(bambö) KNUTSELHOEKJE ïïte Zingende Zutammen ZATERDAG 30 JULI 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 Avonturen van Naverteld door Oom Toon Onder leiding van de scheepsarts wer den de gewonden naar 't schip terugge bracht. Daar was 't ook niet gezellig, want de Muova was bijna helemaal leeggehaald om 't kamp te kunnen in richten. De dokter en drie helpers moes- ten toch maar er van zien te maken, wat mogelijk was en er gedurende en kele dagen de patiënten 't verblijf dra gelijk doen worden. De tweede zorg was 't herstellen van 't kamp. Dat zou onder toezicht van de heer van Walden en zijn dochter ge schieden. Het moest snel en krachtdadig aangepakt worden, want de dagen wa ren kort en de koude werd met de dag ondraaglijker Daarbij stond 't er met de levensmiddelen treurig voor. Te dun gekleed en te slecht gevoed was 't een hachelijke ta,k voor de bemanning om 't kamp weer bewoonbaar te maken. Daarom tTok Bambo er met enkele mannen op uit. Ze doodden een flink aantal zeehonden en ijsberen. De hui den werden afgtstroopt en werd 't beste deel van het vlees naar 't kamp ge bracht. Van de gedroogde vellen maak te de scheepskleermaker jassen, man tels en warme voet- en handbedekkin gen. En ieder kreeg een heerlijke kap van berenpels om de uitstekende delen van 't hoofd voor bevriezing te vrij waren. Maar ondanks dat alles bleek toch al gauw, dat voor deze mensen, die aan zulk een koude nooit gewend waren, het verblijf in een tent- en huttenkamp op de duur ondraaglijk. Van alle zijden omgeven door sneeuw en ijs en nu en dan ook nog gekweld door een ijzig- koude, alles doordringende mist was het vooral voor de zwakkeren een onhoud bare toestand. Elsa, het enige vrouwe lijke wezen, doorstond al die ellende met bewonderenswaardige dapperheid, beter dan haar vader. De reeds grijs geworden man kon zich maar moeilijk aanpassen aan die benarde toestand en dagelijks uitte hij de hevigste verwen singen aan 't adres van Wolsey, die misschien niet eens meer leefde, maar toch in elk geval de oorzaak was van alle narigheid, die men te dragen had. Bambo, die als 't weer het mara enigszins toeliet, er steeds maar weer op uittrok om de proviand aan te vul len, kwam telkens maar weer met nieu we jachtbuit thuis. De zeehonden en ijsberen liet hij nu met rust, want hij had ontdekt, tat in dit troosteloos ge bied toch nog heel wat sneeuwhoen- ders (een soort patrijzen), sneeuwha zen, beren en zelfs een soort muskus ossen leefden. De jacht op deze die ren leverde gelukkig volop vers vlees, zodat de honger tenminste buiten het kamp bleef en er zelfs ruime voorra den konden aangelegd worden. Dat maakte, dat de gezondheidstoestand van de bewoners geen zorgen meer baarde. De koude echter was haast niet meer te verdragen. Wilde men op de duur niet doodvriezen, dan moest er raad geschaft worden. Er kwam nog bij, dat velen door gebrek aan voldoende be weging last kregen van huidaandoenin gen. Ook leefde men in voortdurende angst voor het schip en de mensen, die er zich nog steeds op bevonden. Als het ijs in beweging kwam, kon het Vaartuig wel versplinterd worden. Deze gedachte bracht vooral de heer van Walden de hevigste nachtmerries. Alsof dit alles nog niet genoeg was, had men telkens weer te kampen met instortin gen met al de ellende, die daarmee ge- paard ging. Men kon de reparaties en de opbouw eenvoudig niet meer bijhou den. Op een dag. dat Bambo weer op jacht was. ontdekte hij in een met sneeuw bedekte rots een soort van grot, die, naar 't zich van ouiten liet aanzien, be hoorlijk ruim was. Maar zonder ver lichting durfde hij zich niet te wagen in de donkere ruimte. In het kamp aangekomen vertelde hij zijn ontdekking aan zijn meester en opperde daarbij het denkbeeld, of dat misschien een beter verblijf voor 't verdere deel van de winter zou kunnen zijn. „Wel jongen, dat lijkt me geen slecht idee. want hier kunnen we echt niet meer blijven. Ga onmiddellijk een onderzoek instellen. Neem een flink lamp en een paar mannen mee. Vergeet de wapens niet, want je weet toch maar nooit, wat je tegen kan komen. Maar blijf vooral niet te lang weg, want ik brand van nieuwsgierigheid". Elsa, die bij dit gesprek aanwezig was, wilde met alle geweld mee. Maar dit maal weigerde papa zeer beslist haar toestemming te geven. „Hoe lang denk je zowat weg te blijven", vroeg hij aan Bambo. „O, de nlek ligt nauwelijks een mijl hier vandaan, dus kunnen we over een goed uur wel weer terug zijn". En inderdaad was er nauwelijks een uur verstreken, toen de onderzoekers weer binnentraden. „Wel, wat heb je gevonden en wat denk je er van?" „De grot is pra.htig en ruim genoeg om ons allen in onder te brengen. Maar 't is er zo ijselijk kil, dat al' onze de kens en huiden nauwelijks toereikend zullen zijn om ons daartegen te be schermen". „Maar is 't soms niet 't hol van een troep beren?" „Neen, want we heben onze geweren afgeschoten en een flink rokend vuur ontstoken, zonder dat er enig levend wezen voor de dag kwam". „Welnu", zo kwam Elsa tussenbeide, „dan is er geen ogenblik te verliezen om deze nacht al reeds beschut te kun nen doorbrengen". „Dat is ook mijn mening", zei de ma troos De heer van Walden maakte ook geen enkele tegenwerping en binnen enkele minuten was alles in rep en roer voor de verhuizing, 't Allernodig- ste voor de eerste nacht was voor de avond overgebracht en zo kon men ein delijk weer eens gaan slapen zonder vrees voor instortingen. En we gaan steeds maar verder! We hebben al zoveel regen gehad, dat we nu maar hopen op mooi zonnig weer. Dan kunnen jullie fijn buiten spelen. Maarja kunt toch nooit we ten of er nog meer regen komt en daarom nog een paar spelletjes voor in huis. Pas op je tellen Dit spel kunnen we spelen met hoog stens 11 kinderen. We pakken ieder een stoel en gaan om de tafel zitten. De lei der geeft ieder kind een nummer, te be ginnen bij 0 en eindigend bij 9. Hij geeft de nummers niet op de rij af, maar door elkaar. Zo kan b.v. nummer 6 zitten tussen nummer 1 en 8. Nu roept de lei der een som af b.v. 2 plus 6, dan moet de uitkomst van die som, dus nummer 8, onmiddellijk gaan staan en wel bin nen de drie seconden. Staat hij niet vlug genoeg op, dan krijgt hij een straf- punt. Je kunt natuurlijk ook aftreksom metjes, vermenigvuldig- en deelsom- metjes gebruiken. Wie de minste strafpunten heeft is de winnaar. We moeten dit spel nooit te lang spe len, b.v. 5 minuten en hoe sneller de opgaven gegeven worden, hoe groter de spanning is. Ook geven we een straf- punt, als iemand opstaat, als het niet nodig is. Wie is de sterkste? Te spelen met een even aantal spe lers. De kinderen gaan aan de lange kan ten van de tafel zitten b.v. vier aan de ene kant en vier tan de andere kant. Nu maken we een middenlijn in de lengte van de tafel. Is de tafel oud, dan zetten we een krijtlijn en anders span nen we een draad of touwtje. Als dat gedaan is leggen de spelers hun onderarm op de tafel en precies boven de middenlijn haken ze in el- kaars wijsvingers. Dat doen ze twee aan twee, dus met het kind dat tegen over je zit. Nu gaat het er om, wie door trekken de hand van de tegen stander over de lijn krijgt. Dus alleen trekken met de hand die de wijsvinger van je overbuur te pakken heeft en. je moet op je stdel blijven zitten, dus niet opstaan. Wie loslaat is de verliezer. Als Ieder een een beurt gehad heeft, krijgen we nog eens een extra ronde van de win naars. Maak eens een kijkdoos Heirvoor heb je nodig een kartonnen doos b.v. een schoenendoos. Je zoekt wat ansichtkaarten waarop huisjes, poesjes, hondjes, bomen, bloemen enz. en die knip je uit. Nu knip je een stuk karton dat juist op de bodem van de schoenendoos past en plak daarop de uitgeknipte figuur tjes maar zó, dat ze er staande op ko men. Je krijgt dan b.v. een boerderij met kippen en andtre dieren er bij, en ook nog bomen. Een stukje zilverpapier stelt een vijvertje voor en wat groen papier stelt gras voor. Je fantaseert maar wat, zó dat het een aardig geheel vormt. Ook een sprookje opplakken is aardig. Misschien heb je nog ergens een oud prentenboek liggen. De zijkanten van de doos en de achterkant, beplak je met lichtblauw papier (kleuren kan ook) dat is de lucht. Nu zet je het land schapje in de doos en knip in de voor wand een kijkgaatje, niet groter dan een kwartje. Van het deksel knip je tweederde weg en span daar overheen donker blauw vloeipapier. Kijk nu eens door het gaatje, dan sta je verbaasd, zo leuk als het is. al aan. Jan propte zijn laatste boter ham op. „Jan, niet zo proppen". Daar belde Klaas. „Kom maar binnen Klaas, Jan zit nog te eten". Jan was nauwelijks klaar of hij wou al weggaan. „Hé Jan. hoef jij tegenwoordig niet meer te bidden na het eten". „O ja, moeder, even gauw doen". Samen gingen ze met de hengels de deur uit. „Dag jongens, goede vangst!" riep moeder nog. Ze waren al gauw bij het meertje. „Ga jij hier zitten en ik daar, anders zitten we zo meteen nog in de knoop". Ze zaten al bijna een half uur toen de dobbers op en neer gingen. Ze had den beet. Ze sloegen de hengel op en tjoep, allebei een visje. Zo ging het een tijdje door en je raadt nooit hoeveel ze er na anderhalf uur hadden gevan gen. Ze hadden er ieder zes Blij gingen ze naar huis. Moeder bakte ze voor de boterham. Dat was een fijne middag geweest. Dag allemaal. Een heel prettige va kantie en tot de volgende week. TANTE JO en OOM TOON. verder alles, 't Is klein., kunt er mee zeilen langs de kant. Iets over zeewier (zeegras) maar je 't blaadje op een krant. Dek ze vervol gens met vloeipapier af, leg daarop een gevouwen krant en druk dan de krant sftn tot alle vocht uit de blaadjes ver dwenen is. T)an kun je ze op een post kaart plakken, mooi uitgespreid natuur lijk! Of je neemt een stuk kartonpapier en leg ze daarop uit tot een of ander mooi motief (zie fig. c) en zet 't dan onder glas. Je hebt dan een schilde rijtje, dat een zomerachtig idee in je kamertje brengt. De kinderen vertellen Het Ineke Brusse, Lelden. NAAR HET STRAND Het was op een zondagmorgen. Mijn moeder had al eens beloofd dat we nog eens een keertje naar het strand zou den gaan. Nu was het prachtig weer, dus we gingen. We hadden alles inge pakt en we stonden klaar voor de reis. Mijn broertje en ik gingen alvast kij ken of de tram aankwam en ja hoor, hij kwam er aan. Vader en moeder kwamen nu ook gauw. In drie kwartier waren we in Katwijk. We zaten nog in de tram, toen moeder zei: „Hè, ik ruik de zee al". En het was nog waar ook, want we stopten aan de eindhalte en in een minuut zagen we de zee en waren we aan het strand. „Wat veel mensen zitten er op het strand mam", zei ik. We trokken onze schoenen uit en liepen met blote voeten door het hete zand om een goed plaatsje te zoeken. „Hier zullen we maar blijven", zei moeder. „Doe maar gauw je badpakken aan en dan in h°t water". Na lekker in df zje gepoedeld te hebben keek ik eens achterom en toen zag ik mijn moeder niet meer. Ik zocht het hele strand af, maar zag niets. Ik liep weer terug door het water en op- sens viel ik in een diepe kuil voorover. „Help! help!" riep ik. Ik lag al hele maal op de bodem. Op het nippertje kwam mijn zus aangezwommen en trok me aan mijn been. Het was gelukkig nog goed afgelopen. Loesje Goddijn, Leiden. EEN FIJNE VERJAARDAG Anneliesje was nu gauw jarig. Nog één nachtje slapen en dan was het zo ver. Moeder ging 's middags de cadeaus kopen, 's Nachts droomde ze er van. Ja, ze droomde dat ze een heel mooie pop kreeg met echt haar. „Rrrrrrt", ging de wekker. „En waar is mijn pop nou?" vroeg ze slaperig. „Je pop", vroeg moeder. „Waar heb je het over?" „O, dan heb ik het zeker gedroomd**. Een half uurtje later kwam ze aan gekleed beneden. „Wel gefeliciteerd met je verjaardag en dat je maar heel groot mag worden", zei vader. Toen kwamen de cadeautjes. Van va der kreeg ze een poppewagen en van moeder een pop. „O!" riep ze. „Dat is net zo'n pop, waar ik van gedromod heb". Toen gingen ze eten. Hè. lekker fis je jarig bent. Moeder gaf ze de knotsen mee, die ze in de klas mocht trakteren. 's Middags mochten haar vriendinne tjes komen spelen en daar kreeg ze ook nog veel van. Om 6 uur was het tijd van eten. 's Avonds mocht ze opblijven tot 9 uur. Om 8 uur kwamen oma en opa en een oom en tante. Van tante kreeg ze een kettinkje, van oom een brosje en van oma en opa een ringetje, 's Avonds in bed dacht ze: „Ik heb een fijne verjaardag gehad". Tonia Bekker, Leiden. GAAN VISSEN Klaas en Jan zouden vandaag gaan vissen. Ze gaan in het meertje achter het kleine parkje. Ja, daar is een heel leuk en groot meertje en daar gaan ze vissen. Maar ze moeten natuurlijk eerst naar school, want het vissen doen ze 's middags. Als ze uit school komen, spreken ze bij de poort nog af, hoe laat Klaas Jan moet komen halen. „Om twee uur kom ik je halen", zei Klaas. „Ja, dat is goed" en ze gingen vlug naar huis om te eten. „Wat heb je toch een haast jongen", zei moeder. „Ja, ik ga om 2 uur vissen". „Waar dan?" „Achter het parkje, moe". „Met wie ga je dan Jan?" „Met Klaas". „Nou schiet dan maar op, anders zit je nog aan tafel als Klaas komt". Jan schoot vlug op. Daar kwam Klaaa i zeilschip bouwc Fig. b: Zeewier, dat jullie allemaal wel eens op 't strand hebben gezien, wordt in sommige streken wel als men selijk voedsel gebruikt In Wales (W. E.) vindt men een bepaalde soort, die in de keuken gebakken wordt of ge kookt en dan als sla wordt opgediend. In Schotland (N.E.) kent men weer een andere soort, die in melk gekookt wordt en dan met zwartbrood gegeten wordt. Waar zeewier in grote hoeveelheid voorkomt, gebruiken de boeren het ook wel als bemestingsmicdel. Ook worden er tegenwoordig allerlei geneesmidde len en andere dingen uit bereid. Leuk is voor jullie te weten, dat men zeegras ook als een soort barometer kan gebruiken. Je ziet op 't strand wel eens een streng van zeegras liggen. Het ziet er haast uit als een riem van bruin leer. Welnu, neem zo'n ding eens mee en hang 't op aan je zomerhuisje of aan de buitenkant van je tent, als je kampeert. Als de takjes (reepjes) dan slap en week worden, is er regen op komst Zijn ze droog en hard, dan heb je beslist mooi weer te verwachten, 'n Goedkope weerprofeet! Fig. d: Piet heeft op 't strand een la byrint (doolhof) gebouwd. Midden in liggen een paar heerlijke mosselen. Verbeeld je nu eens. dat je een hon gerige krielkip bent en graag die mos selen zou willen opeten. Teken nu eens met potlood de weg, die 1 kipje moet nemen om bij de mosselen te komen. Je mag natuurlijk niet over een lijn heen, want alle lijnen zijn muren! op Fig. c: Als je 't eena proberen wil, zoek dan eens aan 't strand enkele mooie zeewierplanten. Neem ze dan mee in 'n zakje van plastik of in een em mertje met wat wpter er in, zodat ze onderweg niet verwelken. Laat ze dan thuis rustig staan tot een regenachtige dag, waarop je wel graag wat hand arbeid zou willen doen. Voor je begint spoel je in een scho tel zand en vuil van de plantjes af. H| Laat ze dan op 't water drijven tot ze Fig. a: Al wat je nodig hebt schrik zich goed ontplooid hebben. Schuif dan niet! - is: een groter en 2 kleine hout- een stuk vloeipapier of gewoon grauw DE LAATSTE MOHIKAAN Terstond daarop gaf Valkoog het af gesproken teken: een schor hanenge kraai, waarop de drie andere mannen kwamen toesnellen. „Waar zijn de bei de meisjes?" vroeg hij aan David, waar op deze vertelde, dat ze Cora naar een naburige stam gebracht hadden en dat Alice het goed maakte. Zij bevond zich bij de vrouwen in het kamp der Huro- nen, waar niemand haar enig leed aan deed. Valkoog ondervroeg David ver der: „Hoeveel 'Tijgers telt de stam der Huronen en welke is de naam van de andere stam?" Jammer genoeg kon hij deze vragen niet beantwoorden, maar hij had w*l gezien, dat er op hun borst een schildpad getatoeëerd was. Bij deze woorden raakten de beide Mohikanen in hevige opwinding. De vader van Un- kas begon te spreken en toen hij ge sproken had, ontblootte hij zijn borst en toonde hun het beeld vaneen schildpad! Valkoog legde nu uit, dat Unkas en zijn vader tot die stam be hoorde en dat „Zwarte Slang" in wer kelijkheid het opperhoofd der Schild padindianen vas. Maar twist en oorlog had de stam uiteen gedreven. Men wilde David weer in het Huro- nenkamp terugsturen om de meisjes te zeggen, dat de redding nabij was. Maar Heyward wilde met alle geweld met hem mee in 't vijandelijke kamp. „Ik doe ook, alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben. net als David". Hij liet zich door Unkas vader als een nar beschil deren, die toen met de soldaten mee- Heyward sprak bovendien zeer goed Frans en hij geloofde stellig, dat hij 't met de Indianen best zou kunnen vinden, omdat zij zich met de Fransen verbonden hadden. Zo gingen dan de beide vreemde figuren (David en Hey ward) het kamp der Huronen binnen. Niemand scheen hun verschijning zon derling te vinden, men nam geen bij zondere notitie (aandacht) van hen. Zij hadden echter nauwelijks een uur daar doorgebracht, of er ontstond een hevige opschudding in het kamp. Een troepje Indianen bracht nJ. een gevangene bin nen en dat was niemand anders dan Unkas! Hij was in een hinderlaag ge lokt en omsingeld, zodat hij zich wel moest overgeven tegen de overmacht. Aetherklanken ZONDAG HILVERSUM I, 402 M 8.00 VARA. 10.00 VPRO, 10.30 1KOR. 11.45 VPRO. 12.00 AVRO 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws en postduiven- ber. 8.18. Gevari progr. 9.45 Geestelijk leven, toespr. VPRO: 10.00 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Herv. Kerkd. 11.30 Vragenbeantw. VPRO: 11.45 Ber. uit de kerken. AVRO: 12 00 Mi- lit. ork. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Or gelspel (verz. progr.). 13.00 Nieuws, en SOS-ber. 13.07 De toestand in de wereld, lezing. 13.17 Meded. of gram. 13.20 Gram. 14.00 Boekbespr. 14.15 Residentie-ork. en solist (In de pauze: 15.2015.35: Filmpraatje). 16.30 Sport-revue. VPRO: 17.00 Radio portret. 17.15 Boekbespr. VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nieuws, sportuitsl. en sportjourn. 18.30 Gram. 18.55 Het dal van de Inn, lezing m. muzikale illustraties. 19.30 Cabaret. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Prome- nade-ork. omr.koor en sol. 20.50 Wan delingen met Clio, klankb. 21.10 Zang en piano. 21.25 Gram. 21.45 Journ. 22.00 Int. Songfestival te Knokke. 22.30 Nieuws en SOS-er. 22.45 Gram. 23.15 New York cal ling. 23.20 Lichte muz. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSNM II, 298 M. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR, 9.30 KRO, 17.00 Convent van Kerken. 19.30 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Ork., koor en sol. IKOR 8.30 Goede Morgen. 9.00 Openlucht- dienst KRO: 9.30 Nieuws en post- duivenber. 9.45 Gram. 9.55 Inl. Hoog mis. 10.00 Hoogmis. 11.30 Gram. 12 00 Symf.ork. en sol. 12.30 Gram. 12.55 Act. 13.00 Nieuws. 13.05 De hand aan de ploeg, lezing. 13.10 Gram. 13.30 Gram. 13.50 Letterkundige per soonlijkheden, die ik heb gekend, praatje. 14.00 Zangrecital. 14.30 Gram. 15.30 Nederland zendt zijn mis sionarissen uit, lezing. Convent van Kerken: 17.00 Gereformeerde kerkd. NCRV: 18.30 omr.ork. en solist 19.00 Nieuws uit de kerken. 19.05 Meisjes koor en sol. 19.30 De gelijkenissen van Jezus, lezing. KRO: 19.45 Nieuws en postduivenber. 20.00 Klankb. over Suriname. 20.30 Gram. 20.45 U bent toch ook van de partij?, lezing 20.55 Gram. 21.30 Voordr. 22.00 Rep Euchraristisch wèreldcongres te Mün- chen. 22.20 Gram. 22.25 Boekbespr 22.30 Nws. 22.40 avondgebed. 22.55 Gram. 23.5524.00 Nieuws. TELEVISIEPROGRAMMA'S. AVRO: 20.00 Filmrep. 20.15 Jong talent. 20.55 Televizier. 21.0522.00 Film. VATIKAANSE RADIO. (25.67 m.; 31.10 m.; 41.21 m.; 196 m.) 22.15 uur. De man, die zich niet afvroeg: „Wat heb ik aan God? maar: „Wat heeft God aan mij?" MAANDAG 1 AUGUSTUS 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Verz. progr. 8.30 V.d. kind. 8.40 Verz. progr. (verv.). 9.00 Gym v.d. vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Gram. 11.00 Omr. ork. en solist. 11.45 Voordracht. 12.00 Amus. muziek. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Voor ons platte land, praatje 12,43 Jazzmuziek 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Metropole-ork. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 15.30 Spreekuur van 1112, hoorspel; 16.45 Viool en piano. 17.15 Gram. v.d. jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15 Polit. praatje. 18.25 Amateursprogr. 19.00 Pianorecital. 19.30 V.d. jeugd. 20.00 Nieuws. 20.05 Lichte muz. 20.35 Progr. over de Wieringerwaard. 20.55 Intern. Songfestival te Knokke. 21.15 Journ. 21.30 Gram. 21.40 Holland Fes tival 1960: Kamermuz. 22.30 Nieuws- en beursber. v. New York en S.O.S.- ber. 22.45 Act. 23.15 Gram. 23.55— 24.00 Nieuws. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.30 Een woord voor de dag .7.40 Gewijde mu ziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 V.d. zieken. 9.30 Gr. 9.40 V.d. vrouw. 10.15 Theologische etherleergang. 11.00 Gr. 11.25 Voor dracht. 11.45 Gram. 12.00 Klavecim bel-recital. 12.25 Voor boer en tuin der. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Zang. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Gevar. muz. 13.40 Gr. 14.00 Gr. 14.15 Operamuz. 14.30 Ge varieerd progr. 15.45 Gram. 16.00 Bij beloverdenking. 16.30 Kamermuziek. 16.45 Gram. 17.00 V.d. kleuters. 17.15 Gram. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Vakantie op de eilanden Biak en Soepiori in de Geel vinkbaai II, d. J. F. van Bruggen. 18.00 Orgelspel. 18.30 Gram. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Pianospel. 19.30 Radiokrant. 19.50 Lichte muziek 20.10 Vijf dagen naar Parijs, hoorsp. 21.10 Viool en piano. 21.40 Gram. 22.00 Parlement, comm. 22.15 Gram. 22.30 Nieuws en S.O.S.-ber. 22.40 Gr. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Gram. 23.25 Jazzmuz. 23.40 Het Evangelie in Esperanto. 23.55-24.00 Nieuws. Grammofoonplatenprogramma draadomroep (4e lijn v. 18-20 uur) 1. Dimitri Sjostakowitsch: 1. Con cert in c. kl. t. voor piano, trompet en strijkorkest. 2. Symfonie nr. 5 op. 47. II. Sergei Prokofiev: 1. Concert v. piano en orkest nr. 2 in g. kl. t. op. 16 2 Symfonie nr. 1 in d gr. t. op. 25 (klassieke sympfonie). VATIKAANSE RADIO (25.67 m; 31.10 m; 48.47 m; 196 m.) 22.15 uur: Van Jeruzalem naai' München.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 11