Alleen tevreden Wassenaar wil nog wat meer grond
aan Leiden geven dan gevraagd werd
Drukbezochte zitting van Gedeputeerde
Staten te Den Haag
200 Rinsche
guldens
voor Leiden
VRIJDAG 28 JULI 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA l
Twee en een half uur bezwaren tegen grenswijziging
Wie verwacht zou hebben, dat de vergadering van Ged. Staten, waarin
de bij de grenswijziging rond Leiden betrokken gemeenten hun bezwaren
kenbaar mochten maken een bewogen karakter zou dragen, is bedrogen
uitgekomen. In alle rust en op welhaast academisch niveau heeft deze
zitting zich gistermiddag in een zaal van het gebouw in de Haagse Dieren
tuin zaliger gedachtenis ontrold. De edelachtbare en hoogedelachtbare he
ren trokken rustig een wit askegeltje aan hun sigaren, terwijl de een na
de ander de reeds bekende argumenten voor of tegen een bepaald deel
van de grenswijziging naar voren bracht op een spreekgestoelte en voor
een microfoon, die het gesproken woord doorgaf aan een bandrecorder, en
aldus de grenswijzigingsproblemen conserveerde.
weg is géén natuurlijke grens en kan
door doorgangen doorbroken worden.
Tenslotte pleitte hij voor instelling
van een bovengemeentelijk lichaam.
Nog méér.
Het Wassenaarse raadslid, de heer
A. C. Duijvestijn ontwikkelde geen
bezwaren tegen de grenswijziging als
zodanig. Integendeel Wassenaar
wil gaarne nog iets méér grondge
bied kwijt, nl. het deel waarop Rijks
weg 4b komt te liggen. Men is nl.
van mening, dat men het politietoe
zicht op deze weg in weinig handen
moet geven.
Meest gehandicapt.
Zwaarst gehandicapt in deze grens
wijziging zal ongetwijfeld Zoeter-
woude zijn, dat vertegenwoordigd
was door zijn burgemeester, de heer
J. A. Detmers, die erop wees, dat dit
voor Zoeterwoude reeds de derde
grenswijziging ten gunste van Leiden
is. Zal het bij deze derde blijven?
Spr. trok de waarde van Rijkswegen
als gemeentegrenzen niet in twijfel,
Kopje thee tussen de bezwaren door.
V.l.n.r. burgemeester Koomans, wet
houder Kralt, prof. Polak, burge
meester Van Kinschot, mr. Blok
(chef van het kabinet te Leiden),
wethouder Jongeleen, wethouder
Stolp, burgemeester Detmers.
daarom verwonderde het hem dat
G. S. na het plan '58 Rijksweg 4a
loslieten en de grens tot aan een
watering doortrokken. Hier ontbreekt
de logica. Voorts leek het er op, dat
het gebied Hoge Rijndijk indertijd
aan Leiderdorp was aangeboden als
compensatie voor het verlies van de
Meijepolder. Maar toen Leiderdorp,
om wie weet welke duistere reden,
merkwaardig genoeg buiten de
grenswijzigingsplannen bleef, werd
hetzelfde gebied weer als compen
satie? Leiden aangeboden, hoewel
Leiden er niet om gevraagd had. Spr.
onderkende méér merkwaardigheden
in dit plan, dat Zoeterwoude een
kwart van zijn grondgebied en de
helft van zijn inwoners gaat kosten.
Het betekent bijvoorbeeld voor de
thans zitting hebbende functionaris
sen, dat men de grens van 8000 in
woners, van belang voor de salarië
ring, nimmer zal bereiken. De burge
meester bleef dit alles duister, ook
al omdat de samenwerking en het
begrip voor Leidens problematiek
zodanig waren, dat men zelfs al een
begin had gemaakt met een gemeen
schappelijke regeling door grondaf-
stand aan Leiden door middel van
onteigening.
Waarschuwing.
Als deze grenswijziging doorgaat,
zo sprak de burgemeester, dan moet
dit voor andere gemeenten in 't land
een waarschuwing zijn, niet te licht
vaardig gebied af te staan aan een
grotere nabuurgemeente. Zoeterwou
de is, als voortdurend slachtoffer,
steeds verder van de Rijn afgeraakt,
en straks zal men het nog beleven,
dat na de annexatie van het gebied
aan de Vink de gemeentenaren be
talen moeten voor het gebruik van
hun voormalige los wal aan de Rijn.
In het vervolg van z'n betoog noemde
de heer Detmers, de argumentering
Raadslid Duijvestijn: weg ook maar
liever weg
van G. S. tegenover opwerpingen van
Zoeterwoude slapjes en gering van
omvang. Hij wees op de abnormale
loop van de grens, die gebaseerd is
op het nog niet bekende tracée van
Rijksweg 4b, dan 4a volgt, vervol
gens een watering, dan een spoor
baan, dan de grillige grens van Ha-
zerswoude en dan pas weer bij het
water van de Rijn terechtkomt. Ten
slotte betreurde de burgemeester het
dat in geen enkel opzicht rekening
wordt gehouden met de belangen
van de vele woningzoekenden in
Zoeterwoude.
Er was ook nu en dan tijd voor
een grapje. Zo had de Leidse hoog
leraar prof. mr. C. H. F. Polak, in
zijn ongecompliceerde en tevens
glasheldere betoogtrant veel succes
met de Angelsaksisch aandoende toe
voegingen, die zijn rede lardeerden.
Mevr. mr. C. M. de Ruijter de
Zeeuw, nazate van de beroemde Mi-
chaël Adriaanszoon, zat de vergade
ring voor als waarnemend commis
saris van de koningin. Andere aan
wezigen va nhet college van Gedepu
teerden in de staten waren de heren
Van Riel, dr. Van Praag, Deerenberg,
voorts mr. Van Dijk en de griffier
mr. Helmstrijd.
Amputatie.
Hoewel de delegaties uit de ver
schillende gemeenten maar klein van
omvang waren was de zaal in het
Difcrentuingebouw toch goed bezet
dank zij een ruime belangstelling
van ingezetenen, voorzitters van
plaatselijke actie-comité's, bewoners
van gebieden die, mócht („onver
hoopt" verklaarden verschillende
sprekers) de grenswijziging doorgaan
bij dit gebeuren betrokken zijn.
Eerste spreker was burgemeester
H. L. du Boeeff van Oegstgeest, die
sprak van een „amputatie van zijn
gemeente". Ruim vijftig procent van
zijn gen.eente moet hij afstaan, het
bevolkingsgetal gaat met 10 procent
achteruit. Sinds 1955 al heeft Oegst
geest bezwaren gemaakt tegen de
grenswijzigingsplannen en zijn be
langrijkste argument is wel, dat in
de randstad ruimtelijke vraagstuk
ken alleen door overleg zijn op te
lossen. Dit zou men ook verwacht
hebben nadat uit overleg van de be
trokken gemeenten een structuur
plan voor de Leidse agglomeratie was
vastgesteld. Waarom zou men dan
nog grenzen gaan wijzigen?
Oegstgeest heeft begrip voor Leid
se problemen en wil dan ook niet
geheel afwijzend staan tegenover de
grenswijzigingsplannen. Het deel van
de Broek- en Simontjespolder, dat
beoosten de spoordijk ligt, zou men
prijs willen geven. Het betreft hier
een gebied van 218 hectare, waar
9000 huizen kunnen gebouwd wor
den en dat kan voorzien in een be
wonersgetal van 30.000.
Niets van de Mors.
In zijn verdediging van de Oegst-
geestse weerstand tegen wijziging
der grenzen vérder gaand dan ge
noemd gebied, verklaarde de burge
meester, dat een eerste vereiste in de
planologie van de randstad is een
ruime bebouwing omlijst door veel
groen en recreatief gebied. In tegen
stelling daarmede is de smalle cor
ridor doorstotend tot de Rijn, die in
het grenswijzigingsplan aan Oegst
geest wordt gelaten. Daarom wil de
gemeenteraad ook niets weten van
gebiedsafstand in het Morskwartier.
Het landelijk fraaie gebied rond En
degeest hebben G. S. terecht aan
Oegstgeest toegedacht; Endegeest,
Rijngeest, Poelgeest behoren bij
Oegstgeest. Spr. wees voorts op het
feit, dat in dit plan de grens door
het drukke kruispunt Geversstraat,
Kempenaerstraat komt te liggen, het
geen hem nog onlogischer voorkomt,
dan de huidige grenssituatie tussen
Oegstgeest en Rijnsburg, die voor
G. S. notabene aanleiding was om
met voorstellen tot wijziging van de
grens te komen.
Forensen.
Burgemeester L. de Kool deed na
mens Voorschoten het woord. Hij
hield een gloedvol betoog, waarin hij
wees op het onbehagen, dat in zijn
gemeente was gegroeid over dit
grenswijzigingsplan. De toch wel ge
fundeerde Voorschotense bezwaren
van maart 1960 zijn door G. S. niet
weerlegd. Met de wijken Noordhof
land en Stevenhoven staat Voor
schoten, mocht onverhoopt dit grens-
wijzigingsvoorstel doorgaan, een aan
merkelijk deel van zijn grondgebied
en 14 procent van zijn inwonertal af.
Er zijn niet alleen gevoels- maar ook
bestuurlijke bezwaren. Spr. vraagt
zich nl. af waarom deze polders met
een opname-capaciteit van 20.000 in
woners niet door Voorschoten be
heerd zouden kunnen worden. De
zaak wordt wel heel merkwaardig,
indien men in aanmerking neemt,
dat G. S. goedkeuring hebben ge
hecht aan een Voorschotens uitbrei
dingsplan voor Noordhofland. Hoe is
dat mogelijk?
De burgemeester schilderde deze
gebieden als een aantrekkelijk woon
oord voor Haagse forensen. Ook de
Voorschotense wijk Adegeest biedt
onderdak aan veel forensen, die in
Den Haag hun werkkring vinden, en
er bestaaat een grote binding met de
onderhavige wijken. Leiden heeft
veel behoefte, ongetwijfeld, aan grond
voor recreatie, industrie en univer
siteit, daarvoor heeft het veel wonin
gen nodig. Spr.' is van mening, dat
Burgemeester De Kool: er was Voorschoten derhalve bij uitstek de
toch al samenwerkingrol van forensen-gemeente, voorbe-
Burgemeester Dn Boeuff: mijne
heren, dit is een amputatie
stemd om een deel van de Haagse
overspil op te vangen, moet spelen.
Het verwondert spr. voorts, dat
Rijksweg 4b aangewezen is als grens
in het plan, terwijl het tracée van
deze weg nog niet eens officieel be
paald is. Burgemeester De Kool wees
in het vervolg van zijn betoog op de
goede samenwerking, die met Lei
den immer mogelijk is gebleken.
Ook de burgerij is sterk gekant tegen
deze grenswijziging, zoals de burge
meester aantoonde aan de hand van
cijfers. Een bezwaarschrift bevatte
600 handtekeningen, hetgeen 97 pro
cent van de inwoners van het te an
nexeren gebied omvat.
Voorts wees hij op een waarschu
wing tegen massificatie in een brief
van de hand van geestelijke leiders
in zijn gemeente. De grenswijziging
zo betoogde heer De Kool, in het slot
van zijn betoog,-zal ernstige finan
ciële consequenties voor zijn ge
meente hebben.
Namens Voorschoten sprak ook
prof. ir. D. Simons, bekend deskun
dige op planologisch terrein, die on
der meer aanvoerde, dat eerst een
streekplan gemaakt moet worden,
vóór men tot plannen maken voor
grenswijziging overgaat.
Spr. pleitte ook voor het handha
ven van natuurlijke grenzen. Een
Dat de samenwerking tussen
Voorschoten en Leiden al van
oude datum is bewees gister
middag in de zaal van het
Haagse Dierentuingebouw bur
gemeester De Kool, die ver
klaarde, dat in het jaar 1483
200 Rinsche guldens door Voor
schoten aan Leiden waren ge
schonken ter financiering van
de oorlogslasten dier stede.
Sterker nog maakte het de
burgemeester van Zoeterwou
de, die erop wees dat de ker
stening van Leiden Aranuit Zoe
terwoude en Leiderdorp ge
schied is en Leiden dus veel
aan beide gemeenten te danken
heeft.
Haast haast!
De burgemeester van Leiden, jhr.
mr. F. H. van Kinschot, had eigenlijk
maar één oogmerk met zijn betoog:
aandringen op het met spoed uitvoe
ren van dit grenswijzigingsplan, om
dat ieder langer uitstel voor de Sleu
telstad catastrofaal is. Daarom ook
heeft de gemeente afgezien van ver
dere acties ten aanzien van gemeen
ten die nu niet bij de grenswijziging
zijn betrokken. Na 1962, zo rekende
de burgemeester voor, kan Leiden
geen bouwgrond meer uitgeven en in
1963 is het uit met het verder toe
wijzen van woningen. Leiden zit
dicht, kan niet verder, en moet een
ernstige vertraging in de plannen tot
ontwikkeling van de stad voor lief
nemen. Leiden heeft ook praktisch
geen uitbreiding van het getal inwo
ners. Hoe komt dat? Men is aan de
grond. Vergelijk dit maar met de
randgemeenten, die onder invloed
van Leidens bloedarmoede zeer snel
groeiden. In 14 jaar kende de Sleu
telstad een uitbreiding van 12 pro
cent. Oegstgeest groeide met 34 pro
cent, Voorschoten met 57 procent,
Leiderdorp met 66 procent en Zoe
terwoude met 17 procent. 1 Januari
1962 moest de grenswijziging al een
feit zijn, nu zal het wel tot januari
1963 duren voor men aan deze grens
wijziging^ toe is. De stad ondervindt
hiervan al te grote schade. De ver-
(Zie vervolg pag. 8).