De laatste „Blauu/e" vertrok
uit Leiden zonder opzien
Maar in Den Haag waren knalbommen
ten afscheid
Antoon Coolen
na hartaanval
overleden
Winterdienstregeling NZH
ging reeds vandaag in
VRIJDAG 10 NOVEMBER 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
LAATSTE PASSAGIERS WISTEN
VAN NIETS
Souvenir jagers benutten laatste kansen
De gaande (tram)
en de komende (bus)
HET WAS EEN NORMAAL trein
stel-van-drie-wagens, de A 620,
A 619 en de B 15, dat gisteravond
18,42 uur (precies op tijd volgens de
nog geldende dienstregeling) vanaf
het Leidse Stationsplein naar Den
Haag vertrok. Niets deed vermoeden
dat deze rit de Zwanenzang zou zijn
van onze oude, vetrouwde „Blauwe".
En maar zeer weinigen vermoedden
het ook, slechts enkelen waren in
het geheim, naturlijk óók de conduc
teurs, de wagenvoerder en de chefs.
Maar die gebaarden steevast van niks
te wetên.
Toch was er iets bijzonders: de
aanwezigheid op dat voor hen on
gewone tijdstip van directeur Hor-
tensius en algemeen chef van ver
voer Hetem. Later gaf ook adj. di
recteur H. J. Kapteyn met enkele
ambtenaren acte de présence.
Gewoon als altijd rolde de tram
onder het gebruikelijk gefluit langs
de straten van Leiden. Druk bezet
was ze niet. Sommige reizigers sche
nen zich verbaasd af te vragen wat
die met blocnotes zwaaiende man
nen toch te doen hadden, tezamen
met een Leidse fotograaf, gewapend
met zijn lichtgevoelig arsenaal. Tben
de tram dus een eind op weg was
kon het niet uitblijven of het werd
bekend: „We zitten in de laatste
blauwe tram naar Den Haag". En de
verrassing, die dat nieuws bij velen
teweeg bracht, was duidelijk op de
gezichten te lezen.
De laatste der
Mohikanen
WAGENVOERDER C. VROLIJK
(57 jaar, 32 dienstjaren), woont
in Scheveningen. Vanaf vandaag wa
genvoerder af en busconducteur ge
worden. „Hadden ze me maar achter
m'n schakelbord gelaten") genoot de
eer de tram voor de laatste maal
naar Den Haag te voeren. Drie Voor-
burgse conducteurs, M. A. v. d. Blom
(15 dientsjaren), J. Martinus (36
dienstjaren) en P. de Hondt (37
dienstjaren), verkochten en knipten
de laatste „echte" tramkaartjes.
Passagier H. Ravensbergen (65),
drie jaar dagelijks forens van Voor
schoten naar de Hofstad v.v., toonde
zich niet weemoedig, maar vond het
wel jammer dat de tram verdween.
Hij zou het genoeglijke van de tram
lievér niet geruild hebben voor de
meer zakelijke sfeer, die in een bus
hangt. Maar ja, wat wil jede
moderne eisen van het verkeer, niet
waar!
Een jongeman, wiens naam we niet
zullen noemen, schroevedraaier en
nijptang' in de jaszak, bekeek met
argusogen de nog schaars aanwezige
bordjes. „Rooken" b.v., met twee o's.
Toen de tram later op de avond in
de remise van Voorburg arriveerde,
bestond zijn buit uit tien bordjes. Hij
was niet de enige souvenir jager, want
we hebben ons laten vertellen, dat
Knalfeest en sigaren
Behalve deze en dergelijke klei
nigheden ontbrak tot Den Haag elk
meer bijzonder vertoon. Maar toen
werd het anders, want reeds op de
eerste meters van de terugtocht be
gon het knalfeest, de eerste „bom"
explodeerde met een fikse knal on
der de wagenwielen. Inzittenden
schrikken zich herhaaldelijk „een
hoedje", want het bleef niet bij die
ene plof, het slot werd zelfs een ware
kanonnade, juist voor de aankomst
bij de Voorburgse remise.
Bij die remise stonden drie burge
meesters de laatste tram op te wach
ten, de burgervader van Voorschoten
(L. de Kool), Voorburg (jhr. mr. A.
Feith) en Leidschendam (H. A. C.
Banning). Er werd een kort toe
spraakje gehouden tot wagen voerder
en conducteurs. „De Blauwe" had er
gedurende de jaren van haar bestaan
voor gezorgd dat er een band was
gegroeid in letterlijke en figuur
lijke zin tussen de drie dorpen".
En de burgemeesters meenden hun
waardering daarvoor en hun dank
aan het laatste trampersoneel niet be
ter te kunnen bewijzen, dan door
aan alle vier een kistje sigaren te
offreren.
Het blitzlicht van de fotografen
was niet van de lucht. Politie regel
de het verkeer, want die laatste tram
versperde voor de laatste maal die
drukke weg en toen wilde wagen-
voerder Vrolijk zyn tram vrolijk de
remise inrijden.
Maar och jé, de remhandle was in
die korte spanne tijds óók al door
een souvenir jager genaast en eerst
moest er dus een ander apparaat
komen, vooraleer de laatste meters
konden worden afgelgd.
Maar daarmee was het ook uit en
onherroepelijk gedaan en ten bewij
ze daarvan schakelde adj. directeur
Kapteyn, door het overhalen van een
handle aan een der draadmasten, de
stroom uit.
De Blauwe stond op dood spoor!
Het definitieve einde. Adjunct-direkteur Kapteyn schakelt de netstroom uit.
In zijn woning te Waalre (N.B.) is
gisteravond onverwacht overleden de
schrijver Antoon Coolen. Hij is 64
jaar geworden.
De heer Coolen werd gisteravond
getroffen door een hartaanval. Hij
was herstellende van verwondingen,
die hij enige weken geleden opliep
toen hij uit een rijdende trein viel.
Hij kreeg toen een zware hersen
schudding en wonden aan de rug.
Antonius Franciscus Coolen werd
17 april 1897 te Wijlre (Limburg)
geboren. Na zijn gymnasiale oplei
ding aan het college van de Norber
tijnen te Heeswijk ging hij in de
journalistiek en vestigde zich in 1933
te Deurne als letterkundige.
Later vestigde hij zich in
Waalre, waar hij tot heden
heeft gewoond. Antoon Coolen was
lid van het hoofdbestuur der vere
niging Nederland in de Vreemde, en
bestuurslid van het prov. genoot
schap voor kunsten en wetenschap
pen in Ned. Brabant.
Souvenirs
er verschillende leden van de hob
byvereniging NVBS (Nederlandse
Vereniging van Belangstellenden in
Spoor- en tramwezen) eveneens op
het vinkentouw zaten. In elk geval
waren veel „aanwijzingen voor het
publiek" die een openbaar ver
voermiddel altijd rijk is in Leiden
nog aanwezig, in Den Haag verdwe-
De laatste der Mohikanen. Wagenvoerder C. Vrolijk
Geen stijging van aantal
onbevoegd gegeven lessen
Het centraal bureau voor de sta
tistiek heeft gegevens gepubliceerd
omtrent de bevoegdheidssituatie bij
het dag-VHMO op 16 september
1961.
Van alle wekelijkse lessen in de
wettelijk verplichte vakken werd
evenals in 1960 25,4 pet. onbevoegd
gegeven. Aan de aanhoudende stij
ging gedurende de afgelopen jaren
is dus, zo deelt men mede, een einde
gekomen.
De hoogste percentage treft men
aan bij de vakken lYans (43%),
Duits (40%), Nederlands ((33%), Bi
ologie (33%), tekenen (32%) en En
gels (30%).
Bij de gymnasia is de situatie het
gunstigst (17%) onbevoegd gege
ven lessen); daarna komen achter
eenvolgens de lycea (25%), De hbs-
en (28%), de handelsdagscholen
(31%) en de middelbare scholen
voor meisjes (34%). Wegens gemis
aan docenten konden 2.068 lessen
niet gegeven worden.
Een raming van het aantal be
voegde en onbevoegde leraren geeft
aan, dat het aantal bevoegde lera
ren sinds verleden jaar vermoedelijk
is gestegen van 8.030 tot ca. 8.350
(aangenomen, dat het gemiddelde
lessen per leraar ongeveer hetzelfde
is gebleven).
Een raming van het tekort aan be
voegde leraren wijst op een stijging
van 4 k 5%.
DRIE KRUISHEREN NAAR KONGO
Op 18 november vertrekken per
vliegtuig drie kruisheren naar Kon
go: pater Th. Beijers uit Haps, pater
P. v. d. Heuvel uit Tilburg en broe
der Marcellus Smits uit Uden.
De aandacht van het reizend publiek wordt erop gevestigd, dat de
winterdienstregeling van de buslijn LeidenDen Haag v.v., die oor
spronkelijk zondag 12 november zou ingaan, reeds vandaag van
kracht is. Dat geldt ook voor de andere buslijnen van de NZHVM,
met uitzondering van van de lijnen 60 en 30 (naar Noordwijk en
Katwijk), die tot en met morgen (zaterdag) nog rijden volgens het
oude schema.
MAANDAG NAAR DE SLOPER
De „gepensioneerde" tramstellen van de N.Z.H. blijven tot maandag
wachten op de overbrenging naar de Trekvliet, waar ze zullen wor
den gesloopt. Een deel staat in de Voorburgse remise, een ander deel
op het stationsplein van Leiden, waar ze onder voortdurende dage
lijkse en nachtelijke bewaking blijven.
EEN N.Z.H.-MIJSEUM
De heer H. J. Kapteyn, adjunct-direkteur van de N.Z.H., deelde
ons mede, dat één of enkele wagens niet zullen worden gesloopt.
De reden hiervan is, dat er - zij het nog zeer voorlopige - plannen
bestaan voor de inrichting van een N.Z.H.-museum in de zin van het
bestaande spoorwegmuseum.
Waar het museum in de toekomst gevestigd zal worden is niet
bekend, naar een geëigende plaats wordt namelijk nog gezocht.
Wél zal het een plaats in „het westen" zijn, doch zeker niet in Haar
lem, antwoordde de heer Kapteyn op onze vraag.
In 1930, heeft Antoon Coolen de
Van der Hoogtprijs van de Maat
schappij der Nederlandse Letterkun
de gekregen. Van zijn werken, die
grotendeels regionale novellen en ro
mans zijn, noemen wij: Jantje de
schoenlapper, De rauwe grond, Kin
deren van ons volk, Het donkere.
Licht, Peelwerkers, De Goede moor
denaar, De man met het Jan Klaas-
senspel, Zegen der goedheid, De drie
gebroeders, Kerstmis in de Kempen,
Herberg in het misverstand, Uit het
klein rijk, en Bevrijd Nederland.
Ook is hij schrijver van enkele toneel
stukken. o.a. van: De vier jaarge
tijden; De vreemdeling en de klok
kengieter.
Antoon Coolen was Ridder in de
Orde van Oranje Nassau en drager
van de gouden erepenning van het
Genootschap voor Kunsten en We
tenschappen in Noord-Brabant.
Burgemeesters (Voorschoten, Leidschendam, Voorburg) namen afscheid met sigaren.