V/OQELS IN HET DIERENPARK U/ASSENAAR EEN EXEMPLAAR VOOR 3000 GULDEN LOUISEHALeldorado voor vogelkenners ZATERDAG 8 JULI 1961 DE LEIDSE COURANT PAOTNA 9 zwaluw, de struiskwartel en de tok- vogel (een vogel uit Zuid-Afrika, met een bijzonder lange snavel). Al deze vogels hebben alléén in onze voliè res eieren uitgebroed." OPVOEDEN DOOR EEN SPLEET OVER DE TOKVOGEL kan de heer Louwman ons nog een zeer merkwaardige bijzonderheid vertel len. Die vogel broedt in een houten blok. Het vrouwtje wordt daarbij door het mannetje geheel ingemet seld „we zetten daarvoor 'n bak je zachte klei in het hok" en er blijft alleen een klein spleetje over voor de voeding van het wijfje en later ook voor de jongen, die er nog enkele weken in moeten blijven. Die manier van broeden is gedaan om een natuurlijk afweermiddel te heb ben tegen eventuele vijanden. En ook in gevangenschap behou den ze dergelijke eigenschappen. „Ge lukkig wel", merkt de heer Gerrits, vogeldeskundige van het Dierenpark Wassenaar, die zich bij ons gevoegd heeft, op. Dat is juist ook onze op- zèt, zoveel mogelijk die beesten hun natuurlijke leven laten leiden. Het gaat er zeker niet om vogels in een „kootje" te houden, zonder meer. Met deze hal willen wij echter de vogelliefhebber de gelegenheid bie den rustig en op zijn gemak de zeld zame vogels te bestuderen en te be wonderen. Jammer, dat er mensen zijn, die in vijf minuten tijd alles gezien hebben, dat menen ze ten minste. Een echte vogelliefhebber kan hier echter uren doorbrengen." STEEDS IETS NIEUWS DAT LAATSTE nemen we direkt aan. Steeds is er weer iets nieuws Eén tekortkoming is er slechts aan de Louisehal, zei die direkteur van een Lon- dense dierentuin, toen hij onze collectie vogels had gezien. Die hal had in Londen moeten staan". prachtige rotspartij in een van de volières DE HEER JAN LOUWMAN, zoon van de direkteur van het Dierenpark Wassenaar, vertelt dit nu als 'n grap pig voorval. Toen die heer uit Enge land destijds over een tekortkoming begon te praten, zal men in Wasse naar echter wel grote ogen hebben opgezet, dunkt ons. Want trots op deze unieke collectie tropische vogels is men er zeker, doch ook terecht. „Nergens ter wereld vindt men een dergelijke verzameling vogels, als hier in Wassenaar", zegt de heer Louwman jr. VOGELS in honderden soorten, 't duurste exemplaar voor de prijs van een kleine auto (ƒ3.000) en vogel tjes van een paar gulden, die Ook de gewone vogelliefhebber thuis in zijn volière houdt. Waarom zoveel betalen voor één enkele vogel? Om de zeldzaamheid van het exemplaar. Die vogel van drie mille, de trots van de dieren tuin zoals op het bordje aan de kooi bevestigd, staat geschreven is b.v. het enige exemplaar, dat er in de gehele wereld buiten de na tuur leeft. Het is het beestje niet af te zien, dat hij zo'n bedrag verte genwoordigt. Wel een parmantige vogel op de lange slanke poten, waarmee hij ongeduldig door zijn hok hipt, doch vergeleken met vele andere exemplaren, maar in een goedkoop verenpak gestoken. „Hoe wij aan dergelijke zeldzame exemplaren komen?" Door relaties overal te wereld en wanneer we 'n kans zien zo'n vogel aan te kopen, dan zullen we 't niet nalaten. We hebben een unieke col lectie en we zullen alles doen dit zo te houden. „DODE" GRIEL DIT IS EEN VOGEL, die vroe ger ook in Nederland (in de Kenne- merduinen) voorkwam en de heer Louwman wijst op een bruinige vo gel: een griel, die zit te broeden. „Op zich een zeldzaamheid, dat deze vogel buiten de natuur broedt. Met dit beest, of liever met een jong daarvan, hebben we een merkwaar dige geschiedenis meegemaakt. Hier naast in die volière zitten vogels, die zich ook voeden met de jongen van anderen. Wanneer nu die jonge griel langs het gaas zou lopen, was het niet onmogelijk, dat hij door zijn natuurlijke vijanden gedood zou wor den. De ouders van het belaagde diertje werden daardoor zo zenuw achtig, dat ze hem begonnen te pik ken. Op een dag vonden we 't arme ding dood in de volière. Dat dach ten we, want toen ik er nog 'n foto van wilde maken, zag ik leven. Ik heb hem meegenomen en groot ge bracht. Het heeft veel tijd gekost, maar we hebben er nu ons plezier van. In die volière aan het eind daar loopt >ie rond te stappen. Hij kent me nog wel". GEVLEUGELDE MEDEWERKER TERWIJL de heer Louwman ons dit vertelt, klinkt gedurig een geluid als het vastlopen van een cirkelzaag achter ons op. „Dat is de klokvogel, die dat vreemde geluid produceert". Geluiden zijn er trouwens te over. Met ruim 1100 vogels, over 88 vo lières verdeeld, is dat niet verwon derlijk. „We hebben hier echter niet alleen geluidenmakers zonder meer, maar ook een echte prater. Dat is die grote beo daar. Een vrij zeld zaam dier, dat wanneer hij er tenminste zin in heeft een aardig mondjevol wegpraat" De vader van de heer Louwman, uit wiens per soonlijke liefhebberij dit allemaal is gegroeid „later ook de dierentuin, hoewel dat niet de eerste opzet was" is ook importeur van auto's, mo toren en landbouwmachines. Op een bordje, waarop staat aangegeven, een Penelope-paar (Suriname) de witborst-toekan wat de beo zoal kan zeggen „maar dat is veel meer dan daar opgete kend staat" vinden we ook de zin „koop een Lloyd, maar Lloyd is be ter". „Dat hebben ze hem geleerd om ook een beetje reclame te ma ken voor mijn vaders handeL De ge vleugelde medewerker noemen ze hem aan de zaak." DIE VOGEL BLOEDT EéN VOGEL is er, die niet bepaald favoriet van de oppassers is: de dolk steekduif. Niet zozeer om het beest zelf, als wel om de vele honderden meters, die de oppasser voor hem moesten lopen. „Mijnheer, er bloedt een vogel" is hier nog wel eens een gehoorde uitroep. Op de borst van deze vogel is nl. een bloedrode vlek getekend, die er en dat onder strepen we als echt uitziet. „Voor de zekerheid, je kunt nooit weten, loopt er dan maar weer iemand mee". VROEGE KIEVITSEIEREN „KIEVITSEIEREN hebben we hier al voordat de Koningin ze heeft, van onze Australische Kievit. Ieder jaar begin maart liggen er een paar eie ren in het hok. Omdat het hier na tuurlijk warmer is dan buiten, leg gen de kieviten ook veel vroeger. Broeden gebeurt echter maar zel den, doch is het in Wassenaar wel gelukt, evenals bij de reuzen nacht- te zien. Dat vogeltje b.v. met van die lange tenen, waarmee hij over de bladeren op het water stapt. „Dat is de Jacana", zegt de heer Louw man. Toekans met hun vreemdsoor tige snavels. Die gebruiken ze als 'n soort fruitschaar; deze vogels leven vrijwel uitsluitend op vruchten". Het krokodillenwachtertje, waarvan be weerd wordt, dat hij de vleesresten tussen de tanden en kiezen van de krokodil uitpikt. „Niets van waar, wel pikt hij soms een parasiet tus sen het gebit van de krokodil weg, maar zeker geen vlees". De Victoria- kroonduif, de grootste duif en vrij zeldzaam. „Komt uit Nieuw-Guinea" onderwijst de heer Louwman ons. WAT ZULLEN ZE ETEN? „VOEDSELPROBLEMEN? Die zijn er zeker. Toch weten we voor iedere vogel wel' het juiste kostje te krij gen. Maar die voeding vinden we niet altyd naast de deur. Uit Hong kong b.v. krijgen we speciale ge droogde vliegen en uit Finland wor den ons voor de insecteneters mie reneieren gezonden. Uit Noorwegen krijgen we het gedroogde zee-algen- meeL De wetenschap, wat een bepaalde vogel voor voedsel nodig heeft, ha len we uit onze bibliotheek. Die bi- blotheek, met ruim drieduizend exemplaren, is een unicum op zich. We zijn niet vertrokken, voor we daar een bezoek hebben gebracht. Leken zal dat niets zeggen, maar kenners begrijpen de waarde daar wel van: de complete werken van Gould en Elliot staan b.v. in die bi bliotheek. Dat zijn boeken over vo gels uit eind 180Ö, maar ouder staan ze er ook nog, tot 1718 toe zelfs. En exemplaren waarop ook de leek niet uitgekeken raakt In een van die oude werken vinden we afbeeldin gen van draken, waarvan men vroe ger dacht dat zij echt bestonden. „En die afbeeldingen werden ook serieus bedoeld" zegt de heer Gerrits. Mr. Klaassesz, de Commissaris van de Koningin in deze provincie, is hier vorig jaar december speciaal voor die bibliotheek naar toegekomen. Niet voor de vogels, doch alleen om te genieten van de prachtige afbeel dingen in die boeken. UITBREIDING DE LOUISEHAL strekt zich uit over een leegte van 122 me ter en dat is zelfs nog niet lang genoeg gebleken, want er is een stuk bij aangebouwd, zeventig meter lang. „Daar tonen we de vogels nu eens niet achter gaas, doch zonder enige afscheiding aan het publiek". De heer Ger rits vertelt het met trots. Juist de citroen-toekan in een dergelijke ruimte krijgt de vogelliefhebber de gelegen heid de dieren in hun bijna na tuurlijke omgeving te bestude ren. Zo'n 350 stuks tegen een prachtig decor van bloemen en planten. Merkwaardig is het bij deze hal die niet van een gla zen dak is voorzien, doch van boven alleen wordt afgesloten met gaas dat de tropische vo gels hier zo makkelijk acclima tiseren. „Natuurlijk moet dat langzaam aan gebeuren. Je hoeft ze niet midden in de winter hier los te laten, doch wanneer ...de ingang van de Louisehal... ze eenmaal aan de temperatuur zijn gewend, kunnen we ze ook in de winter hier laten. Voor be paalde soorten kan dat echter niet. Anderhalf jaar zijn we be zig geweest aan deze uitbreiding, maar volgende week woensdag gaat de zaak open. Officieel, de burgemeester van Wassenaar, mr. Geertsema, heeft toegezegd de opening te komen verrich ten". ROOF- EN WATERVOGELS ROOFVOGELS en watervogels ho ren zeker ook thuis in dit artikel over de gevederde have van 't Die renpark Wassenaar. Van het eerste soort heeft dit park er zo'n veertig stuks. Gieren, zoals de witte aas- ger, de kappengier en de lammer gier en enkele sooren arenden. Ook de grootste roofvogel ter wereld: de condor uit Zuid-Amerika, 'n school voorbeeld van een roofdier, heeft hier een plaats gevonden. In de vele vijvers van het dieren park treffen we de Afrikaanse ma- raboes, flamingo's en vele soorten ooievaars en niet te vergeten de „gewone" eenden en zwanen. Tenslotte de vele vogels, die bui ten de volières in volle vrijheid n het park leven. Zij vragen niet zo de aandacht als hun soortgenoten achter het gaas, maar ze zijn er ook. Tesamen vormen al deze vogels de trotse collectie, waaraan het Dieren park Wassenaar zijn bekendheid dankt. A. v.E. ...de geelvleugelara (foto's: „Leidse Courant")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 9