Bo//yf
taoe/c i
-1
f
HET GEHEIM VAN VAN DER PUTTEN
IS THANS PUBLIEK ONTSLUIERD
Pers ontving afschrift van brief aan
minister van defensie
dat is
andere
koek!
Mr Geleijnse
is boos op
v. do Putten
weekelvkse
CRonycke
Stakingsrecht overheidspersoneel opnieuw
in studie genomen
Arka-leden op looncongres willen het overleg
met regering nog dit jaar afsluiten
ZATERDAG 9 DECEMBER 1961
DE LE10SE COURANT
PAGINA 7
De door de minister Visser ontslagen technisch hoofdambtenaar van het
ministerie van defensie, F. H. van der Putten uit Bussum, heeft het memo
randum dat hij in opdracht van de minister heeft opgesteld n.a.v. beweerde
collaboratie en onregelmatigheden door legerofficieren in het voormalige
Nederlands-Indië, voor publikatie vrijgegeven. De vele namen van officie
ren en andere personen die daar in genoemd worden, mogen niet worden
gepubliceerd, zo heeft de heer Van der Putten medegedeeld.
De raadsman van de ontslagen defensie-ambtenaar, mr. N. J. Geleijnse
uit Amsterdam, heeft voorts zijn uitvoerige brief met vele bijlagen aan de
leden van de Tweede Kamer openbaar gemaakt. Hij verzoekt de Kamer
leden daarin de minister te bewegen het ontslag-besluit in te trekken.
Aangedrongen wordt op een onderzoek door een parlementaire-enquete-
commissie. De advocaat van de heer Van der Putten is ontstemd over de
publikatie van het memorandum-Van der Putten.
Alleen géén namen genoemd
LEDEN NIEUW-GUINEA-RAAD OP SCHIPHOL
Gistermiddag arriveerde een drietal leden van de Nieuw-Guinearaad op Schiphol. Zij waren als adviseurs toe
gevoegd aan de Nederlandse delegatie bij de V.N. tijdens de besprekingen van het plan-Luns. Op de foto zien we
van links naar rechts de heren Womsiwor, Jouwe en Tangghama tijdens de persconferentie in de VIP-kamer.
De heer Geleijnse geeft in zijn
brief te kennen, dat in het licht van
het door de minister genomen ont
slagbesluit het thans duidelijk is, dat
de minister kennelijk geen ogenblik
werkelijk van plan is geweest om
in deze de onderste steen boven te
laten komen, maar blijkens de for
mulering van zijn opdracht bedoeld
heeft zich een op het eerste gezicht
gegrond argument te verschaffen om
de heer Van der Putten te kunnen
ontslaan.
De heer Geleijnse, die dezelfde
brief gisteren ook aan de leden van
de Eerste Kamer heeft verzonden,
protesteert tegen de door minister
Visser gevolgde weg „met grote klem,
omdat hier de normen van behoor
lijkheid, redelijkheid en menselijk
heid met voeten zijn getreden".
ZAKEN VAN TOEN
In het memorandum aan de mi
nister van Defensie geeft de heer
Van der Putten eerst een opsomming
van enkele gebeurtenissen in het
voormalige Nederlands-Indië, die
naar zijn mening de beweerde col
laboratie en onregelmatigheden door
legerofficieren bevestigen. Tenslotte
geeft hij een opsomming van .,al het
geen ondergetekende sinds zijn te
rugkeer in Nederland aan tegenwer
king en discriminatie heeft onder
vonden".
Wat betreft de Indische periode
noemde de heer Van der Putten in
de eerste plaats de naam van een
toenmalige kapitein, die deel uit
maakte van een commissie, die on
derdelen ten behoeve van het tank
korps in de Verenigde Staten heeft
aangekocht. Bij het uitbreken van de
oorlog met Japan waren volgens de
heer Van der Putten alle onderde
len voor de tanks aanwezig, „uit
gezonderd de zo vitale verbindings-
pennen voor de tracks".
Dezelfde kapitein en een ander
lid van de staf van de L.T.D. 81 in
Bandoeng, waar Van der Putten
vóór de wereldoorlog als chef van de
algemene werkplaats dienst deed,
worden in een ander geval genoemd.
De heer Van der Putten deelt daar
over in zijn memorandum mede, dat
hij de documentatie en tabellarische
gegevens voor een speciale machine-
batterij voor de seriefabricage- van
pignon- en kroon wielen (het enige
exemplaar in Zuid-Oost Azië) uit
de handen van de Japanners heeft
weten te redden. Beide officieren
zouden hem onder bedreiging van
aangifte bij de Kempeitai hebben
bewogen tot afgifte van de gegevens,
zonder welke de machine onbruik
baar was.
SUIKER
Voorts geeft de heer Van der Put.
ten een uitvoerige opsomming van
de activiteiten van het hoofdbestuur
van de bond van burgerpersoneel in
militaire inrichtingen in Nederlands-
Indië (B.B.M.), waarvan hij deel
uitmaakte. Deze bond, die ontstond
n.a.v. ontevredenheid onder de be
treffende ambtenaren, diende een
aantal klachten in bij de dienstlei
ding. Onder meer werd gesignaleerd,
dat kasgelden van de L.T.D. voor
particuliere doeleinden werden ge
bruikt en dat grote hoeveelheden
suiker, bestemd vooi distributie on
der de werknemers, op de zwarte
markt werden verkocht. Bovendien
noemde de bond de namen van een
aantal personen „met een politiek
besmette reputatie" die bij de LTD
zouden zijn aangesteld.
Kapitein Westerling werd door
wijlen generaal Spoor met een on
derzoek belast. Deze kapitein was
toen ook reeds bezig met een onder
zoek naar de dood van vaandrig
Aernout. Nadat generaal Spoor was
overleden (hij zou veel sympathie
hebben gehad voor de B.B.M.) maak
ten „directoraat en staf, zelf de
schuldigen, van hun machtspositie"
gebruik om zich volgens de heer
Van der Putten te keren tegen
hoofdbestuursleden van de B.B.M.
Voorts spreekt de heer Van der
Putten in zijn memorandum over 60
kraanwagens (f 4600 per stuk), die
onbruikbaar bleken. De centrale
werkplaats C.W. 90 in Bandoeng zou
aan elke wagen ongeveer f 5200 ten
koste hebben gelegd om ze weer
enigszins bruikbaar te maken. Ook
noemt de heer ran der Putten nog
enkele andere onregelmatigheden.
Hij geeft te kennen, dat hij zich
gehouden heeft aan een opdracht
van minister Staf, die de heer Van
der Putten op 23 maart 1955 in
overweging gaf zijn technische rap
porten te bevoegder plaatse in te
dienen. Dat heeft de heer Van der
Putten naar zijn mededelingen steeds
gedaan. Wanneer hij onregelmatig
heden of onjuistheden ontdekte,
bracht hij daarvan steeds rapport
uit. Het resultaat bleef naar zijn
zeggen uit. Wel zouden officieren, die
hij in Indië reeds aan de kaak had
gesteld, getracht hebben hem kwijt
te raken.
NIET MEE OVERWEG
In 1954 signaleerde de heer Van
der Putten een bedrijf in Appinge
dam,'dat ongeveer 30 zware leger
voertuigen voor f 14.000 per stuk
had gerevideerd. Dat gebeurde vol
gens de heer Van der Putten zo
slecht, dat ze vrijwel regelrefcht voor
nieuwe revisie naar een bedrijf in
Eindhoven moesten worden vervoerd.
In verband met deze slechte ervarin
gen adviseerde de heer Van der Put
ten zijn superieuren het bedrijf in
Appingedam van leger werk uit te
sluiten. Het voorstel zou zijn geac
cepteerd, doch korte tijd latei zou
het bedrijf weer vol legerwerk heb
ben gestaan. Drie jaar later werd
op de voor de heer Van der Putten
nadelige conduitestaat (die later on
juist bleek te zijn) als argument te
gen hem aangevoerd, dat „de direc
teur van het bedrijf in Appingedam
niet met Van der Putten overweg
kon".
DE KOLONEL
De heer Van der Putten was ook
belast met de technische controle
over de revisie van ongeveer 100
Waukeshamotoren bij een particulie
re industrie (eind 1954 begin 1955).
De kosten bedroegen f 5000 per stuk.
De contracten werden door enkele
met name genoemde officieren opge
maakt, o.w. de inmiddels tot kolonel
gepromoveerde kapitein uit Indië.
Het bleek mij, zo schrijft de heer
Van der Putten, dat de voorgeschre
ven revisiewijze technisch niet juist
was en dat een modificatie werd
voorgeschreven, die volkomen fout
was. De heer Van der Putten maak
te de kolonel daarop attent, doch
ontving geen antwoord. De kolonel
zou de motoren tevoren van de door
de heer Van der Putten gewraakte
modificatie hebben laten voorzien in
de tankwerkplaats in Wezep. Ze
werden gerevideerd, weer vernield
en afgevoerd naar Soesterberg waar
ze in regen en wind zouden hebben
gestaan. Pas daarna zouden de moto
ren onder de aandacht van de heer
Van der Putten zijn gekomen.
RAPPORT
„U had zich daarmee niet mogen
bemoeien. Dit is het beleid van uw
superieuren" zou een toenmalig ka
merlid, thans staatssecretaris, de heer
Van der Putten te kennen hebben
gegeven toen hij deze gang van za
ken signaleerde en uitvoerig daar
over rapporteerde.
Een soortgelijke ervaring deed de
heer Van der Putten op toen hij in
1955 de marechaussee attent maakte
op de ondeugdelijke revisie van 180
radiateuren. Uitvoerig memoreert de
heer Van der Puttij een ervaring
met een bedrijf in Amersfoort, dat
legerradiateurs revideerde. Dit be
drijf achtte de heer Van dei Putten
niet geschikt, hij stelde uitschake
ling voor, doch daarvan zou niets
zijn terecht gekomen.
De revisie van 5000 jeeps geschied
de volgens het memorandum bij een
Utrechts bedrijf voor f 9080 per
stuk. De heer Van der Putten vond
dit bedrag krankzinnig hoog en wei
gerde ermee akkoord te gaan, temeer
daar het ropport een clausule bevat
te, waarin bepaald werd dat de
werkzaamheden uitbesteed werden
tegen de voor het rijk gunstigste
condities.
Het betreffende bedrijf bleek be
reid de revisieprijs per jeep met
f 1500 te verminderen. De heer Van
der Putten meende evenwel, dat in
andere bedrijven voor dezelfde re
visie f 1000 tot f 1500 per jeep werd
betaald. Het Utrechtse bedrijf acht
te hij massarevisie van jeeps niet
geschikt. De militairen die de on
derhandelingen over dit contract in
steeds wisselende delegaties voer
den, worden in het memorandum ge
noemd.
EIGEN INITIATIEF
De heer Van der Putten signaleert
nog een aantal andere gevallen,
waarbij hij op eigen initiatief zou
hebben gehandeld, hetgeen hem ach
teraf bijzonder kwalijk zou zijn ge
nomen.
Aan het memorandum is o.m. een
persoonlijke biografie van de heer
Van der Putten toegevoegd, waaruit
moet blijken dat de legerofficieren,
die de heer Van der Putten in zijn
rapporten noemde, hem doorlopend
hebben dwars gezeten.
Mr. Geleijnse liet zijn brief aan de
leden van de Tweede Kamer verge
zeld gaan van een resumé van de aan
minister Visser verstrekte gegeven.
„Alle door de heer Van der Putten
geuite beschuldigingen kunnen, naar
mij als raadsman bekend is, worden
gestaafd door bescheiden en getui
gen", schrijft mr. Geleijnse. In de
brief deelt hij mede, dat het niet
juist is dat zijn cliënt inmiddels te
gen het ontslagbesluit van de minis
ter beroep heeft aangetekend bij het
ambtenarengerecht. „Het lijkt mij
een zaak van groot landsbelang,
wanneer alsnog een onderzoek zal
worden ingesteld naar alle facetten,
waarvan de zaak Van der Putten een
uiterst belangrijke is", aldus besluit
de heer Geleijnse zijn uitvoerige
brief.
1
MET GRATIS CHOCOLADE
(Advertentie)
In het gisteren verschenen orgaan
van de Nederlandse Christelijke
Bond van Overheidspersoneel, waar
van de heer Van der Putten lid en
mr. Geleijnse juridisch adviseur is,
komt een mededeling voor over de
zaak Van der Putten. Het hoofdbe
stuur wenst zich van commentaar te
onthouden zo lang de zaak sub ju-
dice is. Verklaard wordt, dat de heer
Van der Putten rechtskundige bij
stand zal worden verleend bij de be-
handeling van het door hem in te
stellen beroep bij het ambtenaren
recht.
Bernard Vroom
overleden
In zijn woning aan de Bernard
Zweerskade in Amsterdam-zuid is
vrijdagavond plotseling overleden de
heer Bernard Vroom, president-com
missaris van het omvangrijke con
cern van Vroom en Dreesmann. Hij
is 77 jaar geworden. Tot voor enkele
jaren heeft de heer Vroom met de
heer Willem Dreesmann de hoofddi
rectie gevormd van V. en D. Hij
heeft in het maatschappelijk en so
ciale leven van de hoofdstad een
groot aantal functies vervuld. Onder
meer was hij regent van het Onze
Lieve Vrouwe-gasthuis en van het
R.K. Armenkantoor, waaronder het
Sint Jacob-gesticht valt. Daar zullen
dinsdag dan ook de kerkelijke plech
tigheden bij de begrefenis zijn, die
daarna geschiedt op Buitenveldert.
Mr. N. J. Geleijnse, de raadsman
van de ontslagen hoofdambtenaar
van het ministerie van defensie F.
H. van der Putten uit Bussum, be
treurt het ten zeerste dat zijn cliënt
het aan de minister van defensie ver
strekte memorandum voor publika
tie heeft vrijgegeven.
Hij betreurt dit vooral, omdat
daarmee, naar zijn mening, geen en
kel reëel belang is gediend, en met
name ook omdat dit zonder overleg
met mr. Geleijnse is geschied, zo
heeft mr. Geleijnse het ANP meege
deeld.
En gemeenteraeden praeten,
praeten, praeten, praeten praeten;
de begrootingh is aen bod.
Geen lid kan het praeten laeten,
oock al praet hy nogh soo sot
En maer vraeghen, en maer praeten,
alle praetlust styght ten top.
De begrootingh is weer sluytend,
en de duyten mooghen op.
K.V.P. vraeght om subsidie
voor Instuyf, Wit-Geele Cruys,
paerochie- of bejaerdenhuys.
A.R., C.H U„ P C
pieken oock een graentjen mee.
V.V.D. heyt weer haer wenschen
voor het nut van 't algemeen,
terwyl het humanistisch thuysfront
(troetelkyndjen) loopt doorheen
de vraeghen van P.v.d.A.
als een roseroode draed,
waeroover men soo gaerne praet.
Yder wil het syne segghen
voor het eyghen kiespublique,
Anders staen de vroede vaederen
spoedigh bloot aen veel critique.
Want sy moesten toch belooven
alle wenschen, die er leeven
by de Neederlandsche kiesers
waer te maecken en se geeven
soo dus waer naer anders geld.
Alle vroeden, die verschynen
op hun praetstoel in de raed,
weeten dus waer het om gaet.
En dus
praeten, praeten, praeten,
de gemeenteraed maer praeten,
oock al praet men wys of sot:
de begrootingh is aen bod!
Nu nogh eeven een P S.jen
voor U, leesers, altemael:
„Jan van Leyden" hoort hieronder,
niet meer.
W. VAN HORSTENDAEL
door de regering gehanteerde trend
moet worden verworpen.
Drs. A. L. Dirken, die op dit loon
congres pleitte voor een eigen loon-
beleid ten behoeve van het over
heidspersoneel, stelde o.m. dat de
overheid niet als één bedrijfstak of
bedrijfskolom is te beschouwen. Hij
noemde de arbeidsverhouding van de
ambtenaar in overheidsdienst ook
wezenlijk anders dan die van de
werknemer in het bedrijfsleven.
Dr. W. J. J. Dijsselb'oem ging ver
volgens de praktische Repassing van
het eigen loonbeleid na. De over
heidsdienst heeft zich, volgens hem,
niet alleen in omvang maar vooral
ook in taakstelling ontwikkeld. De
staatstaak vertoont een ongehoorde
dynamische ontwikkeling waaraan
volgens hem, het staatsapparaat moet
worden aangepast. Men zit met pen
verouderde titulatuur, verouderde
promotiesystemen, een \eel te om
vangrijk schalcntselsel e.d.
Dr. mr. J. B. Sens constateerde,
dat de ambtenaar niet veel van de
aanzienlijke welvaartsstijging in ons
land heeft gemerkt. Het is dan ook
geen wonder, aldus de heer Sens,
dat de overheid haar goede krach
ten verliest omdat zij de concurren
tie met het particuliere bedrijfsle
ven niet aan kan.
In „Ziekenzorg" te Enschede is
gisteren overleden de 60-jarige F. W.
Huisman uit Almelo. Hij stak dins
dag, in gedachten verzonken, plotse
ling de Groetstraat in Almelo over
en liep toen pardoes tegen een rij
dende auto. Daarbij werd hij zwaar
gewond.
Bij het oversteken is de 48-ja
rige mej. A. M. Roelofs uit Vasse (bij
Tubbergen) donderdagavond veron
gelukt toen zij werd aangereden door
de 16-jarige bromfietser G. H. B. uit
Almelo. Zij overleed ter plaatse.
LIBANEES DRAAGT ZIJN KRUIS DOOR DEN HAAG
De Libanese vredes-apostel Edmond Khayat, die een kruistocht voor de vrede door Europa maakt, heeft gis
teren in Den Haag een demonstratie-tocht gemaakt van de Hoefkade naar het Vredespaleis, waar hij de rech
ters van het Internationale hof van justitie wilde adviseren te besluiten tot ontbinding van dat hof. Khayat,
die we hier bij het Vredespaleis zien met zijn veertig kilo zwaar en vijf meter lange kruis met opschrift, werd
niet in gebouw toegelaten.
Ruim tweeduizend ambtenaren, aangesloten bij de Algemene Rooms-
Katholieke Ambtenarenvereniging, hebben vanmorgen in de Expo-hal in
Hilversum een looncongres gehouden, waarbij ook minister E. H. Toxopeus
aanwezig was.
De voorzitter van de ARKA, mr. G. A. A. M. Boot, concludeerde, dat
de door de regering gehanteerde trend met betrekking tot de salarisontwi-
keling van het overheidspersoneel door de ARKA verworpen wordt. Men
mag, volgens hem, de gemiddelde verhoging van de particuliere werkers
niet als maatstaf nemen.. In wezen noemde hij dit een collectivistische, ni
vellerende maatregel, omdat ze ervan uitgaat, dat ook de meest bekwame,
meest toegewijde en meest produktieve overheidsdienaar niet meer dan een
gemiddelde prestatie levert.
Het probleem van de achterstand van de middelbare en lagere ambtena
ren dient, volgens de heer Boot, zo spoedig mogelijk te worden opgelost.
schuwing horen toen hij zei, dat een
enkel sein van de ARKA in de af
gelopen zomer voldoende was ge
weest voor grote groepen van over
heidspersoneel om een stiptheidsac
tie te beginnen, die "ooral aan de
grenzen en in de havens een chaos
veroorzaakt zou kunnen hebben. Hij
deelde tenslotte mede, dat men het
stakingsrecht voor overheidsperso
neel opnieuw in studie heeft.
RESOLUTIE
De congresserende ambtenaren na
men aan het slot van de bijeenkomst
een resolutie aan, waarin er bij de
regering op aan wordt gedrongen,
dat zij in het lopende overleg met
de organisaties van overheidsperso
neel met zodanige voorstellen komt,
dat aan de verlangens van de amb
tenaren tegemoet wordt gekomen.
Men wenst dit overleg in ieder ge
val vóór 1 januari 1962 te voltooien,
terwijl men voorts aandringt op on
verwijlde besprekingen over de re
organisatie van het centraal overleg
in ambtenarenzaken. In de resolutie
wordt nog een* vastgesteld, dat de
Regerings-trend
verworpen
Volgens spreker zal de ARKA er
geen genoegen mee nemen, dat de
regering de eenzijdig door haar vast
gestelde achterstand van de topfunc
tionarissen ook eenzijdig ongedaan
maakt. Indien de regering recht doet
aan de lagere en middelbare ambte
naren zal de ARKA zich niet verzet
ten tegen, doch instemmen met ver
beteringen ten behoeve van de top
functionarissen.
De heer Boot herinnerde eraan,
dat de ARKA de minister van bin
nenlandse zaken onlangs lof heeft
toegezwaaid voor zijn initiatief om
de onrechtvaardige aanpassing van
de pensioenen ongedaan te maken.
Hij hoopt, dat de minister zich van
zijn verdere voornemens in deze niet
laat afbrengen door het „zoete ge
fluit" van de vakcentralen over de
waardevastheid van de pensioenen.
Mr. Boot liet een ernstige waar-