het publiek Poppenmakers Niemand kan voorspellen welk speelgoed zal kopen DE LEIDSE COURANT Een paar jaar geleden kon den wij zei een der verkoop leiders van een groot Canadees warenhuis zoveel speelgoed autootjes verkopen als we maar wilden. En ziet, in 1959 bleven we met planken vol van dat speelgoed zitten. Metalen pop penhuizen daarentegen konden we drie jaar niet kwijt en in 1959 verkochten wij onze ge hele voorraad grif en tegen goede prijzen. andere speelgoederen. Ieder jaar weer breken de fabrikanten en we derverkopers van speelgoed zich in januari, als zij plannen en ontwer pen maken van de volgende kerst tijd, het hoofd over de vraag, waar om dit soort speelgoed wel en dat andere soort niet ging. Eigenlijk is er geen peil op te trekken, al pro beren we de kwestie ook psycholo gisch te analyseren! zei een speel goedfabrikant tegen ons. En de lei der van de speelgoedafdeling van een groot Canadees warenhuis ver telde ons: Een paar jaar geleden konden we niet genoeg electrische speelgoedautootjes in voorraad heb ben, zo groot was de vraag! In 1959 echter was er tot onze verbazing vrijwel geen vraag meer naar die dingen, zodat we met planken vol autootjes bleven zitten. Metalen poppenhuizen daarentegen, die eni ge jaren vrijwel onverkoopbaar wa ren geweest, gingen grif van de hand in 1959, zodat we er niet één meer in voorraad hebben op 24 de cember. Speelgoed maken en ver kopen is nu eenmaal een bedrijf met onbekende risico's! De mannen van de lekkers- en zoetighedenindustrie hebben 't wel iets gemakkelijker dan hun colle- p ga's van de speelgoederen. Immers, I zoetigheid en* snoepgoed gaan er lJsF M ieder jaar, letterlijk zowel als fi- guurlijk, grif in! Omstreeks Kerst- mis verorberen de Canadezen met elkaar een kleine dertig miljoen kilogram „lekkers", dus bijna drie pond per hoofd per bevolking! Om aan die grote vraag naar kerstlek- Het gehele jaar door werken de meisjes en vrouwen in dit atelier aan de vervaardiging van poppen voor Kerstmis. kers te kunnen voldoen, beginnen de fabrikanten reeds in de zomer met hun toebereidselen. In oktober draait de kerstproductie van al dat heerlijks op volle toeren. Dan be gint ook de verzending der zoetig heid naar de détaillisten in alle de len van Canada- En wat vinden al die werkers- achter-de-schermen nu wel van het kerstfeest? Een Canadese winke lier vertelde ons, dat hij op 24 de cember na zijn winkel te hebben gesloten zo bèk-af was, dat hij op Kerstdag geen bezoeken maakte en geen visite wilde ontvangen, zo moe was hij. Hij wachtte altijd met die bezoeken tot Oud-en-Nieuw. „Nu ja", besloot hij, „natuurlijk heeft het wel zijn bezwaren, maar weet U, ik vind Kerstmis toch op de eerste plaats een feest voor de kinderen". En zoals deze winkelier denkt verzekerde mén ons in Canada denken heel veel werkers-achter- de-schermen-voor-Kerstmis over hun kersttaak en de nadelen, die zij van hun werk juist tijdens de kerstdagen ondervinden. Hoe Charlie zijn bal weer terug kreeg ZOETIGHEID en SNOEPGOED gaan er (letterlijk en figuurlijk) altijd in (Bijzondere medewerking) J JET KERSTFEEST is voor de meerderheid der christenen een feest van gezelligheid, blijdschap, huiselijkheid, verzorgde maaltijden en (in sommige landen) van fraaie geschenken. Voor die meerderheid begint de kersttijd tegen half december. Doch het "Kerstfeest heeft nog een ander aspekt, dat slechts betrekkelijk weinigen kennen. Die weinigen zijn de werkers-achter-de-schermen, die zorgen, dat de meerderheid „echt Kerst kan vieren". Voor die weinigen beginnen de kerstdagen eigenlijk al op 2 januari en eindigen zij 's avonds op 24 december. Die werkers-achter-de-schermen vormen te zamen een bont gezel schap. Zij werken in de fabrieken van speelgoederen, kaarsen, ver sieringen, kerstkaarten, chocolade en suikerwerken, textiel en wat er zo al meer voor een kerstviering nodig is. Zij kweken kerstbomen en hulst. Zij fokken pluimvee, kalkoe nen vooral. Zij transporteren de grote vrachten kerstgoederen. In januari zijn de plannenmakers en ontwerpers reeds bezig met de Ook ouderen kunnen echt bewon dering hebben voor mooie poppen. kerstslag. In de zomer beginnen vele naaisters de „uniformen" klaar te maken voor de tienduizenden kerstmannetjes, die ieder jaar weer op aarde verschijnen. In septem ber krijgen de transportonderne mingen hun eerst kerstvrachtje al aangeboden. In oktober kappen de kerstboomkwekers miljoenen bo men, bestemd voor kerstbomen, om, die zij een jaar of acht met veel zorg hebben opgekweekt. Wij ontlenen deze opsomming aan een Canadese bron. Hij geldt dus voor Canada, maar in min of meer ge wijzigde vorm toch ook voor alle andere landen, waar men het kerst feest viert. De speelgoedfabrikanten en hun helpers nemen in het gezelschap der werkers-achter-de-schermen 'n aparte plaats in, al was het maar alleen door de reusachtige sommen gelds, die de Canadezen jaarlijks uitgeven voor de aankoop van speelgoed in de kersttijd. De jaar lijks bedrag is ongeveer 350 mil joen! Ruim zes duizend Canadezen vinden het gehele jaar door werk en brood in de speelgoedindustrie. Ruim duizend werkkrachten zijn 't gehele jaar door bezig met poppen te maken, in hoofdzaak voor de kerstverkoop. De pop is wel het oudste speel goed, dat de mens heeft vervaar digd. Reeds in prehistorische tijden speelden de kinderen met poppen. Poppen werden en worden ge maakt van leem en hout, van ivoor en steen, van was en porcelein, als mede en de laatste tijd vooral van plastic. Er liggen vele eeuwen zijn het hele jaar bezig voor Kerstmis tussen de lemen poppen der Griek se kinderen uit de Oudheid en de tegenwoordige poppen met bewe gelijke ledematen, bewegelijke ogen en piestemmetjes. Maar een pop is een pop, altijd welkom bij kleine meisjes en zelfs bij kleine jochies. Wie eens een kijkje neemt in zo'n poppenfabriek, wordt ook als oude re getroffen en geboeid. Misschien waarderen oudere mensen een „mooie" pop zelfs meer dan kleine kinderen. Hoe dit zij, poppen zijn altijd 'n gevraagd artikel geweest en zijn het nog. De poppenfabrikant en poppenwinkelier zijn dus zeker al zijn er ups en downs in de pop- penmarkt van een redelijk goe de afzet ieder jaar met Kerstmis. Heel wat ongewisser is de afzet van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 16