Avonturen
2040 KINDEREN NAAR NEDERLAND
HET KNUTSELHOEKJE
WITTE KRUIS
ZATERDAG 15 APRIL 1961
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
VAN
BAMBO
door oom Toon
Al maar fluisterend: „Ik vind 't zo
vreemd, zo vreemd" viel ook van Wal
den eindelijk in slaap.'In het huis wer
den de lichten één voor één gedoofd en
ten laatste lag het in diepe rust en vol
slagen duisternis. Op de klok van de
parochiekerk sloeg het middernacht. Het
leven in 't stadje stierf weg en alleen
de eeuwig bewegende zee en haar altijd
ruisende branding op het strand ver
stoorden nog enigszins de nachtelijke
•tilte.
Opeens doken twee schaduwen op
achter het huis van Wolsey. Geluidloos
aiopen zij over de zachte zandpaden
naar het uiteinde van de tuin. Daar
drongen zij door de heining, die de
scheiding vormde tussen de beide er
ven. In het park van de Van Waldens
gekomen hielden zij telkens even stil,
luisterden naar elk geluid en slopen dan
als roofdieren, die op buit uit zijn, ver
der. Jullie hebben natuurlijk al gera
den, dat die geheimzinnige figuren de
beide Jappen waren. Juist wilden ze
met 'n nagemaakte sleutel 'n loper
eigenlijk de achterdeur openen, toen
ze opeens verrast werden door 'n
vreemd geluid. Ze schrokken nog hevi
ger, toen een donkere schaduw lang
zaam op hen kwam toesluipen. Bijna
waren ze van angst op de vlucht gesla
gen, toen één hunner bemerkte, dat 't
Jack, de aap van hun meester was. Hij
wilde hem met een vuistdreiging naar
huis jagen, toen z'n maat zei: „Laat
hem maar, hij hindert ons niet en wil
zeker ook graag van de partij zijn. We
hebben trouwens geen ogenblik te ver
liezen. want onze meester wacht na
tuurlijk in grote spanning op 't moment,
dat we hem komen waarschuwen". Dan
schoof hij de loper in het slot, 'n zacht
klikjeen de deur ging geluidloos
open. Op hun vilten sandalen slopen zij
vervolgens naar de afdeling van het ge-
gouw, waar 't personeel in diepe rust
lag. Zij hadden zich van te voren zo
goed op de hoogte gesteld van de lig
ging, dat ze zonder aarzeling de deur
van het vertrek vonden. Dan brachten
ze hun gasverwekker in werking en
duwden 't slangetje waar 't .gas door
moest uitstromen in het sleutelgat, dat
ze vervolgens luchtdicht afsloten met
was. Toen dit karwei gedaan was, slo
pen ze weer naar buiten om zich naar
't hoofdgebouw te begeven. Jack zat nog
rustig alsof hij niet van zijn plaats ge
weest was. Met z'n kop maakte hij be
wegingen. alsof hij wilde te kennen
geven: „Blij jullie weer te zien". Eén
der mannen gaf hem in 't voorbijgaan
een aaitje, terwijl hij zachtjes zei: „Je
bent toch maar een goed, lief dier". Aan
't woongedeelte van de van Waldens
aangekomen, herhaalde zich bij de deu
ren van de twee slaapvertrekken het
zelfde spelletjes, zonder dat er iets ver
keerd liep. Toch slaakten zij wel een
zucht van verlichting, dat alles zo goed
verlopen was. want anders zou 't hen
slecht vergaan zijn.
Zij besloten de aap te gaan ophalen
en dan hun meester te gaan waarschu
wen, dat alles volgens plan geschied
was. De aap echter wachtte hen ditmaal
niet af en huppelde reeds voor hen uit
Lord Wolsey die in de afwezigheid der
mannen, de rommel had opgeruimd, die
Jack gemaakt had, stond met begrijpe
lijk ongeduld hun terugkomst af te
wachten. De aap wachtte zich natuur
lijk om te dicht bij hem te komen, maar
toch dicht genoeg bij, om elk woord, dat
gesproken zou worden, goed te kunnen
verstaan.
„Wel, is alles naar wens gegaan?"
vroeg de lord.
„Uitstekend, mijnheer. Als uw toestel
werkt, zoals u 't ons uitgelegd heeft, kan
er niets mis zijn".
„Prachtig. Hier hebben jullie elk een
flink glas brandewijn. Dat geeft je moed
voor de rest van de onderneming. En
nu op weg naar de schone slaapster!"
„Moeten we allebei meegaan? Of moet
één onzer de aap gaan opsporen, die we
intussen uit 't oog verloren hebben?"
„Laat de aap z'n gang maar gaan,
kom mee".
De Engelsman duwde een der kerels
een bundel koorden in de hand en de
ander een lantaarn. Hij zelf nam z'n re
volver ter hand. Opeens, bedacht hij zich
en sprak: „Laten we Jack toch maar
opsluiten, anders zou hij ons misschien
nog kunnen hinderen". Maar Jack had
zich al onhoorbaar uit de voeten ge
maakt en zat gewapend met 'n jacht
mes hoog en veilig in 'n boom. Daar kon
hij zien en horen en op het juiste mo
ment zijn vrienden te hulp komen.
'n Paar minuten later kwamen de drie
schurken te voorschijn en verschaften
zich weer op dezelfde gemakkelijke
wijze als daar straks toegang tot het
woonhuis. Allereerst begaven zij zich
naar het slaapvertrek van Van Walden.
Correspondentie
We gaan vandaag weer verder met de
briefjes en verhaaltjes. Het stapeltje
wordt vandaag weer minder hoog, maar
we komen weer niet klaar, dusde
andere kinderen moeten nog even ge
duld hebben.
Ben Hoogenboom, De Kwakel is van
daag het eerst aan de beurt. Dat heb je
knap gedaan Ben. Je leest zeker veel
missieverhalen, maar je mag er gerust
bij fantaseren. De kinderen vinden het
vast spannend.
EEN AVONTUUR VAN DONGO
Dongo woonde met zijn vader, moeder
en zijn klein zusje Piang in het dorpje
Nagpur. Dongo was een gezonde, flinke
jongen, maar hij was nog heiden.
Nu was er op een keer een pater ge
komen, die daar een klein hutje mocht
bouwen. Toen de pater kwam, was
iedereen nog bang voor hem. Ze dach
ten dat het een geest was, omdat hij
een witte toog aan had en blank was.
Maar later waren de mensen niet meer
bang, want hij deelde leuke dingen uit,
zoals spiegeltjes en kralen, die de men
sen daar nog niet kenden.
Het opperhoofd van het dorpje dacht
nog steeds dat de pater een geest was,
door de grote god Boedha gezonden, om
de mensen te straffen. Het leek wel of
het opperhoofd gelijk had, want af en
toe verdwenen mensen en kinderen op
geheimzinnige wijze. Dat was natuurlijk
niet zo leuk voor de pater, want de
meeste mensen wilden niets meer van
hem weten en bleven bij hem vandaan.
Er verdwenen steeds meer kinderen.
Daardoor werd het opperhoofd zó
kwaad, dat hij de pater het dorp uit
zette. Hij vluchtte in het oerwoud, maar
daar kon hij niet lang blijven, anders
zouden de wilde dieren hem verscheu
ren.
Opeens hoorde de pater een wild ge
schreeuw en even plotseling als het ge
komen was, verdween het weer en het
was doodstil. De pater vertrouwde het
niet, dus liep hij stilletjes naar de plaats
waar het geluid vandaan kwam. Toen
hij op die plaats aankwam, zag hij in
het zand sporen van een gevecht. Een
eindje verder zag hij sporen van 2 man
nen.
Snel volgde hij de sporen en zag die
even later in een grot verdwijnen. Hij
sloop naar binnen, maar zó, dat hij in
de schaduw bleef. Hij hurkte neer, luis
terde aandachtig en hoorde twee man
nen praten.
De één zei: „We zullen hem maar in
de Godaveririvier gooien, bij onze zee
god".
Opeens hoorde de pater een jongens
stem schreeuwen: „Neet ik wil niet naar
de zeegod, ik wil naar mijn vader en
moeder". Hij hoorde hoe de jongen een
klap in 't gezicht kreeg en het was even t
later doodstil.
Nu sloop de pater weer de grot uit en
rende terug naar het dorp. Daar ver
telde hij aan de eerste de beste inwo
ner. wat hij gehoord en gezien had.
Deze zei: ,jk zal u naar het opper
hoofd brengen. Maar als u liegt, zal je
hoofd er wel afgekapt worden".
Samen liepen ze naar de hut van het
opperhoofd. Zodra het opperhoofd de
pater zag, wilde hij al in woede opvlie
gen. maar de inwoner van Nagpur be
duidde hem. dat hij geen geest was. De
pater vertelde nu rustig, wat hij alle
maal in de grot gezien en gehoord had.
Dit zou vast wel te maken hebben met
het verdwijnen van kinderen en men
sen van het dorp.
„Als je de waarheid niet spreekt, zal
je hoofd afgehakt worden", zei het op
perhoofd. „en als het wel waar is, mag
je weer hier komen wonen en doorgaan
met het nieuwe geloof".
Het opperhoofd stelde gauw een paar
gewapende mannen aan en daar slopen
ze met z'n allen weer naar de grot toe.
Maar er was niets te zien. Toch slopen
de krijgers van het opperhoofd nog een
eind verder, tot hij de Godaveri rivier.
Opeens hoorden de mannen een wild
geschreeuw van een jongensstem. Snel
draafden de krijgers tot bij de rivier en
daar zagen ze, hoe twee mannen Dongo
vast gegrepen hadden en hem zo in de
rivier wilden werpen.
Maar zo ver kwamen ze niet. De krij
gers van het opperhoofd vielen aan. Eén
krijger gaf een van de boeven zo'n klap,
dat hij van de helling de rivier in tui
melde. Hij deed nog een laatste poging
om op de kant te komen, maar de kro
kodillen waren hem voor. Een luid ge-
plons, een harde gil en de man was er
geweest
De pater bad nog gauw een gebedje
voor die man.
De andere boef was gauw gevangen.
Dongo werd bevrijd en de stoet trok in
optocht naar het dorp. De dankbare
Dongo is bij de pater in de leer geko
men. Een maand later is hij gedoopt met
nog meer jongens en meisjes.
Nu is er weer rust en vrede in het
dorpje Nagpur.
der Klein, Leiden vertelt
WAT EEN RARE MAZELEN!
Keesje en Corrie zijn twee jongetjes.
Ze zitten in de eerste klas en zijn twee-
Op een morgen zei de juffrouw tegen
lingen.
de kinderen: „Ik zie vandaag maar een
halve tweeling. Corrie waar is Keesje?"
„Keesje heeft mazelen juffrouw", zei
Corrie.
„O, zei Jan, „die heb ik ook gehad en
het is „bezet".
Hansje lachte: ,Hij bedoelt besmette
lijk".
„Jij weet het" zei de juffrouw. „Zeg
Corrie, nou moet jij vanochtend maar
voor twee werken".
En dat doet Corrie. Hij werkt heel
vlug en als hij zijn eigen werk af heeft,
maakt hij het nog eens op een blaadje
voor Keesje.
Het is zaterdag. De school is uit. Cor
rie rent naar huis. Hij gaat naar Keesje
en vertelt alles over de school. Keesje
moet er om lachen en dan gaat Corrie
weer weg.
Vader is ook thuis en maakt zijn fiets
schoon. Anders helpen de tweeling hem
altijd, maar vandaag helpt Corrie hem
ook niet. Corrie is nergens te vinden.
Moeder roept: ,eten" vader komt, maar
Corrie niet.
„Waar is Corrie toch?" vraagt moeder
ze gaan hem zoeken. Moeder gaat naar
boven, naar het bed van Keesje.
Daar ligt Corrie, naast Keesje, vol
rode plekjes.
„Hoe kom jij opeens aan die mazelen?"
vraagt moeder.
Toen vertelde Corrie alles. Hij had een
kleurpotlood genomen en overal rode
pukkels op getekend. Moeder pakte vlug
een washandje en waste hem schoon.
Viif dagen later was Keesje op school
maar Corrie niet.
„Corrie heeft zeker mazelen. Dat dacht
ik wel", 7.ei de juffrouw.
.Ja juffrouw, maar nu echte", zei
Keesje.
En toen de juffrouw dat niet beareeo.
vertelde hij alles van het kleurpotlood.
Na een week was de hele tweeling er
weer.
„Was het fijn. ziek te zijn?" vroeg juf.
„Nee juffrouw!".
Ria Lovink, Leiden. Fijn dat je de
kleine verhaaltjes zo graag leest en nog.
fijner dat je er zelf ook eentje gemaakt
hebt. Begin maar Ria.
De stichting „Mensen in Nood",
het voormalige R-K. Huisvestings
comité, heeft ook dit jaar de opname
van 2.000 buitenlandse kinderen uit
in nood verkerende gezinnen in Ne
derlandse katholieke gezinnen ter
hand genomen.
Dank zij de uitstekende medewer
king van de zijde der Nederlandse
katholieken en het feit dat deze bui
tenlandse kinderuitzending thans ge
heel bij bovengenoemde stichting ge
concentreerd is, is het opnieuw mo
gelijk geworden deze 2.000 kinderen
onder te brengen. Zij zijn afkomstig
uit Oostenrijk, het gebied van Salz-
gitter en de steden in het Ruhrge-
bied en uit het kamp van Abbé Pier
re in Noisy le Grand bij Parijs.
Behalve de laatstgenoemden be
treft het hier voor het overgrote deel
geen kinderen uit gezinnen die in
materiële nood verkeren, doch uit
zulke gezinnen waar de opvoeding
door verschillende omstandigheden,
zoals het jarenlange verblijf in vluch
telingenkampen, te wensen overlaat.
Juist voor die kinderen zal het ver
blijf in een gezond katholiek gezin
een weldaad betekenen.
De kinderen uit Noisy le Grand,
die meestal uit sociaal onaangepaste
gezinnen afkomtsig zijn, genieten
gastvrijheid in internaten. Voor die
genen, die geen kinderen kunnen
ontvangen, maar wel iets in de on
kosten van deze uitzending willen
bijdragen, bestaat gelegenheid om
deel te nemen aan de actie „Eén va
kantiedag voor een kind". Dooi1 het
storten van 2,50 op giro no. 34348
ten name van de stichting Mensen
in Nood te Den Bosch, bekostigt men
een vakantiedag voor een van deze
kinderen. De stichting verzoekt ons
tevens mee te delen dat zij in geen
geval kan bemiddelen voor de adop
tie van kinderen.
VERTREK SS „ZUIDERKRUIS"
Onvoorziene omstandigheden voor
behouden, zal het ss „Zuiderkruis"
van de Stoomvaart Maatschappij
„Nederland" op maandag 17 april,
onder commando van kapitain W. F.
J. Mörzer Bruyns, van Amsterdam
vertrekken voor een rond-de-we-
reld-reis.
Scheepsberichten
Acmaea (t) 14 v. Genua n. Men®
al Ahmadi; Caltex Amsterdam (t)
pass. 14 Aden n. Suez; Caltex Rot
terdam (t) 15 te Sidon; Marnelloyd
15 te Cebu; Merseylloyd 1^ v. Ban
dar Shahpur n. Basrah; Oostkerk 14
te Suez; Oranjestad 14 te Trinidad.
DE echte PIJNSTILLER
Hoofdpijn... maar ook andere pla
gende pijnen verdwijnen snel met
Witte Kruis.
1 tabletten, poeders
of cachets I
Wat zullen we nu eens maken? Een
leuk stuk speelgoed voor broertje of
zusje? Ja? Let dan op.
Teken een aap of een beertje uit de
vrije hand of naar het voorbeeld van
fig. a en wel op stevig papier (1). Waar
de 2 dikke gebogen lijntjes staan,
maak je twee insnijdingen, één dus onder
en de ander boven de handjes (of poot
jes). Knip daarna 't popje uit. Nu neem
je een lange stevige katoendraad en
knoop de 2 einden aan elkander, zodat
je dus een lus hebt. Trek deze nu van
voren door de onderste insnijding en
daarna van achteren door de bovenste,
en wel zo, dat de knoop onderaan de
pop hangt, liefst 'n cm of 4 eronder.
Bevestig nu de ene helft van de dubbel»
draad met een beetje hechtpleister aan
de rugzijde van 't popje (zie afbeelding
2). Hang nu het gevalletje op aan 'n
haakje in de muur b.v. en de klimpartij
van aap of beertje kan beginnen (fig. 3).
Hoe dan? Wel, als je 't koordje links
met de linkerhand naar beneden trekt,
klimt je klauteraar naar boven en trek
je 't andere met de rechterhand weer
naar beneden, dan glijd hij weer met 'n
vaartje omlaag.
nig" raam. Nu knip je een rond stukje
schuimrubber uit, zó, dat 't precies in
de opennig past. Strooi er wat zaad vap
waterkers of vogelzaad op. De eerste
dagen zie je nog niets, maar spoedig
komen er van onder groene blaadjes te
voorschijn uit de bodem van je potje
en van boven komt er net zo'n heel
klein, fijn „grasveldje". Je ziet op de te
kening, tot welk leuk bloempotje je dan
komt.
BIJGELOOF
BIJ DE ALASKA-ESKDVIO'S
EEN NARE KABOUTER
Er was eens in een heel groot bos een
nare kabouter. Als je hem tegenkwam
en je was vrolijk, nou denk dan maar
niet. dat je vrolijk bleef. Dat was de
schuld van die nare kabouter. Hij heette
Pim.
Op een dag hield de kabouterkoning
een vergadering en daar wist Pim niets
van. Het was er vreselijk druk.
Hoor het begon!
„Geachte kabouters. Jullie hebben ge
hoord, dat ik een vergadering ga hou
den voor kabouter Pim. Daar moet ver
andering in komen. Ik moet een middel
hebben om Pim weer vrolijk te maken.
Wie zou er iets op weten?".
Alle kabouters dachten diep na. Daar
stak Flop, de kleinste kebauter, zijn vin
gertje op.
„Wat is 't Flop?" vroeg de koning.
„We gaan naar fee Helèn."
„Dat is een goed idee."
Nou, reken maar, dat 't goed kwam.
Na een paar weken was Pim genezen en
leefden ze alleen weer goed en gelukkig.
Pouw, Hoogmade: Ben de Frankrijker,
Hazerswoude, Sjaak van Wieringen,
Lisse; Elsje Oudshoorn. Rijpwetering,
Sjaak Langeslag, Leimuiden; Mieke Luk,
Stompwijk; Joke Hooyman, Oegstgeest;
Kees van Klink, Anneke v. d. Meer,
R'veen; Joke Groenendijk, Leiden; Peter
Uyterwaal, Emmy Ouwerkerk, Ter Aar;
Corrie, Rita en Roza van Egmond, Ma
rian v. d. Meer, Oude Wetering; Ciska
van Kampen, Noordwijk; Harrie de Jong,
Elly Vink. Noorden; Hans v. d. Kloot,
Warmond; Leni v. Vliet, Woubrugge;
Adri v. Wieringen, Voorhout; Leny van
Steyn, Zoeterwoude; Nrco, Rina en Ma
rijke Bontje, Nieuwe Wetering; Tinie
Hoppenbrouwer, Hazerswoude; Lida van
Leeuwen, Hoogmade; Francisca Sikking,
Warmond.
Volgende week weer verder en nieuwe
raadsels. Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
Twee hengelaars zijn aan het vis
je eerste opstelletje is, kómt het vandaag sen. Een is er maar te zien, wie vindt
Een Amerikaans geleerde heeft bij dit
volk wonderlijke sprookjes en merk
waardige dierenverhalen ontdekt. Zo liep
er een legende van 'n spookwalrus ('n
groot zeedier). Wanneer men de huid
van 'n gedode walrus, op het ijs liet lig
gen. dan zakt deze er na enige tijd door
heen en verandert zich dan in een
„amixsak" (een woord uit hun taal,
waarvoor wij geen naam hebben). Het
is dan een monster, dat zijn geweldige
tanden in de flanken van 'n schip slaat
en het dan mee naar de diepte sleurt.
Ook liep er een griezelig verhaal van 'n
geheimzinnige ijsbeer met 10 poten! Te
gen jonge mannen, die jager willen wor
den, zeggen de oude mensen: „Als je 5
mannen bij elkaar ziet staan, van wie
't lijkt of ze vellen dragen, kom er dan
niet te dicht bij, want 't zijn geen man
nen, maar „kukuweag", dat wil zeggen
tienpotige ijsberen.
VISSEN
Het was woensdagmiddag. Theo en
Peter zouden gaan vissen aan het ka
naal. Ze zouden om half twee aan de
brug zijn. Toen het halftwee was, waren
ze er allebei. Ze liepen naar het kanaal
en gingen zitten vissen, 't Ging niet zo
best. Na een half uurtje had Peter beet.
Het was een schoen. Theo had meer ge
luk. Hij sloeg er een karper uit. Na twee
uur vissen had Peter er nog 2 voorns en
een witvis uitgeslagen. Theo een karper
en twee voorns. Toen gingen ze naar
huis. 't Was een fijna middag geweest.
Marian Hettinga, Leiden. Leuk dat je
ook weer eens meedeed. Groetjes aan
allemaal Daaag, tot schrijfs.
Er liggen nog goede oplossingen van
Margo Mooyekind, Lisse; Marijke de
Groot, Lida Wijsman, Hazerswoude;
Nettie Vroonhof, Vourhout: Anneke en
Hubert v. Oostwaard, Leimuiden; Annie
v. d. Berg, Koudekerk: Adrie Straathof,
Gelderwoude; Piet Warmerdam, Nellie
Klein, R'veen; Corrie v. d. Meer, Ber-
kel, Antoon van Santen. Stompwijk,
Martie Hoogervorst, Leiden, Hannie
de tweede hengelaar en de vis, die
nog niet aan de haak is geslagen. Op-
elders.
DE WERELDREIS.
Deze jongeman heeft een enorm
grote werelreis achter de rug. Over
laden met souveniers keert hij naar
huis terug, maar hij wil niet vertel
len, waar hij allemaal geweest is.
Geen nood! Wie kan vertellen waar
de verschillende souveniers, welke
op de wagen bevestigd zijn, vandaan
komen? Oplossing elders.
Fig. b. En nu gaan we 'n leuke bloem
pot maken! Neem 'n flinke dikke win
terpeen of nog beter een knolraap (an
ders wordt 't zo'n klein potje!). Snijd 't
deel, waaraan de wortels zaten, eraf,
hol 't overgebleven deel uit en maak er
drie gaatjes in voor de ophangdraden
(zie tekening). Giet nu een weinig water
in de „schaal" en hang ze voor 'n „zon-
M'jéttrJmsiensioó V, met Urtnhtits 1
v^b^Jdhetmmterie.mbnmneen l
WeLEns mi iets rn.jeen ken-1
m i/trtisLWit/la/itrmM
Wei dl. Ens nes een bmtie.. Echt iits
mrmfttit mud... dun nun
bun kmnen beween'
dut is temt
T 1 minheer linssens!
.Eibinnen. dOOOMim!
Sprookje van de
12 dansende prinsessen
Naar Gebr. Grimm
„Wel, kom je me vertellen, hoe mijn
twaalf dochters de nacht doorbrengen?"
vroeg de koning.
De prinsessen stonden alle achter de
deur te luisteren, toen de soldaat ant
woordde: „Majesteit, uw twaalf dochters
dansen bijna de halve nacht met twaalf
prinsen in een ondergronds kasteel."
„Zo, en kun je dat bewijzen?" vroeg
de vader verder.
Daarop toonde de soldaat hem de tak
jes en de wijnbeker, wat de koning over
tuigde, dat de man waarheid sprak. Hij
gebood nu aan een dienaar de prinsessen
te gaan halen. Deze waren hoogst ver
baasd, dat een gewoon soldaat zo slim
was geweest en haar geheim aan het
licht had gebracht.
De koning was aan zijn eer verplicht
zijn woord te houden en hij sprak: „Sol
daat, je mag een van de prinsessen tot
je vrouw nemen. Zeg maar, welke je uit
kiest."
„Majesteit, ik ben niet zo jong meer en
daarom kies ik maar de oudste."
De bruiloft werd met grote pracht en
praal gevierd. De soldaat werd tot kroon
prins verheven. Maar met de nachtelijke
danspartijen van de elf andere prinses
sen was 't afgelopen, want de koning
vond, dat de staatskas 't niet meer kon
lijden, dat er nog langer zoveel geld voor
dansschoentjes zou worden uitgegeven.
SLOT