MONARCHEN DE LEIDSE COURANT DE BLANKE MENS WON VAN DE BLANKE BEER op mars in witte woestenij Berry en Terry bleven supreem onverschillig Ergens in het Noordpoolge bied ontdekten wij de beide ijsberen. Of zij onze aanwe zigheid bespeurd hebben, weten wij niet. Wel weten wij, dat zij zich supreem onverschillig bleven gedragen. Mede hier- Rechtsboven: Inderdaad! Daar gingen zij. Terry en Berry. De muilen open. Spiedend en speurend. Toch (schijnbaar) achteloos en supreem onverschillig. Rechtsonder: Ja,die geul moeten zij over steken. Het is vroeg in de zo mer en dus is het ijs hier en daar al wat week. Terry was onhandig of te zwaar en zonk met de achterpoten weg in de puddingachtige massa. Berry keek niet op of om. Terry komt er beslist wel weer uit, was blijkbaar haar standpunt. Linksonder: Toen zij bij een erg brede en blijkbaar weinig vaste geul kwamen, hield ook Berry de pas toch wat in en bleven de beide beren een wijle zwijgend staan .Toen staken zij over en vervolgden zij hun mars. Waarheen? Linksboven: O, die geulen! Terry had er wat meer moeite mee dan Ber ry, die blijkbaar de kunst van marcheren over Poolijs beter verstond dan hij. Toch bereik te Terry ook ditmaal weer, dat hij „vast ijs" onder de voeten kreeg. (NVO) JONGE ijsbeertjes zijn speels en grappig. Als zij ouder wor den, moet men met hen gaan op passen. En zijn zij volwassen, dan zijn zij beslist gevaarlijk. Vroeger en dit is eigenlijk nog maar een kwart eeuw geleden! was de ijsbeer uitgesproken de on betwiste heer en meester, de monarch der Noordpoolgebieden. Hij heeft zich zolang kunnen handhaven, omdat hij in zijn witte rijk geen vijanden had, die tegen hem waren opgewassen en hem dus hadden kunnen onttronen, Daarom bleef de ijsbeer koning tot de mens in vrij groten getale begon door te dringen in zijn ijzige domei nen, in de eindeloze sneeuw- en ijs vlakten boven en bij de Poolzeeën, waar de ijsbeer leeft. Als wij schrijven „de mens", be doelen wij de blanke mens. De Es kimo's kwamen reeds voor in het ijs- berenrijk vóór de Europeanen het ontdekten. Zij maakten jacht op de ijsbeer, zeker, maar niettemin bleef de ijsbeer de meester der Poolgebie den. Toen de blanke beer echter kwam te staan tegenover de blanke mens, schrokken beer en mens alle twee. Vrij spoedig echter bleek, dat de strijd ten gunste van de blanke mens zou worden beslist. De mannen dér wetenschap en de militairen maakten geholpen door hun Eski mo-adviseurs, die heel veel weten omtrent de kunst van in leven te blijven en zich te handhaven in de Poolgebieden geleidelijk het do mein der ijsberen, de uitgestrekte, on getemde en bevoren regionen nabij de Noordpool tot het hunne. Zij ston den hun beertje! Het gevolg van de botsing tussen blanke mens en blanke beer was, dat de ijsbeer thans be hoort tot de groep der onttroonde vorsten, die na 1918 immer talrijker is geworden. Men mene echter niet, dat de ijs beer reeds uitgestorven is. Er leven namelijk nog vrij veel van die witte roofridders in de Poolstreken. Te zien krijgt men ze echter betrekkelijk weinig, want zij zijn schuw en moei lijk te ontdekken in het sneeuw- en ijslandschap, terwijl zij bovendien alle contact met de mens zo maar enigszins mogelijk mijden. Beseffen zij, dat zij in de mens hun meerdere hebben gevonden? Zo zij wat niet waarschijnlijk is zulks al doen, dan weigeren zij in ieder ge val beslist om hem als hun meerdere te erkennen. Nog gedragen zij zich trots en vorstelijk. Nog schrijden zij door hun rijk als waren zij er nog immer volkomen heer en meester. Zij bewegen zich voort over sneeuw en ijs zoals van hun fortuin en glorie beroofde aristocraten gaan door 's werelds deftige straten stijlvol, trots maar toch niet hele maal meer zoals weleer! Wij kregen deze indruk, toen wij puur toevallig tijdens een reis met een Canadees schip in het Pool gebied twee ijsberen enige tijd kon den gadeslaan. Het waren reuzen in hun soort. Blijkbaar waren zij op mars of op expeditie. Bev/ondering vervulde ons, maar het was een bewondering, die met enige deernis was vermengd. Die mars van Terry en Berry zo noem den wij de beren leek zo doelloos! Het was een beeld uit het verleden, toen de blanke mens nog niet was doorgedrongen in het domein der ijs beren. Intussen, het gebeurt niet vaak, dat men ijsberen zo rustig ,,op he terdaad" lean betrappen. Daarom legden wij de „Mars der Onttroon de Monarchen" vast in een aantal foto's die tot de merkwaardigste van onze collectie behoren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 6