„GELOOFSVERKONDIGING VAN DE KERK IS UITEINDELIJK DE NORM VAN HET GELOVEN" ZATERDAG 4 NOVEMBER 1961 DE LEIDSE COURANT PAGINA U KARDINAAL ALFRINK BIJ DE INZEGENING VAN EIKENHORST: „Wie het Woord Gods in zich opneemt, zal een rijker Christen worden" Bisschoppelijke oproep tot gebed voor „Wereldraad van Kerken De christenheid is zich bewust ge worden van de opdracht van de Heer één te zijn in het geloven. En langs allerlei wegen is zij op zoek en op weg naar die eenheid. Nie mand zal zich verhelen dat het een zeer moeilijke en een zeer lange weg zal zijn. Maar het is hart-verheugend te weten en te zien dat zij op weg is, bereid om te luisteren naar het fluisteren van Gods Geest. God over het veranderde klimaat, en over het oprechte streven elkan- dex te leren kennen en over het eer lijk zoeken naar de eenheid, zoals de Heer die heeft bedoeld. Niemand kan ontkennen dat over het alge meen in de verhoudingen tussen ka tholieke en reformatorische chris tenheid reeds heel veel ten goede is veranderd. Gebed voor Wereldraad van Kerken. Zondag 19 november a.s. zal in alle katholieke kerken van het land een boodschap van de bisschoppen worden voorgelezen om de gelovigen op te roepen tot gebed voor de As semblee van de Wereldraad der Kerken, die dan in New-Delhi ge houden wordt; want we blijven met bewogen belangstelling het zoeken en streven van onze broeders volgen en we bevelen het van ganser harte in de zegen van de Allerhoogste aan. Wat in New-Delhi gebeurt, raakt ook ons; het kan op de weg naar de eenheid alleen maar vruchtbaar zijn, als de zegen Gods er op rust en als er trouw wordt geluisterd naar het spreken van Gods Geest. Vanuit deze bewogenheid om de opdracht van de Heer is de boodschap van de bis schoppen te verstaan. En is het dan een illusie, als ik zou hopen dat in soortgelijke bewogenheid alle niet- katholieke christelijke gemeenschap pen van Nederland de gelovigen op roepen tot gebed voor het Concilie, dat in Rome wordt gehouden? Misschien zou deze wederzijdse oproep het beste antwoord zijn op de Open Brief die de Vereniging Pro testants Nederland dezer dagen aan de bisschoppen heeft gericht. Want ik geloof, dat op deze brief niet al leen van katholieke zijde een ant woord verwacht kan worden. Men kan met vreugde constateren dat in deze open brief de agressiviteit, die vroeger opgeld deed, sterk is afge zwakt Antwoord op „Open Brief" van protestantse predikanten. Maar het vertrekpunt van deze Open Brief raakt zozeer de wezen lijke mogelijkheid van het oecume nisch gesprek, dat geen christen op zoek naar de eenheid er aan voorbij kan gaan. Ik heb bij het lezen van deze Open Brief het meest versteld gestaan van de stelligheid, waarmede men de eigen opvatting (zeggen we: exegese) van de Schrift stelt als „Gods Woord zelf", zonder dat ook maar eniger mate blijkt dat men bereid is te aan vaarden, dat ook de Kerk met haar prediking geen andere bedoeling heeft dan trouw te zijn aan Gods Woord. De discussie gaat niet om „Gods Woord", maar om de uitleg van Gods Woord. Iedere christelijke confessie bedoelt trouw te zijn aan Gods Woord. Het schijnt me een noodza kelijk uitgangspunt voor ieder wer kelijk oecumenisch gesprek. Maar men verschilt van mening over de vraag wat Gods Woord inhoudt. Als we dan daarbij alleen op de exegese zijn aangewezen, zullen we vrees ik ten eeuwige dage blij ven redetwisten tenzij de Heer ons ergens de weg heeft gewezen om uit deze discussie te geraken. Daar om geloof ik dat ieder oecumenisch gesprek uiteindelijk zal moeten doorstoten naar het wezen van de Kerk, die door Paulus wordt ge noemd „columna et firm amentum veritatis", de pijler en de grondslag van de waarheid. (1 Tim. 3,15). Als exegeet wil ik graag verkla ren, dat ik het geloof van de Kerk b.v. ten aanzien van de wezenlijke tegenwoordigheid van de Heer in de Eucharistie of van het offerkarakter van de Eucharistie niet aanvaard, omdat dit geloof met mijn exegese van de Schrift overeenstemt, maar omdat het het geloof van de Kerk is, ook al voert mijn persoonlijke be studering van het Schriftgegeven me tot dezelfde conclusie. We raken daarbij echter aan een fundamenteel verschil tussen ka tholieke en reformatorische opvat ting over de functie van het geschre ven Woord Gods in de Kerk. De Kerk zal nooit iets kunnen leveren wat in strijd is met de Schrift. Maar komen we uit de vraag welke uit leg van een Schriftwoord de juiste is en welk bijgevolg het geloofsgoed is, dat in dat woord vervat ligt, wer kelijk uit zonder het geloof van de Kerk, en zonder geloof in de Kerk? Draait niet om dit wezenlijke punt heel de trieste discussie, die we in de laatste tijd in de hervormde we reld hebben kunnen volgen over de verzoenende waarde van Christus' dood en verrijzenis? Van reformatorisch standpunt be zien begrijp ik niet, hoe de schrij vers van de Open Brief hun per soonlijke uitleg van het Schrift woord in de punten die zij aanraken, met een dergelijke stelligheid als de enige juiste kunnen poneren en voor de katholieke uitleg ervan zelfs de mogelijkheid van juistheid katego- risch uitsluiten. U moge me excuseren dat ik ge meend heb deze gelegenheid te mo gen gebruiken om althans op eniger lei wijze te reageren op de Open Brief. Er niets van zeggen zou onbe leefd kunnen schijnen; en mij bleef geen andere geschikte gelegenheic dan deze. Ik hoop dat we aan beide zijden schrijvers en geadresseerden el kanders oprecht christen-willen-zijn blijven waarderen en dat we er van overtuigd bleven dat aan beide z(j- In de Amsterdamse tramremise Havenstraat is het gemeentelijk vervoer bedrijf gistermiddag officieel begonnen met de instructie van conductrices van het G.V.B., die vermoedelijk al in januari 1962 zullen gaan fungeren als trambestuurster. Foto: mej. J. v.d. Horst hoort hier de finesses van het besturen van een tram uit de mond van instructeur G. Werkhoven. (Advertentie) den gezocht wordt naar de waarheid van Gods Woord. We zullen dan des te gemakkelijker en vertrouwvoller samen kunnen blijven bidden om de eenheid. En als ik dan nog een wens aan zou mogen verbinden, dan zou het deze zijn: dat men bij een volgende gelegenheid ook aan de katholieke geadresseerden het begeleidend schrijven toezendt dat thans alleen aan de Kerkeraden van de Kerken der Reformatie is gezonden. Voor een juiste interpretatie van de bedoelingen schijnt me dat niet zonder belang. De weg naar de eenheid zal er een zijn van lange adem. Wat voor alles nodig is, is waardering voor elkan der liefde voor elkander op rechtheid jegens elkander, en geloof in elkanders goede trouw. Wanneer dit huis dat ik zo juist heb mogen inwijden, niet in deze geest arbeidt, ware het beter niet gesticht. Ik ben overtuigd dat degenen die hier gaan arbeiden de bedoeling hebben in deze geest te werken. Ik heb God door de inzegening van dit huis gevraagd, dat Zijn Heilige Geest hen helpen mag om deze bedoeling door alle moeilijkheden heen naar Zijn Wil te realiseren. De 16e Sluvakto (slagersvakten- toonstelling) heeft zich in een zeer grote belangstelling mogen verheu gen. Betekende het aantal van 6.334 belangstellenden op de eerste dag reeds een record, woensdag 1 nov., werd dit record gebroken, toen 7.535 belangstellenden de controles pas seerden. DOOR DE KNIEéN VOOR EEN TON De 12-jarige Rudi de Ridder, zoon van de bedrijfsleider, heeft namens de presidente van het bestuur van Madurodam, mevr. mr. J. E. Glastra van Loon, in Laren 100.000 gulden overhandigd aan prof. dr. G. C. Heringa, voorzitter van de stichting Het Nederlands Studentensanatorium. Toen het koffertje werd opengemaakt, vulden honderd bankbiljetten van duizend gulden de vloer. Foto: prof. dr. G. C. Heringa grabbelt de bankjes met Rudi de Ridder bij elkaar. Op de achtergrond mevr. Glastra van Loon. Antwoord op open brief van dominees Gistermorgen heeft Kardinaal Dr B. J. Alfrink te Boxtel „den Eiken horst", secretariaat van de St. Willi- brordvereniging en zetel der Katho lieke Bijbelstichting geopend. Daar bij heeft hij de volgende toespraak gehouden. Het is met bijzondere vreugde dat ik door het gebed en de zegen van de Kerk de vruchtbaarheid van Gods geest heb afgeroepen over dit huis over degenen die hier zullen leven en werken en over de arbeid die hier verricht gaat worden. Belangrijke functie. Want dit huis heeft én als secre tariaat van de St. Willibrordvereni- ging én als zetel van de katholieke Bijbelstichting een zeer belangrijke functie te verrichten een functie binnen onze katholieke gemeenschap en een functie naar buiten, in het perspectief van het in onze dagen zo gelukkig steeds groeiende verlangen naar eenheid van al degenen, die ge loven in Christus onze Heer. Bijbel lezen. Vanuit dit huis gaat de katholieke Bijbelstichting de H. Schrift ver spreiden onder de geloofsgenoten, daarbij dankbaar gebruik makend van de goede diensten en van de er varing van het Nederlandse Bijbel genootschap. Zij gaat de H. Schrift brengen in onze gezinnen en zij gaat de gelovigen leren, hoe men de Bij bel moet beluisteren en hoe men het Woord Gods moet verstaan. In de katholieke geloofsvisie heeft de Bijbel een andere positie dan in de protestantse kerken. De geloofsverkondiging van de Kerk, die zich overigens aan de Schrift gebonden weet, zij het niet uitsluitend aan de Schrift, is uitein delijk de norm van het geloven. Vandaar dat ook bij het practisch hanteren en benutten van de Schrift bij ons andere normen gelden dan bij de andere christelijke kerkge nootschappen, al doet dat niet de minste afbreuk aan de verering en de waardering die de Kerk heeft voor het Woord Gods; daarvan ge looft zij dat het onder ingeving van Gods Geest voor ons is opgetekend „tot onze lering" zoals Paulus zegt - „opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift, in hoop zouden leven" (Rom. 15,4) of zoals hij elders zegt „als een waarschuwing voor ons tot wie het einde der tijden ge komen is" (Kor. 10,11). Wie met een gelovig en bereidwil lig hart de Schrift ter hand neemt en het Woord Gods in zich opneemt, zal een rijker christen worden. Want „levend is het woord Gods, en krachtig, het is snijdender dan elk tweesnijdend zwaard. Het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en merg, en ontleedt de gedachten en bedoelin gen van de mens" (Hebr. 4,12). In gebed, in de geloofsverkondi ging van de Kerk is de Schrift een leerschool en een toetssteen van christelijk denken en van christelijk handelen. De bisschoppen zijn ver heugd over het bestaan van deze ka tholieke Bijbelstichting en zij hopen dat de arbeid van deze stichting niet alleen tot resultaat mag hebben, dat in vele katholieke huisgezinnen de Schrift in de kast te vinden is, maar dat het geschreven Woord Gods een dierbaar bezit geworden is, dat men weet te gebruiken in vreugde en in nood tot stichting en opbouw van christelijk leven, zó dat het lezen van de Schrift inderdaad wordt een ontmoeting met de Heer. Ir. deze ge dachte heb ik graag Gods zegen af geroepen over dit huis. Geloof in de éne Heer kostbare band. Het verspreiden en het leren ge bruiken van de Schrift is zonder twijfel een stuk oecumenische ar beid dig vanuit dit huis verricht gaat worden. Zo past het van nature in- de doelstelling die dit huis als se cretariaat van de St. Willibrord- vereniging zal gaan nastreven. Het zal moeilijk zijn om alle zij wegen en alle dwaalwegen te ver mijden. Tenslotte kan het nooit gaan om een grootste gemene deler, hoe belangrijk het ook is dat we weten te zien wat en hoeveel we gemeen schappelijk hebben in het geloof aan de éne Heer. Evenzo zullen we er ons klaar be wust van moeten zijn en we zul len dat ook aan degenen die vanuit de verte het oecumenisch streven volgen, duidelijk moeten laten zien, dat het niet gaat om een gelijk stelling van alle diverse christelijke confessies, alsof het er niet op aan zou komen, welke confessie men be lijdt, als men maar gelooft in de éne Heer. Uiteraard is dat geloof in de éne Heer de kostbare band, die ons allen samenbindt, en we zouden ons van deze eenheid steeds meer. dankbaar, bewust moeten worden. Maar we mogen daarnaast nooit de gebroken heid vergeten, die de christelijke wereld vertoont. Het is ons aller op dracht er naar te streven dat juist deze gebrokenheid wordt opgelost in de eenheid die de Heer heeft ge wild. Als de oecumenische beweging al leen maar christelijk indifferentisme zou opleveren, zijn we verder van de weg naar eenheid afgedwaald, dan bij de vroegere agressiviteit. Toen waren we ons misschien meer van de gescheidenheid bewust dan van de eenheid, die er fundamenteel was. Maar het bewuste beleven van de bestaande, reëel aanwezige een heid mag ons nooit de pijnlijke ge scheidenheid uit het oog doen ver liezen. Anders zoeken we naar de eenheid op een doodlopende weg. Intussen willen we ons van harte verheugen in dankbaarheid jegens Van kippenhok tot bungalow en van bungalow tot kippenhok Burgemeester kon het niet meer nemen De heer Van de Akker, een 27- jarige fabrieksarbeider in Raven- stein, zette zijn plannen door. Het kippenhok begon er zo prachtig uit te zien, dat de burgemeester het ten slotte ook niet meer kon nemen. Voor de ogen van het jonge echtpaar v. d. Akker, terwijl enkele kippen voor de vorpi rondscharrelden, werd de bungalow door het wegbreken van de binnenmuren en het plafond her- Een 16-jarige wiskunstenaar schapen in het kippenhok, waarvoor door het gemeentebestuur de bouw vergunning was verleend. Na de ge meentelijke actie joeg het echtpaar de kippen naar buiten. De meubel tjes werden weer op zijn plaats ge zet en de wittebroodsweken werden na deze pijnlijke onderbreking voort gezet. De heer v. d. Akker had van de gemeente toestemming gekregen een kippenhok te zetten. Toen men even wel bemerkte, dat de heer v. d. Ak ker het bouwsel begon op te trekken uit steen, werd van gemeentewege verteld, dat ogenblikkelijk met de bouw gestopt moest worden. De-bou wer voerde toen aan, dat hij goed koper met stenen kon bouwen dan met hout. Op de secretarie kneep men na dit argument een oogje dicht en de heer v. d. Akker kon doorgaan. Ramen en deuren werden hierna ge plaatst. Het argument was alweer klaar. „Die ramen en deuren heb ik voor een spotkoopje kunnen krijgen. Waarom mogen er in een kippenhok geen ramen en deuren zitten?" Riante woning. De maat was vol voor de burge meester toen de heer v. d. Akker op stel en sprong trouwde met mej. Th. v. d. Sloot uit Berghem en het clan destien het „kippenhok" betrok, in werkelijkheid een riante bungalow met drie kamers, een keuken en een douchecel. Het schijnt, dat verschillende ge meenteraadsleden van Ravestein de heer v. d. Akker van advies gediend hebben. „De burgem'eester zal niet zo onmenselijk zijn, het jonge paar uit het kippenhok te zetten". De burge meester hield echter voet bij stuk en de sloop begon. De kippen, die men schijnbaar voor de vorm in het voorportaal had losgelaten, konden b. en w. niet van hun voor nemen afbrengen. Clement. Mr. H. van Weegen, de burgemees ter, deelde mede, dat hij zo heeft moeten handelen omwille van de ge volgen. Om het jonge paar niet vol ledig van de spaarcenten te willen beroven, heeft men het gebouw niet tot de grond willen afbreken, hoewel b. en w. daar, gezien het grote aan tal overtredingen, het recht toe ge had hadden. GEZIN DAKLOOS DOOR BOERDERIJBRAND Vanmorgen omstreeks half tien werd de brandweer van Heesch ge alarmeerd voor een brand in de boer derij van de heer H. van Veghel aan de Vinkelsestraat in Vinkei (ge meente Heesch) Toen de brandweer arriveerde, stonden woonhuis en schuur reeds in lichterlaaie. Zowel de boerderij als de schuur zjjn geheel uitgebrand. Het Dit is Albert Otten, een zestienjarige leerling van het openbaar lyceum in vee kon worden gered. Door de Heerenveen, die, zoals wij gisteren schreven, op deze bijzonder jeugdige brand is het gezin, bestaande uit 7 leeftijd is geslaagd voor de akte M.O.-A. Wiskunde. Albert is de jongste personen, dakloos geworden. De oor- Nederlander, die in het bezit is van deze akte. Hij heeft zich slechts een zaak van de brand is tot nu toe on half jaar lang op het moeilijke examen voorbereid, bekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 11