Thomasvaer en Pieternel bezingen Sleutelstad
r
Interessante tentoonstelling
in De Lakenhal
Leiden in 1961: veel plannen maar ook wel goede presiaiies!
GEDULD EN INZICHT WENS VOOR ONS ALLEN
ZATERDAG 30 DECEMBER 1961 DE LE1DSR COURANT PAGINA 17
DE TRAM IN LEIDEN, 1879-1961
VTU IN HET NAJAAR, na een vrij-
wel ononderbroken periode van
82 jaar, de tram voorgoed uit het
Leidse stadsbeeld is verdwenen, heeft
de Ned. Ver. van Belangstellenden in
het Spoor- en Tramwegwezen ge
meend in een tentoonstelling enige
aandacht te moeten besteden aan 't
afgelopen tramtijdperk.
Op een tentoonstelling in De Laken
hal worden de bezoekers door een
keur van documenten en anderszins
herinnerd aan het nabije en iets ver
deraf gelegen verleden. De organisa
toren deden een greep uit de verza
melingen van de leden, en uit die
van de Vereniging zelf. Men ontmoet
zowel authentieke krantenberichten
als foto's, reclamebiljetten als plat
tegronden, dienstregelingen als
plaatsbewijzen, dit alles zo gegroe
peerd dat de gehele periode van 82
jaar in vogelvlucht aan de bezoeker
voorbij trekt. De meeste foto's zijn
vervaardigd door leden van de Ver
eniging. Hetzelfde geldt ook voor de
door enkele leden vervaardigde te
keningen van de tramrijtuigen. Re
cente en zeer oude prentbriefkaarten
en enkele door de leden nagebouwde
modellen van tramwagens verleven
digen het geheel.
De tentoonstelling bestaat uit een
aantal delen. Het eerste heeft betrek
king op de periode van 1879 tot 1911,
toen in Leiden slechts paardetrams
(van de stadslijn) en stoomtrams
(naar Noordwijk, Katwijk, Haarlem
en - via de Vink en Voorschoten -
naar 's Gravenhage) reden.
Nadat in 1909 alle hier genoemde
lijnen, behalve de laatste, in het
bedrijf der NZH waren opgenomen,
volgde in 1911 de elektrificatie van
de stadslijn en de lijn naar Katwijk,
en in 1912 van die naar Noordwijk.
De tweede periode, die van 1911 tot
1932 duurt, vertoont dus slechts
stoomtrams en elektrische trams.
Eerst in 1924 werd de lijn via Voor-
sohoten naar 's Gravenhage in het
NZH-concern opgenomen en geëlek
trificeerd. Terwijl de oorspronkelijke
stoomtramlijn Leiden niet verder
binnenkwam dan het Noordeinde,
werd de nieuwe lijn doorgetrokken
tot het Station via een nieuwe ver
keersweg en doorbraak bij de Kore-
Paardentram in de Breestraat
vaarstraat. Men ziet dat de tram in
diverse opzichten dus het stadsbeeld
en de structuur van de stad heeft be-
invloed. Een andere lijn naar de re
sidentie, die via Wassenaar kwam te
lopen, werd in 1925 voltooid. Deze
werd door de HTM geëxploiteerd en
kreeg in Leiden haar eindpunt in de
Haarlemmerstraat.
De derde periode, die in 1932 be
gint, bij de elektrificatie van de
stoomtram naar Haarlem, vertoont
louter elektrische trams.
r\e kleine tentoonstelling, die in een
U der zalen van De Lakenhal is in
gericht, geeft aldus een zeer breed
overzicht van de Tram in Leiden, met
alles wat aan een goed functionerend
vervoersapparaat is verbonden. Be
halve de fraaie modellen van tram
wagens en een zeer grote collectie
oude en nieuwe foto's, vindt men er
enkele technische blauwdrukken van
electrische installaties en van „weg
en werken". Een volledige verzame
ling tramkaartjes is mede aanwezig.
Interessant is ook de ontwikkeling
van de dienstregeling, vanaf een
krantenadvertentie in 1910 tot aan de
allernieuwste dienstregeling toe.
In een vitrine zijn voorts een aan
tal voorwerpen opgesteld c ji*
de conducteurs werden gebruikt, als
mede de ontwikkeling van het
hoofddeksel, te beginnen met de le
deren pet van de stoomtrammachi
nist. De tentoonstelling is niet alleen
interessant voor hen, die van het
spoor- en tramwegwezen hun hobby
maken, maar wij raden iedere Lei-
denaar aan kennis te nemen van een
documentatie over een thans voor
goed afgesloten periode van de Sleu
telstad.
Stoomtram te Voorschotenong. 1900
Pieternel: Zeg me nu eens, vriend Thomasvaer,
gaan we weer eens beginnen,
gaan wij als toen, met frisse moed,
ons weer een jaarlied spinnen?
Thomasvaer: Het is gewis geen Brussels lof,
van Leidens lof. te zingen,
want als je van Leiden praten gaat,
is het eer praat met de dingen.
P.: Maar goed, voort gaat-ie, onvervaard,
er valt nog goeds genoeg te beweren,
denk maar eens aan de Gansoordbrug,
waar Jongeleen de gans ging bezweren.
Th.: Ja dat was wel mooi, die dood-enkele gans
die het kerstfeest nog overleefde,
liep gans in de maat met de wethouder
mee,
blij dat ie, als gans nog niet sneefde.
P.: En denk dan ook eens, kniezepot,
aan dat superdeluxe tunnelplan
Van zo'n tunnel als de Lammerschans
droomt toch heel Groot-Mokum van.
Th.: Maar hoe dit zij, mijn beste vrouwlief,
ruik ook eens aan de woningnood
aan die 255 woningwethuizen,
die G.S. slechts aan Leiden bood.
Ik moet nu ook, al is het even,
gaan praten van het grenzenplan,
als het aan mij lag, Pieternelle
P.: zeg maar niks, wat weet jij daar van.
Waar zoveel hoofden, zoveel zinnen zijn,
naar jouw zin zal niemand wel vragen,
Laten de minister en de Kamer nu maar,
in het lang of in het breed gaan zagen.
Th.: Zeer wijs, maar denk ook eens Nelpieter,
aan het verkeer van onze goede stad
Leiden,
gaat het kris of kras, naar zus of zo,
straks moet men in één richting rijden.
P.: Mij is het wel, eenvoud mijn smaak,
maar laat men wel bedenken,
dat men bij richtingdwingerij
Leiden geen puzzlerit gaat schenken.
Th.: Want met zo'n ganzebord gaat het mis,
gewis dat men van gans naar put gaat,
Maar denk dan ook eens aan het geval
waar de dood in het lot van gans staat.
P.: Haarlemmer- en Breestraat, twee zorgen
kinderen,
die het voorwerp zijn van gissen en
plannen.
De veiligheid staat altijd nummer een,
de dreiging moet men radicaal bannen.
Th.: Zebra's kregen we, ik mag een ezel zijn,
als ik dat beestje kan begrijpen,
want wie er ook in het voordeel was,
Jan Wandelaar bleef hem (toch nog)
knijpen.
P.: De tram ging weg, heil N.Z.H.!
we wilden zo graag met bussen rijden,
Maar toen er tenslotte, die bus er was,
hadden we spijt en heimwee tussenbeide.
Th.: Daar is nu niets meer aan te doen.
Wie als Wieder weder wil gaan trammen,
kan alleen nog naar de sloper toe,
daar vergaat zijn hoop in vlammen.
P.: Toch was het wel mooi, die laatste tram,
heel Leiden was er vol van,
een bordje hier en handvat daar,
Hortensius werd er dol van.
Th.: De sport was als een „totopraat",
het kan vriezen en ook wel dooien.
Was U.V.S. in de- oogst zeer onbekwaam,
Gerben Karsten wist meer te rooien.
P.: Die snelfietsers, die wakkere borst,
was onbedwingbaar in het kampioenen,
Th.: en zoals dat met die fietsers gaat,
hij oogstte veel Miss Mooiste zoenen.
P.: Nu kijken we eens naar de grens,
verheugend nieuws ligt aan het water
daar verrees een jeugd verblijf schoon en
net
„De Korte Vliet" voor nu en later.
Leiden kreeg ook een nieuw station,
dat geeft de stad veel meer allure,
Th.: want nu kan je praten van „Leiden-Zuid",
station-centraal en „Leiden-cóte-d'azure".
P.: Jij maakt er maar een potje van,
weet je niets beters te vertellen?
Misschien herinner je je nog,
hoe we 't met het vuil hebben te stellen.
Th.: Leiden eens pronkstad.
toonbeeld van Hollands glorie,
vervuilde, heel vies, ja viezer nog,
het vuil kraaide victorie.
P.: Daar moest, zoals je wel begrijpen kunt,
een stokje, liefst bezemstok voor gestoken
Th.: wat doet men dan? Wat is de raad?
er is weer een commissie ontloken.
Een opgeruimd comité van opgeruimde
lieden,
bij wie „netjes" in het vaandel staat,
P.: laten we hopen dat zeer spoedig al,
het „uur nü" van Opgeruimd en Netjes
slaat.
Een beeld van een beeld kreeg „3 October"
„de jongen, die de hutspot vond",
hij staat daar nu tot meerdere ere,
van de club, die driekwart eeuw bestond.
Th.: Nog vijftig jaar langer bestonden in
Leiden,
de „Grof" en de Leidse Sterrewacht,
dat die wacht het wachten nimmer moe
werd,
wie had dat een vorige eeuw gedacht?
P.: Zo valt er nog meer te vertellen,
van Drijber die naar elders ging,
van een verregende vakantie,
en van een heel merkwaardig ding,
dat schouwburgplan genoemd wordt,
een plan van opmerkelijk veel ping-ping.
Th.: Voorts:
een plan voor een vuilbrand, plan voor
een flat,
een plan voor een doorbraak, een plan
lief en net,
,een plan voor een zwembad, voor een
voetbalterrein,
een plan voor een centrum, dat kunstig
moet zijn,
een plan voor een sporthal, voor een
burger-N.V.,
een plan voor systeembouw, wie doet er
nog mee?
een flat voor bejaarden, vrijgezellen
incluis,
een flat.yo.or_verzorging,- en een gebouw
wit-gele kruis,
een plan voor verplaatsing van de G.G.D.
een plan "voor de' demping van
Levendaal
P.: Houd op nu! Ik wil niets meer horen,
bovendien zijn we het deuntje nu kwijt,
er wordt in Leiden veel goeds ook
geboren,
en daarom geef ik het woord aan „de
tijd".
Samen: Die oude figuur vol eenvoudige wijsheid,
weet wel wat ons Leiden heel nodig heeft,
dit is dan ons heilwens voor u en ons allen,
geduld en veel inzicht, wie nü zorgt, die
dan leeft
(Lang zullen we leven)