AAN HET KAAGSE ZWEI LAND DREUNT DE ZANDINDUSTRIE Wordt het zand onder hun voeten weggezogen maar de de plas boeren hei zien aan de boorden mei lede ogen van aan Een oud-model sleperswagen trekt weer door Leiden ZATERDAG 9 APRIL 1960 DE LETDSE COURANT PAGINA 4 en goed kan ontstaan?" Overigens be ken. Het is om wanhopig van te wor den, het onderhoud is verschrikke lijk". Boer De Haas is vastbesloten om een eis tot schadevergoeding in te dienen. „Het komt allemaal door die gro tere golfslag. Het water heeft veel meer draaiende kolken dan vroeger, J vooral nu die sleepboten steeds maar op en neer varen" Die grotere golf slag wijt de heer De Haas aan de diepte van het gezogen gat; hoe die- taalt de aannemer van de zuigkarwei, Per Sa'» hoe groter golfslag, zegt hij. zo vernamen we van Prov Water- Maar ook dit wordt door deskundigen StDe vleho"derbCêP.mde Haas, een ontkend' De «""slag is onafhankelijk broer van Jac. de Haas, die wat yer- van de diepte, vertelde Water der landinwaarts aan de Boekhorster- staa^ ae golven zouden hoogstens weg woont, is nog minder m zijn nop- jes. Met de gebr. Verlaan is hy eige- *e's w"der kunnen worden als de bo- At cr\tt^o taats j - u-ja j* o naar van de ruim 30 113 grote Tuin* dembegroeiing weg is. L SINDS JAAR en dag, zo om en nabij de twee jaren, wordt de impo- der- en Kogjespolder, een eiland in santé aanblik van een der Kagerplassen, het weidse Zweiland met de het Zweiland. Deze polder vertoont allure van een volwassen binnenzee, geknot door drijvende industrie, plaatselijk scheuren en verzakkingen, Twee logge zandzuigers liggen er driftig onder stoom en ademen zwarte juist daar waar de zandzuiginstalla- rookflarden, waarop de wind alle vat heeft. Twee machines zijn het, in ties het dichtstbij zijn. vol bedrijf. Dan ziet men ze in het oosten, de volgende dag dreunt het in Officieel moeten de zuigers 150 me- het westen. En in de nabijheid liggen schuiten boordevol steenkool om ter uit de kust blijven, maar ze zijn de niet-aflatende brandstofhonger der zuigers te stillen. Uit grote buizen wel eens binnen deze 'afstand geko- perst zich het modderwater in de sleepbakken die langszij de zandfabrieken men. liggen. Het is een stroom, die continu doorgaat. Als er een bak bijkans tot zinkens toe is volgespoten zet een sleper als een trekpaard aan. Dan begint de zoveelste tocht: naar Leiden-Noord, naar Bodegraven en Zwammerdam of de Kikkerpolder. Het toekomstige veemarktterrein is met het zand uit de Kagerplassen opgehoogd „We lopen elke vrijdag als we naar stad toegaan, op onze eigen grond", grinneken de boeren langs de oevers van het Zweiland. Och ja, deze mensen, die hun zorgen moeten verdelen over hun vee, hun grond en de beschoeiing langs het water en op het kabbelend water in hun roeibootjes even goed thuis zijn als in de stal, hebben gevoel voor humor. Maar er zijn momenten, dat ze niet lachen en dan kijken ze meestal in de richting van de zandzuigers. Wij zagen scheuren, dubieuze en reële Achter de kade zien wij in de weidegrond zich een donkere boog aftekenen. „Ja, dat is nou die j scheur", zegt boer De Haas, „hier is een „veur" van twintig meter lang ontstaan. Het vee kan er niet meer lopen, want het zakt weg. Dat heb ben we al eens een keer meege maakt hier tijdens de hooibouw met een paard van Verlaan." Ze komen steeds weer terug „Ziet u die zuiger daar? Twee jaar Eigenaren van Kogjespolder betalen abnormale schade Nee, de veenboeren ten zuiden van moderne flatjes, en binnèn de boer de Kaag voelen zich niet geheel op derij is het een feest van eikehout, hun gemak sinds enkele maanden, waarvan de degelijkheid eerbied af- „Het is alsof de grond onder onze dwingt. lBMSM voeten vandaangezogen wordt", zeg- „Toch zitten er in deze muren ken in de geh^i ^óntgoimen'^putten gen ze daar. En als je zoiets hoort is scheuren", vertelde ons boer Jac de in het Zweiland. het altijd wel de moeite waard, een Haas, „en je ziet ze wijder worden, Achterop zie je een mannetje staan praatje met deze en gene te maken, ae laatste vijf weken. Op sommige dat ter plaatse platen in de wand Het is aan de Boekhorsterweg in plaatsen siepelt het water naar bin- van de schuit optrekt. In een oog- Oud-Ade waar het verzet tegen de nen en zo gauw zetten ze daarbuiten wenk komt het achterschip omhoog onvermoeibare zuigende en spuitende op de plas de machines aan of de zetten terwijl het mannetje in grote reuzen het sterkst is. Zo zijn de ge- lamp hier in de kamer begint- te tril- haast naar voren loopt om daar de- broeders C. en J. A. Verlaan en de len, tegelijk met de bodem" Ook de- zelfde manoeuvre uit te voeren In gebroeders C. en Jac. de Haas het er ze boer is overtuigd van het weg- nog geen 20 seconden is de schuit hartroerend over eens, dat het met schuiven van het zand en hij ziet een leegMen is zijn verbazing nog het zuigen de verkeerde kant opgaat, dag komen, dat hij met zijn hele heb- niet te boven als sleper en gesleepte ben en houden losweg komt te zwe- al weer naar de trekvaart onderweg Schuift het zand of schuift het ven boven het wegstromend zand. zijn. nietBoer De Haas mag dit spectaculaire We zijn eens naar die scheuren werk graag zien, maar als wij op de „Officieel", zo zeiden zy ons, £aa" kijken. En inderdaad, ze zitten Kogjespolder aan land stappen is hij „zuigt men in de bodem door een Maar het is voor ons lekenoog niet weer ernstig en wijst naar een gat bovenlaag van veen ter dikte van UI' te maken, of de boosaardige zui- in de kade. Drie a vier meter breed, een kleine tien meter een gleuf, die Ser® ®r.°e van zijn, of dat schatten wij, en vijf meter lang. twintig meter diep is. Nu staat het »ch begonnen te vertonen toen de voor ons zo vast als een huis, dat huidige vroede vaderen van Alke- De schade loopt op die gleuf van onder weer dicht made nog op de kleuterschool zaten valt- de zandlaag gaat schuiven of misschien zelfs in de barre winter De Haas schudt zijn hoofd. „Als dat waardoor de beide kanten van het van 1794 toen Pichegru over de be- zo doorgaat, dan weet u het weL Je gat invallen." De Provinciale Wa- vroren rivieren ons land binnentrok, zit hier zo beneden peil". Hij heeft al terstaat heeft ook de klachten aan- Boer De Haas houdt het op het 365 gulden extra betaald voor het hoord, maar ten stelligste ontkend, weglopen van het zard. „Het in- herstel van de kade. „Als dat straks dat van dichtschuiven van de gleuf klinken van de grond kan niet door 3C» _ha moet worden kan ik wel inpak- sprake kan zijn, dit hebben proeven de droogte van het vorig jaar ko- in de Nieuwe Waterweg en in het men", zegt hij. „Het peil van de pol- gebied van de Europoort uitgewe- der ligt beneden dat van de Kager- zen. „Ze kunnen vertellen wat ze wil len", zeggen de Oud-Adese boeren, „maar dat zijn heel andere geval- De heer De Haas steekt in de scheur een stok van een meter. Het j hout verdwijnt voor de helft in de geleden lag"hij"e*r a*l en in dé'tussen- moddergrond. Bij intuïtie voeren wij tijd is hij zeker zes keer terugge- een solodansje uit. De grond veert weest. Voor mij staat het als een paal mee, als stonden we op een spring- boven water, dat die put telkens plank. En ook onze ogen bedriegen weer dichtvalt. Let u maar op mijn zich niet.Wat verderop is alles nor- woorden, zo kunnen ze nog wel een maal, de grond is daar niet buiten- paar jaar voort." 1TET IS 'N VERFRISSENDE tocht sporig drassig en hij geeft niet mee. Boer De Haas wacht af. Hij heeft met het roeibootje van de heer „Kunt u zich nu voorstellen, dat ik al een paar keer bij Rijnland om op- C. de Haas. Een kleine bries doet je me druk maak?", vraagt boer De heldering gevraagd. Deze is hem be- al de kraag opzetten en het buiswa- Haas. Het lijkt ons inderdaad buiten loofd, maar De Haas is nog niet veel ter bedreigt je nieuwe schoenen. Toch de ordewijzer geworden. „Ik word dat wach- kun je veel genieten in zo'n notedop. ten nu wel een beetje moe", zegt hij. Midden op onze route houden we /"\P DE WEG TERUG kijken we Ook het hoofdbestuur van de LTB even stil om te kijken naar de sleep- weer naar de gewraakte zandzui- stelt een onderzoek in. En steeds boot, waaraan en z.g. zelflosser is gers, machtig liggen ze daar, in een meer omwonenden van de Kaag zijn bevestigd. Verschillende malen per niet onderbroken ritme wroetend in benieuwd, wat er uit de bus zal ko- dag komen hier deze schuiten, tot de zanderige onderbodem van het men. Straks verdwijnen de zandzui- aan de rand toe geladen met veen en Zweiland en knagend aan de ge- gers om een tijdje plaats te maken kleingrond uit de Haarlemmertrek- moedsrust van de gebr. De Haas en voor de watersport, maar nu dreunt vaart, om hun inhoud te laten zin- hun collega's. het nog over de plas. Het gat in de kade van de Kogjes polder, midden op de Kagerplas, liegt er niet om. De betonnen blok ken hebben het water niet kunnen tegenhouden V00R- JAARS- M0E- HEID blik een zandzuiger in alle overgave schuiten boordevol met 'n vloeibare substantie spuit. plas en de hele zomer is er genoeg een donkere halve boog vertoont nolderwater geweest" zlcb m het weiland van de Kogjes- poioerwater geweest polder 'n drassige scheur. Het is hier maar riat riin peel andere geval- Waterstaat gaat tegen deze mening vlak achter de beschadigde kade, het 1^ De «oSd is daar van een an- in; daar heet het, dat de grond aan gï=htst b« de b k waar op het ogen- ttere Samenstelling" seizoenschommelingen onderhevig is, bllk een in alle overgave de bodem „haalt adem met de sei- Aan de Alkemadese oever van het zoenen". En toch is deze poëtische Zweiland staat een burcht van een verklaring niet afkomstig van louter boerderij, De Franschman. De hoeve theoretici, loopt al een eeuw of drie mee en is destijds gefundeerd op koeienhuiden. Vragen nog niet beantwoord Dat is een beproefde methode ge weest welke vroeger meermalen ook De betreffende veehouders stellen elders in het land werd toegepast De zich vele vragen, waarop nog geen bakstenen buitenmuren zijn drie de- antwoord is gegeven. Zij zitten in het cimeter dik, een voorbeeld voor onze polderbestuur, maar in deze zand- zuigkwestie hebben ze er niet veel van gemerkt. „Als er gebaggerd moet worden is toestemming van Rijnland Scheuren in de noordmuur van boer- nodig en daarover worden altijd eerst „Mascotte" van een modern bedrijf vader van de huidige directeuren wa ren groentehandelaren. Hun vader, die ook „in groenten" was, richtte in 1856 een conservenfabriek op. Het produkt deed hij zelf vervoeren. Na enige jaren zelfs al met sleperswagens tegelijk. Op Rotterdam en Amster dam voer zelfs een eigen boot. Door telrecht van de stad, totdat dat in 1859 de jaren heen is het bedrijf „aan werd opgeheven. De sleutel van de paard en wagen blijven hangen" om- Morspoort is nog in het bezit van de dat de afnemers, die haast hadden familie Nieuwenhuizen Bet-over- met de leverantie zelf met hun derij~,J)ë Franschman". een eeuwen- de polderbesturen gehoord. Bij dit grootvader, overgrootvader en groot- vrachtauto's voor het vervoer zorg- oude, solide hoeve. Hoe lang zitten zuigen ztfn wij niet gehoord". „En Een heel klem stukje vaD die goe- den. Op de kleine afstanden bleek ze er al in? „De laatste paar weken waarom", zo vraagt men zich verder «Je, oude Ujü is gistermiddag in Lei-zelfs na de tweede wereldoorlog een zijn ze steeds groter geworden" af, „wil Rijnland geen zwart op wit den herleefd, toen de nieuwste bestel- paard-en-wagen nog goedkoper dan zeggen de bewoners. igeven, dat er geen schade aan land wagen van de conservenfabriek „De „Op korte afstanden niet strijdig met welke vorm van motortransport ook. Sleutels" van het terrein aan de de ^ono,^» en dus heeft Leiden Koetsier en tijd buiten beschouwing Morsweg vertrok naar de oudste van gelaten, kosten paard-en-wagen vijf de klanten, Hart's Groenten en Fruit- weer een sleperswagen. tig gulden aan onderhoud per week. bedrijf aan de Beestenmarkt. Die nieuwste wagen zou „geen nieuws" geweest zijn, als het niet een echte, ouderwetse sleperswagen ge weest was. Het klinkt als een paradox, want in welk modern bedrijf gebruikt men nog paarden? In Leiden is de laatste sleperswa gen verdwenen, sinds Van Gend Loos zijn paarden door bestelauto's verving. Overal zijn auto's in ge bruik. Dat moet ongeveer ook de gedachte geweest zijn van de gérant van „De Haagse Schouw", toen de vrachtrij der stopte aan zijn restaurant. „Moet je zien" zei hij, dat is toch nog z'n gezellig stukje ver leden tijd. Sleutel-conserven wor den al zo lang als ik me dat herinner met de paard-en-wagen thuisge bracht". Dat moesten ze zo laten: aar dig in het stadsbeeld en een goede re clame" Gevleid bracht de koetsier die boodschap over aan zijn chefs. Die hadden daar wel gevoel voor. Zij heb ben oog voor de vooruitgang maar vergeten het verleden niet. Oog voor de historie. De technische outillage van hun bedrijf behoort tot de modernste van Europa maar tegelijk zien zij trots te rug naar hun voorvaderen, die reeds in de zeventiende eeuw moestuinen hadden bij het Pesthuis buiten de Leidse wallen. Ze brachten de oogst zelf op de markt. Ze hadden het sleu- Niemand durfde. Het oude wagentje, een bastaard model", was juist versleten en daar om besloten de heren Nieuwenhui zen, een nieuwe sleperswagen te la ten bouwen, maar dan een „echte". Dat was moeilijker dan men gedacht had want niemand durfde het aan, omdat er nergens tekeningen van wa ren. Tenslotte werd in Leiden de heer A. S. Schalkers ontdekt, een timmer man die een Duits boek bezat, waarin afbeeldingen voorkwamen van de meest voorkomende wagenmodellen in de jaren 1880. Aan de hand van die tekeningen maakte hij een wagen, die in de kleinste onderdelen voldoet aan de ongeschreven wetten van het oude wagenmakersberoep. die hem, al tim merende, ter ore kwamen. Het iepen hout voor de spaken kwam uit Noord- Holland, de kaarslantaarns van een boer uit de Betuwe, een oude schilder kwam met het advies voor de juiste kleuren en het achterhalen van assen werd een verhaal op zichzelf. Het is een juweeltje van een wagen gewor den, die in iedere zaagsnee de liefde verraadt van de man, die zulk een moeilijke opdracht kreeg. De wagen kostte ruim drie mille Het paard, een echte „Oldenburger", die op advies van dr. N. A. Commandeur in Drente werd gekocht, kostte nog eens f 1500. Maar dat was de heren Nieuwenhui zen een beetje gezelligheid in het stadsbeeld wel waard. De nieuwe sle perswagen is de mascotte van het be drijf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 4