UZEREN PAARD ONTSPOORDE OP DE
ROLBRUG OVER DE LEEDE
Postzegels vertellen de
geschiedenis der mensheid
Vaar-vliegen naar Engeland?
De Victoria Regia bloeit weer in de Hortus
f 1 s.
De primeur van
spoorweg
ongelukken?
KORTE golf
DINSDAG 8 AUGUSTUS 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 6
HET GEBEURDE IN 1843
Koningin van de Amazone
(Advertentie).
DONKEND schuift het dieseltje
langs de lijn. Rollend over de
rails dokkeren de wielen hun drif
tige cadans. In de warme comparti
menten doezelen passagiers nog wat
na op weg naar hun werk of voeren
er trage, gedempte gesprekken. Op
eens een doordringende schreeuw
van de claxon, slijpend gesis van
aanslaande remmeneen schok.
Twee vertraagde minuten schijnt de
trein te zweven. De horizont, gehuld
in grijze ochtennevel, draait lang
zaam een kwart slag en glijdt dan
achter de coupéraampjes scheef om
hoog.
„Trein ramt bulldozer op overweg"
meldt 's avonds de krant. Een wagen
reed van de spoordijk en belandde in
de sloot. Van de treinpassagiers werd
niemand gewond. Ook de chauffeur
van de vrachtwagen, waarop de bull
dozer vervoerd werd, kwam met de
schrik vrij. De materiële schade was
aanzienlijk."
Het is het relaas van een spoorweg-
ongeval, dat als door een wonder
geen mensenlevens kostte en dat
dus snel door het grotere kranten-
nieuws op de achtergrond gedrongen
wordt
Hoeveel meer indruk maakte het
eerste spoorwegongeluk in Neder
land, waarvan naar alle waarschijn
lijkheid Warmond de droeve pri
meur bad. Maar de aard van het on
geluk is niet met zekerheid bekend,
omdat het officiële jaarverslag van
de Hollandsche IJzeren Spoorweg-
Maatschappij, waarin het tragisch
gebeuren met de hand geschreven
werd behandeld, verloren is ge
gaan.
IN 1838 hadden particuliere initia-
tiefnemers plannen uitgewerkt
voor de aanleg van een ijzeren baan
van Amsterdam naar Haarlem, die
later misschien doorgetrokken zou
kunnen worden naar Den Haag en
mogelijk zelfs tot Rotterdam. Op 1
mei 1843 was de spoorwegaanleg tot
Voorschoten gevorderd. Leiden was
het laatste station. Er liepen nog
maar zes lokomotieven in de dienst
tussen Amsterdam en Leiden: „De
Snelheid", die met acht wagens aan
de trekhaak een vaartje van 30 kilo
meter per uur kon halen, „De
Arend", die met twaalf wagens een
zelfde snelheid bereikte. Dan waren
er nog „De Hoop", „De Leeuw" en
„De Amstel", die alle drie een trein
konden slepen van dertig ton. In
1841 was de „Vulcanus" in gebruik
genomen, een geweldenaar, die zelfs
treinen van 69 ton trok en die op 22
februari 1843 het snelheidsrecord
brak door een gemiddelde te maken
van 47 kilometer per uur.
En in die dagen gebeurde het eer
ste ernstige spoorwegongeluk in Ne
derland.
DE HOLLANDSE IJzeren Spoor
weg-Maatschappij was zuinig op
haar ijzeren paarden. Ze werden
goed gecontroleerd, onderhouden en
op hun kwaliteiten beproefd tot le
ring van het nieuwe spoorwegperso
neel.
Daartoe had de Raad van Admini
stratie van de maatschappij in 1841
de toenmaals 21-jarige adspirant-in-
genieur Adrien Désiré Teyler van
Hall uit Amsterdam toegewezen als
assistent van ingenieur C. C. van
HalL Teyler van Holl was in Den
Haag geboren als zoon van ma
joor Floris Adriaan Teyler van Hall
en Agatha Petronella Marie Thérèse
du Ry.
In een „Handleiding tot de kennis
van de verschillende soorten van lo
comotieven, benevens de practische
voorschriften tot het geleiden van
dezelve" uitgegeven in 1844
schrijft de heer C. C. van Hall in zijn
voorwoord of „Berigt" over zijn
neef:
Gedurende al dien tijd bewees hij
mij, door zijn scherpzinnigheid,
kunsttalent en onvermoeiden ijver,
de grootste diensten. Had hij langer
op deze aarde mogen vertoeven,
voorzeker zou hij zich, op de moei
lijke loopbaan door hem ingetreden,
naar ons menschelijk oordeel, eenen
roemvollen naam, zijn Vaderland ter
eere, verworven hebben."
Wat was er namelijk gebeurd?
In hetzelfde „Berigt" lezen we:
„Op den 10. Maart 1843, met mij
naar het station Leijden gegaan, was
hij mij behulpzaam in het verifiëren
der gewigten, met welke de veilig
heidskleppen behooren gedrukt te
worden. Na gedaan onderzoek keer
den wij huiswaarts. Zoo als hij ge
woonlijk tot verdere eigene oefening
deed, bestuurde hij de machine, toen
bij het overrijden der Rolbrug over
de rivier de Leede nabij Warmond,
door achteloosheid van den brug
wachter, in het naauwkeurig sluiten
der gezegde brug, de machine uit het
ijzeren spoor raakte, en, stuitende te
gen de gemetselde vleugel der brug,
omsloeg, terwijl hij zelf bij deze val
zoodanig verpletterd werd, dat hij
onmiddellijk den geest gaf."
Het stoffelijk Overschot werd. ten
behoeve van de over lij densacte
waarin wordt gemeld, dat de dood
intrad om half twaalf des voormid
dags geïdentificeerd door Samuël
v. d. Feyst, 29 jaar oud, van beroep
„Opzigter H.Y.S.M.", wonende te
Lisse en door Johannes Gerardus
Veldhorst, 23 jaar oud, zonder beroep
en wonende te Warmond. Zij staan
geboekt als „goede bekenden" van
de overledene.
„De Leydsche Courant" van maan
dag 12 maart 1843 geeft het volgende
verslag van het ongeval:
„Den 10. dezer heeft op den spoor
weg tusschen deze stad en Haarlem
een bedroevend ongeval plaats ge
grepen. De Locomootief van den
trein, ten ll1/» ure van hier vertrok
ken, raakte op de brug over de War-
monder Leede, door ene onoplettend
heid van den bruggenwachter buiten
het spoor, waardoor zij op de berm
van den spoorweg kantelde en met
den kolenwagen van den dijk in het
water stortte. Dit ongeval bragt te
weeg, dat de Adspirant-Ingenieur S.
D. Teyler van Hall, die als zoo
danig was toegevoegd aan den Ad
junct-Directeur, belast met het opzigt
over het werktuigkundig gedeelte des
spoorwegs (dat zou dus de heer C. C.
van Hall geweest zijn; red.) van de
Locomotief stortte en ongelukkiglijk
het leven verloren heeft.
Hij was het eenig kind zijner
ouders, die diepbedroefd zijn, en
door zijne oppassendheid, ijver en
kunde, een veelbelovend ambtenaar.
Twee andere machinisten hebben
min of meer belangrijke wonden be
komen.
De goederen wagen en de voorste
waggon zijn mede van het spoor ge
raakt en aanmerkelijk beschadigd,
toch gelukkig heeft geen der reizi
gers eenig belangrijk letsel bekomen.
Men schrijft het ongeluk hieraan toe,
dat het beweegbare gedeelte van de
brug niet behoorlijk gesloten was.
Het onbeschadigde gedeelte van
den trein heeft later met eene hulp
locomotief de reis vervolgd. Men
verneemt, dat na gemeld ongeluk, de
Officier van Justitie bij de Arron-
dissementsregtbank alhier met de in-
stictie van strafzaken belast, zich ten
spoedigste naar de plaats des onge-
vals heeft begeven, teneinde de noo-
dige informatiën in te winnen, tot
welke einde zij heden, de 12de dezer,
benevens den Griffier, derwaarts
zijn teruggekeerd. Bereids is er ter
dier zake een geregtelijk onderzoek
aangevangen."
dien, dat het ongeval een trein be
trof, die volgens de dienstregeling
om half twaalf (met reizigers) uit
Leiden naar Haarlem vertrok.
Maar volgens de overlijdensacte
overleed de heer Teyler van Hall
vóór cf tenminste op het moment,
dat die trein Leiden verliet. De acte
werd ondertekend door een opzichter
bij de spoorwegen, zo'n man die zijn
horloge gelijk zet op het passeren
van een trein. Hij heeft waarschijn
lijk het tijdstip van het ongeval ge
reconstrueerd aan de hand van de
dienstregeling.
Als op het ogenlblik, waarop de
heer Van Hall volgens de acte over
leed, juist is. dan kan het bijna niet
anders of hij bestuurde een losse lo
comotief, die voor de bewuste trein
van half twaalf uitreed. Dat ver
klaart ook, dat deze trein later al
dan niet met „eene hulplocomotief"
de reis vervolgde.
We geloven, dat we door de grijze
nevelen van het verleden de' waar
heid het dichtst benaderen in het vol
gende (gefingeerde) bericht:
Leiden, 10 maart 1843 Een ma
chinist vond de dood toen hedenmor
gen op de rolbrug over de Leede bij
Warmond een locomotief ontspoorde
en omsloeg. Twee andere spoorweg-
employé's onder wie de technisch-di-
recteur van de H.Y.SJV1., de heer C.
C. van Hall, werden met min of meer
ernstige verwondingen opgenomen in
een ziekenhuis te Leiden.
De drie spoorwegfunctionarissen
waren hedenmorgen met de locomo
tief uit Amsterdam naar Leiden ge
reden om de veiligheidskleppen van
de daar gestationeerde machines te
ijken. Op de terugreis maakten ze
een proefrit om een van de nieuwe
locomotieven op haar snelheid te be
proeven. De adspirant-ingenieur A.
D. Teyler van Hall (23) uit Amster
dam bestuurde de machine. Doordat
een brugwachter de rolbrug over de
Leede niet nauwkeurig had gesloten,
vloog de locomotief met grote snel
heid uit de rails, en kantelde tegen
de gemetselde vleugel langs de oprit.
De heer A. D. Teyler van Hall kwam
daarbij tussen de muur en de zware
wagen. Hij was op slag dood. De an
dere heren werden van de stookplaat
geworpen en raakten gewond. De
omgevallen locomotief heeft geruime
tijd de baan versperd, zodat de trein,
die om half twaalf uit Leiden naar
Amsterdam zou vertrekken, vertra
ging ondervond.
J. BAKKER
De spoorbrug over de Leede
te Warmond.
ONDANKS de nauwkeurigheid,
waarmee de Nederlandse Spoor
wegen nu al meer dan 120 jaar ple
gen te werken, zijn er over de aard
van het eerste spoorwegongeval geen
andere gegevens bekend dan die,
uit de twee geciteerde berichten en
die spreken elkaar op belangrijke
punten tegen. Het is daarom wel aan
trekkelijk, daaruit de meest waar
schijnlijke lezing te distilleren.
Het eerste „berigt" bijvoorbeeld,
wekt de schijn, dat de verongelukte
locomotief een technische proefrit
maakte, of in ieder geval een dienst
reis. Daarop duidt ook de aanwezig
heid van „twee andere machinisten"
waarover „De Leydsche Courant"
schrijft op de bok van de onge
luksmachine.
Het krantenverslag zegt ook, dat
de locomotief in het water gevallen
zou zijn. Maar daarvan maakt de
breedvoerige heer C. C. van Hall
geen melding, terwijl hij toch als be
trokkene „ooggetuige" was. Het
krantenbericht dat twee dagen na
het gebeuren geschreven werd omdat
de eerstvolgende editie toch pas op
13 maart verscheen meldt boven-
POSTE RESTANTE
RONDOM DE ASSOEAN-DAM
U HEBT natuurlijk in de krant ge
lezen, dat minister Cals van de Ver
enigde Arabische Republiek (Egyp
te) een onderscheiding heeft ontvan
gen voor zijn medewerking inzake
het Unesco-plan voor Egypte. Wel-
licht hebt u gedacht: hoe zit dat nu?
Mijn postzegelverzameling geeft u
er een antwoord op. U hebt allen
gehoord van de „Assoean-dam", die
straks Egypte miljoenen Kwu stroom
zal bezorgen. Dit zal voor Egypte
een zegen zijn, maar deze dam is
tevens het grote gevaar voor ver
scheidene zeer belangrijke bouw
werken met kunstschatten uit het
grijze verleden van het land der
farao's de bakermat van onze be
schaving.
Egypte kan de kosten voor be
scherming dezer bouwwerken niet
alleen opbrengen en deze heeft zich
tot de Unesco gewend en deze op
haar beurt tot de deelnemende lan
den in die organisatie. Van de schat
ten, die door deze hulp voor de on-
kdergang zullen blijven gespaard, be
houdt Egypte de helft cn de andere
helft zal worden verdeeld ónder de
landen, die financieel bijspringen.
Nederland is er één van en minister
Cals is tenslotte minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen.
Daarom hadden we ook van 16 ok
tober tot 31 december 1960 (en ver
lengd tot 15 januari 1961) in het
Rijksmuseum te Amsterdam de tentoonstelling
„5000 jaar kunst in Egypte".
Kijk, geachte lezer (es), deze Assoean-dam,
de elektrische centrale, die erbij verrijst en
verschillende van de bedreigde bouwwerken
en kunstschatten zijn op postzegels afgebeeld
en wel van Egypte, van de Soedan en zelfs
van Monaco en dat moet worden gezegd, fraai
zijn ze, zelfs die van Monaco.
Laten beide Egyptische zegels ons de be
roemde tempel zien van Ramses II (zie boven
ste afbeelding; komt ook op Egyptische zegels
voor!), de zegel van Monaco draagt een sphynx
met leeuwenlichaam van de tempel van Quadi
Saboua in Nubië (zie afbeelding in midden), terwijl de Soedan een
beeld brengt, voorstellende koning Tarbaqa (zie laatste afbeelding).
Het is echter vooral de beroemde tempel te Aboe Simbel van Ram
ses II, die dreigt ten onder te gaan en dat te verhinderen, is de taak
van de gehele beschaafde mensheid. Heb ik te veel beweerd, toen
ik onlangs schreef, dat de postzegels een getrouw beeld geven van
de oude, maar ook die van de meest recente geschiedenis der mens
heid?
K. E. KöNIG
EEIN BLOEIENDE VICTORIA RE
GIA. de grootste waterlelie, die er
op aarde te vinden is, is voor Leiden
geen zeldzaamheid meer; in tegen
deel, het is in de bloeiperiode een
alwekelijks verschijnsel. Toch bestaat
er, niettegenstaande dat, weer altijd
veel belangstelling voor, dat bewees
het bezoek van gisteravond aan de
tropische kas in de hortus botanicus,
waar, zoals aangekondigd was, de
koninklijke plant uit het Amazone
gebied weer in bloei zou komen. In
lange rijen stonden de belangstellen
den langs de met romantische kaars-
lantaarntjes gemarkeerde paden-
naar-de-kas te wachten tot het mo
ment, dat ze werden toegelaten in
groepen van rond honderd.
Ook tal van buitenlanders hadden
het bericht vernomen, want het was
niet alleen onze taal, die tijdens het
wachten te horen was. Er schijnt van
van deze waterlelie (waarvan ons
dit reeds tussen haakjes de
grootte van de bloem minder impo
neerde dan de reusachtige bladeren)
een aantrekkingskracht uit te gaan,
een soort geheimzinnig fluïdum, die
de mensen steeds weer naar haar
toetrekt.
Wij hebben haar gisteren voor het
eerst gezien en ook wij kwamen on
der de indruk van ait schone produkt
ener wondere tropische natuur.
Smettelozer en lichtender wit is er
wel niet dan het wit van deze was
achtige bloem, mooier groen geaccen
tueerd door het karmijn van de op
staande randen der grote bladeren,
drijvend op het water, of liever zwe
vend op luchtkussens, is moeilijk te
vinden.
Het was niet de eerste bloem, die
de thans acht maanden oud zijnde
plant in de hortus produceerde, het
is reeds de veertiende maal dat er
een bloem boven water kwam en het
vijftiende exemplaar was als knop
reeds weer onder het wateroppervlak
zichtbaar. Gisterennacht nog smet-
Een prachtige opname van een
bloem van de Victoria Regia
gedurende de eerste nacht van
de bloei. Deze foto werd ove
rigens niet in Leiden gemaakt,
doch in de Amsterdamse
hortus.
teloos wit, zal de bloem vanavond
tot roserood zijn verkleurd.
DE PLANT werd voor het eerst in
1840 gevonden in de tropische regen
wouden van het Zuid-Amerikaanse
Amazonegebied. Het is een één-jarig
gewas en wordt ieder voorjaar op
nieuw uitgezaaid. De vinders waren
zó onder de indruk van de pracht
van de bloem, dat ze haar een ko
ninklijke naam gaven, naar koningin
Victoria van Engeland: „Victoria
Regia".
In de kas begint de bloeitijd in
mei; de bloemen zijn ongeveer 20
cm groot en imponeren eigenlijk
minder door de afmeting dan door
haar smetteloze vorm en kleur. De
bladeren echter krijgen een omvang
van meer dan twee meter, met op
staande randen van 14 cm. Een vol
groeid blad kan een twee- tot drie
jarig kind dragen, mits door middel
van een plank o.i.d. de druk gelijk
matig verdeeld wordt. Het is een
nachtbloeier, elke bloem bloeit twee
nachten en wordt na ongeveer vier
dagen gevolgd door een nieuwe.
De kastemperatuur is 25 tot 30 gr.
C„ bij zonnig weer tot 33 gr., de
temperatuur van het water rond 80
gr. F.
In de kas bevindt zich voorts een
keur van andere tropische gewassen
als suikerriet, rijst, papyrus, vlees
etende planten, de beruchte water-
hyacinth in de Kongo, orchideën,
enz. De bezoekers worden in de kas
deskundig voorgelicht, ook vanavond
weer van 9 tot 11 uur.
GOEDKOOP - SNEL - NIET ZEEZIEK
Zullen we binnen niet al te lange
tijd driemaal zo snel, veel goedkoper
en - gelukkig vooruitzicht voor zee
reizigers - dan met een momenteel
gebruikelijk passagiersschip naar En
geland kunnen varen? Volgens een
voormalig officier van de Marine
Stoomvaart Dienst (MSD) is die mo
gelijkheid zeker niet uitgesloten; hij
heeft zelfs al plannen in die richting.
Die oud-officier is de heer M. A. W.
Bos, thans directeur van de n.v.
Aquavion Holland, de man ook, die
in Nederland de draagvleugelboot
heeft geïntroduceerd. Rijkswaterstaat
heeft zo'n vaartuig al in bezit voor
golfhoogtemeting in de zeegaten.
Voor het passagiersvervoer naar En
geland denkt de heer Bos aan boten
voor 400 passagiers.
Volgens berekening kan zulk een
schip een snelheid bereiken van 75
kilometer per uur, terwijl het vermo
gen aan p.k.'s veel kleiner behoeft te
zijn dan bij een f normaal schip. Ook
de bouwkosten zullen, mede daar
door, belangrijker lager zijn, vermoe
delijk niet meer dan 6 miljoen i.p.v.
thans twintig miljoen voor een schip
met dezelfde vervoerscapaciteit. De
overtocht zal er ook aahzienlijk door
worden bekort. Heeft men voor een
tocht Hoek van Holland-Harwich nu
nog 6'/» uur nodig, met een aquavion
zal men het in goed twee uur kunnen
doen.
Bovendien - en dat is voor vele
reizigers echt wel belangrijk - van
zeeziekte zal zo goed als geen sprake
meer zijn.
Ten gevolge van een val gister
morgen van zeven a acht meter aan
boord van een schip in de Merwe-
haven te Rotterdam, is de 49-jarige
havenarbeider H. Wanda gisteravond
in het ziekenhuis overleden.
Verdronken in zee is gistermid
dag de 16-jarige scholier A. Kerse
maker. Hoewel hij niet kon zwem
men waagde hij zich ter hoogte van
de noorderpier aan het strand te
Scheveningen tot zijn schouders in
het water.