Misdadigers en spionnen in de Verenigde Staten
vrezen de letters F.B.I.
Beroemdste dagblad
PERS OP WIELEI
ter u/ereld is op alles voorbereid
DE LEIÜSE COURANT
(Vervolg)
Derde Fase: Spionnen
Voorkomen is beter dan genezen. Toen tegen het einde
van de jaren dertig een grote oorlog meer en meer
waarschijnlijk werd, toen in München het vredes-
accoord, dat een oorlogsaccoord bleek te zijn, werd
gesloten, sloot J. Edgar Hoover zich op in zijn werk
kamer te Washington en bracht hij uren met diep
nadenken door. Toen stond zijn besluit vast: Het F.B.I.
moest op ruimer leest worden geschoeid om gereed te
zijn voor een nieuwe taak, indien de oorlog eenmaal
een feit zou zijn. Hoog laaide de strijd in de Verenigde
Staten op tussen voor- en tegenstanders van Amerika's
intrede in de oorlog. Hoover deerde dat niet. Hij liet in
alle stilte een kaartregister samenstellen van alle
vreemdelingen en alle Amerikaanse burgers, die als
„politiek verdacht" golden. Later bleek, dat zeer velen
uit dat kaartregister nooit iets met sabotage of spio
nage te maken hadden, maar ook waren er lieden
opgenomen, die zich met die „werkzaamheden" wel
onledig hielden. Hoover koos nieuwe agenten uit, leidde
hen op in de kunst der contra-spionnage en hield hen
in gereedheid. Hoover nam contact op met buitenlandse
instanties, wisselde gegevens uit en verzamelde zelf
gegevens. Hij liet een aantal verdachte mensen scherp
observeren. Kortom, hij was een der grote organisa
toren achter de schermen van de voorbereiding van de
strijd op het „thuisfront", als de USA eenmaal in de
oorlog zouden worden betrokken. Aanvankelijk moest
Hoover voorzichtig te werk gaan, want hij mocht en
wilde zijn bevoegdheden niet overschrijden. Toen de
oorlog voor Amerika naar Washington's oordeel onver
mijdelijk was geworden, droeg president Roosevelt aan
Hoover de zorg voor Uncle Sam's „Nationale Veiligheid"
op. Nu kon Hoover, in de „Derde Fase" van zijn beleid,
opnieuw zijn organisatie- en jagerstalenten tonen. Het
apparaat had de directeur van het F.B.I. in stilte gereed
gemaaktde inkt, waarmede het presidentiële oor-
logsbesluit was getekend, was nog niet droog of reeds
rinkelden de telefoon- en alarmbellen en had het F.B.I.
de wacht op het „thuisfront" betrokken.
Een ander type mensen moest nu geobserveerd, be
waakt en gearresteerd worden. Dieven, rovers, moor
denaars Hoover kende ze reeds lang en maar al te
goed. Hij wist, hoe met hen om te springen, maar
vijandelijke agenten, saboteurs en spionnen behoorden
ten dele tot een heel ander slag. Zij vormden nieuwe
„categorieën", die op hun eigen wijze vochten en die
ook andere bestrijdingsmethoden noodzakelijk maakten.
En dan waren er onder die staatsgevaarlijke mensen
nog weer verschillende typen, zoals de spionnen, die
alleen tegen geld en voor de partij, die het meeste
bood, werkten, dan de spionnen en agenten uit vader
landsliefde, die dus voor hun eigen vaderland vochten
op het thuisfront van hun vijand, en dan de spionnen
en agenten onder druk, dus zij, die geprest waren om
hun duister werk te verrichten. Een nieuwe taak met
nieuwe middelen maar ook op het terrein der contra
spionage bleek Hoover weldra zijn mannetje te staan
en zyn juiste medewerkers te kunnen vinden.
„Gestroomlijnde spionnenjacht", aldus kan men de ge
ruisloze actie van het F.B.I. tegen diverse spionage-
complotten kenschetsen. Sommige dier complotten wa
ren plomp opgezet, andere daarentegen met zoveel raf
finement, dat er inderdaad een „master mind" voor
nodig was om ze te onthullen. Het England Spiel, dat
na de oorlog de gemoederen in West-Europa, en vooral
in Nederland, in beroering bracht, blijkt uit de
archieven van het F.B.I. in Amerika zijn pendant
te hebben gehad. Via het England Spiel trachtten de
Duitse inlichtingendiensten hun geallieerde tegenspelers
voor de gek te houden, maar het F.B.I. hield een
Duitse inlichtingendienst in Hamburg geruime tijd voor
het lapje door valse berichten te laten zenden, waarvan
de Duitsers waanden, dat ze stamden uit de geheime
koker van het F.B.I.
Drie spionnen
De interne techniek der contra-spionnage is geheim en
wordt dus ook door het F.B.I. niet prijsgegeven. Hoe
Hoover's mannen werkten, wie hun bronnen en mede
werkers waren, dat verneemt men natuurlijk niet, maar
een paar voorbeelden die wij ontlenen aan John J.
Floherty's boeiende boek: „Inside the F.B.I." kunnen
toch wel enig inzicht verschaffen.
Er was een Duitser, Sebold geheten. Als Duits soldaat
had hij in de Eerste Wereldoorlog gevochten. In 1929
ging hij naar Amerika. In 1936 werd hij Amerikaans
staatsburger. In 1939 bezocht hij Duitsland. Daar ver
zocht men hem, als spion in Amerika te werken. Sebold
weigerde aanvankelijk, stelde zich toen met de Ame
rikaanse consul in Keulen in verbinding, die hem
aanried, te doen alsof hij accepteerde. Sebold volgde
een spionage-cursus en ging terug naar Amerika, waar
hij met Duits geld en met medeweten van het F.B.I.
een zendstation bouwde, waarover hy tal van door hem
verzamelde berichten van Duitse spionnen naar Duits
land seinde. Pas na enige tijd bemerkte men in Duits
land, dat het F.B.I. de berichten zwaar beïnvloed en
goeddeels waardeloos gemaakt had. Door het aanbren
gen van enige installaties in Sebold's kantoor konden
tal van foto's en gesprekken van Duitse agenten wor
den vastgelegd door het F.B.I. en een groep spionnen
worden gearresteerd, nog vóór de eigenlijke oorlog tus
sen Duitsland en Amerika was uitgebroken.
Een tweede geval betrof een Weense jonge vrouw van
zeer welgestelde Joodse huize. Fraulein Lilly was
levenslustig en getalenteerd. Zij hield erg van een
vrolijk leven, doch na de aansluiting van Oostenrijk
bij het Derde Rijk dreigden er voor haar op grond van
haar afkomst moeilijkheden. Een vroegere kennis, die
tot een Duitse inlichtingendienst behoorde, deed haar
het voorstel, naar New York te gaan en daar als
Duitse agente te werken. Lilly nam het voorstel aan,
betrok een flat in New York, opende een winkel van
exquise dameskleding en had weldra veel „dure" dames
als klanten. Lilly maakte veel opgang, doch het F.B.I.
hield een oogje in het zeil en eensklaps werden Lilly
en ruim dertig andere Duitse agenten in de kraag ge
grepen en geruisloos gevangen gezet Tien jaar ge
vangenisstraf, luidde het vonnis.
Of Lilly deze tien jaren „uitgezeten" heeft, weten wij
niet. Het zou ook kunnen zijn, dat haar een zelfde
buitenkansje ten deel viel als aan een andere Duitse
agente, Fraulein Johanna, die eveneens in haar kraag
gegrepen en veroordeeld werd, doch tijdens de oorlog
door bemiddeling van de Zwitserse legatie werd uitge
wisseld tegen een Amerikaans burger, die in Duitsland
gevangen zat. De wereld der spionage- en inlichtingen
diensten is nu eenmaal een vreemde wereld, waarin
naast het F.B.I. en soortgelijke bureaus in andere lan
den ook overwegingen van politieke orde medespreken,
waarin ruiltransacties worden verricht, die vaak, bui
ten toedoen van de betrokken agenten, het lot dezer
mensen ten goede of ten kwade kunnen beïnvloeden.
De vrij spoedige „bevrijding" van Fraulein Johanna
bewijst dit.
Valse geruchten
I
Behalve de bestrijding der werkelijke spionnen en
saboteurs kostte ook het onderzoek van alle geruchten
over „subversieve elementen" het F.B.I. veel tijd en
moeite. Oorlog en oorlogsdreiging maken de mensen
nerveus. Een geprikkelde fantasie speelt hun dan wel
eens parten. Dan ziet men in een non wel eens een
parachutist, in een walvis een onderzeeboot en in een
hard lopende man een spion. Dan rinkelt de telefoon
en wordt een onderzoek ingesteld, dat in de meeste
gevallen op niets uitloopt, omdat het gerucht een
product van overspannen verbeelding was. Al die ge
ruchten bezorgen het F.B.I. echter veel werk, want een
van de eerste beginselen is: Alles onderzoeken, waar
van wij kennis krijgen. Dikwijls kan een gebeurtenis,
die zelf onbetekend is, de sleutel worden tot een op
lossing van een geheel ander probleem. Het klassieke
voorbeeld van de politieman in burger, die na vol
brachte dienst een herberg binnenstapte met de eer
zame bedoeling, een pint bier te drinken en door de
waard werd begroet met een luidruchtig-vriendschap-
pelijk: „Zo, oude politieman, wat voert je hierheen?",
waarop plotseling een andere bezoeker nerveus het
lokaal verliet en daardoor de aandacht op zich vestigde,
komt in vele variaties voor. Want die snel-vertrekkende
bezoeker was aanleiding tot de ontmaskering van een
valse munters complot. De gebeurtenis de entrée van
de politieman en de groet van de waard had geen
betekenis, maar gaf desniettemin de sleutel tot ernstige
dingen in handen der Justitie. Zo is het ook op het
terrein van spionage en sabotage, zomede in het do
mein der „gewone" misdaadZonder geluk vaart
niemand wel, ook de politie, ook het F.B.I. niet.
Dit betekent natuurlijk niet, dat het F.B.I. louter op
zijn geluk vertrouwt. Integendeel, de scherpste en
nauwkeurigste onderzoekingen zijn nodig, de beste
apparaten en instrumenten zijn onmisbaar, een keur
corps van getrainde, flinke, vaardige F.B.I.-mannen en
-vrouwen staan Hoover ter beschikking. Hoover heeft
dit alles tot stand gebracht en in dienst gesteld van de
tientallen miljoenen burgers der Verenigde Staten en
van de strijd tegen de slechte, de misdadige en de
staatsgevaarlijke elementen, die nu eenmaal in i e d e r e
samenleving aanwezig zijn.
Foto links: Twee trailers bevatten de complete druk-mstallatie.
Sylvia Gray vertelt U, hoe de Times, die
in normale tijden gedrukt wordt op Prin-
ting House Square in Londen, onder
j buitengewone omstandigheden „naar bui-
ten" zal trekken en hoe zijn „mobiele
pers" dan binnen twee uur 12.000 kranten
S van acht pagina's per uur zal maken.
Een verstandig bestuurder houdt tijdig rekening
met de mogelijkheid van tegenslagen en moei-
ljkheden. Evenals wij allemaal weten ook de
leiders van de Times, dat wij leven in een
ongewisse tijd en in de komende jaren onaan
gename verrassingen alleszins mogelijk zijn.
Bovendien is de Times zolang hij bestaat een
pionier in het dagbladbedrijf geweest. Zowat
anderhalve eeuw geleden liet de zoon van de
oprichter van het blad in zijn bedrijf de eerste
„stoommachine-pers" opstellen. De indienst
neming van deze pers was een revolutionnaire
daad, want hij maakte de vervaardiging van
dagbladen in snel tempo mogelijk. Onlangs is
de Times opnieuw met een revolutionnaire
nieuwigheid voor de dag gekomen. De leiders
van het blad lieten namelijk een „pers op
wielen" samenstellen, die, ongeacht waar hij
zich bevindt, per uur 12.000 kranten van acht
pagina's kan „draaien".
De Times is er trots op, dat er in de omstreeks
170 jaren van zijn bestaan geen dag is geweest,
waarop hij niet is verschenen. Deze eerbied
waardige traditie wil mefi voortzetten. Daarom
ook lieten de huidige leiders van het bedrijf
de nieuwe mobiele installatie vervaardigen. Zou
er ooit een dag komen, dat de vermaarde per
sen van 's werelds beroemdste dagblad niet kun
nen draaien, dan kan de „pers op wielen" de
taak overnemen. Komt er dus een situatie, die
het bedrijf op Printing House Square lam legt,
dan vertrekt onmiddellijk een colonne van drie
donkergroene vrachtauto's met een aanhang
wagen „naar buiten". En dan kan de Times
„ergens in Engeland" toch verschijnen. Acht
tien maanden is er hard gewerkt om de „mo
biele zetterij en drukkerij" te vervaardigen.
Binnen twee uur na aankomst waar ook in
Engeland kunnen zes monteurs de „pers op
wielen" bedrijfsklaar maken.
Twee vrachtauto's worden vrij dicht naast el
kaar opgesteld. De zijwanden worden neer
gelaten en vormen de vloer van de installatie.
De derde vrachtauto komt achter de tweede te
Foto rechts boven: De zaak Is bijna compleet.
Foto hiernaast: Twee Linotype-zetmachines
staan in de bedrijfsruimte opgesteld. Links
staat de gecombineerde steen voor de opmaak
en de proefpers.
staan. Hij is géladen met papier, inkt en andere
benodigdheden. De aanhangwagen vormt het
laatste deel van het „bedrijfs-vierkant" en be
vat de machines nodig voor de opwekking van
stroom voor de pers, de verlichting en de
verwarming.
De verslaggevers bevinden zich dan natuurlijk
met hun auto's her en der in Engeland. Maar
zij kunnen hun verslagen radio-telefonisch
doorgeven naar de „drukkerij op wielen". De
journalisten die niet al te ver weg zijn, kunnen
zich begeven naar een auto, opgesteld op onge
veer deritg kilometer afstand van de mobiele
drukkerij. In die auto zit een zetter achter een
apparaat, dat lijkt op een ingewikkelde schrijf
machine. Hij typt het verslag op de machine
en door middel van een vernuftige radio-
technische constructie belanden de woorden en
zinnen draadloos in de mobiele drukkerij, waar
een zetmachine spookachtig begint te werken
en regel na regel, kolom na kolom aflevert.
Het is een heel gekke gewaarwording, naast
die zetmachine te staan en gade te slaan, hoe de
toetsen anders door mensenhand bediend
„vanzelf" bewegen, precies zoals de man in de
auto op verre afstand het aangeeft. Binnen
een minuut na aankomst van de verslaggever
bij de „radio-zet-auto" wordt zijn bericht in
loden letters gedeponeerd ter mobiele drukkerij.
Deze is van alles voorzien, nodig om een krant
de gebogen platen (styp) te maken, die op de
te maken. Een smeltoven, een installatie om
persen worden bevestigd, telefoon en wat al
niet. Het is allemaal erg knap bedacht en in
klein bestek samengedrongen, maar de instal
latie voldoet uitstekend en mocht Londen on
verhoopt ooit in last komen, dan zal toch
„ergens in Engeland" iedere dag de Times van
de pers komen, zoals dit nu reeds ongeveer 170
jaren het geval is geweest.
Oorlog, revolutie of staking,
de Times blijft verschijnen