DE „OPERATIE NOACH De Olifanten en de Leeuwen redde hei leven van duizenden v/ilde dieren DE LEIDSE COURANT zochten als eersten tijdig een veilig heenkomen Een luipaard zwom 2km om J in veiligheid te komen. Een hin- de zwom weg met haar kalfje op de rug. Nerveuse dieren kre- gen een kalmerende injectie. Zebra's beschadigden de red dingsboten. r\E bouw van een reusachtige stuwdam en een operatie op zeer grote schaal tot redding van wilde dieren vielen de laatste tijd in Afri ka samen. Die operatie draagt - in dachtig aan de Arke Noach de naam „Operation Noach". Hij nadert zijn voltooiing en mag nu reeds ten volle geslaagd heten. Nog echter is men bezig met de duizenden die ren, wier leven door de bouw van de dam bedreigd werd, te evacu eren. De inmiddels opgedane erva ringen zijn belangwekkend genoeg om er iets over te vertellen. Na de oorlog besloten de regerin gen van Noord- en Zuid-Rhodesië cm in de Zambesi ter plaatse van de Kariba Kloof een dam te bouwen om de vorming van een kunstmatig (stuw)meer ter grootte van ruim 4000 km2 mogelijk te maken. Dam en stuwmeer moesten dienen om 'n tweetal electrische krachtstations op gang te houden, die voor de stroom voorziening van Nöord- en Zuid- Rhodesië bijzonder belangrijk zijn. De dam moest 125 meter hoog wor den. In 1955 begon men met de bouw. Het gebied achter de dam be gon toen geleidelijk aan onder het wateroppervlak te verdwijnen. Helpt de dieren! ^TODRA met de bouw van de Ka. riba Dam begonnen was, begre pen de verantwoordelijke autoritei ten, dat de vorming van het stuw meer het gevaar van de verdrin kingsdood voor duizenden en nog eens duizenden in het wild levende dieren deed ontstaan. Sommige des kundigen waren van mening, dat Het redden der wilde dieren tijdens de „Operatie Noach" was een gevaar lijk werkje. Hier ziet u de leider der operatie, Ted Edelman, een Afrikaan se jachtopziener, die door een civet kat werd gebeten, de eerste hulp verlenen. veel dieren intuïtief het dreigende gevaar zouden „aanvoelen" of on derkennen en dus eigener beweging de wijk zouden nemen naar veiliger oorden. De feiten wezen later uit dat zij ten dele gelijk hadden. De publieke opinie in de beide Rho desia's en ook elders in de wereld begon zich met de „Kariba Dieren" bezig te houden. Er werd sterke aan drang uitgeoefend op de autoriteiten om maatregelen te treffen, waardoor het verlies aan dierenlevens tot een minimum zou worden beperkt. In middels had men te bevoegder plaat se de „Operatie Noach" voorbereid en toen het water achter de dam 'n gevaarlijke hoogte bereikte, trad het „dierenreddingswezen" in werking. Reddingsploegen begaven zich in stalen boten naar de honderden nieuwe eilandjes die als gevolg van het wassen van het water in het tot verdrinken gedoemde gebied ont stonden. Elke ploeg bestond uit een ervaren Europese houtvester, een Europese assistent en enige Afri kaanse jachtopzieners. Op een aantal plekken „vestigde" men dierenartsen die hulp konden verlenen, als dat nodig geoordeeld werd. Het behoeft wel geen nader betoog, dat uitslui tend geharde wilderniskenners aan de „Operatie Noach" mochten deel nemen. Gemakkelijk en ongevaarlijk wa ren de reddingsvaarten allesbehal ve. Soms moest men, bij voorbeeld, varen tussen de toppen van bomen door, die krioelden van giftige slan gen spinnen en mieren, aleer men een eilandje bereikte. Al heel gauw ontdekten de reddingsmanschappen, dat de spinnen en mieren bijzonder blij waren, naar een nieuw woon gebied te worden gebracht. Met de grotere dieren hadden zij echter meer moeilijkheden. Geblinddoekt. 7ODRA de reddingsboot het eiland- je bereikt had, ging de houtves ter op verkenning uit. De Afrikaan se jachtopzieners volgden hem en zetten de netten uit, waarin de im- Ratten bleken opnieuw zeer intelligent te zijn blinddoekte hen en transporteerde ze vervolgens in de boot naar het „vasteland". Nog kleine dieren „ver pakte" men in zakken om 'n veilig transport mogelijk te maken. Een der treffende reddingsprestaties werd verricht door de opperhout vester van Zuid-Rhodesië. Hij redde tweeëndertig impala's in twee dagen tijds. Als de dieren erg nerveus wa ren en het gevaar bestond, dat zij f. pala's en andere grote antilopen ge vangen moesten worden. Die dieren gaan namelijk eigener beweging maar heel zelden te water! Nadat de netten waren opgesteld, organi seerde men een soort drijfjacht om de dieren op te jagen en te voor komen, dat er „achterblijvers" zou den ten prooi vallen aan een wisse dood. De grote antilopen ving men ook wel met de lasso. Dan werden langs zij de boot in het water gebracht en zwemmende voortgetrokken naar de veilige oever. De kleinere bokken Deze rhinoceros is nog maar half ge wend in de „veilige gebieden", waar heen hij gedwongen door het stijgen de water de vlucht nam. ving men, bond hen de poten samen, van een „shock" zouden sterven, diende men hun soms kalmerende injecties toe. Een der moeilijkste dieren om te redden gedurende de „Operatie Noach" bleek de zebra te zijn. Een zebra is namelijk sterk genoeg om een net te doen scheuren. Toch ge lukte het de zebra's met behulp van lasso's te vangen en vervolgens op de veilige oever te brengen. Menig maal waren de dieren en vooral de hengsten zó wild, dat zij tij dens de overtocht met tanden en hoeven de verf der boten ernstig beschadigden. Zodra ze weer vaste grond onder de voeten hadden, ga loppeerden zij de nieuwe vrijheid binnen. De meeste dieren werden, alvo rens in vrijheid te worden gesteld, geoormerkt. Men deed dit om na te gaan of er exemplaren waren, die na hun redding terug zouden gaan naar hun oude woonplaats en voorts om de verdere verplaatsingen 'der „bevrijde" dieren enigszins te kun nen volgen. Inderdaad kwamen er gevallen voor van dieren, die na hun redding terugzwommen naar hun tot eiland geworden „Heimat". Be halve deze merkwaardige ontdek king deden de reddingsploegen nog andere ontdekkingen. Zo bemerkten zij al heel spoedig, dat de olifanten en de leeuwen tot de dierensoorten behoren, die het gevaar van inunda tie en verdrinking als eersten be speurden en zich hadden begeven naar veiliger oorden. Tot de „eerste zwemmers" behoorden de waterbok ken, bosvarkens en hazen, maar zij vertrokken toch pas nadat de over stroming of onderwaterzetting be gonnen was. Dieren helpen elkaar. f\E reddingsploegen rapporteerden nog andere merkwaardige din gen. Er bleek, bij voórveeld, dat, de dieren elkaar vaak behulpzaam wa ren om het leven te redden. Zo zag men een waterbok-hinde naar de veilige oever zwemmen met haar kalfje op de rug. Een waterbok-ram die een andere hinde een „lift" gaf, liet zijn „vrachtje" zo nu en dan al leen zwemmen en ging dan kijken, hoe de hinde met het kalfje het maakte. Een der ploegen redde een luipaard van de verdrinkkingsdood, nadat het dier reeds 271 km ge zwommen had! Kleine apen en bavianen alles behalve zwemmers! plachten steeds hoger in de toppen der bo men te klimmen. Vele dezer dieren waren in zeer slechte conditie en een aantal stierf zelfs van honger, daar zij niet meer konden beschikken over dé bessen en andere vruchten, die hun hoofdvoedsel vormen. Tijdens de reddingsoperaties maak te men van de gelegenheid gebruik om de strijd tegen de schadelijke dieren, die een plaag zijn voor de tuinen en akkers der Afrikanen, te intensiveren. Bavianen, bosvarkenf en slangen werden in de regel ge dood. Men was van oordeel, dat het geen zin had, die dieren naar veilige oorden te brengen om ze de kans Het lijkt wel of deze giraffen vol ver bazing kijken naar de „slachtoffers" van de Kariba Dam", die door de mens naar hun woongebied worden gebracht. Vogels bleken uiterst honkvast te zijn en geneigd om hun weg naar de veiligheid te laat in te slaan. Soms waren ze zo zwak geworden door gebrek aan voedsel, dat ze zelfs de paar kilometer, die hen scheidden van de „vaste wal" niet meer kon den vliegen en jammerlijk omkwa men in het stuwmeer. De ratten. E'EN bijzonder interessant, zij het *-■ weinig aantrekkelijk aspect van de „Operatie Noach", vormde de rat. Dr James Mundie, als arts verbon den aan 't Zuid-Rhodesiaanse Minis terie van Gezondheid, bevond zich op 250 km afstand van de Kariba Dam in Binga, een der centra van de „Operatie Noach". Hij schreef: „Het is duidelijk, dat de Rat Rattus een hogere I. Q. (Intelligentie-Quo- tient) bezit dan de bokken. Hij wachtte namelijk niet tot hij op re- geringskosten zou worden gered, maar trok in vele duizendtallen naar de vaste oevers. Vandaag vraten de ratten een stuk van mijn tentzeil op, twee stukken vilt, drie paar sokken, het bekleedsel van mijn geweren- foudraal, wat kleren van mijn vrouw en een toets van mijn schrijfmachi ne. De patiënten in het ziekenhuis klagen, dat de ratten over de bed den lopen en de zieken tijdens de slaap in de hielen bijten". Dr Mun die besloot met de mededeling: Op grond van eigen waarneming kan ik vaststellen dat er geen sprake is van een epidemische delirium tre mens (onder de patiënten), zodat 't dringend geboden is, zeer scherp op te treden tegen de rattenplaag. De olifanten behoorden tot de eer sten, die het gevaar van de naderen de onderwaterzetting onderkenden en tijdig naar veiliger oorden trok ken, waar zij zich al spoedig geheel thuis voelden. «f I'.r.c- wD li ui'-'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 15