WEET....
AM OR ALS SINT NICOLAAS
Dokter
Claudia
(221)
DONDERDAG 24 NOVEMBER 1960
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 10
ZWARTE PIET WAS NIET BLEU
„JUFFROUW KARSTEN zit niet
te dromen! Hoort u niet wat ik
zeg?" daverde de stem van de heer
Everts in de oor van Lilly. Zij schrok
en bloosde. „Ja meneer, ik hoor u
wel", antwoordde zij snel. „Oh, dan
is het goed. Doet u dan maar dade
lijk wat ik u zei", sprak hij nu op
een wat vriendelijker toon.
Lilly droop af. Wat had Everts ook
weer gezegd? Zij wist het absoluut
niet en liep domweg naar de kaar
ten kast, die in een hoek van het
grote kantoor stond. Daar stond Ja-
net, haar vriendin. „Wat zei hij ook
weer?" informeerde Lilly zachtjes.
Janet glimlachte. „Hij zei, dat je de
kaart van de firma v. Rooyen moest
lichten", fluisterde zij. Lilly knikte
blij en trok dadelijk de lade open.
Janet keek haar eens van terzijde
aan. Die arme Lilly toch, sinds die
nieuwe knappe hoofdboekhouder,
Karei van Luyn, er was, leek hetwel,
of zij steeds in dromenland verkeer
de. Iedereen wist het en somige van
haar colega's plaagden haar er wel
eens mee, maar het was toch alle
maal goed bedoeld. Ook de anderen
zagen wel, hoe zij de ogen neer
sloeg wanneer hij op haar afdeling
moest zijn en bloosde. Maar Van
Luyn scheen verlegen te zijn, want
nooit sprak hij haar aan.
Geheel andere gedachten beheers
ten op dat moment de oude heer
Everts die van over zijn bril naar
het jonge meisje bij de kaartenbak
keek. Hij wist méér. Hij wist, dat
Lilly het de laatste tijd erg moeilijk
had, sinds haar vader en moeder bij
een auto-ongeluk om het leven wa
ren gekomen. Het meisje was de
oudste van de vijf kinderen en zij
was nu vader en moeder tegelijk
over het viertal, waarvan de oudste
jongen zestien jaar was en het jong
ste kind drie. Van haar kleine sala
ris en dat, wat haar ouders haar na
lieten, dreef zij het huishoudentje. De
geringste opslag, die de directie haar
had gegeven, zou in de toekomst
toch niet voldoende zijn om haar het
hoofd boven water te kunnen laten
houden. Neen, Everts maakte zich
zorgen over haar.
VIJF UUR, de kantoortijd was
teneinde. Haastig trok Lilly haar jas
aan en met een vluchtige groet ren
de zij naar de fietsenstalling. Daar
fietste zij langs de natte drukke stra
ten naar huis, waar broertjes en zus
je op haar wachttten, want er moest
nog gekookt worden en vanavond,
als de kleintjes naar bed waren,
moest zij nog kleren verstellen.
Toen zij de deur binnenkwam, ging
er een luid gejuich op. Rudy, de
oudste, had de aardappels al ge
schild, dat scheelde tenminste. Vlug
zette zij het eten op en inmiddels
luisterde zij naar de verhalen van de
kleintjes, die vertelden, hoe op school
voorbereidingen werden getroffen
voor het komende St. Nicolaasfeest.
Oh ja, dat was waar ook, over
morgen zou het Sint Nicolaas zijn.
Dan moest zij morgen na kantoortijd
nog even wat lekkers halen voor de
kinderen. Eigenlijk kon het er niet
af, maar het zou anders zo'n tegen
valler voor de kleintjes zijn. „Oh,
wanneer zou er toch eens een eind
komen aan al deze ellende", ver
zuchtte Lilly.
Zij zag geen uitkomst en tranen
welden op in haar ogen, wanneer zij
dacht hoe andere meisjes van haar
leeftijd het hadden. Die waren vrij
en hadden een ouderlijk huis. Had
den niet de zorg over vier kinde
ren.
Neen, zo mocht zij niet denken. De
anderen bouwden en vertrouwden op
haar en zo jong als ze waren, pro
beerden ze haar zoveel mogelijk met
alles te helpen. Het lot had haar de
ze taak toebedacht en zij wist, dat
ze die naar behoren moest vervul
len, hoe zwaar het soms ook mocht
vallen.
„Lilly, komt Sint Nicolaas ook nog
bij ons?" vroeg kleine Elsje, die naast
haar bij het gasstel stond.
Lilly schrok op uit haar gedachten.
„Ik weet het niet, liefje" antwoordde
ze onthutst, „als hij tijd heeft, mis
schien wel".
„Sint Nicolaas komt", klonk het
overtuigde stemmetje van de zes
jarige Hansje achter haar. „Hij slaat
geen enkel kind over, heeft de juf
frouw op school gezegd", vervolgde
hij. Lilly wist niet, wat zij daarop
moest zeggen. In ieder geval zou zij
doen. wat in haar vermogen lag om
de kleintjes op iets te tracteren.
OP SINT-NICOLAASAVOND zat
Lilly met twee kleintjes op schoot
en de twee anderen er naast gezellig
bij de snorrende kachel. Zij had cho
colademelk gemaakt en de kinderen
op koek, taai en een stukje chocola
getracteerd, waarvan ze vertelde, dat
Sint Nicolaas haar dat voor hen had
gegeven, toen zij op weg naar huis
de goede Sint tegenkwam.
Zij las wel wat teleurstelling in de
ogen van de kleintjes, dat Sint Ni
colaas dus niet zelf zóu komen. Zij
vertelde hun een Sint-Nicolaasver-
haal, voordat zij hen naar bed ging
brengen, maar midden in het ver
haal ging de bel en stom verwon
derd keek zij Rudy aan. Die haalde
zijn schouders op, maar de kleintjes
juichten. Dat moest Sint Nicolaas
zijn.
Lilly ging naar de deur en
daar stond Sint Nicolaas met een
grote, lange Zwarte Piet die haar
grijnzend aan keek en met de roe
zwaaide. „Wij komen de kleintjes be
zoeken", sprak de goede Sint min
zaam. Even twijfelde Lilly, was dat
niet de stem van
„Komt u binnen", nodigde zij en
hield de deur open. Het gejuich van
de kinderen verstomde bij de aan
blik van de echte St. Nicolaas, die
statig binnenschreed. Rudy zette de
leunstoel klaar en keek verwonderd
naar zijn zuster. Had zij voor deze
verrassing gezorgd? Dan had ze hem
toch wel in het geheim kunnen ne
men. Maar aan haar verwonderde
gezicht zag hij dat het ook voor haar
een verrassing was. Wie was dan
die goede Sint?
SINT NICOLAAS begon op goed
geluk en trok zachtjes de kleine El-
ly naar zich toe. Haar lipje trilde en
zij wist niet, of zij nu zou gaan hui
len of lachen. Hij tilde het meisje
op zijn knie en stelde haar op haar
gemak. Voor haar had een mooie
pop meegebracht en daarmee had hij
het kleine meisje wel een groot ple
zier gedaan, want zij kraaide van
blijdschap. Ook voor de anderen had
Sint Nicolaas iets bij zich en in min
der dan geen tijd was er ^en uitge
laten stemming in de kleine kamer.
Lilly stond in een hoek van de ka
mer alles aan te zien en zij wist niet
of ze waakte of droomde. Dit had
ze nooit van haar chef verwacht
Maar wie was toch Zwarte Piet. Hij
had nog geen woord gesproken, dus
kon zij zijn stem niet herkennen.
Zijn zwarte gezicht en het pompeu
ze pak met de grote baret maakten
het haar onmogelijk te weten te ko
men, wie hij was.
Nadat de kinderen hun geschen
ken hadden ontvangen, was de beurt
aan Lilly. Sint Nicolaas liet haar bij
zich komen en zij moest op de knie-
en voor hem gaan liggen. Nadat hij
haar gewezen had op het feit, dat zij
np kantoor wel eens zat te dromen,
gaf hij Zwarte Piet een teken en die
kwam nu met een pakje voor de dag.
Toen Lilly het had uitgepakt, vond
ze een prachtige shawl en een paar
handschoenen. Stomverbaasd zat zij
er naar te kijken en keek toen beur
telings van de Sint naar Zwarte Piet.
U ziet, Sint Nicolaas is goed op u
geweest", klonk de stem van de zwar
te man. „Hij weet, welk een zware
taak er op uw schouders is gelegd
en hij heeft grote bewondering voor
cle moed en het doorzettingsvermo
gen van zo'n jong meisje", vervolg
de hij.
Nu herkende Lily zijn stem. Zij
kreeg een kleur en wild bonsde haar
hart. Dat hij het juist moest zijn,
die dit zei.
DE KLEINTJES werden naar bed
gebracht en Lilly en Rudy brachten
de avond verder door met Sint Ni
colaas en zijn zwarte knecht. De
twee lieten zich haar chocolademelk
en de taai goed smaken en Lilly
moest lachen wanneer zij naar het
zwarte gezicht van Karei keek, die
nu zijn baret had afgezet en wiens
flinke bos blonde krullen in het
lamDlicht glansde.
Maar ook aan die gezellige avond
kwam een einde en Sint Nicolaas be
sloot te vertrekken. Piet ging even
een taxi bellen en toen vertelde
Everts haar, dat Van Luyn er op had
gestaan, voor haar cadeau te zorgen.
Hij lachte fijntjes, toen hij zag, hoe
haar ogen straalden en 'n diepe blos
over haar gelaat trok.
De taxi kwam voor en de Sint en
zijn knecht vertrokken. Toen Everts
naar de auto stapte, hield Lilly de
zwarte knecht in de gang staande.
„Dit had ie niet moeten doen" zei ze
zachtjes. Hij pakte haar hand en zijn
ogen glansden toen hij zich naar
haar toe boog. „Je bent een dapper
meisje Lilly en je heb dit cadeau
dubbel en dwars verdiend". „Vrien
delijk bedankt Karei", fluisterde ze,
terwijl ze zijn hand greep. Hij zag
haar lief gezichtje en het glanzend
kastanjebruin haar en toen deed hij
iets, dat hij nooit gedacht had zo te
zullen doen. Hij trok haar naar zich
toe en kuste haar. „Liefje", fluisterde
hij zacht.
Vanuit de taxi gluurde Everts naar
binnen, verwonderd waar zijn zwarte
knecht bleef. Snel trok hy zich te
rug, toen hij zag wat er gebeurde.
..Het plannetje is goed gelukt" glim
lachte hij voor zich heen. „Ik denk
wel, dat ze nu spoedig uit de narig
heid zal ziin en bovendien, die twee
waren toch voor elkaar bestemd".
Met een zucht van opluchting liet
hij zich in de kussens zakken. Aan
de deur woof Lilly met grote zwar
te plekken op haar gezicht
Kinderkerstboek no. 30. Groot
Seminarie Priesters v. h. H.
Hart van Jesus, Liesbosch-
Princenhage.
In dit, Kerstboekj.e voor de kinde
ren komen heel aardige verhaaltjes
voor, verteld door Leo van Polanen
en verlucht met prentjes van Carel
Bruens. Het grootste verhaal wordt
natuurlijk gevormd door het Kerst
gebeuren, dat in Nazareth zyn voor
spel heeft en eindigt met de aanbid
ding der herders te Bethlehem, alles
verteld in een trans, welke gemak
kelijk aanslaat in de kinderlijke fan
tasie. Een mooi boekje,, waar kinde
ren èn ouders plezier aan kunnen be
leven, speciaal in en rond de Kerst
tijd.
Wij, moeders door Mechtild,
Uit. Liefdezusters H. Car.
Borromeus en Broeders van
St. Joan, de Deo.
Een bijzonder aardig boekje, dat
over moeders gaat. Geen pedagogie,
met een hoofdletter, maar dagelijkse
dingen uit een gezin met zes kin
deren. De baten van het boekje zijn
voor het Catholic Hospital Sengerema
(Tanganyika) van de Liefdezusters
van de H. Carolus Borromeus, Maas
tricht, en df Broeders van Barmhar
tigheid van St. Joannes de Deo, Hel-
voirt.
Het Jaar in Poesan", Reis
journaal van een arts door
Stefan W. Escher. Uitg.
Hollandia N.V„ Baarn.
Als chef van een chrirurgische
groep in een Roode Kruis-ziekenhuis
werkte Escher in het Zuid-Koreaanse
Poesan. Door zijn dienst daar is hij
met alle lagen der bevolking in aan
raking gekomen, waarvan hij in dit
boek een beschrijving geeft. Natuur
lijk heeft hierbij de medische zijde
zijn speciale aandacht. Toch blijkt hij
ook van de karakteristieke toestan
den op ander gebied veel geleerd te
hebben.
Beeldende Poëzie „De Tijd".
Bijeengebracht door
Adriaan Morriën, met foto's
van Oscar van Alphen.
Uitg. N.V. G. J. Thieme,
Nijmegen.
In deze beeldende poëzie-serie
wordt in deze uitgave „De Tijd" be
licht door gedichten en bijpassende
foto's. Van veel bekende dichters vin
den we hierin' een pakkend gedicht
op het begrip „tijd" betrekking heb
bend, zoals o.a. van Bertus Aafjes,
Losgeslagen jeugd, door Hil-
degard J. Kaeser, Uitg. Nijgh
en v. Ditmar, Den Haag.
De titel „Losgeslagen jeugd" doet
vemoeden, dat deze roman een soort
„nozem"-verhaal is, zich afspelend
aan de zelfkant van een of andere
wereldstad. Dat is het toch niet. De
jeugd, welke de in Zweden wonende
schrijfster ons voorhoudt, bestaat in
hoofdzaak uit één Zweeds meisje van
gegoede ouders, wier gemoersleven
wat op drift geraakt is door het her
trouwen van haar moeder. Zij en
haar broer Jan hadden moeder sinds
de dood van vader steeds met zor
gen omringd en konden het niet ver
kroppen, dat moeder opleefde door de
liefde van een vreemde man. Jan
kwam toen door een auto-ongeluk om
het leven en dat was voor het meisje
Gurby aanleiding om het huis te ont
vluchten. Later toen zij er een zusje
bij kreeg nam zij de rol van haar
(zieke) moeder over, zoals haar broer
Jan indertijd de rol van zijn vader
had overgenomen.
Het is een gevoelig en met psy
chologisch begrip geschreven ver
haal, dat wel over de jeugd maar
niet voor de jeugd geschreven is.
Volwassenen zullen het met smaak
lezen.
Palet en Pennestreek van
José Erens. N.V. Nijgh en
Van Ditmar, Den Haag.
Een aantrekkelijk bundeltje ge
dichten. Zoals bij vele poëten, ook
hier is geschreven een trieste reeks,
met een enkel sprankeitje zon: heim
wee naar het geluk.
A. M. de Jong, Omnibus.
Het Verraad, De Rijkaard,
Frank van Wezels roemruch
te Jaren. De Schotel. Uitg.
De Arbeiderspers, Amster
dam.
Deze vier werken van A.M. de Jong
zijn thans in een Omnibus-uitgave
verschenen. Vooral met twee dezer
romans vestigde De Jong indertijd
zijn naam als schrijver. Het „Ver
raad", het eerste deel van de serie
Marijntje Gij zen, handelt over de
jeugd van een klein zeer godsdienstig
jongetje uit een eenvoudig arbeiders
gezin, dat vriendschap sluit met de
meest gevreesde stroper van het dorp.
In Frank van Wezels roemruchte
jaren" verhaalt de schrijver zijn eigen
militaire diensttijd tijdens de oorlog
'14'18. Daar landstormman Van
Wezel een vurig socialist is, kan hij
zich moeilijk verenigen met vele mi
litaire methoden en praktijken, voor
al de „militaire logica" kan er bij
hem niet in. Als schrijver van kran
tenartikelen, waarin de dienstperike-
len nog al eens worden bekritiseerd,
wordt hij geliefd bij zijn lezers, maar
gevreesd door zijn superieuren. Dit
levert hem dan ook nogal eens grote
moeilijkheden op.
Ook de twee andere verhalen zal
men met genoegen lezen.
„Gevaarlijk spoor", door
Frank van Wieringen Uit
gave Cantecleer, Utrecht.
In de „Bowic Scott serie" is weer
een spannend jongensboek toege
voegd. De bekende speurder Scott zit
weer eens achter een vrijbuiter, Colt
Rainbow, aan. De zoon van 'n ran
cher, Cliff Hilton, staat hem trouw
ter zijde. Door woestijnen zandvlak
tes en bergpassen volgt een span
nende achtervolging waarbij het er
„ruig" aan toe gaat. Uiteindelijk
triomfeert het recht, maar voor het
zover isJongens van 12 tot 16
jaar zullen het een „moordboek" vin
den. Een fraaie plastic band en sug
gestieve tekeningen van F. v. Kal
ken completeren het geheel.
Wat speel ik als ik ziek ben?
door Nina Morel. Uitg.
Cantecleer, Utrecht.
Nina Morel heeft een hele serie
van deze boekjes geschreven, alle
maal over: Wat speel ik (alleen, in
de vacantie, met vxiendjes, als het re
gent enz.). In deze kleine boekj s
worden heel wat spelletjes aan de hand
gedaan, welke geschikt zijn om de
kinderen in allerlei omstandigheden
aangenaam bezig te houden. Leuke
boekjes.
„Heintje Hoepelstok en zijn
avontuur met Stappertje
Step, door Lea Smulders
Uitgave Cantecleer, Utrecht.
Heintje Hoepelstok kreeg 'n mooie
rode step. „Stappertje Step" noemde
hij die. Na schooltijd ging hij er veel
mee rijden door de stad. Zijn vriend
jes waren erg jaloers omdat zij er
niet mee mochten rijden. Daar komt
natuurlijk ruzie Heintjes moeder
weet het met toverballen weer goed
te maken. Maar Heintje blijft bij al
les „Heintje de voorste" en beleeft
daardoor met zijn step nog veel meer
avonturen. Een echt jongensachtig
boek, maar ook meisjes van 6-10 jaar
zullen van deze jongens-avonturen
genieten. Het boek is uitgegeven in
stevige plastic band en versierd met
tekeningen van Coby Krouwel.
Het prentenboek van Jezus'
leven Tekeningen van
Hub. Levigne^ tekst van
Thijs van de Griend* Uit
gave L. C. G. Malmberg,
's-Hertogenbosch.
Een bekend en gewild boek, thans
in dé zesde druk, vooral bestemd
voor de kleintjes. Elke bladzijde be
staat uit vier plaatjes, om en om in
kleurendruk en zwartdruk. Het is
dus echt een kijkboek, waarbij het
kind graag gebruik zal maken van
de mogelijkheid de in zwart gedruk
te platen zelf te kleuren. Grotere
kinderen zullen zelf de onderschrif
ten lezen, maar het wil ons voorko
men, dat dit boek eerst echt voor de
kleineren gaat leven wanneer men
de korte teksten heeft voorgelezen.
Bij Foxie op de boerderij,
door Slava Stochl, 'Neder
landse tekst Clare Lennart -
Uitgave N.V. Uitg. Nijgh en
Van Ditmar.
Een plaatjesboek, speciaal voor de
kleintjes, waaraan ook grotere kin
deren en zelfs volwassenen veel ple
zier zullen beleven. Het bestaat uit
een serie verhaaltjes-in-foto's met
korte, verbindende teksten. De foto's
welke alle betrekking hebben op
dieren, zijn van een opmerkelijke
kwaliteit en uitstekend gedrukt. Een
boek, waarin elk kind herhaaldelijk
zal kijken, ook al is hem het „ver
haaltje" slechts eenmaal voorgele
zen.
Apartheid door Margrit de
Sablonière. Salamander-se
rie. Querido, Amsterdam.
Wie het woord „apartheid" tegen
komt, weet waar het thuis hoort, n.l.
in Zuid-Afrika, waar het de kern is
van de formule, waarmede men het
bevolkingsprobleem meent te moeten
oplossen. Het is geen gemakkelijk
probleem, dat zal ieder toegeven, die
een meer dan oppervlakkige kennis
van de situatie in Zuid-Afrika bezit.
Maar de weg, welke de meerderheid
in Zuid-Afrika heeft gekozen, onder
vindt in de gehele wereld felle te
genstand. De schrijfster, die onder de
schuilnaam Margrit de Sablonière dit
boekje heeft geschreven, heeft tevo
ren een uitgebreide studie van het
vraagstuk gemaakt en het valt haar
niet moeilijk om de weg der „apart
heid" vierkant af te wijzen.
De blanke bevolking van Zuid-Afri
ka is sterk in de minderheid verge
leken bij de zwarte bevolking en uit
angst om haar positie veilig te stellen
wordt de apartheidspolitiek toege
pastin dezelfde geest als de Jo
den werden afgezonderd in ghetto's.
De neutraliteit van de blank Zuid-
Afrikaners is n.l. door een aloude tra
ditie bepaald, van geslacht op ge
slacht is de „kaffer" beschouwd als
een minderwaardig individu, dat al
leen bruikbaar is als goedkope ar
beidskracht. En nu nog is het 't stre
ven van de blanke bevolking, de
zwarte op z'n plaats te houden, het
geen zeggen wil: op een apart plaats
je, achteraf. Het is de verdienste van
de schrijfster duidelijk uiteen te heb
ben gezet, dat „apartheid" inhoudt
en hoe het wordt toegepast.
Wegwijzer voor de belegger,
door drs. F. L. G. Slooff.
Uitg. Kon. Ned. Boekdrukke
rij H. A. M. Roelants, Schie
dam.
Menigeen, die spaarzaam is, komt
op een goede dag op het idee, dat hij
wel eens een betere belegging voor
zijn spaargeld zou kunnen zoeken.
Men kan dat lukraak doen, maar
beter is het een belegging te kiezen
met overleg, steunende op een ele
mentaire kennis van zaken.
Deze elementaire kennis wil dit
boekje bijbrengen in een begrijpe
lijke taal, maar toch voldoende uitge
breid om ook degene tevreden te
stellen, die reeds enige ervaring van
beleggingen heeft opgedaan.
Uw gesprek met God, door G.
Fesenmayer. Uitg. J. J. Ro
men en Zonen, Roermond.
Dit is een boekje over het gebeds
leven en is de neerslag van een serie
preken van de schrijver in de St.
Pauluskerk te Passau in mei 1955.
Het is geen getheoretiseer, maar di
rect op de practijk gericht; een prac-
tische handleiding voor het dagelijks
gebed in welke situatie dan ook. Een
zeer mooi boekje, vol originele ge
dachten. De schrijver zelf noemt het
een -oefenboek voor het gebed, dat
men langzaam en overdenkend dient
te lezen. Mogen velen dat doen; het is
't waard.
De Kerk door Aloïs Mül-
ler. J. J. Romen Zonen,
Roermond.
Dit boekje beoogt een uiteenzetting
van de dogmatische grondslagen,
waarop de leer betreffende de Kerk
berust, èn een scherpere visie op de
Kerk. Men kan erin vinden wat de
katholiek van deze tijd nodig heeft
om zijn Kerk tegen buitenstaanders
te kunnen verdedigen.
Tanksoldaten door Peter
Elstob. Uitgave Hollandia,
Baarn.
Wanneer tanksoldaten dwars door
Europa trekken, door Frankrijk, Bel
gië, Nederland en Duitsland, in hevige
gevechten gewikkeld met de vijand,
dan kan een nauwkeurig beschou
wende schrijver een indrukwekkend
en vaak ontstellend relaas geven. De
auteur van dit boek doet dat ook; hij
kan niet alleen goed beschouwen,
maar bovendien is hij knap in het
weergeven van de wijze waarop man
nen strijden, hoe zij als daar nog
tijd voor is leven in alle felheid,
en hoe zij tenslotte sterven. Het is
oorlogslectuur, welke niettemin sterk
boeit. De adempauzen tijdens de lan
ge veldtocht zijn sterk realistisch be
schreven, zodat voorbehoud voor vol
wassen lezers bestaat.
WEET U HET OOK NIET
Bonaken Wij zaten met 6 kaar
ten; de man en degene die ging
roemde 4 azen en een derde met dat
zelfde aas. Kunt u mij hierover uit
slag geven?, aldus J. v. d. V.
Het roemen bij een spel als kla
verjas e.d. (vermoedelijk is dat het
geen inzender bedoelt) geschiedt op
alle combinaties waarin roem moge
lijk is. Dus met 4 azen worden deze
geroemd, doch toegestaan is ook nog
extra te roemen voor één dezer azen
die tevens heer-vrouw der kleur be
vat.
Regenboog Graag zou ik het
ontstaan van de regenboog willen
weten en wanneer er een regenboog
komt. Aldus C. v.K.
De regenboog ontstaat wanneer de
zon aan de hemel schijnt, doch aan
het tegenovergestelde deel van de
hemel een regenbui zich ontl. v Bij
aftrekkend onweer is dit vaak het
geval. De zonnestralen dringen voor
een deel de regendruppels binnen
en het licht ervan wordt in de drup
pels ontleed in zijn samenstellende
kleuren. U kunt hetzelfde verschijn
sel waarnemen wanneer b.v. een gla
zen messenlegger op het tafelkleed
ligt en de zon er op schijnt. Op het
tafelkleed vertoont zich dan ook 'n
soort regenboog.
De stralen van de zon zijn samen
gesteld uit diverse kleuren, liggend
tussen violet en rood. Normaal men
gen die zich door elkaar en we zien
wit licht. Doch wanneer de stralen
van het ene medium overgaan in het
andere, hier dus van lucht in water
worden de stralen op verschillende
wijze „gebroken" en komen de kleu
ren netjes naast elkaar gespreid te
liggen als de kleuren van de regen
boog. Het middelpunt van de cirkel,
waarvan de regenboog een deel is,
ligt altijd even ver onder de hori
zon als de zon er boven staat. De in
drukwekkendste bogen ontstaan dus
bij laagstaande zon. Soms zijn er 2
bogen onder elkaar. Het leuke daar
van is, dat bij de bovenste het violet
aan de binnenkant zit en het rood
aan de buitenkant. Bij de tweede om
gekeerd.
Huurverhoging W. d. B. stelt een
vraag over huurverhoging.
Aangezien de „kale" huurprijs, na
aftrek van de 2.76 verbeterings-
kosten, beneden de huurgrens van
8,- ligt (voor uw gemeente) mag
de huiseigenaar u zonder vergun
ning van de huuradviescommissie de
20 pet. verhoging niet in rekening
brengen. U kunt de eigenaar hier
op wijzen en dus alleen maar de op
31 maart 1960 verschuldigde huur
van 6.30 2.75 voor verbete-
ringskosten betalen. Zodra hij de
vergunning heeft, kunt u dan ver
der zien, met dien verstande dat, in
dien er geen gebreken aan het huis
zijn aan te wijzen, de mogelijkheid
groot is dat hij met ingang van een
door de huuradviescommissie te be
palen datum, de 20 pet. huurverho
ging toch krijgt. De berekening moet
dan echter plaatshebben van de
6.30 huur, waarna de verbeterings-
kosten er weer bij opgeteld mogen
worden.
Vergoeding voor verbetering Ik
heb 4 jaar geleden mijn huis gedeel
telijk verhuurd. Door de huurders is
de bijkeuken verbeterd. Zij vragen
nu zij een andere huis krijgen f 150
voor aanrecht en tegeltjes, anders
breken zij de boel eraf. Ben ik ver
plicht dat bedrag te betalen? vraagt
A.J. v.d. K.
U bent niets verplicht als u niet
wilt. Hebt u er echter iets aan, dan
moet u gewoon over het bedrag pra
ten. Komt u niet tot overeenstem
ming, dan heeft de huurder vóór de
verhuizing het recht af te breken
wat hij gebouwd heeft, maar hij
moet dan die bijkeuken in de oor
spronkelijke staat brengen op straffe
van schadevergoeding. Het proces
daartoe moet zonodig op korte ter
mijn na de verhuizing plaatsvinden.
Prins van Cambodja in Tsjecho-Sloivakije
VLUG, BLfiNCHBH'J 15 ONS
EEN HALF UURVOOK... HET
.15 MOGEL'JK Par H'J ZICH
.ONDERWEG IETS VAN Z'JN
yefeiEDEN HERINHEkt...
\WE MOETEN HEM VIN-
Prins Norodom Sihandek van Cambodja brengt een bezoek aan Tsjecho-
slowakije. Foto: president Antunin Novotny (links) en prins Norodom
Sihandek tijdens een bespreking in Praag.