Daar gaat-ie dan „de Blauu/e"! Weemoed bij het afscheid van een oude, trouwe vriend Paarden en „elektriek" door - de dieselolie achterhaald DETERE PRODUCTIE heeft ook lekker en gezond 1908: TRAM OP VISITE ZATERDAG 1 OKTOBER 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 hier de tarieven laag kunnen houden. De paardetram was een gezapig vervoermiddel. Oude Leidenaars her inneren zich nog 't merkwaardige voertuig dat met zulk een snelheid reed, dat het de passagiers mogelijk was een brief in de bus te doen bij het postkantoor en tien meter ver der weer in dezelfde tram te stap pen. 's Winters reed men met gesloten rijtuigen, 's zomers deden ook twee open vehikels geregeld dienst. Toen de exploitatie in 1886 in handen kwam van de Rotterdamse Tramweg Maat schappij vervielen de letter LTM op de rijtuigen en kwamen er de initialen RTM voor in de plaats. Met de komst van de electrische tram werd het ma teriaal merendeels gesloopt. /"\P 1 SEPTEMBER dus deed de electrische tram haar intrede voor het publiek. Daags daarvoor was de lijn officieel geopend in aanwe zigheid- van vele autoriteiten. Het was een sensatie voor de bur gerij, dat de tram ineens zonder paarden zich door de straten bewoog. De krantenverslagen uit die dagen spreken van „een groot wonder" en met eenzelfde weemoed, waarmede we nu afscheid nemen van onze blauwe hebbeh ze ook destijds de paardetram vaarwel gezegd. Velen hadden het niet óp met deze nieuwerwetsigheid .Men mag niet vergeten, dat het „electriek" ook nog niet zo lang in Leiden werd toege past. De sombere voorspellingen over de magisch-gevaarlijke gevolgen die het gebruik van eletriciteit langs de weg zou hebben, waren niet van de lucht. Men vreesde bliksem en don der, evenals men in de eerste tijd al argwaan koesterde ten opzichte van de paardetram, die naar verluid de een vrouw in de sloot langs de Stationsweg geworpen zou hebben. Achteraf bleek dat dit vrouwtje slechts door alkoholische dampen be neveld was, maar dat deed aan de re putatie van dit vreemde vehikel niets af. r\E EERSTEN DIE IN LEIDEN in de elektrische tram zaten, waren natuurlijk de vroede vaderen, die de rit in het zwart en met hoge hoeden op het hoofd meemaakten. In Lei- ^WAAI MAAR dag met je handje", zegt de moeder tot haar lieve ling. „Dag met ons handje" zeggen wij burgers van Leiden, op 8 oktober tot de blauwe tram van Katwijk en Noord wijk en niet te vergeten de stadstram, di»=» na tachtig jaren gaan verdwijnen. Er komt aan een tach tigjarige periode van ongebreideld tramgenot thans een einde. Op sep tember 1879 kwamen de eerste rails in Leiden. De mo°ili;kheden kwa men vriiwel ohm'ddelliik mee, want de Fartebrug bleek te hoog voor de paarden en in de Paardes*eeg. wat tegenwoordig de Prinsess°kade is, moest een-richtingverkeer in het le ven worden geroepen omdat anders de sleperswagens met de tram klem kwamen te zitten. Voorstanders van het verdwijnen van de tram zullen hierbij opmerken, dat zii het ..altiid wel gezegd hebben" dat de tram een lastige sta-in-de-weg is. Maar daar stonden vele zegeningen tegenover. Een grote verscheidenheid van ver voermiddelen hepft men op de ver schillende tramlijnen rond T-eiden zien voortbewegen. Paardetrams, stoomtrams en elektrische. Een schrandere schrijver in het personeelsblad van de NZH, tekent hierbij aan dat men over tachtig jaar misschien weer een „in memoriam" moet schrijven over de bus-exploi tatie. FJ HET BEGIN van de tram-exploi tatie was er voor de Leidse stads- lijn zo'n belangstelling, dat er zelfs twee paardetrams waren: de verbin dingen StationspleinPlantage en StationspleinHaven. Wegens de slechte exploitatie-uitkomsten werd de lijn StatinospleinHaven op 1 no vember 1883 opgeheven. Aardig trek je is, dat de beide lijnen werden ge ëxploiteerd door een Engelse maat schappij met als logische gevolg, dat de trams elkaar in tegenstelling tot het overige verkeer aan de verkeer de kant passeerden en ook de lin kerzijde van de weg hielden. Van verschillende kanten is daarna de tram Leiden binnengerold. Er wa ren ondernemende lieden zoals Jan- De Rijnlandse Stoomtramwegmaat schappij exploiteerde op de lijn Lei denKatwijk een trammetje, dat een voorloper werd van de latere NZH- tram. De exploitatie van deze lijn werd aangevangen in 1881. En zo is het nu. De veelgesmade mis stand in Leiden op de Hogewoerd, die echter nooit veranderd is. sen uit Hillegom en Müller en Hojel uit Den Haag) die er het belang van zagen Leiden met de omliggende ge meenten met rails te verbinden. Als zodanig hebben zij de grondslag ge legd voor het tram- en autobusnet dat thans door de NZH in en om Lei den wordt geëxploiteerd. Bij het in exploitatie brengen van de tramlijn aldus schrijft de „tramkenner", de heer G. J. de Swart, heeft zich het merkwaardige feit voorgedaan, dat nimmer in Leiden een lijn tot stand is gekomen, die Leiden zou verbin den met oostelijk en zuid-oostelijk van de stad gelegen plaatsen, hoewel hiervoor concessie-aanvragen waren ingediend. De eerste plaats die Lei den zou verbinden per rails en met' mechanische beweegkracht was 't vis sersdorp Katwijk. Op 4 mei 1881 be- eon de Rijnlandse Stoom Tramweg Maatschappij met de exploitatie van de liin LeidenKatwijk. Zij was eigenliik de stamvader van de NZH, de Noord Zuid Hollandse Stoom Tramweg Maatschappij twaalf dagen voor geweest. Deze bracht de lijn LeidenHillegom op 16 mei daaraan volgend. gevoled op 29 juni door Hil legomHaarlem. l»/*AAR LATEN we nog even de blik werpen op de paardetram in Lei den die intussen een werkzaam leven was ingegaan. De eerste lijn, die van het station naar de Hoge Rijndijk heeft wel levensvatbaarheid gehad, want men dient te bedenken, dat de bus, die straks de stadslijn gaat be rijden practisch dezelfde route volgt. Het is eigenlijk de oude weg, die evenwijdig aan de Rijn door Leiden gaat en die door de eeuwen heen de structuur van de stad heeft bepaald. Tot 1 september 1911, de datum waar op de electrische tractie op de stads tram werd ingevoerd, zo schrijft de heer De Zwart, heeft de lijn geen schokkende gebeurtenissen gekend. Voor het grootste deel van de dag trokken de paarden hun last met tus senpozen van circa vijf minuten door de straten van Leiden. Voor een be drag van tien cent kon men de rit volbrengen: doch wilde men dit met de laatste tram van de dag doen, dan moest men het dubbele betalen. Indien men deze tarieven met die van den behoefde overigens* zoals-dat in Amsterdam het geval was een „naatje van de Dam te verdwijnen. Maar hier verdween al spoedig een gehele Paardesteeg om plaats te maken voor een wat ruimere door gang in het hartje van de stad. Van de toestand op de Hogewoerd werd dertig jaar geleden al schande ge sproken. Ingezonden stukkenschrijvers spre ken in de kranten over het „schan daal van de Hogewoerd". Het is overigens wel éven het memoreren waard, dat er aan deze situatie, waar de tram zich in vreemde boch ten wringt tot op heden geen eind is gekomen. men moesten echter ook vaker wor- Uit het archief diepten we een foto den gesloten. van de Paardetram op en van de We herinneren ons allemaal hoe historische Paardesteeg. die omwille hieraan in 1955 een afdoend einde van de groei van het verkeer later kwarr toen ministers Algera het eer- werd afgebroken, ste trcmstel door de tunnel voerde. Vele dienstregelingen heeft de NZH-tram in de loop der jaren in Leiden gekend. Gesplitste diensten naar de Hoge Rijndijk en naar de Kerkbuurt, om de ander doorgaand of alle diensten doorgaand. Knelpunt was de goede oude overweg. Met de elektrificatie van de spoorlijn Den HaagAmsterdam kwam er wellicht een kleine verbetering en in de lange wachttijden voor de bomen van de Rijnsburgerweg, die de passagiers „schier tot razernij dreven", de bo- Advertentie^ DUSSEN STAAN KLAAR. De tram verdwijnt. Met dit beeld uit de garage van de NZH wordt de toe stand van 9 oktober gekarakteri seerd. Leiden zal een „in memoriam" schrijven bij drie beminde, maar ook verguisde tramlijnen, de vierde volgt het komend jaar. In zo'n in memoriam worden nooit kwade dingen van de overledene ge zegd. „Over de doden niets dan goeds" en zo willen we dan ook van. daag alleen de zonnige karaktertrek ken zien van een zeer gewaardeer de vriend van Rijnlands bevolking. De tram had zo iets goedaardigs, zo iets van een tijd, die nog patience kende en keuvelpraatjes in een ge noeglijk voortschrijdend vehikel, dat nog ware rust aan de passagiers bood. Vooral het Katwqkse tramme tje had iets gezapigs. De manier waarop het door achtertuintjes de dorpskom binnenreed, was hartver- overend. Het is nog niet veel langer geleden dan gisteren, dat er bij de brug te Katwijk nog een man met een rode vlag zat, die het sein „alles veilig" moest geven. In de blauwe tram hadden wij een laatste contact met een vorige eeuw met de gas lantaarns, de zwarte bolhoed, de je never van vijf cent per glas, en de Maatschappij tot Nut van het Alge meen. pvE TRAM is nog niet geheel ge- storven, we weten het, in Rot terdam en Amsterdam treft men haar in de straten aan, maar deze nieuwmodische gestroomlijnde voer tuigen doen in weinig denken aan de blauwe, zoals wij die gekend heb ben. De tram met de vriendelijke passagiers, die elkaar glimlachend toeknikten als zij tegenover elkaar plaats namen. De tram ook van de luidruchtige feestelingen die met „de laatste" uit Leiden naar Katwijk terugkeerden na een serie alkoho lische versnaperingen, die de tong hadden losgeweekt. Laten we het maar liever niet een „in memoriam" noemen, maar een hommage bij een eervol ontslag we gens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd. Het klinkt wat sympathieker en op deze wijze kun nen we de t lauwe ook nu een ge lukkige levensav rnd toewensen. Hoewel het wel zeker is, dat zij voor negentig procent in handen van de sloper zal geraken. De tram is over het algemeen wel gelukkig geweest in het ge tal ongelukken met lichamelijk letsel dat zij veroorzaakte. Een van de meest spectaculaire ge vallen was wel de theevisite die de loc van de HSM op de Noord- wijkse lijn maakte bij twee in woonsters van Noordwjjk-bin- nen. Door stuifzand ontspoorde de locomotief van een van zee komende tram, maakte een kwartslag en boorde zich door de voorkamer van het perceel dat door de twee dodelijk ver schrikte gezusters bewoond werd. Er deden zich gelukkig geen persoonlijke ongelukken voor. De schade was natuurlijk aanzienlijk. Eis altijd i CETA BEVER u de beproefde BUITENBIJTS 1911: Twee trams op de Stations weg te Leiden. De electrische waar mede een proefrit werd gemaakt en de paardetram, die op haar laatste benen liep. „Koning Kiem" licht voor over zaai en pootgoed „Koning Kiem" zal de centrale fi guur zijn in de voorlichtingsactie, die volgend jaar in ons land ontke tend wordt om de Nederlandse boe ren en tuinders te vertellen hoe be langrijk het gebruik van goed zaai zaad en pootgoed is. De FAO, de landbouw- cn voedselorganisatie van de Verenigde Naties, heeft, zoals men weet, besloten van 1961 een wereld zaaizaad- en pootgoed jaar te maken. Zij hoopt daardoor een beetje dich ter te kunnen komen bij de ideale toestand, dat iedere landbouwer bij de verbouw van zijn gewassen ge bruik maakt van goed, gecontroleerd uitgangsmateriaal, een van de een voudigste en goedkoopste middelen om de produktiviteit te verhogen. Omdat de omstandigheden in ver schillende gebieden in de wereld zo verschillend zijn heeft de FAO de aangesloten landen verzocht, in de eerste plaats te onderzoeken wat er binnen hun eigen grenzen gedaan kan worden om de bestaande toe stand te verbeteren. Het is de be doeling dat ieder land zal nagaan, hoe het staat met het kweken van aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste rassen, met het onder zoek van die rassen' en de voorlich ting aan de gebruikers, met het con troleren en garanderen van de kwa liteit, en met het gebruik, dat de boeren van de hun geboden moge lijkheden maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 11