WEET.... AM OR ALS SINT NICOLAAS Dokter Claudia (221) DONDERDAG 24 NOVEMBER 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 10 ZWARTE PIET WAS NIET BLEU „JUFFROUW KARSTEN zit niet te dromen! Hoort u niet wat ik zeg?" daverde de stem van de heer Everts in de oor van Lilly. Zij schrok en bloosde. „Ja meneer, ik hoor u wel", antwoordde zij snel. „Oh, dan is het goed. Doet u dan maar dade lijk wat ik u zei", sprak hij nu op een wat vriendelijker toon. Lilly droop af. Wat had Everts ook weer gezegd? Zij wist het absoluut niet en liep domweg naar de kaar ten kast, die in een hoek van het grote kantoor stond. Daar stond Ja- net, haar vriendin. „Wat zei hij ook weer?" informeerde Lilly zachtjes. Janet glimlachte. „Hij zei, dat je de kaart van de firma v. Rooyen moest lichten", fluisterde zij. Lilly knikte blij en trok dadelijk de lade open. Janet keek haar eens van terzijde aan. Die arme Lilly toch, sinds die nieuwe knappe hoofdboekhouder, Karei van Luyn, er was, leek hetwel, of zij steeds in dromenland verkeer de. Iedereen wist het en somige van haar colega's plaagden haar er wel eens mee, maar het was toch alle maal goed bedoeld. Ook de anderen zagen wel, hoe zij de ogen neer sloeg wanneer hij op haar afdeling moest zijn en bloosde. Maar Van Luyn scheen verlegen te zijn, want nooit sprak hij haar aan. Geheel andere gedachten beheers ten op dat moment de oude heer Everts die van over zijn bril naar het jonge meisje bij de kaartenbak keek. Hij wist méér. Hij wist, dat Lilly het de laatste tijd erg moeilijk had, sinds haar vader en moeder bij een auto-ongeluk om het leven wa ren gekomen. Het meisje was de oudste van de vijf kinderen en zij was nu vader en moeder tegelijk over het viertal, waarvan de oudste jongen zestien jaar was en het jong ste kind drie. Van haar kleine sala ris en dat, wat haar ouders haar na lieten, dreef zij het huishoudentje. De geringste opslag, die de directie haar had gegeven, zou in de toekomst toch niet voldoende zijn om haar het hoofd boven water te kunnen laten houden. Neen, Everts maakte zich zorgen over haar. VIJF UUR, de kantoortijd was teneinde. Haastig trok Lilly haar jas aan en met een vluchtige groet ren de zij naar de fietsenstalling. Daar fietste zij langs de natte drukke stra ten naar huis, waar broertjes en zus je op haar wachttten, want er moest nog gekookt worden en vanavond, als de kleintjes naar bed waren, moest zij nog kleren verstellen. Toen zij de deur binnenkwam, ging er een luid gejuich op. Rudy, de oudste, had de aardappels al ge schild, dat scheelde tenminste. Vlug zette zij het eten op en inmiddels luisterde zij naar de verhalen van de kleintjes, die vertelden, hoe op school voorbereidingen werden getroffen voor het komende St. Nicolaasfeest. Oh ja, dat was waar ook, over morgen zou het Sint Nicolaas zijn. Dan moest zij morgen na kantoortijd nog even wat lekkers halen voor de kinderen. Eigenlijk kon het er niet af, maar het zou anders zo'n tegen valler voor de kleintjes zijn. „Oh, wanneer zou er toch eens een eind komen aan al deze ellende", ver zuchtte Lilly. Zij zag geen uitkomst en tranen welden op in haar ogen, wanneer zij dacht hoe andere meisjes van haar leeftijd het hadden. Die waren vrij en hadden een ouderlijk huis. Had den niet de zorg over vier kinde ren. Neen, zo mocht zij niet denken. De anderen bouwden en vertrouwden op haar en zo jong als ze waren, pro beerden ze haar zoveel mogelijk met alles te helpen. Het lot had haar de ze taak toebedacht en zij wist, dat ze die naar behoren moest vervul len, hoe zwaar het soms ook mocht vallen. „Lilly, komt Sint Nicolaas ook nog bij ons?" vroeg kleine Elsje, die naast haar bij het gasstel stond. Lilly schrok op uit haar gedachten. „Ik weet het niet, liefje" antwoordde ze onthutst, „als hij tijd heeft, mis schien wel". „Sint Nicolaas komt", klonk het overtuigde stemmetje van de zes jarige Hansje achter haar. „Hij slaat geen enkel kind over, heeft de juf frouw op school gezegd", vervolgde hij. Lilly wist niet, wat zij daarop moest zeggen. In ieder geval zou zij doen. wat in haar vermogen lag om de kleintjes op iets te tracteren. OP SINT-NICOLAASAVOND zat Lilly met twee kleintjes op schoot en de twee anderen er naast gezellig bij de snorrende kachel. Zij had cho colademelk gemaakt en de kinderen op koek, taai en een stukje chocola getracteerd, waarvan ze vertelde, dat Sint Nicolaas haar dat voor hen had gegeven, toen zij op weg naar huis de goede Sint tegenkwam. Zij las wel wat teleurstelling in de ogen van de kleintjes, dat Sint Ni colaas dus niet zelf zóu komen. Zij vertelde hun een Sint-Nicolaasver- haal, voordat zij hen naar bed ging brengen, maar midden in het ver haal ging de bel en stom verwon derd keek zij Rudy aan. Die haalde zijn schouders op, maar de kleintjes juichten. Dat moest Sint Nicolaas zijn. Lilly ging naar de deur en daar stond Sint Nicolaas met een grote, lange Zwarte Piet die haar grijnzend aan keek en met de roe zwaaide. „Wij komen de kleintjes be zoeken", sprak de goede Sint min zaam. Even twijfelde Lilly, was dat niet de stem van „Komt u binnen", nodigde zij en hield de deur open. Het gejuich van de kinderen verstomde bij de aan blik van de echte St. Nicolaas, die statig binnenschreed. Rudy zette de leunstoel klaar en keek verwonderd naar zijn zuster. Had zij voor deze verrassing gezorgd? Dan had ze hem toch wel in het geheim kunnen ne men. Maar aan haar verwonderde gezicht zag hij dat het ook voor haar een verrassing was. Wie was dan die goede Sint? SINT NICOLAAS begon op goed geluk en trok zachtjes de kleine El- ly naar zich toe. Haar lipje trilde en zij wist niet, of zij nu zou gaan hui len of lachen. Hij tilde het meisje op zijn knie en stelde haar op haar gemak. Voor haar had een mooie pop meegebracht en daarmee had hij het kleine meisje wel een groot ple zier gedaan, want zij kraaide van blijdschap. Ook voor de anderen had Sint Nicolaas iets bij zich en in min der dan geen tijd was er ^en uitge laten stemming in de kleine kamer. Lilly stond in een hoek van de ka mer alles aan te zien en zij wist niet of ze waakte of droomde. Dit had ze nooit van haar chef verwacht Maar wie was toch Zwarte Piet. Hij had nog geen woord gesproken, dus kon zij zijn stem niet herkennen. Zijn zwarte gezicht en het pompeu ze pak met de grote baret maakten het haar onmogelijk te weten te ko men, wie hij was. Nadat de kinderen hun geschen ken hadden ontvangen, was de beurt aan Lilly. Sint Nicolaas liet haar bij zich komen en zij moest op de knie- en voor hem gaan liggen. Nadat hij haar gewezen had op het feit, dat zij np kantoor wel eens zat te dromen, gaf hij Zwarte Piet een teken en die kwam nu met een pakje voor de dag. Toen Lilly het had uitgepakt, vond ze een prachtige shawl en een paar handschoenen. Stomverbaasd zat zij er naar te kijken en keek toen beur telings van de Sint naar Zwarte Piet. U ziet, Sint Nicolaas is goed op u geweest", klonk de stem van de zwar te man. „Hij weet, welk een zware taak er op uw schouders is gelegd en hij heeft grote bewondering voor cle moed en het doorzettingsvermo gen van zo'n jong meisje", vervolg de hij. Nu herkende Lily zijn stem. Zij kreeg een kleur en wild bonsde haar hart. Dat hij het juist moest zijn, die dit zei. DE KLEINTJES werden naar bed gebracht en Lilly en Rudy brachten de avond verder door met Sint Ni colaas en zijn zwarte knecht. De twee lieten zich haar chocolademelk en de taai goed smaken en Lilly moest lachen wanneer zij naar het zwarte gezicht van Karei keek, die nu zijn baret had afgezet en wiens flinke bos blonde krullen in het lamDlicht glansde. Maar ook aan die gezellige avond kwam een einde en Sint Nicolaas be sloot te vertrekken. Piet ging even een taxi bellen en toen vertelde Everts haar, dat Van Luyn er op had gestaan, voor haar cadeau te zorgen. Hij lachte fijntjes, toen hij zag, hoe haar ogen straalden en 'n diepe blos over haar gelaat trok. De taxi kwam voor en de Sint en zijn knecht vertrokken. Toen Everts naar de auto stapte, hield Lilly de zwarte knecht in de gang staande. „Dit had ie niet moeten doen" zei ze zachtjes. Hij pakte haar hand en zijn ogen glansden toen hij zich naar haar toe boog. „Je bent een dapper meisje Lilly en je heb dit cadeau dubbel en dwars verdiend". „Vrien delijk bedankt Karei", fluisterde ze, terwijl ze zijn hand greep. Hij zag haar lief gezichtje en het glanzend kastanjebruin haar en toen deed hij iets, dat hij nooit gedacht had zo te zullen doen. Hij trok haar naar zich toe en kuste haar. „Liefje", fluisterde hij zacht. Vanuit de taxi gluurde Everts naar binnen, verwonderd waar zijn zwarte knecht bleef. Snel trok hy zich te rug, toen hij zag wat er gebeurde. ..Het plannetje is goed gelukt" glim lachte hij voor zich heen. „Ik denk wel, dat ze nu spoedig uit de narig heid zal ziin en bovendien, die twee waren toch voor elkaar bestemd". Met een zucht van opluchting liet hij zich in de kussens zakken. Aan de deur woof Lilly met grote zwar te plekken op haar gezicht Kinderkerstboek no. 30. Groot Seminarie Priesters v. h. H. Hart van Jesus, Liesbosch- Princenhage. In dit, Kerstboekj.e voor de kinde ren komen heel aardige verhaaltjes voor, verteld door Leo van Polanen en verlucht met prentjes van Carel Bruens. Het grootste verhaal wordt natuurlijk gevormd door het Kerst gebeuren, dat in Nazareth zyn voor spel heeft en eindigt met de aanbid ding der herders te Bethlehem, alles verteld in een trans, welke gemak kelijk aanslaat in de kinderlijke fan tasie. Een mooi boekje,, waar kinde ren èn ouders plezier aan kunnen be leven, speciaal in en rond de Kerst tijd. Wij, moeders door Mechtild, Uit. Liefdezusters H. Car. Borromeus en Broeders van St. Joan, de Deo. Een bijzonder aardig boekje, dat over moeders gaat. Geen pedagogie, met een hoofdletter, maar dagelijkse dingen uit een gezin met zes kin deren. De baten van het boekje zijn voor het Catholic Hospital Sengerema (Tanganyika) van de Liefdezusters van de H. Carolus Borromeus, Maas tricht, en df Broeders van Barmhar tigheid van St. Joannes de Deo, Hel- voirt. Het Jaar in Poesan", Reis journaal van een arts door Stefan W. Escher. Uitg. Hollandia N.V„ Baarn. Als chef van een chrirurgische groep in een Roode Kruis-ziekenhuis werkte Escher in het Zuid-Koreaanse Poesan. Door zijn dienst daar is hij met alle lagen der bevolking in aan raking gekomen, waarvan hij in dit boek een beschrijving geeft. Natuur lijk heeft hierbij de medische zijde zijn speciale aandacht. Toch blijkt hij ook van de karakteristieke toestan den op ander gebied veel geleerd te hebben. Beeldende Poëzie „De Tijd". Bijeengebracht door Adriaan Morriën, met foto's van Oscar van Alphen. Uitg. N.V. G. J. Thieme, Nijmegen. In deze beeldende poëzie-serie wordt in deze uitgave „De Tijd" be licht door gedichten en bijpassende foto's. Van veel bekende dichters vin den we hierin' een pakkend gedicht op het begrip „tijd" betrekking heb bend, zoals o.a. van Bertus Aafjes, Losgeslagen jeugd, door Hil- degard J. Kaeser, Uitg. Nijgh en v. Ditmar, Den Haag. De titel „Losgeslagen jeugd" doet vemoeden, dat deze roman een soort „nozem"-verhaal is, zich afspelend aan de zelfkant van een of andere wereldstad. Dat is het toch niet. De jeugd, welke de in Zweden wonende schrijfster ons voorhoudt, bestaat in hoofdzaak uit één Zweeds meisje van gegoede ouders, wier gemoersleven wat op drift geraakt is door het her trouwen van haar moeder. Zij en haar broer Jan hadden moeder sinds de dood van vader steeds met zor gen omringd en konden het niet ver kroppen, dat moeder opleefde door de liefde van een vreemde man. Jan kwam toen door een auto-ongeluk om het leven en dat was voor het meisje Gurby aanleiding om het huis te ont vluchten. Later toen zij er een zusje bij kreeg nam zij de rol van haar (zieke) moeder over, zoals haar broer Jan indertijd de rol van zijn vader had overgenomen. Het is een gevoelig en met psy chologisch begrip geschreven ver haal, dat wel over de jeugd maar niet voor de jeugd geschreven is. Volwassenen zullen het met smaak lezen. Palet en Pennestreek van José Erens. N.V. Nijgh en Van Ditmar, Den Haag. Een aantrekkelijk bundeltje ge dichten. Zoals bij vele poëten, ook hier is geschreven een trieste reeks, met een enkel sprankeitje zon: heim wee naar het geluk. A. M. de Jong, Omnibus. Het Verraad, De Rijkaard, Frank van Wezels roemruch te Jaren. De Schotel. Uitg. De Arbeiderspers, Amster dam. Deze vier werken van A.M. de Jong zijn thans in een Omnibus-uitgave verschenen. Vooral met twee dezer romans vestigde De Jong indertijd zijn naam als schrijver. Het „Ver raad", het eerste deel van de serie Marijntje Gij zen, handelt over de jeugd van een klein zeer godsdienstig jongetje uit een eenvoudig arbeiders gezin, dat vriendschap sluit met de meest gevreesde stroper van het dorp. In Frank van Wezels roemruchte jaren" verhaalt de schrijver zijn eigen militaire diensttijd tijdens de oorlog '14'18. Daar landstormman Van Wezel een vurig socialist is, kan hij zich moeilijk verenigen met vele mi litaire methoden en praktijken, voor al de „militaire logica" kan er bij hem niet in. Als schrijver van kran tenartikelen, waarin de dienstperike- len nog al eens worden bekritiseerd, wordt hij geliefd bij zijn lezers, maar gevreesd door zijn superieuren. Dit levert hem dan ook nogal eens grote moeilijkheden op. Ook de twee andere verhalen zal men met genoegen lezen. „Gevaarlijk spoor", door Frank van Wieringen Uit gave Cantecleer, Utrecht. In de „Bowic Scott serie" is weer een spannend jongensboek toege voegd. De bekende speurder Scott zit weer eens achter een vrijbuiter, Colt Rainbow, aan. De zoon van 'n ran cher, Cliff Hilton, staat hem trouw ter zijde. Door woestijnen zandvlak tes en bergpassen volgt een span nende achtervolging waarbij het er „ruig" aan toe gaat. Uiteindelijk triomfeert het recht, maar voor het zover isJongens van 12 tot 16 jaar zullen het een „moordboek" vin den. Een fraaie plastic band en sug gestieve tekeningen van F. v. Kal ken completeren het geheel. Wat speel ik als ik ziek ben? door Nina Morel. Uitg. Cantecleer, Utrecht. Nina Morel heeft een hele serie van deze boekjes geschreven, alle maal over: Wat speel ik (alleen, in de vacantie, met vxiendjes, als het re gent enz.). In deze kleine boekj s worden heel wat spelletjes aan de hand gedaan, welke geschikt zijn om de kinderen in allerlei omstandigheden aangenaam bezig te houden. Leuke boekjes. „Heintje Hoepelstok en zijn avontuur met Stappertje Step, door Lea Smulders Uitgave Cantecleer, Utrecht. Heintje Hoepelstok kreeg 'n mooie rode step. „Stappertje Step" noemde hij die. Na schooltijd ging hij er veel mee rijden door de stad. Zijn vriend jes waren erg jaloers omdat zij er niet mee mochten rijden. Daar komt natuurlijk ruzie Heintjes moeder weet het met toverballen weer goed te maken. Maar Heintje blijft bij al les „Heintje de voorste" en beleeft daardoor met zijn step nog veel meer avonturen. Een echt jongensachtig boek, maar ook meisjes van 6-10 jaar zullen van deze jongens-avonturen genieten. Het boek is uitgegeven in stevige plastic band en versierd met tekeningen van Coby Krouwel. Het prentenboek van Jezus' leven Tekeningen van Hub. Levigne^ tekst van Thijs van de Griend* Uit gave L. C. G. Malmberg, 's-Hertogenbosch. Een bekend en gewild boek, thans in dé zesde druk, vooral bestemd voor de kleintjes. Elke bladzijde be staat uit vier plaatjes, om en om in kleurendruk en zwartdruk. Het is dus echt een kijkboek, waarbij het kind graag gebruik zal maken van de mogelijkheid de in zwart gedruk te platen zelf te kleuren. Grotere kinderen zullen zelf de onderschrif ten lezen, maar het wil ons voorko men, dat dit boek eerst echt voor de kleineren gaat leven wanneer men de korte teksten heeft voorgelezen. Bij Foxie op de boerderij, door Slava Stochl, 'Neder landse tekst Clare Lennart - Uitgave N.V. Uitg. Nijgh en Van Ditmar. Een plaatjesboek, speciaal voor de kleintjes, waaraan ook grotere kin deren en zelfs volwassenen veel ple zier zullen beleven. Het bestaat uit een serie verhaaltjes-in-foto's met korte, verbindende teksten. De foto's welke alle betrekking hebben op dieren, zijn van een opmerkelijke kwaliteit en uitstekend gedrukt. Een boek, waarin elk kind herhaaldelijk zal kijken, ook al is hem het „ver haaltje" slechts eenmaal voorgele zen. Apartheid door Margrit de Sablonière. Salamander-se rie. Querido, Amsterdam. Wie het woord „apartheid" tegen komt, weet waar het thuis hoort, n.l. in Zuid-Afrika, waar het de kern is van de formule, waarmede men het bevolkingsprobleem meent te moeten oplossen. Het is geen gemakkelijk probleem, dat zal ieder toegeven, die een meer dan oppervlakkige kennis van de situatie in Zuid-Afrika bezit. Maar de weg, welke de meerderheid in Zuid-Afrika heeft gekozen, onder vindt in de gehele wereld felle te genstand. De schrijfster, die onder de schuilnaam Margrit de Sablonière dit boekje heeft geschreven, heeft tevo ren een uitgebreide studie van het vraagstuk gemaakt en het valt haar niet moeilijk om de weg der „apart heid" vierkant af te wijzen. De blanke bevolking van Zuid-Afri ka is sterk in de minderheid verge leken bij de zwarte bevolking en uit angst om haar positie veilig te stellen wordt de apartheidspolitiek toege pastin dezelfde geest als de Jo den werden afgezonderd in ghetto's. De neutraliteit van de blank Zuid- Afrikaners is n.l. door een aloude tra ditie bepaald, van geslacht op ge slacht is de „kaffer" beschouwd als een minderwaardig individu, dat al leen bruikbaar is als goedkope ar beidskracht. En nu nog is het 't stre ven van de blanke bevolking, de zwarte op z'n plaats te houden, het geen zeggen wil: op een apart plaats je, achteraf. Het is de verdienste van de schrijfster duidelijk uiteen te heb ben gezet, dat „apartheid" inhoudt en hoe het wordt toegepast. Wegwijzer voor de belegger, door drs. F. L. G. Slooff. Uitg. Kon. Ned. Boekdrukke rij H. A. M. Roelants, Schie dam. Menigeen, die spaarzaam is, komt op een goede dag op het idee, dat hij wel eens een betere belegging voor zijn spaargeld zou kunnen zoeken. Men kan dat lukraak doen, maar beter is het een belegging te kiezen met overleg, steunende op een ele mentaire kennis van zaken. Deze elementaire kennis wil dit boekje bijbrengen in een begrijpe lijke taal, maar toch voldoende uitge breid om ook degene tevreden te stellen, die reeds enige ervaring van beleggingen heeft opgedaan. Uw gesprek met God, door G. Fesenmayer. Uitg. J. J. Ro men en Zonen, Roermond. Dit is een boekje over het gebeds leven en is de neerslag van een serie preken van de schrijver in de St. Pauluskerk te Passau in mei 1955. Het is geen getheoretiseer, maar di rect op de practijk gericht; een prac- tische handleiding voor het dagelijks gebed in welke situatie dan ook. Een zeer mooi boekje, vol originele ge dachten. De schrijver zelf noemt het een -oefenboek voor het gebed, dat men langzaam en overdenkend dient te lezen. Mogen velen dat doen; het is 't waard. De Kerk door Aloïs Mül- ler. J. J. Romen Zonen, Roermond. Dit boekje beoogt een uiteenzetting van de dogmatische grondslagen, waarop de leer betreffende de Kerk berust, èn een scherpere visie op de Kerk. Men kan erin vinden wat de katholiek van deze tijd nodig heeft om zijn Kerk tegen buitenstaanders te kunnen verdedigen. Tanksoldaten door Peter Elstob. Uitgave Hollandia, Baarn. Wanneer tanksoldaten dwars door Europa trekken, door Frankrijk, Bel gië, Nederland en Duitsland, in hevige gevechten gewikkeld met de vijand, dan kan een nauwkeurig beschou wende schrijver een indrukwekkend en vaak ontstellend relaas geven. De auteur van dit boek doet dat ook; hij kan niet alleen goed beschouwen, maar bovendien is hij knap in het weergeven van de wijze waarop man nen strijden, hoe zij als daar nog tijd voor is leven in alle felheid, en hoe zij tenslotte sterven. Het is oorlogslectuur, welke niettemin sterk boeit. De adempauzen tijdens de lan ge veldtocht zijn sterk realistisch be schreven, zodat voorbehoud voor vol wassen lezers bestaat. WEET U HET OOK NIET Bonaken Wij zaten met 6 kaar ten; de man en degene die ging roemde 4 azen en een derde met dat zelfde aas. Kunt u mij hierover uit slag geven?, aldus J. v. d. V. Het roemen bij een spel als kla verjas e.d. (vermoedelijk is dat het geen inzender bedoelt) geschiedt op alle combinaties waarin roem moge lijk is. Dus met 4 azen worden deze geroemd, doch toegestaan is ook nog extra te roemen voor één dezer azen die tevens heer-vrouw der kleur be vat. Regenboog Graag zou ik het ontstaan van de regenboog willen weten en wanneer er een regenboog komt. Aldus C. v.K. De regenboog ontstaat wanneer de zon aan de hemel schijnt, doch aan het tegenovergestelde deel van de hemel een regenbui zich ontl. v Bij aftrekkend onweer is dit vaak het geval. De zonnestralen dringen voor een deel de regendruppels binnen en het licht ervan wordt in de drup pels ontleed in zijn samenstellende kleuren. U kunt hetzelfde verschijn sel waarnemen wanneer b.v. een gla zen messenlegger op het tafelkleed ligt en de zon er op schijnt. Op het tafelkleed vertoont zich dan ook 'n soort regenboog. De stralen van de zon zijn samen gesteld uit diverse kleuren, liggend tussen violet en rood. Normaal men gen die zich door elkaar en we zien wit licht. Doch wanneer de stralen van het ene medium overgaan in het andere, hier dus van lucht in water worden de stralen op verschillende wijze „gebroken" en komen de kleu ren netjes naast elkaar gespreid te liggen als de kleuren van de regen boog. Het middelpunt van de cirkel, waarvan de regenboog een deel is, ligt altijd even ver onder de hori zon als de zon er boven staat. De in drukwekkendste bogen ontstaan dus bij laagstaande zon. Soms zijn er 2 bogen onder elkaar. Het leuke daar van is, dat bij de bovenste het violet aan de binnenkant zit en het rood aan de buitenkant. Bij de tweede om gekeerd. Huurverhoging W. d. B. stelt een vraag over huurverhoging. Aangezien de „kale" huurprijs, na aftrek van de 2.76 verbeterings- kosten, beneden de huurgrens van 8,- ligt (voor uw gemeente) mag de huiseigenaar u zonder vergun ning van de huuradviescommissie de 20 pet. verhoging niet in rekening brengen. U kunt de eigenaar hier op wijzen en dus alleen maar de op 31 maart 1960 verschuldigde huur van 6.30 2.75 voor verbete- ringskosten betalen. Zodra hij de vergunning heeft, kunt u dan ver der zien, met dien verstande dat, in dien er geen gebreken aan het huis zijn aan te wijzen, de mogelijkheid groot is dat hij met ingang van een door de huuradviescommissie te be palen datum, de 20 pet. huurverho ging toch krijgt. De berekening moet dan echter plaatshebben van de 6.30 huur, waarna de verbeterings- kosten er weer bij opgeteld mogen worden. Vergoeding voor verbetering Ik heb 4 jaar geleden mijn huis gedeel telijk verhuurd. Door de huurders is de bijkeuken verbeterd. Zij vragen nu zij een andere huis krijgen f 150 voor aanrecht en tegeltjes, anders breken zij de boel eraf. Ben ik ver plicht dat bedrag te betalen? vraagt A.J. v.d. K. U bent niets verplicht als u niet wilt. Hebt u er echter iets aan, dan moet u gewoon over het bedrag pra ten. Komt u niet tot overeenstem ming, dan heeft de huurder vóór de verhuizing het recht af te breken wat hij gebouwd heeft, maar hij moet dan die bijkeuken in de oor spronkelijke staat brengen op straffe van schadevergoeding. Het proces daartoe moet zonodig op korte ter mijn na de verhuizing plaatsvinden. Prins van Cambodja in Tsjecho-Sloivakije VLUG, BLfiNCHBH'J 15 ONS EEN HALF UURVOOK... HET .15 MOGEL'JK Par H'J ZICH .ONDERWEG IETS VAN Z'JN yefeiEDEN HERINHEkt... \WE MOETEN HEM VIN- Prins Norodom Sihandek van Cambodja brengt een bezoek aan Tsjecho- slowakije. Foto: president Antunin Novotny (links) en prins Norodom Sihandek tijdens een bespreking in Praag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 10