WIE PUZZELT ER MEE? weekelykse CRonycke 't Hoorntje DE BRONZEN ADELAAR ZATERDAG 21 JANUARI 1961 DE LEIDSE COURANT PAGINA 8 OPLOSSING VORIGE WEEK Zeer tot onze spijt kunnen wij de ze week geen prijzen beschikbaar stellen, omdat door een betreurens waardige vergissing de oplossing bij de puzzel was geplaatst. Hoewel wij 's maandags d.a.v. een berichtje plaatsten, zijn er toch nog enkele oplossingen binnengekomen. Deze le zers zullen begrijpen, dat wij hun moeite toch niet kunnen belonen. WEEKPUZZEL Horizontaal: 1 foei 3 hoogste top van de Kaukasus ten N. van Batoem, Compensatie A.O.W. mogelijk voor werkgevers Het zal werkgevers mogelijk zijn de verhoging van de maximale pre mie voor verzekering ingevolge AOW en AWW te compenseren. Zo als bekend is de premie per 1 januari gebracht van 502 op 556 gulden per jaar. Het colleg van rijksbemiddelaars zal hiertoe spoedig de nodige be schikkingen uitgeven. De meerdere compensatie wordt daarin echter niet verplicht gesteld, al verwacht men wel, dat de overgrote meerder heid van het bedrijfsleven hiertoe zal overgaan. De verhoging van de loongrens tot ƒ8.250 betekent nl. een verhoging van de maximale pre mie. DR. J. P. A. HOEFNAGELS OVERLEDEN Gisteren is te Nijmegen op 75-ja rige leeftijd overleden dr. J. P. A. Hoefnagels, voorzitter van het col lege van curatoren van de r.k. Uni versiteit te Nijmegen. Dr. Hoefnagels nam sinds enige t\jd zijn praktijk als oogarts niet meer waar. Bovendien verminderde hij zijn werkzaamheden voor het cu ratorium. Hij maakte 27 jaar deel uit van het college. Dr. Hoefnagels heeft zich niet alleen op wetenschappelijk en universitair gebied bewogen, maar was in Nijmegen ook 'n stu wende kracht in de rooms-katholie- ke sociale actie. Bovendien heeft hij veel gedaan voor het blindeninsti tuut St. Henricus te Grave. Verkoudheidsbacillen zijn als de dood voor 9 muzieknoot, 11 gem. in N.-Brab., 13 water oof moeraslinze, 14 water loop, geul, (gewestelijk), 15 nauwe opening, 17 meisjesnaam, 18 zijtak Donau, 19 kleine hooistapel, 21 teu gel, 23 in het jaar onzes Heren (afk. Lat.), 25 staat meestal boven druk werk, 27 staatsbedrijf (afk.), 28 een der drie afmetingen (afk.), 29 klei nigheid, 31 bergweide, 33 lichaams deel, 34 bladerkroon, 35 niet dezelf de, 36 platvis, 37 deel van het ge laat, 39 keurig, 41 boom, 42 oude in houdsmaat (afk.), 44 voornaamw., 46 heden, 47 salaris, 49 dorp in Gelderl., 51 knaagdier, 53 vreemde munt. 55 uitgesmolten stukje vet, 57 boom, 58 gem. in Groningen, 60 aanwijzend voornaamd., 61 luitenant (afk.), 62 dorp in Groningen onder Marum, 63 bekende afkorting. Verticaal: 1 overleg, 2 vlaktemaat, 4 maanstand, 5 jachthond, 6 cilin dervormig voorwerp, 7 bijwoond, 8 boom, 9 meisjesnaam, 10 gem. in Gelderl., 12 voorzetsel, 14 teken in de dierenriem, 16 doortochtgeld, 18 roodachtig, 20 rund, 22 voorvoegsel, 24 een der middelste Cycladen, 26 oude lengtemaat, 28 gem. in Gelderl., 30 insektje, 31 vaartuig, 32 mens, 33 kippenloop, 36 gem. in Gelderl., 38 voorzetsel, 40 onderaardse bergdoor- boring, 42 visje, 43 meisjesnaam, 44 voornaamw., 45 ieder, 47 gevangenis (bargoens), 48 ongaarne, 49 gem. in Zeeland, 50 smalle weg, 52 bijwoord, 54 zeehond 56 bijrivier van de Rho ne, 58 tot nader order (afk. Lat.), 59 pastoor (afk.). Voor de goede oplossingen op bij gaande puzzel stellen wij twee prij zen van 5,- beschikbaar, die bij lo ting aan twee inzenders toegewezen zullen worden. Wilt u uw oplossing vóór donderdagmiddag a s. 12 uur op het bureau van de Leidse Courant (doen) bezorgen? Op de enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden „puzzelre- daktie". doosje betekent: protektie tegen infektie (Advertentie) F EN VAN DE VOORAANSTAANDE Papoea's, op wie Wim Kan enkele weken geleden doelde, is door het Nederlandse gouvernement op Nieuw- Guinea geïnstalleerd als deurwaar der. We hebben in ons titulatuur lijstje gezocht naar het predicaat, waarop de heer Marcus Wendei aan spraak kan maken, doch in een waardige titulatuur voor een figuur, die langs de deuren waart, schijnt men niet te hebben voorzien; het moet wel een duistere functie zijn. We hebben al eens meer horen zeg gen: een deurwaarder, boehhh, die kom ik in het donker liever niet te gen. Bij de heer Wendei liggen de zaken nog moeilijker. Die kan des noods midden in de nacht aan het ma nen slaan zonder gezien te worden. De heer Wendei is een pionier. Hij zet de eerste schreden op een weg, welke nog nooit door een Papoea be treden is en een onbekende toekomst tegemoet gaat. Men schijnt op Nieuw- Guinea te kampen te hebben met wanbetalers, zoals dat in elk goedge ordende staat het geval is. Alleen vra gen wij ons af: in welke richting zul len de werkzaam heden van de heer Wendei zich uit strekken? Zelfs al zou hij per dag maar twee of drie gegadigden voor dwangbevelen onder zijn cliëntèle hebben, dan nóg wordt hij een deur- dwaler in dat onmetelijke land, waar voor een groot deel de deuren nog moeten worden uitgevonden. Of zou hij alleen Europeanen om achterstal lige postjes achter hun broek moeten zitten? Als hy zijn roeping wil botvieren onder zijn eigen landgenoten geven wij de heer Marcus Wendei weinig kans, dat hij het er zonder kleer scheuren vanaf brengt. Hij kan met de beste bedoelingen (voor de Papoea zijn des heren Wendei's bedoelingen gelukkig nog duister) omhangen met oranje lint en zilveren medaille de binnenlanden intrekken op zoek naar deuren, zijn staat van dienst zou wel eens zeer kort kunnen blijven als hij de reden van zijn komst niet heel erg kies kan omschrijven. De nog wat achtergestelde oerwoudbewoners*kun- nen in een ommezien fricandeau van de heer Wendei maken. Hoewel hij wel wat zwaar op de maag zal lig gen, want deurwaarders zijn taai. Nee, laat de heer Wendei maar naar Nederland komen; we kunnen er best nog eentje gebruiken. Ze schikken hier wel een beetje op, de heren. Trouwens, er zouden best een paar naar Nieuw-Guinea kunnen gaan. DODE 300R GLADHEID De gladheid van de weg heeft gis teren in Hengelo een mensenleven geëist. In de Weemenstraat viel de 56-jarige heer J. Chr Jansen zo on gelukkig, dat hij ter plaatse over leed. De loodgieter J. de Groot is gis termiddag, toen hij per fiets met 'n gasfles achterop in de Frieswijk- straat in Nijkerk reed. tegen een vrachtauto met aanhangwagen gere den, vermoedelijk doordat hij begon te slingeren. Hij werd vrijwel op slag gedood. Insluiper sloeg verpleegster neer De 27-jarige Amsterdamse ver pleegster Nellie Dekkers is gister avond tegen half aegen in haar ka mer in een woning aan de Stadion- kade door een vreemde man met een hard voorwerp neergeslagen. Zij werd met een bloedende hoofdwon de ter observatie in het Wilhelmina- gasthuis opgenomen. Haar toestand is bevredigend. De insluiper koos het hazenpad. De politie 'eeft hem nog niet kunnen achterhalen. De verpleegster, die op de vierde verdieping van het pand Stadion kade 25 in Amsterdam-zuid twee zolderkamers bewoont, kreeg gis teravond de schrik van haar leven. Ze had kort na acht uur haar zit kamer een ogenblik verlaten om op de tweede verdieping thec te ha len. Toen ze om tien voor half ne gen terugkeerde, zag ze dat de deur van haar slaapkamer op een kier stond. Achter de deur trof zij een vreemde man aan. „Ik zit in geld nood", stamelde de ongeveer 20-ja- rige man, die zyn handen op de rug hield. Hoewel hevig geschrokken ver loor de verpleegster haar zelfbeheer sing niet. „Wat heb je daar op je rug?", vroeg ze de man, die in plaats var. te antwoorden, de verpleegster met een hard voorwerp op het hoofd sloeg en vervolgens nog een tik te gen een harer armen gaf. De inslui per rende daarop de ira. af en ver liet het huis, dat hij waarschijnlijk op dezelfde manier was binnenge drongen. Signalement. De verpleegster, die haar bewust zijn niet verloor haar verwondin gen vielen nogal mee heeft de po litie medegedeeld, dat haar belager ongveeer 20 jaar oud is, ongeveer 1.60 meter en blond krullend haar en een hoekig gezicht heeft. Hij was gekleed in een blauwe trui en spij kerbroek. Degenen die inlichtingen kunnen geven, die kunnen leiden tot vaststelling van de identiteit van de indringer, wordt \erzocht contact op te nemen met de politie van het bu reau Overtoom te Amsterdam, tele foon 020-126012. OOOOOOCOOOOOOOOOCro: Hij: ,.En waarom zijn mooie vrouwen eigenlijk meestal dom?" Zij: „Wij moeten mooi zijn, zodat de mannen op ons verliefd kunnen wor den en dom, om op deze mannen ver- EEK. liefd te kunnen raken Het wekelijkse rijm komt in een ander kleedje, (we zijn moderne lui of zijn het niet!) en spui ik voortaan iedere week mijn weetje in een (zo hoop ik) beter leesbaar lied. Ik schreef nu vier jaar lang wat oude-tijds-gerijmel, maar doe het nu in eigentijdse taal. Mijn rijmkroniek zal (hoop ik maar) dan blijven tot wat genoegen van u allemaal. Daar gaat ie dan. Met NOORDWIJK te beginnen, daar kwam de commissaris van de koningin eens kijken. Hij werd er goed ontvangen en overtuigde zich van Noord wij ks burgerzin. In 't zelfde Noordwijk is een diamanten bruidspaar, het echtpaar Wortman-Jansen, nog heel kras. De bruidegom ontdekte, zestig jaar geleden, dat een visakte écht geen boterbriefje was. In 't dorp DE KAAG (gemeente Alkemade) daar liep te water een gloeiend nieuwe schuit voor de provincie. Daar gaat de commissaris met zijn gevolg zo nu en dan mee uit. In ons WOUBRUGGE zakt'een dragline in de modder, bleef daarin steken, wel eén halve week. Zo gaat het, wie een kuil graaf voor een ander die valt er zellef in, zoals hier duid'hjk bleek. Nu gaan we naar die grote stad van LEIDEN, waar deze week wel weer wat is gebeurd. Men wil daar zelfs de weekmarkt gaan verplaatsen, men heeft genoeg bij 't stadhuisplein geleurd. Men wil ter Garenmarkt het goede garen spinnen, maar of dat lukken zal is nog een vraag. Ons lijkt de weekmarkt, ook volgens een traditie, voor Leidens binnenstad zeei zeker nog geen plaag. In d'Herensingelkerk verscheen eens op de kansel een heer. Pastoor of kapelaan (óók heer, vanzelf!), die hadden voor een keertje hun olaatsje aan een leek-heer afgestaan. 't Stond wel wat vreemd, zo maar in een colbertje stond daar een lid van 't waardig kerkbestuur. Gaf rekening van de parochiecenten, een financiële preek, gelukkig kort van duur. Tot slot nog dit (de ruimte, toegemeten aan mij, Willem van Horstendaal, raakt vol): Hoe vond u toch dat alleraardigst plaatje van die gewiekste hond, die telkenmaal- ter snackbar tijgt? Zijn dagelijks rantsoentje patat en warme bitterballen haalt? En van die arme rijke, die zijn kostvrouw 't pensiongeld bij zijn leven nooit betaald heeft? En met dit wrang verhaaltje komt dan het einde van mijn week'lijks lied. Er is veel meer gebeurd, dat weet u óók natuurlijk, maar alles noemen gaat nu eenmaal niet. WILLEM VAN HORSTENDAEL De kwestie van de Baliem-vallei Het ministerie van binnenlandse zaken deelt het volgende mede: Nu het onderzoek door de procureur-ge neraal bij het Hof van Justitie te Hollandia naar het optreden van de controleur bij het binnenlands be stuur, mr. R. A. Gonsalves, in de Baliem-vallei is afgesloten, hebben de minister en de staatssecretaris van binnenlandse zaken de vaste commis sies voor Nederlands-Nieuw-Guinea van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Genraal inmiddels volle dig vertrouwelijk ingelicht. Na zorgvuldige overweging is de regering van oordeel, dat de richtlij nen voor de bestuursvoering in de Baliem-vallei alleszins beantwoorden aan de daaraan te stellen maatstaven, terwijl het optreden van mr. Gonsal ves bij de uitvoering door hem van dit beleid, geen aanleiding heeft ge geven hem in gebreke te stellen. De gouverneur heeft dan ook de procu reur-generaal bij het Hof van Justitie te Hollandia opgedragen af te zien van een strafvervolging tegen de heer Gonsalves, die bij de bestuursdienst zal worden herplaatst en binnenkort zijn bestemming zal volgen. Een gemeenschappelijke bespre king van de minister en de staatsse cretaris van binnenlandse zaken met mr. Von Meijenfeldt heeft geleid tot het verzoek van laatstgenoemde hem ontslag uit zijn ambt van procureur- generaal te verlenen, waartoe hem Eindelijk beet. „Ach Mien, zou je me een getuig schrift willen geven? Ik zou graag I ,s een nieuw dienstmeisje willen vin- de nodige medewerking werd toege- zegd. den bewerkt door J. A. DE HELDER-SCHERPENHUYSE1N 36 „Ik ga naar het dorp terug, waar we het laatst doorgekomen zijn. De boef zal waarschijnlijk denken, dat ik u verder begeleid heb. Ik zal daar een onderkomen zoeken en inlich tingen zien te krijgen. In die tussen tijd wilt u misschien dadelijk na r de Comte de Artois gaan en hem vragen, mij morgen zo vroeg moge lijk een troep cavaleristen te sturen om mij te helpen het land te door zoeken. Ik zal tegen zes uur hier op de weg naar hen uitkijken en dan hoop ik, dat wij, vóór het einde van de dag de rover gesnapt hebben. U moet niet vergeten, dat men niet zo gemakkelijk met vijf en twintig mil- lioen op zak door het land kan trek ken. Hij zal heus wel een spoor van zijn verblijf achterlaten". Monsieur le Comte beloofde nog diezelfde avond een audiëntie bü de Comte d'Artois aan te vragen, waar na de nodige manschappen wel dade lijk gestuurd zouden worden. „God geve dat je succes hebt, Maurice". Een kwartier later was de reis koets weer voor het vertrek gereed. De koetsier en de postiljons waren er in geslaagd, het rijtuig weer uit de kuil te krijgen. Zwijgend stapte het gezelschap weer in het rijtuig. Crystal voelde zich diep ongelukkig. Zij wist zelf niet waarom, maar zij had geen hoop dat Maurice slagen zou, al had zij hem op 't laatst dan ook vriendelijk en bemoedigend toegelachen. Maurice wachtte tot het rijtuig goed en wel op gang was en toen reed hij de tegenovergestelde rich ting uit In het rijtuig onderzocht de graaf alle hoeken en gaten. „Heeft hij alles gevonden?" ting weer terug. „Alles. Hij heeft alle zakken mee genomen". „Zij hadden ons natuurlijk opge wacht". „Denk je, dat hij wist, dat wij het geld bij ons hadden?" „Natuurlijk", antwoorde Crystal bitter. „Maar wie, behalve wijzelf en de prefekt?. „Victor De Marmont niet te ver geten „Maar je gelooft toch zeker niet, dat hij voor struikrover zou spelen". „Dat weet ik niet. Hij lijkt mij tot alles in staat. Maar Victor leek mij kleiner dan die gemaskerde man". „Maurice zal hem morgen wel op het spoor komen". „De hele geschiedenis lijkt mij goed georganiseerd, André. Ik zou er maar niet te zeker van zijn, dat Maurice de buit zo maar in veilig heid weet te brengen", vond mada me la Duchesse VIII. Nog geen uur later hield de koets opeens weer stil. Monsieur le Comte en de dames schrokken op. „Grote hemel" riep hij, „wat is er nu weer?" Crystal was in gedachten voort durend bezig een redelijk antwoord te vinden op de vraag, wie deze el lendige diefstal bedacht kon hebben. Was het werkelijk Victor De Mar mont? of wie had anders het geheim van deze reis naar Parijs verraden? Duidelijk was nu een aantal paar den achter het rijtuig te horen en toen opeens een bevelend: „Halt! in de naam des keizers!" Het leek wel, of zij het rijtuig hele maal omsingeld hadden, want het lawaai kwam van alle kanten tegelijk. De graaf stak zijn hoofd uit het raam en vroeg kortaf: „Wat is er aan de hand?" „Halt, in de naam des keizers!" „Wij houden niet stil in de naam van een overweldiger", snauwde de graaf. „Doorrijden Pierre!" „Houd die paarden, of het kost je je leven, koetsier", klonk het drei gend. Pierre liet een paar flinke vloe ken horen. „Monsieur le Comte de Cambray!" „Dat is mijn naam!" antwoordde de graaf. „En wie is het, die mtf durft aan te houden?" „Op bevel van de Keizer", was het korte antwoord. „Ik ken zo iemand in Frankr^k niet!" „Vive l'Empereur!" werd er uit dagend als antwoord geroepen. Hierna trok de Comte de Camhrav zich trots terug en liet zich achter over tegen de kussens van het rijtuig vallen, vast besloten geen angst of onrust te tonen. „Wat betekent dit nu weer?" fluis terde madame la Duchesse. Even later werd de koets van bui ten af geopend en het volle licht .van een lantaarn, die door een soldaat omhoog gehouden werd, viel op het gezicht van Victor De Marmont. „Het spijt mij, monsieur le Comte" zei hij koel, „ik moet u in naam des keizeis teruggave van zijn bezittin gen vragen". De graaf haalde zijn schouders op en gaf geen antwoord. „Monsieur le Comte, ik heb vier entwintig man bij mij, die zo nodig met geweld zullen nemen, wat ik u hierbij beveel vrijwillig af te staan". Nog geen antwoord. „Zoals u wilt. Sergeant! Laat deze vier personen uit de koets halen. Drie ervan zijn vrouwen, doe dus niet te ruw". „Vader gelooft u, dat dit verstan dig is?" zei Crystal nu zacht. „Goed zo mademoiselle Crystal", antwoordde De Marmont. „Ik heb immers gezegd, dat ik soldaten bij me heb, die gewend zijn hun plicht te doen? Waarom zou monsieur le fnmte hot „r madame la Duchesse aanraakten?" „Het is een belediging", riep de graaf woest. „Jij en je soldaten zijn verraders, oproerlingen, deserteurs". „Maar we hebben de overmacht. Zou het niet verstandiger zijn goed schiks toe te geven? Madame la Du chesse, ik heb vaak gehoord, dat u zo'n wijze vrouw was. Zoudt u de familie niet willen raden?" „Zeker, jongeman", antwoordde de hertogin, „maar mijn wijze raad zal niemand veel kunnen helpen, want u hebt een vergeefse reis ge daan". De Marmont lachte. „Ontkent u dan, dat er op dit ogen blik vijf en twintig millioen francs van de keizer in de koets verborgen zijn?" „Ik ontken, dat er vijf en twintig millioen francs aan een arme Cor- sikaan kunnen behoren en ik ont ken ook, dat er op dit ogenblik vfjf en twintig millioen francs in deze koets verborgen zijn". Dat is dan, wat ik graag even zou onderzoeken, madame". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1961 | | pagina 8