MAX ZORGDE VOOR EEN
Meester koekebakker moest zélf
DE KOEKPLANK KUNNEN SNIJDEN
Sinterklaasverrassing
350 GULDEN
AAN PRIJZEN
WOENSDAG 23 NOVEMBER 1960
DE LETDSE COURANT
PAGTNA 11
Sint Nicolaasavond naar een schilderij van Jan Steen
Ware kunstwerken
uit de oude doos
Wanneer wij tegenwoordig inko
pen doen voor het Sint Nicolaas-
feest, dan worden veel de speculaas-
of taaipoppen gekocht om de specu
laas of het taai-taai. De vorm van
het produkt doet slechts weinig ter
zake. Zoveel is er van de symboliek
van het geven van deze poppen af
gegaan, dat we Mientje rustig een spe
culaasvrijster geven en Karei een
mannelijke taaifiguur. ,Het gaat toch
maar om de lekkernij", meent men.
Dit verschijnsel is een onderdeel
vaii de totale vervlakking die wij
kunnen constateren ten aanzien van
veel symboliek. De diepere betekenis
van vele oude gebruiken ontgaat de
moderne mens en daarmee gaat ook
de romantiek verloren. Het is triest,
Maar tenslotte een feit, waaraan wei
nig valt te veranderen. Het is een ne
venverschijnsel van de ontwikkeling
der moderne tijd.
Symboliek en historie in het
handwerk.
IN VROEGER JAREN leefde de sym
boliek volop in ons volksleven en
daarvan werd door de ambachtsman
dankbaar gebruik gemaakt om zijn
kunstzinnige capaciteiten uit te leven.
Het is trouwens een feit, dat in ver
vlogen eeuwen er meer kunstzin, ori
ginaliteit en persoonlijke creatief
vermogen van de ambachtsman werd
gevraagd dan tegenwoordig.
Dat zien we duidelijk geïlustreert
in het beroep van koekebakker.
In onze tijd is daar bijzonder veel
fabriekswerk bij en slechts nog inci
denteel handwerk. Doch vroeger was
het alles handwerk wat de klok sloeg.
In de drukke tijd voor het Sint Ni-
colaasfeest werkte de koekebakker
bijna dag en nacht om er voor te zor
gen dat hij een behoorlijke voorraad
had voor zijn klanten. Vooral waar
het ging om het vervaardigen van de
speculaas- en taaipoppen kon hij zich
Enkele koekplanken voorstellende:
Jacoba van Beieren met een valk op
de hand; koning Willem I; een lucht
ballon uit de tijd toen de mens zijn
eerste pogingen ondernam het lucht
ruim te veroveren.
danig uitleven in zijn kunstzinnige
neigingen.
Er waren namelijk koekebakkers-
gilden, die 't eigenhandig snijden an
een fraaie koekplank als exameneis
stelden voor het behalen van de
meestertitel. Uit die oude tijd beken
de koekplanken bewijzen ons duide
lijk, tot welk een opmerkelijke artis
tieke prestaties de leden van het koe-
kebakkersgilde in staat waren. Er zijn
bijzonder fraaie exemplaren onder,
waarbij het opvalt welk een buitenge
wone aandacht er aan het detail werd
geschonken.
Valk, vós en vrijer.
WE ZIEN bijvoorbeeld geschied
kundige uitbeelding, zoals Jacoba van
Beieren met een valk op de hand. Een
dergelijke pop werd in weerwil van
het feit, dat zij een vrouw voorstelde
toch aan een meisje gegeven en wel
in verband met de symbolische bete
kenis die aan de valk werd verleend,
want de valk maakte voor haar jacht
op een minnaar. Was de pop van man
lijke vorm, dan stelde deze kleine
plaaggift haar toekomstige vrijer
voor. Ook werden wel dierfiguren ge
geven, zoals bijvoorbeeld een vos, die
in dit geval het symbool was van
de wijsheid, de slimheid.
Ook schroomde men vroeger niet
om historische voorstellingen in spe
culaas te „vereeuwigen" wanneer men
vervuld van het een of ander, daar
aan artistiek uitdrukking wenste te
geven. Zo zien we bijvoorbeeld een
oude koekplank, die koning Willem I
uitbeeldt en we zien ei een met een
luchtballon er in gesneden. Zeer
kunstzinnige uitbeeldingen, doch die
zijn geïnspireerd op de belangrijke
gebeurtenissen in die tijd.
Al vóór Christus.
OVERIGENS dateren dit soort koe
ken alsmede hun koekplanken niet
van enkele eeuwen geleden. Reeds
vóór onze jaartelling kenden de Frie
zen reeds deze vormen. Alleen werd
er geen speculaas of taai in gedaan
maar gewoon deeg en zo ontstonden
fraai gevormde broden, veelal in de
vorm van dieren, die bedoeld waren
als offerbroden en die de werkelijke
dierenoffers moesten vervangen.
Men sneed hiertoe de afbeelding van
dergelijke dieren bijvoorbeeld een
schaap, een os, enzovoort in het hout
en zo ontstond een soort gietvorm,
waarin het deeg gedrukt kon worden.
Na het bakken bleef de vorm gehand
haafd.
Uiteraard zijn vrijwel alle houten
vormen in de loop der jaren verloren
gegaan, maar enkele bleven behouden
en van vele anderen weten we uit
oude geschriften hoe zij er uit za
gen. Reeds in de veertiende eeuw was
het in veel kloosters gewoonte elkaar
honingkoeken te geven. Ook deze koe
ken werden door middel van kunstig
bewerkte koekplanken in fraaie vor
men gebakken. En na de honingkoe
ken, kwamen speculaas en taai-taai.
De lopende band.
DE OUDE betekenis van offerkoek
verdween langzaam maar zeker en de
dierfiguren veranderen veelal in men
selijke afbeeldingen. De pop werd
een symbolische schertsartikel, waar
van men vroeger een dankbaar ge
bruik maakte tijdens het Sint Nico-
laasfeest om elkaar er tussen te ne
men.
Met de ontwikkeling van de moder
ne tijd veranderde het handwerk in
fabriekswerk, de symboliek ging gro
tendeels verloren en nu koopt men
zonder op de vorm te letten een zak
je van tien volkomen gelijke, niets
zeggende taaipoppen om op die ma
nier tien personen een taailekkernij
te geven, ongeacht of het jongens,
meisjes, of oudere mensen zijn.
Het is jammer, al leeft het aloude
sinterklaasfeest nog volop onder ons
volk, er is toch wel iets van de fijne
trekjes verloren gegaan. De bakker
snijdt zijn eigen koekplank niet meer
en de klant eet zonder te kijken.
PiE WIND gierde door het smalle straatje. Het was
U grimmig koud en een loodgrijze wolkendeken hing
laag boven de stad. Het zag er buiten maar somber
uit. Voor het raam zat Jan, zijn hoofd gesteund in de
handen. Verdrietig keek hij naar buiten. Het was
Sint-Nicolaas vandaag, maar erg blij was de jongen er
niet mee. Vanmorgen was de goede Sint op school ge
weest. Zwarte Piet had gestrooid en ze hadden alle
maal wat lekkers gekregen. Opgetogen waren de kin
deren naar huis gegaan, 's middags waren ze vrij en
vanavond was het pakjesavond, dan kwam de Sint
voor alle kinderen cadeautjes brengen.
Maar Jan was niet zo blij naar huis gegaan. Hoe het
kwam wist hij niet, maar Sint Nicolaas sloeg meestal
hun straatje over. Daar woonden allemaal arme kin
deren; waarom de Sint dat deed wist hij niet, maar dat
was al heel wat jaartjes zo. Waarom zou hij blij zijn?
Er waren geen kinderen in de straat om mee te spelen
en vanavond zou hij wel weer naar bed gaan, zonder
iets van de kindervriend gekregen te hebben. Bah,
het was zo helemaal niet leuk!
Met een ruk stond hij op en stapte naar de deur.
Max, zijn hond en trouwste vriend sprong blij kwis
pelend overeind. Het baasje ging uit, dat was even fijn.
Max wilde mee! Jan trok zijn oude winterjasje aan,
zette de versleten kraag hoog op en ging met Max
naar buiten. Voor de deur bleef hij staan. Waar zou hij
heen gaan? Hij wist het niet! Och, vooruit, hij zou
maar een eindje gaan lopen en afwachten waar zijn
benen hem heen brachten.
jTVIEP in zijn kraag weggedoken slenterde hij de
straat uit, terwijl Max vrolijk blaffend voor hem
uit holde. Max was een fijne hond vond Jan. Een
flinke sterke herdershond, een heel trouwe vriend.
Even bukte de jongen zich om het dier aan te halen.
Speels dartelde de hond weer van hem weg om op de
hoek van de straat vreselijk geïnteresseerd aan een
gevel te» gaan snuffelen.
Op de hoek bleef Jan staan. Hier was een drukke
winkelstraat, het was er heel druk, dat was wel gezel
lig. Kom hij zou ook maar eens etalages kijken. Rus
tig wandelde hij verder. Oh ja, daar was een fijne
winkel, daar moest hij eens gaan kijken. Over de
hoofden van een grote groep kinderen keek Jan in
de uitstalling van een prachtige speelgoedzaak. Tjonge
wat hier te krijgen was, was niet te versmaden. Een
elektrische treintje rolde over zijn rails langs het hele
raam en verder stond er een schat aan speelgoed uit
gestald. Te veel om op te noemen. Jan keek zijn ogen
uit. De kleintjes om hem heen waren vreselijk enthou
siast. „Ik vraag die pop aan Sint-Nicolaas!" riep een
klein meisje tegen haar vriendinnetje. „Ik hoop dat ik
die mooie tractor krijg!", zei een klein jongetje naast
Jan kraaiend.
Jan keek met schitterende ogen naar al het moois.
DLOTSELING schrok iedereen op. Uit de winkel
holde een man en vlak achter hem kwam de win
kelier naar buiten die schreeuwde: „Houdt de dief!"
Het kwam zo onverwacht, dat niemand direct begreep
wat er gebeurde. De mensen bleven staan, de kinde
ren keken geschrokken om. Maar inmiddels holde de
dief snel de straat uit. De winkelier, een kleine dikke
man, kon niet zo hard lopen en het was zo te zien, dat
de man de dief nooit zou kunnen pakken.
Jan was ook geschrokken, maar ineens kreeg hij een
idee. „Kom Max", schreeuwde hij tegen de hond en
zo hard als zijn jonge benen hem konden dragen,
holde hij achter de dief aan. De hond dacht dat Jan
wilde spelen en holde met hem mee. De jongen liep
zo hard als hij lopen kon en hield tussen al de mensen
in de drukke winkelstraat angstval ig de dief in het
oog. Daar vluchtte de man een stil zijstraatje in. Nu
zag Jan zijn kans schoon. Hij rende met Max de hoek
om en riep tegen de hond: „Max pak ze!" Hij wees op
de man. Meteen was Max niet meer de vrolijke speel
se hond. Als een kanonskogel schoot hij achter de dief
aan en pakte hem bij zijn broek. De man, die hierop
niet bedacht was, struikelde en viel op de grond.
Woest grommend hield de hond vast. Jan was er nu
ook vlug bij. Maar wat moest hij tegen die man begin
nen? De dief sloeg de hond zo hard als hij kon om te
trachten los te komen. Maar Max hield vol. „Hou
vast, Max!" brulde Jan en steeds maar weer keek hij
om naar de hoek van de straat om te zien of er hulp
kwam opdagen. Ja hoor, daar kwam de dikke winke
lier de hoek om rennen en achter hem een aantal
mensen en... een agent. De dief was nu snel over
meesterd en werd naar het bureau gebracht.
stelen'en daar zat nogal wat in, weet je!" ratelde de
man door. „Zeg luister eens, hoe heet jij en waar
woon je?" vroeg hij aan Jan. De jongen vertelde wie
hij was en waar hij woonde. De kleine man keek hem
eens van top tot teen aan en schudde zijn hoofd. La
chend zei hij: „Ik zal aan Sint Nicolaas vertellen hoe
dapper jij en je hond zijn geweest, misschien brengt
hij wel wat voor jullie mee".
Toen draaide hij zich om en trippelde de straat uit.
Jan keek hem na en haalde zijn schouders op. „Hij
zal het aan Sint Nicolaas vertellen", lachte hij scham
per. „Kom Max, we gaan weer!" Langzaam slenterde
ze naar huis.
WADER en moeder waren er ook en de boterham
stond te wachten. Onder het eten vertelde hij
trots wat Max had gedaan. „Ja, jongen, dat is een
flinke hond en een goede vriend!" zei vader. „Die
winkelier had je toch wel iets voor je hulp kunnen
geven!" Jan haalde zijn schouders op! „Hij zou het
tegen Sint Nicolaas zeggen", vertelde hij.
Vader en moeder keken niet begrijpend. Ze spra
ken er niet meer over. De tafel werd* afgeruimd en
vader ging bij de kachel zitten en stopte zijn pijp. Jan
nam een boek, dat hij uit de bibliotheek had geleend
en ging nog wat lezen. Na een poosje kwam moeder
uit de keuken. „Jan het is bedtijd jongen, kom naar
boven!" „Ja, ik ga zo", antwoordde de jongen. Het
was ook net zo spannend in h°t boek. Ongeduldig
bleef moeder naast hem staan. Ze pakte hem bij zijn
schouder; „Kom jongen, morgen is er weer een dag
hoor!".
l^AUWELIJKS had moeder dat gezegd, of er werd
hard aan de bel getrokken. Wie kon dat nu zijn?
Verwonderd keken va Ier en moeder elkaar aan. Op
haar pantoffels slofte Jans moeder naar de deur en
deed open. Ze viel zowat achterover van verbazing,
daar stonden Sint Nicolaas en zwarte Piet. „Mogen
we even binnenkomen?" vroeg de goede Sint. „Ja
natuurlijk", antwoordde moeder verwonderd. „Bent u
hier niet verkeerd?" informeerde ze nog voor alle
zekerheid. „Neen, ik moet bij Jan zijn en bij zijn
vriend de hond Max", stelde Sint Nicolaas vast. „Oh,
dan bent u hier goed", zei ze terwijl ze de goedheilig
man en zijn knecht voor ging naar de kamer.
Natuurlijk zaten vader en Jan helemaal verbaasd
te kijken toen ze moeder met de gasten zagen bin
nenkomen.
„Zo jonge vriend", sprak de goede Sint tegen Jan.
„Wat heb ik van jou gehoord? Jij hebt vanmiddag
samen met je hond Max een dief gepakt hè, Ze heb
ben het mij verteld en toen dacht ik zo, kom ik moest
die Jan en zijn hond maar eens gaan opzoeken en een
kleine verrassing brengen". Jan voelde dat hij een
kleur kreeg. Dat was even wat! Zwarte Piet maakte
de zak open en haalde er een groot pak uit. „Kijk
eens jongeman dat is voor jou!" Met trillende handen
nam Jan het pak aan. Hij kon het nauwelijks open
krijgen. Vader nam inmiddels de goede Sint eens van
terzijde op. De Sint was dikker geworden dit jaar,
vond hij.
Jan pakte zijn geschenk uit en hij viel bijna om van
verbazing. Een schitterende tr-.ir compleet met rails,
een station en overweg, dat was nog eens: een prach
tig cadeau! „Dank u wel Sint Nicolaas", stamelde hij
verlegen.
„Oh ja, en laat ik je vriend niet vergeten, want die
heeft toch ook wel erg zijn best gedaan vind ik", zei
de Sint. „Piet geef dat andere pakje eens aan" De
zwarte knecht dook diep in de zak en haalde er een
pakje uit. „Maak dat maar eens open jonge vriend",
zei de oude man. Vlug machte Jan bet pakje open en
zie daar kwam een grote metworst te voorschijn. Het
leek wel of Max begreep dat die voor hem was, want
luid blaffend kwam hij aanhollen. De Sint had weinig
tijd, want hij moest ook nog bij andere kinderen zijn.
En dus nam hij vlug weer afscheid Natuurlijk mocht
Jan nu nog wat langer opblijven en dadelijk legde hij
de rails uit en ging spelen. Toen het treintje over de
spoorstaven denderde lag Max tevreden op he1 kleed
en keek dat rare knorrende ding verwonderd na.
TIPS
J.,T rw De post heeft het al druk genoeg
AN zat op zijn hurken bij de hond, streelde hem en r=5. met het verzenden van de ebo-
Drees hem. ..Flinke hond hoor! Bravo Max!" den Sint Nijolaaspakketten. Stuur
daarom ook eens wat oer brief. U
bent wel gebonden aan afmetingen,
maar deze zijn nog vrij behoorlijk.
Een brief mag ten hoogste 2 kilo
gram wegen, de grootste afmeting
mag 60 cm. bedragen, terwijl de
lengte, breedte en hoogte samen niet
meer mogen bedragen dan 90 cm.
En verzend vroeg!
Een boterletter moet als volgt
verzonden worden: een passende
doos, bekleen met vetvrij papier,
een stuk karton zo groot als de bo
dem van de doos, eveneens bedek
ken met vetvrij papier, ie letter met
een gekleurd lintje vastbinden, de
overschietende ruimte opvullen met
papier.
Om zoekraken van het pakket te
voorkomen, legt u bi.inen in de doos
nog een extra papiertje met het
volledige adr^s van 'bestemming.
Gebruik geen visitekaartje als la
bel, doch een stevig stukje karton
en bevestig dit met een behoorlijk
touwtje aan de doos. Plakt u het
adres op de doos, dan niet alleen
maar de boeken bestrijken met lijm,
maar het gehele etiketje.
Vraag inlichtingen op het post
kantoor, welk papier een sint-nico-
laaspakket naar het buitenland moet
vergezellen. Vraag ook, of hetgeen
u verzenden w;it, wel nag worden
uitgevoerd. Voor het buitenland zijn
altijd nodig: een buitenlandst adres
kaart en een aantal (soms 1, vaak
echter meer) douaneverklaringen.
Eventuele vloeistoffen moet men
verzenden in een goed gesloten fles,
in een stevige kist. Te fles in papier
wikkelen en de ruimte opvullen met
ruim houtwol. Op het pakket dient
u een aantekening te stellen van
„Breekbaar" en „Deze kant boven".
Bloembollen voor kamergebruik
kan men tegenwoordig m de handel
verkrijgen, verpakt in aardige doos
jes, vergezeld van cultuurbeschrij
ving. De mooie „amaryllis" is meest
al in december juist leverbaar en is
een mooi geschenk voor .■'en, die niet
van het traditionele snoepwerk hou
den, of op diëet stdi
Verse melkvlekken kan men ver
wijderen met verdunde zeepspiritus.
Als men een zeer dun laagje vet
vooraf op *ezi"ht en handen smeert
kan men naderhand de zwarte laag
gemakkelijk vjrwijderen. Houtskool
of een gebrande kurk zijn zeer ge
schikte middelen, om lichaamsdelen
tijdelijk zwart te maken.
Warm water en (kjele) zeep zijn
nog altijd de beste middelen om roet
e.d. van gezicht en nanden te ver-
wij deren.
IAN zat op zijn hurken bij de hond, streelde hem en
prees hem. „Flinke hond hoor! Bravo Max!"
De winkelier kwam op hen toe. „Zo", zei hij, „jij
bent een flinke jongen zeg en je hebt een fijne hond!
Als jullie de dief niet gepakt hadden, dan was hij
zeker ontsnapt. Terwijl -k het druk had in de winkel
met al mijn klanten heeft hij kans gezien.de kas te
BEWAAR DEZE KRANT
Kranten hebben slechts een tijdelijke waarde. Vandaag
bevatten zij nieuws, morgen de paling van de visboer.
Dit geldt echter niet voor de krant van vandaag, zij is geld
waard. Bekijkt u de advertentie-pagina's goed. U zult zien,
dat er letters in de verschillende advertenties staan. Deze
letters vormen tezamen een vier-regelig rijmpje, waaruit
blijkt, dat Sinterklaas de Leidse Courant als zijn lijfblad
beschouwt.
Al puzzelend zult u meteen ontdekken, welke voordelige
aanbiedingen de Leidse winkelstand heeft en tevens krijgt
u nieuwe ideeën voor geschenken. Waarmee zal oma in
haar schik zijn en wat zal de heer des huizes op prijs
stellen?
Stuur de oplossing aan de achterzijde van een briefkaart
met de juiste tekst van het rijmpje aan:
DE LEIDSE COURANT
PAPENGRACHT 32
LEIDEN
met de vermelding:
SINT NICOLAAS-PRIJSVRAAG
De inzendingen dienen uiterlijk 30 november binnen -te
zijn.
De uitslag wordt op 2 DECEMBER bekend gemaakt.
DE PRIJZEN ZIJN:
EEN PRIJS VAN VIJFTIG GULDEN
TWEE PRIJZEN VIJF EN-TWINTIG GULDEN
TIEN PRIJZEN VAN TIEN GULDEN
TWINTIG PRIJZEN VAN VIJF GULDEN
TWINTIG PRIJZEN VAN TWEE-EN-EEN HALVE GULDEN