Tweehonderdduizend gulden prijzengeld voor cowboy-kampioenen Huifkarrenrennen doen toeschouwers huiveren ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1961 DE LEIDSE COURANT PAGINA 8 Indianen bakken appelflappen (Bijzondere medewerking). Een Europees concours hippique is onge twijfeld een sportgebeuren, dat de aan dacht der toeschouwers boeit en voor beeldige ruiterkunst te zien kan geven. Maar een „Stampede" in Calgary over treft de stoutste verwachtingen van allen, vrienden van de paardensport zowel als anderen. Galopperende paarden, rennend vee, woeste stieren, cowboys en Indianen te paard, cow boys en Indianen te voet, huifkarren in hals brekende vaart, botsingen.... dit zijn enige van de onuitwisbare indrukken, die men op doet, als men tijdens de jaarlijkse (in de zo mer plaatsvindende) „Stampede" in Calgary vertoeft. Wat is een Stampede? Een Nederlands woord kennen wij er niet voor. Men zou het kunnen aanduiden als een „vee-paniek", als een kudde paarden er van tussen gaat, als een horde koei en dol wordt en in blinde razernij alles om verloopt en vertrapt, wat zich op zijn weg be vindt. Maar al zijn er dan in Calgary ten tijde van de Stampede heel wat losse wilde koeien en wilde stieren te zien, toch is er daar van pa niek helemaal geen sprake. De cowboys zorgen wel, dat er geen paniek ontstaat. Zij zorgen, dat de ongeveer 25.000 toeschouwers, afkomstig uit Canada, de Verenigde Staten en van elders, zonder gevaar voor lijf of leden het schouw spel kunnen volgen. De enigen, die (naar onze mening) wel degelijk zijn blootgesteld, zijn de cowboys en de Indianen zelf. Toen wij dit zeiden tegen een „prairie-jon gen", keek hij ons wat meewarig, maar grinni kend aan. Gevaren? Maak het een beetje (zei hij), dat zijn de gevaren van ons vak en met die gevaren weten wij wel om te gaan, even goed als met paarden, stieren en koeien. Calgary is een bloeiende, omstreeks 1875 „ge boren" plaats, gelegen in de provincie Alberta op bijna 300 kilometer ten noorden van de Amerikaans-Canadese grens. Als de bezoekers naar Calgary komen ter gelegenheid van de Stampede, opent Calgary de poorten der gast vrijheid. Maanden tevoren reeds zijn alle be schikbare (drieduizend) hotelkamers bespro ken, maar de burgers stellen ook kamers be schikbaar. Het is Calgary's trots, dat nog nooit een bezoeker van de Stampede geen onderdak heeft gevonden! Uit alle delen van Noord-Amerika komen er cowboys naar Calgary om deel te nemen aan de Stampede en er hun kunnen, stunts en persoon lijke moed te vertonen. Het zijn rauwe, stoere, geharde kerels, die bang zijn voor duvel noch dood. Zij zijn pas echt tevreden, als zij een vurig paard onder zich voelen. Dan vieren zij hun energie en levenslust bot tijdens snelle jachten achter wilde koeien. Vaardig met de lasso als zij zijn, slagen zij en vrijwel steeds in om hun „oogappels" te vangen. Misschien vindt U dit niet zo heel bijzonder, maar als U weet, dat tijdens de Stampede-wedstrijden „alleen maar voor de grap" en om de spanning te verhogen wilde stieren in de kudde worden gedreven, dan ziet U in, dat zó'n koeienjacht wel iets heel bijzonders is en dat hij heel hoge eisen stelt aan de jagende cowboys. Hebt U wel eens een „tamme stier" geketend en met een ring door de neus, van heel nabij bekeken? Zo ja, dan durven wij wedden, dat U toen - net als wij - een stapje achteruit deed, als het dier een onverhoedse beweging maakte. Zo'n stier is een oersterke en gevaarlijke rekel! De cowboys doen echter geen stapje achter uit, als zij tijdens de Stampede in de buurt van een wilde stier komen. Integendeel, zij stel len er een eer in om zo'n oersteke rakker te Cowboys van deze kwaliteit verdienen jaarlijks veel prijzengeld. De allerbestenhalen 150.000 tot 200.000 gulden per jaar. De paarden worden gratis gevoederd in de straten van Calgary tijdens de Stam pede-week. Fier rijdt dit Indiaanse opperhoofd in staatsiekledij mee in de stoet waarmee de stampede ieder jaar begint. bestijgen en vervolgens te berijden. Dit kost natuurlijk ook een cowboy heel wat inspan ning en vergt ook van hem grote moed en vaardigheid, maar de meesten, die zo'n „stier- rit" proberen, slagen. Dit geldt trouwens ook van de demonstraties met ongebroken paarden, het zogenaamde buck-jumping. Het hele jaar door zoeken cowboys heel Canada af naar bruik bare eenjarige paarden voor die vertoningen. Dat zo'n wild paard kan „bokken" behoeft nauwelijks betoog. Sommige bokken zo erg en zo stelselmatig, dat zij er in slagen om hun cowboyruiter tot zandruiter te maken. Maar wat hier van zij, het is en blijft een boeiend schouwspel, dat spel van mgn en paard! Een boeiend, ja, adembeklemmend schouwspel bieden ook de huifkarrenren nen! Dan briesen en bonken de paarden. Dan moeten de menners al hun moed, paar denkennis en vaardigheid verzamelen om niet „uit de bocht" te vliegen. Als U weet, dat er - alweer „alleen maar voor de grap" en om de spanning te verhogen - heel in gewikkelde 8-vormige kronkels in het par cours zijn gemaakt, dan begrijpt U, dat van de mannen en de paarden zowel als van de wagens het uiterste wordt gevergd. De jaarlijkse Stampede in Calgary duurt een week. Hij begint met een bijna vijf kilometer lange optocht van Indianen, cowboys, bereden politiemannen, een paar dozijn muziekkorpsen en showwagens met taferelen uit de geschiede nis van Calgary. Enige honderden Indianen in vol ornaat verlenen kleur aan de stad en ge nieten de bijzondere belangstelling van de Stam pede-toeristen. Zij schijnen zo weggelopen te zijn uit de boeken van Aimard, Karl May en Cooper. De bevolking van Calgary steekt zich in pioniers- en cowboykledij om de goede oude tijd „echt" te doen herleven. De paarden mo gen gratis gevoerderd worden in de straten. Alle bezoekers en toeristen kunnen gratis ont bijten. De cowboys en soms ook de Indianen bakken appelflappen en bieden die (met kop pen dampende koffie) gratis aan het publiek aan. Tocht zijn dit allemaal bijkomstigheden, die de Stampede-week levendiger en gezelliger maken, doch niet wezenlijk zijn voor de „paar densport". Het zwaartepunt ligt nog steeds - en zo was het sedert 1912, toen de eerste Stampede werd gehouden - bij de prestaties der cowboys, hun beheersing van de paarden, stieren en koeien, hun lasso-techniek, hun moed en hun vaardig heid bij het mennen der huifkarren teams. „Zo is het, mijnheer", zei een toeschouwer tegen ons, „zo is het en ieder jaar ga ik weer kij ken. Het zit me in het bloed, weet U. Vijfen twintig jaar geleden moest ik uitscheiden als cowboy. Dokersbevel. En ik heb er nog spijt van. Maar toch is er veel veranderd sedert 1912. Veel cowboys, die tegenwoordig optreden, zijn eigenlijk echte „showmen". Zij zijn lid van een vakvereniging, die hun dokters- en ziekenhuisrekening betaalt, als er iets met hun gebeurt. Die vakvereniging zorgt, dat hun rech ten worden gerespecteerd, maar geeft ook voor schriften om een te forse behandeling der paar den te voorkomen. Sporen - ik geef maar een voorbeeld - moeten nu afgevijld worden. Kijk, weet U, het is nu zo, dat sommige cowboys meer verdienen op de rodeo's dan in hun vak. Ja, de Calgary Stampede is ook een rodeo. De beste van heel Amerika. Dat geven zelfs de boys uit Texas toe. En dat zegt wat. Maar goed, die rodeo-rijders verdienen veel. De bes ten, de kampioenen maken zo'n kleine twee honderdduizend gulden per jaar. Geloof me, mijnheer, ik ken er een paarHet prijzen geld is hoog. Hier in Calgary bedraagt het ie der jaar weer honderd vijftigduizend gulden. Geen kleinigheid! Maar ja, zelfs de Stampede is nu voor sommigen een zaakje geworden De man, die dit tegen ons zei, was een „oud gediende van de prairie". Hij heeft ons nog meer dingen verteld, vooral over het leven der cowboys vóór de laatste grote oorlog. „Er is veel veranderd", besloot hij, „maar rijden kun nen ze nog, dat hebt U zelf kunnen zien deze week!" Wij beaamden dit van ganser harte. Een „Bronc Rider" of „Buck-Jumper" in volle aktie. Gebroken benen kunnen bij deze sport niet uitblijven en zij komen ook elk jaar voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 8