Het dorp u/aar „Stille Nacht,, u/erd geboren lübernöorl Nagedachtenis van beroemde inu/oners blijft in ere r? ZATERDAG 24 DECEMBER 1960 y DE LEIDSE COURANT KERSTNUMMER OtKUffK luftjf Uloitr Idutfliicr OCII Jl'ff OesÉieöcs Stille Ujadify QriUgcftlüdtt fiitrftani) Oicaitr Pfarrkirttic/in weldicróasiïicö 1818 das crfttmal WPÖififfmtttc gefunaeiupuröc Het graf van de priester, die In 1848 overleed, bevindt zich in Wagram (OostenrijkDe In scriptie luidt: „Opgedragen aan de auteur van bet onvergetelijke Kerstlied, pater Joscf Mohr". Koordirigent Gruber, afgebeeld in het glas-in-lood raam van de kapel in de kerk van Oberdorf. Ook de dorpspriester Pater Mohr is door een glazenier op het glas van een kapelraam in Oberdorf afgebeeld. Alleen de klokketoren (rechts) Is nog over van de kerk, waarin pater Mohr voor het eerst z(Jn kerkgangers „Stille Nacht" hoorde zingen. Schoolkinderen zingen het beroemde Kerstlied In de kapel, die ter nagedachtenis van de schrijvers van „Stille Nacht" In de kerk van Oberdorf nabl) Salzburg werd gebouwd. De plaquette (boven) eert de priester en de onderwijzer, die het lied schreven en componeerden. Op een muur in de klas hangt een portret van onderwijzer Gruber, die door het schrijven van de muziek van „Stille, Nacht" beroemd werd. Pater Josef Mohr en schoolmeester-organist Franz Gruber zyn al meer dan honderd jaar dood, maar hun lied „Stille Nacht" is blijven voortbestaan als 's werelds beroemdste Kerstlied. Pater Mohr, priester van de kleine kerk van Arnsdorf in de buurt van Salzburg (Oostenrijk) schreef de tekst van het lied op een decemberavond In 1818 als speciaal onderdeel van de nachtmis op Kerstavond. Het orgel kon niet meer gebruikt worden en pater Mohr wist, dat zjjn kerkgangers teleurgesteld zouden zyn op 'deze heilige avond, als er geen muziek was. Nadat h(j de tekst had geschreven Het hy deze zien aan zyn vriend Gruber, de dirigent van het kerkkoor. „We moeten iets bijzonders hebben voor de mis op Kerstavond", zei de priester tegen z'n medewerker. Gruber toonde zich enthousiast over de tekst en zette in korte tjjd de muziek op papier. Op Kerstavond las de priester de tekst eerst voor en zette toen, terwijl Franz Gruber met gitaarspel voor de begeleiding zorgde, het eerste couplet van deze psalm In. Aanvankelijk werd „Stille Nacht" meer als een lokaal lied beschouwd, dat niet verder kwam dan Arnsdorf, maar nadat het in 1840 In druk verscheen, kwam het in snel tempo onder veler aandacht en werd binnen korte t(jd wereldbekend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 9