
Nu valt de behuizing nog wel mee.
Maar als er in de loop van het jaar
een pater als assistent bij komt de
pastoor heeft nu alleen pater Fab.
v. d. Brom ofm als kapelaan dan
moet er weer een oplossing voor
woonruimte worden gezocht. De
tweede assistent zal een functie als
godsdienstleraar op de scholen krij
gen.
Pastoor Commandeur heeft al meer
dan eens gedroomd van het geeste
lijk en materieel bouwwerk, dat hij
bezig is neer te zetten en waaraan
hij al zijn energie geeft. Die nacht
merries zijn waarachtig niet verba
zingwekkend. De pastoor heeft even
wel bij zijn grootse werk alle mede
werking van zijn parochianen en
daar is hij heel dankbaar voor. „Er
zijn weinig bouwpastoors, die er zo
goed voorstaan als ik", verklaart de
pastoor monter, alsof er geen wolkje
meer te bekennen valt aan 't bouw-
firmament. „De grond is helemaal
door ons betaald en voor het overige
schieten we steeds een stukje meer
op in de goede richting, maar we zijn
er nog lang nietActies komen
en worden afgesloten. Na de „bier
glazen-actie" van Docos verzint men
wel weer wat anders. Verkenners
van zeven groepen zijn paraat voor
een goede daad, de kinderen sparen
voor een tabernakel, de gelden voor
een monstrans stromen binnen en de
pastoor betuigt zijn gelukwensen aan
jubilerende katholieke bruidsparen
in Leiden en verre omgeving tot in
Noordholland toe en voegt er slinks
een girobiljet bij.
We hebben al te veel beslag op i
zijn tijd gelegd: we stappen op. De
pastoor begeleidt ons naar de deur. i,
Daar bedenken we ons,; dat de lezers
misschien graag zouden willen we-
ten, hoe een kosmopolitisch man als
pastoor Commandeur over Leiden
denkt. „Mooie, oude stad; ik heb nog
nooit zoveel steegjes bij elkaar ge-
zien als in Leiden".
„Flink trekken; het klemt een j;
beetje... Dat wisten we al, van
die deur. Er waait een frisse wind
door het trappenhuis, waaraan in g
Leiden Zuid-West een pastorie ligt,
een productief geestelijk planbureau. I
naaimachines
Enige overjarige en licht be
schadigde naaimachines tegen
sterk gereduceerde prijzen.
NAAIMACHINEBEDRIJF
BREESTRAAT 171 LEIDEN
TELEF 24815
(Advertentie)
In 1853 begon Matthijs de Vries 'n gigantisch werk
r\E DEUR KLEMDE. Een van de
zeven en vaak meer hoofdzonden
van een riante, na-oorlogse flatwo
ning. In het trapportaal beneden pas
seerden twee heren elkaar, in zich
zelf gekeerd de een met een lege
kolenkit, de ander een gevulde tor
send: twee zielen met één, op dat
ogenblik zwarte gedachte. Zij wissel
den vluchtig een groet, zagen we
nog net. En toen viel de deur achter
ons dicht. Klemvast, vermoedden
we. De huishoudster verwijderde een
allerliefst jongetje, dat vóór ons uit
door de gang dartelde, en kondigde
ons aan. We stonden oog in oog met
onze gastheer. De meeste katholieke
Leidenaars kennen hem al, zéker van
naam. Op hem zijn vele acties in stad
en omtrek gericht: op pastoor N. J.
Commandeur ofm. en op zijn splin
ternieuwe St. Antoniusparochie.
Orgel wordt met melk meer mans
Pastoor Commandeur is geen stille
dorpsherder. Hij houdt na zijn twaalf
uurtje geen siësta in zijn stoel bij 't
raam, dat uitzicht geeft op de weidse
Churchill-laan en zijn noodkerkje
aan de overkant. Hij heeft er geen
zin in en geen tijd voor. De pastoor
heeft in z'n nóg jongere jaren zijn
gouden sporen al verdiend. Zijn
werkterrein lag zowel in de illagali-
teit, waarin hij zich teweerstelde te
gen het vreemde onrecht, als op het
geestelijk verzorgingsvlak ten be
hoeve van de Nederlandse katholieke
melkhandelaren als Bondsadviseur.
Dat is hij trouwens nu nog: „Ze la
ten mij ook niet in de steek. Met
Melk meer Mans hoop ik mijn orgel
bij elkaar te krijgen; ze doen er hun
best voor", zegt pastoor Comman
deur.
IN DE GEZELLIGE, zakelijk aan-
geklede werkkamer hangt boven
een fauteuil een kooitje met een ka
narie erin. „Die piet heb ik cadeau
gekregen van iemand, die het beest
op een tentoonstelling heeft gehad"
Onder het kooitje zittend beseffen
wij, dat er ons feitelijk een risicootje
boven het hoofd hangt en wij vragen
de pastoor, of het gevaar kan in ver
band met de eventuele neerslag.
„Als-ie stil zit kan het geen kwaad"
zegt de pastoor, „maar het ongeluk
zit ook hier in een klein hoekje". We
zijn blijven zitten, maar, zoals u kunt
begrijpen, de aanloop tot het ver
dere gesprek zal in een voor ons
weinig geruststellende sfeer moeten
plaatsvinden.
Vóór de loeiende haard zien wij
schroeiplekken in de vloerbedek
king. Wellicht heeft de pastoor te
stevig gepookt, want pastoor Com
mandeur is een man die van vuur
houdt, óók in een kachel. In de
richting van de keuken menen wij
een fluitketel in actie te horen. Een
huiselijk geluid, dat afgewerkt
wordt met het binnendragen door
pastoors zorgzame huishoudster
van dampende kopjes thee, waar
bij flikken gevoegd worden; een
knus gebaar in een intieme, fami
liaire entourage. Het blijft een
zwijgzaam en ordentelijk pietje
boven ons en we komen ter sprake.
Pastoor Commandeur verplaatst
zijn schemerlamp een stukje haard-
waarts. Langs de kap hangen een
paar propere koorden, echte boe
te-koorden met kwasten eraan. Ze
zijn pas gewassen. Dat doet de pas
toor zelf niet, maar de knopen legt
hij er wél in. „Je staat er misschien
even van te kijken, maar die din
gen moeten nou eenmaal droog",
verduidelijkte hij.
GOEDE GEBUREN....
Of de pastoor goed met zijn buren
kan omgaan, vragen wij. Dat gaat
best, vindt hij. Er wonen enkele ka
tholieke gezinnen. Het leuke knaapje,
dat wij in de gang ontmoettten, is
het zoontje van een zieke buur
vrouw. „In de pastorie is altijd wel
iemand aanwezig, zodat we ook op
deze manier uitkomst kunnen bie
den", zegt pastoor Commandeur, die
zich tekent als de goede buur, die
beter is dan een verre vriend. Met
de bovenburen, die niet katholiek
zijn, is de verstandhouding ook pri
ma. Ze hadden het alleen maar even
over „een rumoerige Kerstnacht be
neden
Een goede vriend is pastoor Com
mandeur overigens van de uit Indo
nesië gerepatrieerden. De parochie
telt 60 van deze gerepatrieerde ge
zinnen. Deze mensen leven vaak erg
geïsoleerd en de pastoor zet zich per
soonlijk in om deze isolatie te door
breken. „We zijn internationaal ge
oriënteerd; er wonen hier nog een
paar Hongaren en een Russische
vrouw. Wat we niet hebben", ver
telt onze gastheer, „is een katholieke
arts. Er zou voor hem werk genoeg
zijn in Zuid-West. Om zo'n dokter
zitten we dringend verlegen".
AL GAUW ZIJN WE met ons ge-
sprek beland midden in het klu
wen van activiteiten, waarin de pas
toor zijn jonge, vitale parochiege
meenschap heeft gedompeld als in 'n
bruisend bad. „We willen heel veel,
dat heb je zeker al gemerkt. Onze
vrouwenbeweging staat onder druk
van buitenaf. Reglementair in dio
cesane zin zouden de dames lid moe
ten worden van de KAV, maar hier
over is het laatste woord nog niét
gesproken. Je trapt al vlug op zere
tenen. Voor de mannen gaan we ook
wat doen; voor hen hebben we aan
kaartavonden gedacht, een soort pa
rochie-avonden, waarvan de baten
ten goede komen aan de nieuwe
kerk".
ZORG VOOR DE JEUGD
In de Titus Brandsmalaan zal bin
nenkort een jeugd-honk worden ge
opend. Dit wordt een dependance van
de „Vroolijcke Arke", uitgaande van
de stichting Kath. Bijzonder Gezins-
werk en Jeugdzorg. Ook de Leonar-
dusparochie gaat hiervan profiteren.
Het betreft de jeugd die wat ontspan
ning in een prettige omgeving het
hardst nodig heeft. Er zijn evenwel
nog problemen die niet opgelost zijn.
„En dat is misschien ook wel leuk
om te noteren",, gaat de pastoor ver
der, „op 11 februari a.s. is er in „De
Vink" een grote dansavond onder
auspiciën van Ontwikkeling, Kunst
en Ontspanning (OKO) voor jongelui
vanaf 17 jaar. De „Lucky Stars" ma
ken er muziek bij".
Pastoor Commandeur wil binnen
niet al te lange tijd komen tot de
uitgave van een parochiegids, een
boekske, dat, verlucht met adver
tenties, een keur van belangrijke
adressen in de parochie bevat. On
derwijl wordt er gebeld. De pasr
toor had het al gezien. „Die komen
in elk geval wat brengen", zegt 1 :j
vrolijk. Aan de deur geeft de pas
toor de kerksleutels af. „Da's de
vlondèr", zegt hij, als hij weer in
de kamer is. „Achter in de kerk
tocht het allemachtig' erg en de
zangers staan er 's zondag te ver
kleumen. Ze leggen er nu 'n hou
ten vlondertje, zodat de heren wat
hoger komen te staan. Het komt
ook het geluid ten goede, hebben
ze gezegd, maar dat zie ik nog niet.
Enfin, ik hoop maar, dat men te
voren de maat goed heeft genomen
anders zitten we nog in de boot!"
Als de sleutels worden terugge
bracht hoort de pastoor, dat er 'n
paarlemoeren knoopje in het sleu
telgat zit van buiten kon de deur
niet opengemaakt worden. Pastoor
Commandeur is niet uit het veld
geslagen door het knoopje: „Ja, dat
zijn zo van die dingen hè
Over twee maanden is de nieuwe
LO-noodschool aan de Mozartstraat
klaar. Het is een vijfkl'assig gebouw
tje, dat aan drie lagere klassen on
derdak biedt. Een zorg minder. „Nou,
en over de bouw van de kerk weten
jullie al het een en ander, heb ik
gelezen. Daar is niet veel nieuws
meer óver te vertellen". Maar de pas
toor vertelt toch maar. En zo horen
we, dat er een Kaski-advies is ge
weest, dat de opheffing van de Leo-
nardusparochie behelsde. Maar men
besloot tot twee afzonderlijke paro
chies, omdat er voor één kerk met
1200 zitplaatsen zéker geen geld was.
De Antoniusparochie telt momenteel
rond 3100 zielen, gerekend is op een
groei tot ongeveer 4500; „we zullen
er met die 700 plaatsen dus wel ko
men", vindt pastoor Commandeur.
KOMT GEMEENTE NOG OVER
DE BRUG?
„Die toren, ja, dat willen we alle
maal wel, hè. Vooral de gemeente
Leiden is er op gebrand. Maar het
bisdom geeft geen toestemming, om
dat het veel te veel kost. Blijft de
gemeente aandringen, nou, dan vind
ik het uitstekend, maar dan zullen
ze over de brug moeten komen. Het
zou een monumentaal besluit zijn,
een monumentale kerk waardig.
UOE DE KERK er uit komt te zien,
kan de bouwpastoor van Zuid-
West nog niet zeggen. Er zijn plan
nen genoeg, maar die moeten eerst
spitsroeden lopen bij de liturgische
commissie. „En dan gaan we alles
nog eens doorpraten in de parochiële
adviesraad met deskundigen op
bouwgebied. Het interieur mogen we
naar eigen (verantwoord) inzicht in
richten".
Natuurlijk willen we iets meer
over die plannen weten. „Dat wil
ik wel vertellen, maar definitief
is er nog niets, hoor". Dan legt de
pastoor zijn wensen uiteen: geen
kaarsen op het priesterkoor (rond
de offertafel als centrum geen tie
relantijnen, per slot zijn kaarsen
alleen maar als symbolische ver
lichting bedoeld), geen communie
banken (de pastoor denkt misdie
naars te laten assisteren met een
z.g. broodschaal), het sacraments
altaar op de plaats, waar anders de
communiebank zou staan, afzon
derlijke doop-, vormsel- en biecht-
kapellen in de zijmuur, de preek-
"THDEN DE LEIDSÈ hoogleraar Mat-
thijs de Vries in het jaar 1853 be
gon met de samenstelling van het
Woordenboek der Nederlandse taal,
een boek waarin de woorden verza
meld en toegelicht worden, had hij
niet de verwachting, dat hij dit gi
gantische werk nog tijdens zijn leven
zou afmaken. Wel hoopte hij, dat een
volgende generatie het werk zou vol
tooien. Intussen is de vierde genera
tie in Leiden al aan dit woordenboek
bezig en het ziet er niet naai' uit, dat
het de eerste tien jaar al klaar zal
zijn. Een van de vier redacteuren,
die dagwerk heeft aan het schrijven
van de artikelen in het woordenboek
is de Belg dr. F. de Tollenaere, die
nog vóór de laatste wereldoorlog
door de Belgische regering naar Lei
den werd gezonden om in de redactie
van het Woordenboek zitting te ne
men. De samenstelling van dit boek
is nl. een zaak van beide landen.
Donderdag 25 januari is het 25 jaar
geleden, dat dr. De Tollenaere met
zijn werk in Leiden begon en des
wegen hebben wij hem in zijn gezel
lige wonirjg aan de Merelstraat be
zocht, tevens om ten aanzien van de
samenstelling van het woordenboek
en de toekomstmogelijkheden wat
wijzer te worden.
'Dr. De Tolenaere vertelt zeer on
derhoudend over zijn levenswerk.
We vernemen, dat 't eerste deel van
het woordenboek eerst in 1882 werd
voltooid. De redacteur was toen van
A tot Ajuin gekomen, hetgeen de let
terkundige J. van Vloten in die da
gen deed schrijven:
„O, luid weerklink' de lofbazuin!
het woordenboek kwam tot ajuin
in dertig jaren al."
I7IGENLIJK is er in de methode
*-1 van wei-ken sinds dien tijd wei
nig veranderd. Met medewerking van
assistenten en vrijwilligers werkt de
redactie zich woord voor woord door
de taalschat van Nederland (en Bel
gië) heen. Elk woord (sinds het jaar
vijftienhonderd) wordt op zijn bete
kenis bij verschillende schrijvers in
verschilende tijdperken getoetst. Ge
gevens worden door de assistenten op
z.g. fiches geschreven, die geclassifi
ceerd moeten worden, waarna deze
bij de redacteur komen, die thuis
achter zijn werktafel een artikel
wrocht over een bepaald woord.
Moeilijk zijn woorden als „van" of
een voorvoegsel als „ver"
„Waar moet je beginnen, en welke
gegevens moet men van zulke veel
gebruikte woorden verzamelen?"
Stelt men daartegenover een woord
als „valk", in het woordenboek niet
ver van „van" verwijderd, dan heeft
men hier het voorbeeld van een ge
makkelijk te bewerken woord: af
komst, afleidingen, betekenissen etc.,
springen veel sneller naar voren.
We vernemen, dat het in de bedoe-
lin ligt een huis naast de universi
teitsbibliotheek in te richten als
ruimte voor de redactie en verdere
medewerkers aan het woordenboek.
Dit is hard nodig, want de biblio
theek, waar het woordenboek geves
tigd is, is, zoals men zal weten, zeer
nauw behuisd.
A NDERE PLANNEN voor de nabije
toekomst nemen ook stee/s dui
delijker vormen aan. Dr. De Tolle
naere heeft een uitgebreid onderzoek
ingesteld naar de mogelijkheden van
de „information retrieve", een me
chanische methode van materiaal
verwerking, die aanzienlijk tijd kan bonden is.
sparen. In plaats van sorteren en
classificeren, dat alles bij elkaar ja
ren van tijd vraagt, zou men een hol-
lerith-machine het werk kunnen la
ten doen. Dan is het nog slechts een
kwestie van een druk op de knop en
een werk dat anders jaren zou duren
kan in enige weken of maanden ge--
reed gemaakt worden. Dr. De Tolle
naere ziet zeer veel mogelijkheden
in deze methode. Zij is van recente
datum. Gelijk met de ontwikkeling
van ideeën over de mechanische ver
taling, waarbij de machine het werk
doet, groeiden de plannen om woor
den in een karthotheek te verzame
len. De Italiaanse hoogleraar prof.
Busa S.J. was degene, die op het idee
kwam en plannen uitwerkte. Hij had
nl. voor zijn colleges en studie aan
het Aloysianum te Milaan dringend
behoefte aan een woordenboek van
het werk van Thomas van Aquino.
Zo'n woordenboek bestaat niet en om
er van het omvangrijk oeuvre van
Thomas een te maken, zou men mis
schien een mensenleeftijd werk heb
ben. Bij een bezoek in Noord-Amera-
ka kwam prof. Busa in .contact met
de I.B.M., die kantoormachines
maakt, ook registers, waarbij snelle
inlichting mogelijk moet zijn. Het te
lefoonboek bijvoorbeeld wordt met
zulk een machine samengesteld. De
namen staan op ponskaarten en wor
den door de machine automatisch
gesorteerd, zij zijn zeer eenvoudig
terug te vinden. De miljoenen fiches,
met de hand beschreven, die nodig
zijn voor de samenstelling van een
woordenboek en alleen langs zeer
omslachtige weg te sorteren zijn,
worden dan vervangen door pons
kaarten. Indien er een kartotheek
van de Nederlandse taal zou komen
is het mogelijk om in zeer korte tijd
de woorden te rangschikken naar
tijdperk, naar schrijver, naar begin
letter, geslacht, etc.
F^AN EERST zal men de gegevens
U die nu steeds zeer moeizaam
moeten worden samengelezen, in 'n
minimum van tijd klaar zijn. Wel
licht zal dit plan worden verwezen
lijkt, stappen zijn reeds ten departe-
mente genomen, en Nederland zou
dan zeker niet de eerste zijn. In de
Franse plaats Besangon bijvoorbeeld
wordt op deze'wijze het woordenboek
van de toekomst gemaakt. 250 Mil
joen ponskaarten worden hiervoor
gebruikt. In Duitsland is eens een
woordenboek van Goethe in vele lij
vige delen gemaakt, waarvoor drie
miljoen fiches nodig waren. Men
heeft berekend dat deze fiches 2 DM
per stuk moesten kosten. Hoeveel
machines had men voor deze 6 mil
joen DM niet kunnen kopen en hoe
veel tijd had men kunnen besparen?
In Leiden streeft men naar de
stichting van een Nederlands Insti
tuut voor Lexicologie, waarin het
Nederlands Woordenboek kan wor
den opgenomen. Men zou op de duur
beschikken over een mechanische
woord-cartotheek van de Nederland
se taal, die voor de taalwetenschap
van ontschatbare betekenis zou zijn.
Om tenslotte op het woordenboek
der Nederlandse Taal terug te ko
men. Zes-zevende deel van het werk
is thans gereed. „We hopen met het
laatste deel voor 1982 klaar te zijn"
horen we nog van dr. De Tollenaere,
„want dan is het honderd jaar gele
den dat het eerste deel verscheen
Als prof. De Vries dat geweten had?
Dan was hij er toch mee begonnen,
want als men de taal met een schat
vergelijkt mag men de redactie van
het woordenboek -toch wel schatbe
waarder noemen en dat is een pro
fijtelijke functie in het belang van
ons allen.
De echtgenote van de in 1940 in
Mexico vermoorde Russische commu
nistenleider Leon Trotsky is dinsdag
in Corbeil, een voorstad van Parijs,
overleden.
Natalie Sedowa Trotsky was in
1882 te Romni in Rusland geboren in
een gezin uit de lage adel. Zij is in
Parijs met Trotsky gehuwd en ging
in 1905 naar Rusland terug, waar zij
in de gevangenis werd geworpen we
gens deelneming aan een betoging.
Zij ging later weer naar het Westen
en na in verscheidene landen te heb
ben gewoond keerden zij en Trotsky
in 1917 ten tijde van de revolutie an
dermaal naar Rusland terug.
Mevrouw Trotsky heeft kortgele
den meegedeeld naar Rusland te wil
len terugkeren om eerherstel te krij
gen van haar echtgenoot en om in
lichtingen in te winnen over haar
zoon Serge j. Sedov, die men voor het
laatst in 1937 in een gevangenis te
Moskou heeft gezien. Sergej, een in
genieur, had geweigerd deel te nemen
aan de activiteit tegen Trotsky.
Bij een ontploffing jl. zaterdag
in een mijnschacht te Mizserfa in de
streek van Nograd in Noord-Honga-
rije zijn acht mijnwerkers om het le
ven gekomen en twee gewond.
Foto van dr. De Tollenaere in zijn Leidse werkkamer, die als afgevaardigde
van België vijfentwintig jaar als redakteur aan „het" woordenboek ver
(Foto: „De Leidse Courant")