In de Krantentuin
Avonturen
DE WOLKENETERS
HET KNUTSELHOEKJE
ZATERDAG 10 DECEMBER 1960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
VAN
BAMBO
door oom Toon
Nu Bambo de Engelsman eindelijk ont
dekt had, was het zaak hem niet uit het
oog te verliezen, want dat hij weer één
of andere gemene streek wilde uithalen,
stond wel vast. Met zijn gids en de 4
matrozen haastte de Parijzenaar zich
dus achter Wolsey aan. Ze hadden am
per een goede 100 m. gelopen, toen ze
drie mannen in het struikgewas zagen
staan. Ze voerden op fluisterende toon
een gesprek, terwijl ze voortdurend arg
wanend om zich heen keken. Ondanks
het halfdonker tussen de struiken had
Bambo al gauw gezien, dat de 3 per
sonen niemand anders waren dan Wolsey
en de 2 ongunstig uitziende kerels.
„Wie zijn toch die rare, ongure kerels,
die hij bij zich heeft?" vroeg Bambo aan
zijn gids.
„O, dat zijn een paar uitgestotenen
van de maatschappij, die enkel maar le
ven van diefstal en berovingen".
„Maar waarom worden ze dan niet
door de politie ingerekend en opgeslo
ten?"
„Wel, hun vader is priester van een
heidense tempel in de bergen en om het
aanzien, dat hij daardoor geniet, durft
men zijn zoons niet in de gevangenis
werpen. Overdag lijken ze gewone be
delaars als honderden andere, maar zo
dra het donker wordt» plunderen zij
voorbijgangers uit"
„Zo, dus Wolsey houdt zich wel in
mooi gezelschap op. Welke bédoeling zou
daar achter zitten?"
„In elk geval geen goede. Kijk, hij
deelt geld uit aan de twee schurken. Dat
zal wel omkoopgeld zijn voor slechte
diensten, die ze hem moeten bewijzen.
Dadelijk moet u eens opletten".
Allen keken toe en zagen, dat de 2
huurlingen zich op hun knieën ter aar
de wierpen en blijkbaar zwoeren, dat ze
de opdracht, die ze van Wolsey hadden
fekregen, trouw -zouden vervullen,
(lijkbaar volgden hierop nog bedrei
gingen van de Engelsman voor het ge
val ze hun werk niet goed zouden doen,
want nogmaals wierpen ze zich met op
geheven armen voor hem neer tot hun
voorhoofden de grond raakten. Dan
haastten zij zich weg de stad in. terwijl
hun omkoper zich weer naar de sloep
begaf, die hem aan wal gebracht had.
„U ziet, dat ik gelijk had" zei de gids.
„Inderdaad, ik kan op u vertrouwen en
daarom zien we elkaar morgen weer".
Bambo groette en haastte zich vervol
gens met zijn 4 matrozen ook terug naar
hun sloep. Kort daarop vertrokken 2
kleine barken van de oever in de rich
ting van de 2 voor anker liggende sche
pen. Die van Wolsey lag een eindje voor,
maar Bambo porde zijn roeiers aan, om
de achterstand in te halen. Maar de
Engelsman scheen daar bezwaar tegen
te hebben, want ook hij spoorde zijn
mannen tot meerdere snelheid aan en zo
begon het er veel op te lijken, alsof hier
sprake was van een vlucht en een ach
tervolging. Zo begreep het ook Wolsey
en met nijdige uitroepen trachtte hij het
aantal slagen van zijn roeiers op te voe
ren. Maar de anderen beschikten over
4 man meer en 3at maakte, dat op een
gegeven moment hun boot de ander in
haalde en zelfs voorbijschoot. Op dat
ogenblik stuurde Wolsey een andere
kant uit, maar de achtervolgers gaven
hem geen kans.
„Halt" bulderde Bambo en onmiddel
lijk lagen alle riemen stil. Maar tegelijk
hoorde hij, al was het zachtjes uitgespro
ken, een bevel van de Engelsman om de
wapens gereed te houden. „Wat willen
jullie van ons?" vroeg deze.-
„Ik wou je even zeggen", antwoordde
onze matroos in het Engels „dat ik je
herkend heb, lord Wolsey en nogwel in
gezelschap van een paar spitsboeven".
„U bedriegt zich, ik ben een Ameri
kaan".
„Neen, je bent lord Wolsey en wie
ben ik? Herken je me niet? Ik ben de
verloofde van Elsa. Al sedert een maand
zit je ons op het spoor, maar als je het
in je hoofd krijgt, om iets tegen haar te
ondernemen dan zal het je slecht ver
gaan".
,Ik ken u niet' antwoordde de vals
aard.
„Maar ik ken u des te beter, schurk.
Vaarwel of tot ziens, zoals je wilt".
Daarmee roeide Bambo's sloep weg, de
Engelsman in de hoogste verbazing ach
ter latend.
Onze matroos had zich werkelijk niet
vergist en zodra hij weer aan boord
van de Saint-Laurent was geklommen,
spoedde hij zich naar de hut van de heer
van Walden om hem mededeling te doen
van zijn ontdekking. Hij was nog wak
ker, want hij had zich alweer grotelijks
ongerust gemaakt over het lange uit
blijven van „zijn zoon".
„En wat nieuws breng je mee?"
„Wel, dat ik me helaas niet vergist
heb, hij is het"
„Heb je hem gezien?"
„Ja, met mijn eigen ogen"
„En heeft hy jou herkend?"
,Neen maar ik heb we wel bekend ge
maakt".
Daarop vertelde Bambo, hoe alles zich
had afgespeeld, waarop de Hollander
verzuchtte: „Zullen we dan nooit die
vreselijke man kwijt raken?"
„Het ogenblik is misschien niet ver
meer, al kunnen we het hier moeilijk
doen. Maar in elk geval zijn we alvast in
staat om alle mogelijke voorzorgen te
nemen, dat hij ons niet in zijn strikken
kan vangen, die hij vast al voor ons ge
zet heeft. Zijn bezoek aan de wal heeft
daartoe zeker gediend. Maar een ge
waarschuwd mens telt voor twee"
„Heb je nog meer dingen omtrent hem
vernomen?"
„Ja, mijnheer, maar de zal ik morgen
wel vertellen, aan u en aan Elsa. Nu
gaan we slapen. Slaapt u maar rustig,
want het is niet hier, dat er gevaar
dreigt"
„Waar dan wel?"
„Te Yedo en nergens anders".
Daarna trok Bambo zich terug om ook
te gaan rusten. Maar alvorens dit te
doen, maakte hij eerst nog een ronde, om
zich te overtuigen, dat de wachten op
het schip hun plicht goed deden.
Gelukkig gebeurde er dan ook niets.
Maar toen hij de volgende morgen aan
dek kwam en natuurlijk zijn ogen ter
stond het Engelse fregat zochten, ont
dekte hij tot zijn verbazing, dat dit in de
nacht de ankers gelicht had en was ver
dwenen. „Waarheen en waarom was het
gevlucht?" Voorlopig een geheim!
CORRESPONDENTIE
Om dat het nog in de Sinterklaasweek
is, komen er vandaag nog Sint Nicolaas-
verhaaltjes aan de beurt en de rest, dus
de opstelletjes die over zijn, bewaar ik
tot het volgend jaar.
Wie heeft al zijn kerstverhaaltje
klaar?
Joke Kapel, Noordwük B.
SINTERKLAASFEEST
Het was een drukte van belang op het
schoolplein, want de Sint zou op school
komen en ook die leuke zwarte Pieten,
die allerlei kunstjes konden maken zo
als: handje staan, kopje duikelen, tik
kertje en allerlei spelletjes meer.
Daar ging de bel. De zuster deed open.
Daar liepen de zwarte Pieten al in de
gang en daar kwam Sint Nicolaas ook
al' aan. We zongen en we sprongen en
we waren zo blij. We hadden zo'n lol in
die zwarte Pieten. Ze strooiden heel veel
pepernoten, suikerbeesties en veel lek
kers. Daarna sprak de Sint nog tot alle
maal en er mochten een paar kinderen
bij hem komen. We zongen nog een lied
je en toen ging de Sint weg.
's Middags hadden we vrij van school,
's Avonds was het thuis weer feest. Ik
kreeg poppenkleerties en weer lekkers.
Wij kregen allemaal ons eigen letter. Ik
kreeg de letter J. Zo eindigde die heer
lijke dag.
Mia Kapel. Noordwük.
SINTERKLAAS
„Hoi! hol! hoi! Sinterklaas komt van
avond bij ons" riepen Jan, Mies en
Koos.
Koos is wel een beetje bang van zwar
te Piet, die ook zo zwart is. Maar hij
doet net of hij niet bang is.
Het is avond. Bons! bons! bons! horen
de kinderen op de deur en wie komt
daar binnen? Sinterklaas en zwarte Piet.
Koos kruipt dicht bij moeder, maar als
zwarte Piet strooit, grabbelt hij ook
mee. Sinterklaas zegt: Ik rijdt vannacht
wel voor jullie, anders wordt het te
laat". Dat vinden de kinderen best en
ze gaan tevreden naar bed. Sinterklaas
doet bij ieder wat in zijn schoen,
's Morgens zijn de kinderen al vroeg op.
Wat zijn ze blij met alles wat ze in hun
schoen vinden en dan roepen ze door de
schoorsteen: „Dank u wel Sint Nicolaas!"
Coble de Ridder, Noordwük maakte
een heel klein verhaaltje.
SINT NICOLAAS
Het is gauw 5 december en dan komt
Sinterklaas met de boot. We gaan hem
dan afhalen. Dat is altijd erg leuk. Zwar
te Piet strooit dan pepernoten. Die ra
pen we dan op, want die zijn erg lek
ker. We zetten 's avonds wel eens onze
schoen. Dan zit er een chocolade muis,
pepernoten of een suikerbeestje in. Nu
wachten we maar tot 5 december.
Adrie Lelieveld, Nieuwveen.
PAKJESAVOND
Jan, Leo. Anna en Margriet mochten
opblijven want om 7 uur zou Sinterklaas
komen. Ze hadden vlug gegeten en wa
ren om half zeven al klaar. Vader haalde
een mooie stoel en de kinderen versier
den de huiskamer. Op de divan zaten
Jan, Leo, Anna en Margriet. Vader en
moeder zaten ook al klaar, 't Was 7 uur.
Daar hoorden ze kloppen en ze begon
nen te zingen: „Zie ginds komt de
stoomboot". Daar ging de deur open en
Sint Nicolaas kwam binnen met twee
zwarte Pieten. Ze hadden een grote zak
met moppen bij zich. De Sint dToeg een
groot boek waarin hfj ging zitten blade
ren.
„Leo, kom jij eens hier, ik zie daar dat
jij je zusje Anna plaagt en ook wel eens
een koekje wegneemt", zei de Sint: „Is
dat waar?"
„Ja Sint", zei Leo.
„Maar hier staat ook dat je zo goed op
Margret kan passen". Toen kreeg hij 'n
handvol pepernoten en ging weer op zijn
plaats zitten. Toen was Anna aan de
beurt.
„Zeg Anna, je weet toch wel dat je
niet zo mag kibbelen over de pop met
je zusie en zul je op school beter je best
doen?"
Anna zei niets. Ze durfde niet.
„Kom zing maar eens een liedje". En
daar begon ze te zingen van: „Zie de
maan schijnt". Zij kreeg ook een hand
vol moppen.
Zo kregen ze allemaal een beurt en
Jan zong nog een liedje. Daarna strooide
Piet de hele zak leeg.
„Gaan jullie nu de grote doos halen",
zei de Sint tegen de Pieten en weldra
kwamen ze terug met een doos vol pak
jes. Voor iedereen was er wat, ook voor
vader en moeder. Het was een prachtige
avond geweest.
Greet Haagren, Zoeterwoude.
ST. NICOLAAS
Jan en zijn zusje Mientje hadden weken
lang gewacht op de komst van Sint Ni
colaas en zijn knecht. Eindelijk was het
avondje van Sint's verjaardag aange
broken. De kinderen zetten hun klomp
jes gevuld met hooi voor het paard, on
der de schoorsteen en zongen nog een
mooi liedie voor moeder hen naar bed
bracht. Te middernacht kwamen Sint
Nicolaas en ziin knecht in het dorp aan
waar Jan en Mientje woonden. He witte
paardje draafde over de daken en over
al waar lieve kinderen woonden stopte
Piet wat lekkers in schoenen of klom
pen. Ook Jan en Mientje werden niet
vergeten, want toen ze de volgende mor
gen heel vroeg wakker werden en stil-
leties naar beneden slopen vonder zij
ieder een heerlijke chocolade letter in
hun klompje.
„Moeder! moeder! kom eens kijken!"
gilde Jan.
Daar kwam moeder al aan. Ze was erg
verbaasd dat zwarte Piet zó stilletjes in
huis gekomen was om de kinderen te
verrassen. p
„Als jullie heel zoet bent", zei moe
der „dan komt Sint Nicolaas misschien
zelf nog vanavond en dan kunnen jullie
hem meteen bedanken voor de heerlijke
letters".
Dat vonden Jan en Mientje natuurlijk
leuk, ze hadden al zoveel gehoord over
de goede Sint dat ze hem ook graag eens
wilden zien.
De hele middag wachtten zij ongedul
dig op zijn komst en toen ze eindelijk
hoefgetrappel hoorden en in de verte de
rode mantel van Sinterklaas zagen, ren
den ze naar de deur om hem te verwel
komen. De Sint had een lange gouden
staf in de hand en zijn mantel was ook
met goud versierd.
„Geef me eens een handie kinderen",
zei Sint Nicolaas. Jan en Mientje gaven
een hand maar kropen gauw achter
moeders rokken. Toen zwarte Piet zag,
dat de kinderen een beetje verlegen
werden, begon hij pepernoten te strooien.
Nee maar. dat was me een pret. Jan en
Mientje kronen onder tafel en stoelen
en grabbelden om het hardst. Toen de
zak leeg was, gaf Sint Nicolaas aan Jan
een aardig spoortreintje en aan Mientje
een grote teddybeer. Die goede Sint
toch. HU wist zo precies wat ze wilden
hebben. Sint moest nog andere kinderen
in het dorp opzoeken en daarom nam hij
afscheid. Jan en M'entje bedankten voor
de mooie cadeautjes en zongen nog een
liedje.
Ankie van Veen, Zoeterwoude.
SINT NICOLAASAVOND
Bij de haven van Amsterdam stond 'n
eenvoudig houten huisje en in dat huisje
woonde een ziek jongetje. HU heette
Jan. Hij kon niet lopen want hU had kin
derverlamming gehad. Hij was dikwüls
alleen thuis, want vader was naar zijn
werk. zijn moeder was gestorven en zijn
broer Piet was matroos. Vandaag was hU
weer alleen thuis. De Sint en Piet liepen
od de kade en zagen het houten huisje
staan.
„Piet laten we daar eens naar toe
gaan," zei Sint.
„Dat is best", zei Piet „Even kijken
wie daar woont".
Piet keek en daar woonde de familie
Sanders.
„O, ik weet het al. daar woont dat
zieke jongetje", zei Sint.
Ze liepen op het huisje af en Sint
klopte zacht op de deur.
„Binnen!" riep een zachte stem.
Sint en Piet gingen binnen. Het was
er donker.
„Doe het licht eens aan Piet".
Het licht ging aan en in de hoek lag
Jan. Jan keek verlegen naar de Sint.
„Wees maar niet bang Jan. Je bent
toch zoet geweest", zei de Sint.
„Dag Sint", zei Jan verlegen.
Sint en Piet bleven nog wat praten
tot het tüd werd om weg te gaan maar
eerst kreeg Jan een kleurboek en kleur
potloden en een hijskraan, waar hij in
bed mee kon spelen. Zo Had Jan toch 'n
füne Sint Nicolaasavond.
Paula Berends, Leimuiden.
SINT KOMT TOCH!
„Hè wat jammer dat we zo ver van
het dorp wonen want Sinterklaas weet
niet dat wij hier wonen", zei Wimpie
bedroefd tegen zijn moeder. Moeder
luisterde niet naar deze woorden, maar
wel iemand anders en dat was zwarte
Piet. Deze schudde zijn hoofd en mom
pelde: „Toch zal hü komen". Hij klom
van het dak en holde naar het dorp waar
Sinterklaas was. Ha! daar zag hij de
schimmel van de Sint al. Vlug liep Piet
naar Sint toe en vertelde wat hij van
Wimpie gehoord had. Sint schudde be-
denkelük zyn hoofd: „Ik weet niet of ik
wel tijd heb. Toch wil ik wel gaan".
Hij klom op zyn paard en Piet pakte de
teugels. Daar gingen ze op weg en na
een kwartier waren ze bü het huisje
van Wimpie en zün moeder. Ze werden
er hartelyk binnengeroepen en Wimnie
kreeg een grote rode bal. Zo was Sin
terklaas toch gekomen.
Gerda Klein, Leiden.
SINT NICOLAAS EN ZWARTE PIET
Het was 30 november en de kinderen
zongen al 's avonds bU de schoorsteen
hun liedjes. Ook de tweeling Elsje en
Brammetje. Ze hadden goed hun best ge
daan op school en ze sprokkelden ook
wel eens hout voor een oud vrouwtje.
Geen wonder dat vader en moeder te
vreden waren over hun kleintjes. Ook
Piet wist het en hij zei tegen Sint Nico
laas, dat ze zeker by die kinderen op be
zoek moesten gaan. Piet begon in het
Advertentie
magazijn de cadeautjes uit te zoeken,
maar alle mooie dingen waren al weg
gegeven. De Sint stuurde Piet naar de
stad om voor Elsje een pop, die mama
kon zeggen, te kopen en voor Brammetje
een voetbal en voetbalschoenen. Piet
kwam met grote pakken terug. Hij mocht
bü Sint achter op het paard zitten en zo
reden ze naar het huis van de tweeling.
Wat waren Elsje en Brammetje blij toen
ze Sint Nicolaas zagen. Hij bleef wel een
uur en dronk ook een kopje chocolade.
Ze wuifden hem na, tot ze hem niet meer
zagen.
Gretha van Egmond, Aarlanderveen.
Hoe is het Greetje, ben je al weer hele
maal beter en naar school?
PAKJESAVOND
Het was 's middags 5 december. Vader
had gezegd dat Sinterklaas en zwarte
Piet zouden komen. We zouden dus al
vroeg moeten eten. Wat waren we alle
maal zenuwachtig, maar Vader zei dat
het allemaal aanstellerij was. Onze Piet
was toch wel bang want hU had pas ge
leden met een paar vriendjes belletje
getrokken. Eindelijk om half zeven wa
ren we allemaal klaar.
„Zo kinders, nu komt strakt Sinter
klaas en zwarte Piet en deelt misschien
cadeautjes uit. Maar alleen aan zoete
kinderen. Hè, daar gaat de bel, dat zul
len ze zijn. Wacht maar, dan doe ik wel
open", zei vader.
Toen Sinterklaas en Piet binnen kwa
men begon Antoinette hevig te kraaien
en te lachen, maar ze is ook maar pas 8
maanden. Zwarte Plet begon te strooien.
Allen doken mee naar de grond en An
toinette kreeg de schuimpjes. Toen ging
Sinterklaas op een mooie stoel zitten en
alle kinderen moesten één voor één bij
hem komen. Zusje moest het eerst bij
hem komen. Ze kreeg een rammelaar en
begon weer te kraaien. Treesje, van zes
jaar, moest een liedje zingen en toen
kreeg ze een pop met mooie kleertjes
aan. Nu was het Sjaantjes beurt. Sint
vond dat ze erg goed leerde. Ze moest
haar volle schriftjes laten zien.
Sinterklaas vond die prachtig. Ze
kreeg een étui en een schoolpakket. Voor
Josje, die zo goed kan tekenen, had hij
een verfdoos, kleurboek, kleurtjes en 'n
tekenschrift. Nu was Piet aan de beurt.
Sint wist alles, maar Piet beloofde be
terschap en toen kreeg hij een figuur
zaag en gereedschap in plaats van straf.
Anneke, een meisje dat altijd voor moe
der boodschappen doet, kreeg een paar
rolschaatsen en ten slotte kregen Carla
en Wilma een boekenplank voor hun
kamertje. Ook vader en moeder werden
niet vergeten. De Sint bleef nog een
poosje zitten, toen de kleintjes al naar
bed waren. We hadden een fijne avond
en voor onze Piet was alles meegeval
len.
Tonny Vollering, Bodegraven.
SINT NICOLAASFEEST
Toen Sint Nicolaas binnen kwam za
ten we allemaal klaar. We waren blij en
verrast maar toch wel een beetje verle
gen. Ik moest een liedje zingen, mijn
broertje njoest het Onze Vader bidden
en zusje het Weesgegroet St. Nicolaas
vond het heel mooi en we kregen ieder
een verfboek en samen een grote verf
doos. Myn oudste broer kreeg een pols
horloge en mijn kleinste zusje een ku
bus, waar ze dadelijk heel leuk mee
ging spelen. Toen Sint Nicolaas weg
ging strooide hij pepernoten over de
voor de mooie cadeautjes. Het was een
fyne avond.
Volgende week weer een nieuw raad
sel. Ik wacht nu op de kerstverhaaltjes.
Dag kinders.
TANTE JO EN OOM TOON
SAGEN UIT DE TIJD VAN FRODE FREDEGODS
Neern een vierkant stuk stijf, wit pa
pier. Vouw het tweemaal, zoals een zak
doek (zie afb. 1). Trek met een liniaal
een diagonaal (lijn van hoek tot hoek)
van de linkeronderhoek naar de rechter
bovenhoek (afb. 2) maar begin daarbij
aan het stippellijntje. Vervolgens trek
je aan weerskanten van de diagonaal
nog 2 lijnen op gelijke afstand. Ook bij
de stippellijn moeten de eindpunten
evenver uit elkaar liggen. Knip nu over
de getrokken lijnen het papier door,
vouw het vervolgens weer uit elkaar en
buig de afzonderlijke hoeken om, waar
door een sterrefiguur ontstaat zoals die
op de tekening te zien is.
KERSTMANNETJE OP HET IJS
Zoek je een klein kruistekenmotief
(voorbeeld) voor een kerstservet of voor
een slabbetje of een lijfje, of ook als ver
siering op een geruit schortje, dan kijk
je maar naar fig. d. Daar zeg ik verder
niets over. Alleen een tip voor de kleu
ren. Neem voor x helder rood, voor -
rose, de o geeft aan, waar je grijze ste
ken moet gebruiken. Voor de schaatsen
ook grijs of zwart.
Echt proberen hoor!en succes.
Knip eerst een model uit karton (fig.
3). De harten worden gemaakt uit glans
papier, dat men dubbel legt. Knip de
harten naar het gemaakte model uit,
waarbij de „ophanger" steeds precies
aan de vouw moet grenzen. Het gat in
het midden wordt ook uitgesneden (ge
knipt), zodat men de harten (zie fig. 4)
als een keten aan elkaar kan maken.
Maak zo een flinke slinger, die je over
de Kerstboom kunt hangen. Zeer mooi
wordt de slinger, als je de harten af
wisselend uit rood, wit, geel en blauw
papier maakt.
KERSTENGELTJES
Die kun Je maken In alle mogelijke
grootte en ook in alle mogelijke houdin
gen, zowel hangend als staand. Ze zijn
te gebruiken voor tafel- en kerstboom
versiering.
Neem wit of gekleurd papier van de
ste.Mc v«n stevig briefpapier. Zoals je
op het model ziet, trek je met een pas
ser vanuit het zelfde middelpunt 3 cir
kels. de kleinste b.v. met een straal
(passerwijdte) van 1 cm., de volgende
van 13/10 cm en de grootste van 3cm.
Knip dan langs de omtreklijn, maar zó.
dat je bij de kleine cirkels een stukje
vast laat zitten, want dat moet hals wor
den en tevens steun voor het aureool
(lichtkrans). Bovendien maak Je dan
nog 3 insnijdingen, die met stippeltjes
op de fig. zijn aangegeven. De wijduit-
lopende rok en de vleugels ontstaan, als
insnijding B van achter in insnijding A
Tenslotte buigt men de kop een weinig
naar voren zodat hij los komt van het
aureool.
Frode, die later de bijnaam van Fre-
degod kreeg, was nog slechts 7 jaren
oud, toen hij de Deense koningstroon be
steeg.
Het land was er in die tijd slecht aan
toe. want de raadgeefster van de koning
was een slechte oude vrouw, Götvar, die
samen met 12 neven van haar man re
geerde. Van deze twaalf was Grop de
slimste.
Ze deden alle mogelijke Kwaad, dat
men ook maar doen kon. Ja, het was zó
erg, dat de zus van de koning „Gunvör",
uit de koningsburcht moest vluchten en
zich iri een ander huis moest terugtrek
ken. dat door 30 getrouwen bewaakt
werd.
Het volk troostte zich met de gedachte,
dat alles wel weer goed zou komen, als
Frode volwassen werd. Dan zou hij een
edele koningsdochter trouwen, die een
goede invloed op hem zou uitoefenen.
Götvar over. Ze huwde hem uit aan de
dochter van de Hunnenkoning „Hamun-
de", maar Hamunde was geen haar beter
dan het "overige gezelschap op de Ko
ningsburcht.
Wordt vervolgd.
P.S. Sagen zijn volksverhalen, waar
van men niet precies meer weet, welk
deel op waarheid berust en wat er bij
gefantaseerd is.