i? f
(bambo)
KNUTSELHOEKJE
jDe Zingende Zwammen 41
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1960
DE LEIDSh COUWmN-I
PAGINA 9
Avonturen van
De winter regeerde met steeds gro
tere strengheid. Op de sneeuwstormen
▼olgde de bitterste koude. De dagen
werden steeds korter. Nauwelijks ge
durende een pear uur zag men nog een
bleek zonnetje en ten laatste verdween
ze geheel en al en brak de poolnacht
aan, die geen nacht, maar maanden zou
duren, 't Heldere maanlicht, de flonke
rende sterren en de verblindend witte
aneeuw namen echter enigszins de som
berheid van dit misdeelde landschap
weg. En wanneer maan en sterren niet
zichtbaar waren, speelde er dikwijls het
wonderlijke noorderlicht aan de hemel
met zijn rijkdom aan kleuren en zijn
rflse beweeglijkheid. Dat was dan ook
enige genieting, die de natuur hun
nog bood.
De temperatuur daalde tot 30 graden
onder nul. Dat veroorzaakte de over
winteraars en vooral Ami ondraaglijke
pijnen aan alle uitstekende lichaams
delen. Om te verhinderen, dat ze bevro
ren of verdoofden was het geboden om
steeds maar in beweging te blijven.
Daarom ging men veel op jacht om ver
stijving en bevriezing te voorkomen,
maar ook om de voorraden vlees steeds
weer aan te vullen. Bambo was daarbij
steeds in gezelschap van zijn aap, die
ondanks de snerpende koude nooit na
liet om zijn meester te volgen. Maar 't
lopen werd voor 't arme beest steeds
moeilijker. Goed ingepakt en met om
wikkelde voeten strompelde hij achter
zijn meester aan.
Maar niet alleen Ami was er slecht
aan toe. Van velen maakte zich de ver
doving en de ontmoediging meester zelfs
van de Hollander en zijn dochter. Voor
al de ouderen kregen met allerlei moei
lijkheden te kampen. Velen voelden
geen lust en geen moed en kracht meer
om op jacht te gaan, waardoor ze We-
gens gebrek aan beweging steeds meer
verstijfden. Dat alles vervuldé Bambo
met grote onrust en zorg.
Op een nacht kon hij de slaap maar
niet vatten, toen hij om een uur of één
'n vreselijk gebrul hoorde boven z'n
hoofd. Behalve hij en de steeds waak
zame aap werd er niemand door ge
wekt. De matroos greep een karabijn en
een bijl en naar apengewoonte pakte
ook Ami een wapen nl. een lang jacht
mes. Samen verlieten ze voorzichtig de
grot Op korte afstand onderscheidde
Bambo een ijsbeer, bezig de overblijfse
len van vis te verslinden, die een der
matrozen daar een dag geleden had
neergeworpen. Hij en Ami slopen voor
zichtig nader tot achter een rots. Het
beest ging zo op in zijn bevroren maal
tijd, dat 't hen nog niet scheen opge
merkt te hebben. Maar toen de jager
zijn geweer laadde, wat enige geluid
veroorzaakte, kreeg het ondier argwaan,
hield op met vreten, richtte zich op zijn
achterpoten en snoof de lucht in. Dan
bewoog het zich aarzelend in de rich
ting van de rots. Reeds had Bambo zijn
geweer in de aanslag, toen hij bedacht,
dat Elsa door het schot wel eens al te
hevig uit haar slaap kon opgeschrikt
worden. Daarom besloot hij niet te
schieten, zette de bajonet op het geweer
en wachtte zo de aanval van de nach
telijke onruststoker af. Met alle kracht,
die hij nog bezat, zou hij hem de bajo-
•et in de borst stoten. Nog steeds voor
zichtig kwam de beer nader, zijn ver
vaarlijke klauwen tot de aanval gereed.
Op een meter of drie afstand bleef hij,
hoog opgericht staan als wilde hij nog
even 't juiste moment tot toeslaan over
wegen. Op dat ogenblik sprong Bambo
naar voren om hem met het scherp ge
punte wapen 't hart te doorboren. Maar
hij had niet op de sluwheid van het
roofdier gerekend. Het keerde om, als
of 't op de vlucht wilde gaan. Daardoor
miste de stoot. Met een bliksemsnelle
wending draaide hetzich weer om en
voordat zijn aanvaller zich gereed kon
maken voor een nieuwe stoot, wierp het
zich op hem en gaf hem zo'n géweldige
klap op zijn hoofd, dat hij bewusteloos
ter aarde stortte.
Tien minuten bleef hij zo liggen. Toen
keerde het bewijstzijn terug en kon hij
zijn ogen weer openen. Hij leefde dus
nog, maar ieder ogenblik verwachtte hij
de scherpe tanden van het monster in
zijn vlees te voelen dringen. Maar toen
hij een blik om zich heen wierp, kon
hij zijn ogen niet geloven. Naast hem
lag het bewegingloze, geweldige lichaam
van zijn aanvaller en terzijde hiervan
zat, sidderend van koude. Ami, het met
bloed bevlekte jachtmes in zijn rechter
hand (poot!).
Toen Bambo zijn gedode aanvaller
nader bschouwde, kon hij zich voorstel
len wat er gebeurd was. Op het mo
ment, dat de overwinnaar zijn prooi zou
gaan verslinden, was de aap hem op de
rug gesprongen, had hem eerst de ogen
uitgekrabd en vervolgens het mes pre
cies in zijn hart geploft. Uit dierlijke
moordlust had hij hem daarna nog tal
van steken toegebracht, zodat het hele
berenlijf was overdekt met wonden en
bloed. Meters in de ronde zelfs was de
sneeuw nog één bloederige massa.
Wat nu te doen? Lieten ze het dode
dier liggen, dan was er alle kans, dat
andere beren erop af kwamen om de
jachtbuit, die onze held bijna het leven
gekost had, te komen verslinden. Maar
toen de matroos, geholpen door Ami,
probeerde het zware lichaam weg te
slepen naar de grot, bleek, dat intussen
al zo vastgevroren in de sneeuw, dat er
geen beweging in te krijgen was. Daar
om besloot Bambo maar naar de grot
woning terug te keren, temeer daar de
snerpende koude hem en Ami door merg
en been drong. Gelukkig brandde er bij
hun aankomst een heerlijk vuur, waar
aan ze zich lekker konden verwarmen.
Vervolgens wierp hij zich gekleed op
zijn legerstede, met zijn trouwe vriend
warm toegestopt aan zijn voeteinde.
Toen hij de volgende dag ontwaakte
je weet daar om die tijd niet of te
't morgen, dag of avond is moest ie
natuurlijk van zijn nachtelijke jacht
vertellen, waarna enige mannen uitto
gen om het kadaver van de ijsbeer te
gaan ophalen.
Correspondentie
Zo jongens en meisjes, allemaal weer
aan de slag? En allemaal het voornemen
om je beste beentje voor te zetten? Het
spreekwoord zegt: „Een goed begin is
het halve werk", dus we starten flink.
De „zittenblijvers", moeten dit jaar ze
ker tot de besten van de klas behoren
en de anderen mikken dit jaar op een
paar puntjes hoger.
Nu liggen er nog goede oplossingen
van: Martlen Duivenvoorde, Leiden,
Tonnie DUkstra, Leiden; Teun de Graaf,
Rijpwetering; Annie v. d. Kamp, Lisse;
Gonnie en Paula v. d. Post, Hoogmade;
G. Boers, Abbenes; Flora v. d. Wereld,
Hoogmade; Mleke Straathof, Woubrugge
Adrie Straathof, Benthuizen; Sjaak Pee-
ters, N.w.hout; Barrie Bakker, Leiden;
Aadje Janson, Stompwük; Nellie Hoog
duin, Rijnsburg; Rita de RUk, Lange-
raar; Joke van Velsen, Leimuiden; Adri-
aan v. d. Geer, Voorhout; Joek Omt-
zigt, Zoeterwoude; Leo Hoogeveen,
Noordwijk; Beppie v. Leyden, Oegst-
geest; Els Oudshoorn, Rijpwetering; Jan
v. d. Helder, Noorden; Greet Haagen,
Zoeterwoude; Tineke Janson, Stomp-
wijk; Mariëtte de Haas, Sassenheim.
Anneke Neyman, Oude Wetering. Fijn
hé, dat je geslaagd bent voor de ULO
en dan wel met lof. Dat is niet mis.
Maar flink doorzetten, dan haal je het
eindexamen met vlag en wimpel. Heb
je je vader al overgehaald voor een
nieuwe fiets? Toch is reizen met de bus
ook wel leuk en gemakkelijk om je les
-nog even na te kijken. Ik hoor nog wel
eens iets van je hé Anneke.
Olifant, kameel, giraf, nijlpaard, zee-
bra. Deze keer heeft Martie Menken,
Utrechtse Jaagpad 25, Leiden het boek
gewonnen.
Volgende week nieuwe raadsels.
EEN GOEDKOPE CHAUFFEUR
In het dorp Kempen woonde een
knappe dokter. Hij heette Kip. Op een
avond zat hij rustig de krant te lezen
terwijl zijn vrouw bezig was met kousen
stoppen Buiten stormde en regende het.
„Ik hoop dat ik niet weggeroepen
word voor een patiënt", zei hij tegen
zijn vrouw.
Hij was nog maar net uitgesproken of
daar ging de bel.
„Tingelingeling". Het was 11 uur en
het dienstmeisje lag al op één oor, dus
ging de dokter zelf naar de deur en
deed open.
„Goede avond!"
„Dag meneer, bent u misschien de
dokter?"
De dokter kende de man niet, maar
aan zijn gezicht te zien bleek er iets ge
beurd te zijn.
„Wat is er meneer?" vroeg de dokter.
„Ik kom voor mijn vrouw, die is zo
benauwd".
„Waar woont u mijnheer?"
„In Keder dokter".
„Maar beste man waarom gaat u niet
naar uw eigen dokter?"
„Ja maar ,die kan me niet helpen".
De dokter liep naar binnen, haalde
zijn medicijnenkistje en gelijk zijn auto.
„Dokter, hoeveel kost me dat?" vroeg
de man.
Het was een man die niet veel kon
betalen.
„Benzine 1 gulden. Nou voor 2 gul
den".
„Ik dank u vriendelijk dokter".
Even later reden ze weg. Na een uur
tje gereden te hebben zei de man:
„Dokter stopt u hier maar".
De man had intussen de deur al open
gedaan.
„Dokter blijft u maar zitten. Ik kan
het wel alleen af".
Terwijl de man het portier dichtgooi
de, smeet hij de twee gulden door het
raampje en zei: „dokter wel bedankt".
De dokter reed kwaad naar huis. Zijn
vrouw was al naar bed toen hij thuis
kwam.
De volgende dag vond zijn vrouw de
twee gulden in de auto en ze zei: „Je
moet je geld niet zo laten slingeren".
De dokter bromde maar wat en zei
niets.
Een jaar later was de dokter weer in
Keder. Daar zag hij de schurk lopen.
Hij stopte en vroeg aan de dokter, die
naast hem zat:
„Wat is dat voor een man?"
„Dat is de grootste grappenmaker van
het dorp".
Hij heeft toen maar niet verteld, wel
ke poets hij hem gebakken had.
Ria Menken, Lelden vertelt over:
DE MUIZENFAMILIE
In een muizendorp woonde een fami
lie Muis. Moeder muis had 7 kinderen.
Mieke. Liesje, Toosje, Kees, Annemie-
ke, Elly en Jantje. Op een dag ging
moeder muis naar de stad en zU nam
de kinderen mee, behalve Toosje en
Liesje, die moesten op Jantje letten.
's Middags kwam moeder thuis. „Om
dat jullie vandaag zo zoet zijn geweest,
ga ik morgen met jullie allemaal naar
Muis aan zee". Lekker aan het muizen-
strand", zei moeder. De volgende dag
was het mooi weer en ze gingen op stap.
Ze konden er fijn pootje baden en toen
ze naar huis gingen kregen ze nog een
ijsje. Daarna gingen ze met de tram
naar huis en 's nachts droomden ze nog
van de fijne dag.
WlUy Menken, Lelden komt metst
DAT KWAM ER VAN
Lies. Koos en Lenie waren aan het
spelen.
„Zullen we gaan belletje trekken,"
riep Lies.
„Ja. jaaaa!" riepen de andere twee.
Daar gingen ze. „Tingelingeling, tinge
lingeling!" luidde de bel en „weg
jongens vlug!"
Een oude mevrouw deed open. „Ik
zie niks," mompelde ze en ze deed de
deur weer toe.
Daar kwamen de jongens weer. Daar
ging de bel, en weer deed de oude me
vrouw open. „Weer niks," zei ze.
De dienstbode had alles gehoord; ze
zei niets, maar zette een volle emmer
water neer.
Daar kwamen de jongens weer aan.
Terwijl ze aan de bel trokken, gooide
de dienstbode de emmer water omlaag.
Drijfnat moest en de jongens naar huis,
waar ze 'n flink standje kregen. Eigen
schuld!
Ansje van Zanten, Alphen. Eerst moet
ik even zeggen dat ik je postpapier zo
heel erg mooi vind en dat ik daar graag
heel veel briefjes van zal krijgen. Je
allereerste verhaaltje is wel klein, toch
komt het in de krant, dan kunnen de
andere kinderen gelijk zien, dat kleine
peuters ook iets kunnen maken.
NAAR ZEE
We stonden die dag al om half zeven
op, want we moesten naar zee en we
gingen 's morgens. Moeder had de
broodjes en het krentebrood ingepakt.
Ze nam ook nog snoep mee en koffie
en limonade. We hebben heerlijk in
het zand gespeeld. We hadden een leu
ke dag.
BobJuffermans, Sassenheim. - Reuze
bedankt Bob voor de aardige gekleurde
kaart. Ook je tekeningetjes waren leuk.
Heb jij ook een fijne vakantie gehad?
Maar nu toch zeker weer blij dat de
school weer begonnen is. Toch zeker
overgegaan he? Maak eens een verhaal
tje over een belevenis in de vakantie?
Dag Bob.
Thea de Haas, Warmond. - Fijn hè,
om een grote zus te hebben, die je
helpt bij je briefje. Leer maar goed
op school, dan kan je het gauw hele
maal alleen. Dat verhaaltje heb je
knapjes gedaan.
DE POESJES
Thuis hebben we twee leuke rode
poesjes. Ik heb ze van mijn vader ge
had. Je kunt er toch zo enig mee spe
len. Ik neem wel eens een touwtje en
daar bind ik dan een klosje aan en als
ze het dan bijna hebben trek ik het
weg en dan gaan ze er achteraan hol
len. Maar wij hebben ook een hond en
die probeert ze telkens te pakken. Dan
klimmen de poesjes gauw in een boom
want dat kan de hond toch niet.
,s Morgens als ik uit bed kom, ga ik
in mijn pyjama naar de schuur waar de
poesjes 's nachts slapen en dan breng
ik ze een schoteltje melk met stukjes
brood erin en dan laat ik ze ook bui
ten. 's Middags geef ik ze weer wat
melk en brood en 's avonds ook. Voor
dat ik naar bed ga, breng ik ze weer
in de schuur.
Mien Koot, Warmond. - Ik kan wel
zien dat je in het bloemenland woont,
met zo'n mooi versierde brief. Oom
Toon en ik zullen die bloemen samen
delen. Heb je ook een eigen tuintje?
Schrijf er eens een verhaaltje over.
Corrle Wltteman, Sassenheim maakte
HET KIKKERTJE
Hupsa, hopsa, kikkertje
Wat spring je in mijn gras?
Wat doe je in mijn tuintje?
Dat komt toch niet te pas.
Hela, hola kikkertje
Ga vlug nüjn tuintje uit
Je trapt op al mijn bloemen
Verdwijn maar gauw schavuit.
Foetsie, foetsie kikkertje
Ik jaag je weg van hier
Zo, nu vlug naar het slootje
Ik groet je, klein groen dier.
Dag allemaal tot de volgende week.
Net waren zij weg, toen 't muisje
daar voorbijkwam. Ze zag wat er ge
beurd was en begon toen terstond een
gat in het net te knagen. Daarna knab
belde zij de koorden door, waarmee de
leeuw gebonden was. Toen deze zich
weer vrij voelde en naar zijn hol wilde
vluchten, piepte het muisje hem achter
na: „Ziet u wel, dat ik gelijk gehad
heb. Hoe klein en zwak ik ook ben in
vergelijking met u. toch heb ik u kun
nen helpen en dat had u stellig niet
gedacht." Met een dankbaar gegrom
spoedde de koning der dieren zich
heen.
AARDE EN ZON
CL
machtigen. Lukt dit, dan is hij de nieu
we bewoner en de woningloze moet nu
in het midden gaan staan. De vier an
deren komen nu bij elkaar om opnieuw
nummers af te spreken en dan begint
het spel opnieuw. Het Spel lijkt wel
op wat wij in ons land boompje wisse
len noemen.
DE LEEUW EN DE MUIS
Aesopus heeft ons uit de oudheid
veel fabels nagelaten. Eén ervan is de
geschiedenis van de leeuw en de muis.
De leeuw, koning der dieren, zoals
jullie weten, lag op zekere dag in zijn
hol te slapen. Opeens werd hij wakker
van een licht gekietel. Hij was ver
baasd een klein muisje voor zich te
zien, dat zich in zijn hol gewaagd had.
Ik stel me voor, dat jullie altijd ge
dacht hebben, dat de zon op *t noor
delijke halfrond het dichtst bij de aar
de is, als het daar zomer is. En het is
net omgekeerd! Hé. zullen jullie zeggen
en toch is 't in de zomer warmer. De
uitlég daarvan is echter voor jullie nog
te moeilijk. Later begrijp je het wel.
TANTE JO EN OOM TOON
Het
HUISJE RUILEN
Wordt gespeeld met z'n vijven. Vier
van de medespelers zoeken elk 'n hoek
van het speelterrein. Dat is hun woning.
Voor 't spel begint kiezen deze vier
zich een der nummers van 1 tot 4, dat
de vijfde speler niet mag weten. Deze
stelt zich in het midden op, roept dan
2 nummers, die onmiddellijk van hun
huisje moeten verwisselen, maar de
spelers in het midden probeert ook een
van die twee verlaten huisjes te be-
Bliksemsnel legde hij een klauw op het
diertje. De muis smeekte hem om haar
leven te sparen: „Ik ben maar zo klein
en bovendien ben ik niet met opzet
hier binnen gekomen, ik ben verdwaald.
Toe, laat me weer vrij. Mogelijk kan ik
u op één of andere dag ook een dienst
bewijzen."
De leeuw glimlachte goedig bij de
gedachte, dat zo'n nietig diertje hem
een dienst zou kunnen bewijzen. Maar
hij tilde goedig zijn poot op en blij
trippelde het muisje weg.
Weinig dagen nadien raakte de leeuw
in de val van een leeuwenjager ge
vangen. Deze wilde hem levend aan
de keizer ten geschenke geven. Hij en
zijn helpers wierpen een groot, sterk
net over de leeuw en bonden hem ver
volgens stevig vast. Daarna gingen zij
heen om nog meer mannen en 'n voer
tuig te halen.
Piet had op zijn vloeipapier ln ge
dachten 2 rijen van 3 kringetjes ge
maakt. Met zijn potlood ging hij met
rechte lijnen die 6 kringetjes verbinden
zonder het potlood op te tillen. Hij
meende dat het niet anders kon dan
met 3 lijnen. Maar z'n vriendje, die
naast hem zat, bekeek het geval en zag
kans om 't met 2 lijnen (rechte!) klaar
te spelen. Zouden jullie ook op de ge
dachte gekomen zijn?
Aetherklanken
DE LAATSTE MOHIKAAN (32)
Kort daarop vonden de Huronen ook
Magua in de hut der zieke vrouw. Hij
hield zijn gebruikelijke ophitsende toe
spraak en trok er de volgende morgen
met hen op uit, om wraak te gaan ne
men op Valkoog, Unkas en de anderen.
Ondertussen hadden Unkas, Valkoog,
Alice en Heyward het kamp van de
Schildpaddenstam bereikt. In dit kamp
bevond zich namelijk Cora. Magua
volgde hun spoor en reeds een dag la
ter trok hij als vredelievende gast ook
het kamp binnen. Hij verklaarde te we
ten, dat zijn ergste vijanden zich in het
kamp ophielden en verzocht het opper
hoofd om hun uitlevering. Maar Tame-
nund, de wijze man der De la waren ant
woordde hem: „Dat is onmogelijk, want
sij zijn onze gasten." De Delawaren
wisten helemaal niet, dat Valkoog hun
fast was en zij waren uiterst verbaasd,
toen Magua het hun verzekerde.
De gasten werden nu opgehaald en
Magua eiste ze als zijn gevangenen op.
Met veel woorden en bedreigingen zet
te hij zijn eis kracht bij. Doch toen hij
eindelijk zweeg, antwoordde het wijze
opperhoofd: „Het meisje kun je mee
nemen, want zij is als jouw gevangene
hier gekomen, zij hoort je dus toe.
Naar de anderen steek je echter geen
vinger uit." Daarop pakte Magua Cora
beet, maar zij wierp zich voor Tame
nund op de knieën en smeekte hem
om hulp. Maar hij weigerde op zijn
besluit terug te komen. „Tamenund
heeft gesproken, hij kan zijn woorden
niet terugnemen. Valkoog en zijn vrien
den konden niet verhinderen, dat Ma
gua het meisje meesleepte. Hij bood
zich zelfs als krijgsgevangene aan, als hij
Cora wilde vrij laten. Maar ook Magua
liet zich niet bepraten en zo moest het
arme kind haar vrienden vaarwel zeg
gen.
Dapper en rustig ging zij vervolgens
met haar vijand mee, maar Alice viel
in onmacht, toen zij haar zuster zag
weggaan. Terwijl de vrouwen zich over
haar ontfermden, riep Unkas Magua
achterna: „Ga maar, Hurone, maar kijk
eerst de zon eens aan. Nu schijnt ze
nog door takken van die dikke
boom, maar als zij er recht boven staat,
is de vrede voorbij en zitten dappere
krijgers achter je spoor."
Toen Tamenund deze woorden hoor
de, zei hij: „Eindelijk heb ik een krij
ger gevonden, die mij kan opvolgen en
opperhoofd kan worden van de fiere
stam der Delawaren."
Unkas trok zich echter eerst in zijn
hut terug om na te denken. Een poosje
later kwam hij weer naar buiten. Heel
langzaam begon hij de krijgsdans te
dansen. De een na de ander volgde hem
in de maat zijner bewegingen en wel
dra hadden alle bewapende mannen
zich bij Unkas aangesloten.
ZONDAG 11 SEPTEMBER 1960
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30
IKOR, 11.45 VPRO, 12.00 AVRO, 17.00
VPRO, 17.30 VARA, 20.00-24.00
AVRO.
8.00 Nws. en postduivenber. 8.18
Gevar. progr. 9.45 Geestelijk leven,
toespr. 10.00 V. d. jeugd. 10.30 Herv.
kerkdienst. 11.30 Vragenbeantw.
11.45 Ber. uit de kerken. 12.00 Lichte
muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Orgel
spel. 13.00 Nws. en SOS-ber. 13.07
De toestand in de wereld, lezing.
13.17 Meded. of gram. 13.20 Gram.
14.00 Boekbespr. 14.20 Kamerork. en
sol. 15.10 Filmpraatje. 15.25 Studen
tenkoor. 15.55 Lichte muz. 16.30
Sportrevue. 17.00 Gesprekken met
luisteraars. 17.15 De Kongo in de
Vlaamse literatuur, lezing. 17.30 Ge-
var. muz. 17.50 Nws., sportuitsl. en
sportjourn. 18.30 Cabaret. 19 00 V. d.
vakantiegangers. 19.35 Olympische
spelen 1960. 20.00 Nws. 20.05 Thea-
terork. en sol. 20.50 Naklanken v. d.
Olymp. spelen. 21.10 Gevar. muz.
21.45 Journ. 22.00 Lichte muz. 22.30
Nws. en SOS-ber. 22.45 Gram. 23.15
Sportuitsl. 23.20 New. York calling.
23.25 Jazzmuz. 23.55-24.00 Nws.
HILVERSUM n, 298 m.
8.00 Nws. en weeroverz. 8.15 Gram.
8.30 Morgenwijding. 9.15 Orgelreci
tal. 9.30 Nws. en postduivenber. 9.45
Gram. 9.55 Inleiding Hoogmis. 10.00
Hoogmis. 11.30 Gram. 11.55 Omr.ork.
en solist. 12.30 Lichte muz. 12.55 Act.
13.00 Nws. 13.05 De hand aan de
ploeg, lezing. 13.10 Licht progr. 13.25
Lichte muz. 13.50 Boekbespr. 14.00
V. d. jeugd. 14.50 De vliegende Hol
lander, lezing. 15.00 Kamermuz. 15.45
Monsieur Vincent, een actualiteit van
drie eeuwen, lezing. 16.00 Sport. 16.30
Gram. 17.00 V d. jeugd. 17.15 Kerk
dienst. 17.45 Mensen, lezing. 18.00
Het geladen schip, lezing. 18.30 De
kerk aan het werk, lezing. 18.40 SI
LO, Evangelisatie in België. 19.00
Nws. uit de kerken 19.05 Jeugdko
ren. 19.30 De gelijkenissen van Je
zus, lezing. 19.45 Nws. 20.00 Gram.
20.45 Promenade ork. en solist. 21.35
Voordr. 22.05 Omr.koor. 22.25 Boek
bespr. 22.30 Nws. 22.40 Avondgebed.
22.55 Gram. 23.55-24.00 Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
AVRO, KRO, VARA en VPRO:
16.25-19.45 Eurovisie: Olymp spelen.
VARA: 20.00 Achter het nieuws.
20.15 Licht progr.
MAANDAG 12 SEPTEMBER I960
HILVERSUM I, 402 m.
7.00-24.00 AVRO.
7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d.
vrouw. 9.10 De groen.^man. 9.15
Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 11.00 Omr.ork. 11.45
Voordr. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 Voor ons plat
teland, praatje. 12.43 Orgelspel. 13.00
Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Promenade ork. 13.55 Beursber. 14.00
Gram. 1*.30 Gram. 15.35 Verstandige
kinderen, hoorsp. 16.45 Klarinet en
piano. 17.15 Gram. 17.50 Militair
comm. 18.00 Nws. 18.15 Politieke le
zing. 18.25 Amateursprogr. 19.00 Ka-
mermuz. 19.30 V. d. jeugd. 20.00 Nws.
20.05 Lichte muz. 20.40 Journ. 20.55
Latijns-Amerikaanse muz. 21.20 Ja
cob Cats herdenking. 21.35 Lichte
muz. 22.05 Internationale Muzlek-
week 1960: Fanfaremuz. 22.30 Nws
beursber v. New York en SOS-ber.
22.45 Internationale Muziekweek '60-
Fanfaremuz. (verv.). 23.15 Gram.
23.55-24.00 Nws.
HILVERSUM H, 298 m.
7.00-24.00 NCRV.
7.00 Nws. 7.13 Gram. 7.30 Een
woord voor de dag. 7.40 Gewijde muz.
8.00 Nws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram.
9.00 V. d. zieken. 9.30 Gram. 9.40 V.d.
vrouw. 10.15 Theologische etherleer
gang. 11.00 Gram. 11.25 Voordr. 1145
Gram. 12.00 Pianorecital. 12.25 Voor
boer en tuinder praatje. 12.30 Land
en tuinb.meded. 12.33 Lichte muz.
12.53 Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15
Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 School
radio. 14.35 Kamermuz. 16 00 Bijbel-
overdenking. 16.30 Volksliederen.
17.00 V.d. kleuters. 17.15 Gram. 17.30
Jazzmuz. 17.40 Beursber. 17.45 Rege
ringsuitzending: Technisch onderwijs
in Nederlands Nieuw-Guinea door
Ds. D. A fen Haaft. 18 00 Orgelspel.
18.30 Gram. 18.50 Openbaar kunst
bezit, lezing. 19.00 Nws. en weerber.
19.10 Lichte muz. 1930 Radiokrant.
19.50 Lichte muz. 20.20 Daar treek
ick leeringh af, klankb. 20.50 Radio
filharm.ork. 22.10 Gram. 22.30 Nws.
22.40 Gram. 22 45 Avondoverdenking
23.00 Gram. 23.30 Gram. 23.55-24.00
Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S
Geen uitzending.