Smokkelaars en zeerovers tooiden schepen met brave schegbeelden
TIJD IS BETREKKELIJK
Oz
si
cc
2:
SCHEEPSKLOKKEN-KOOPJES
Erasmus als heilige
drie eeuwen lang
in Japan
LU
LU
LU
LU
DE LEIDSE COURANT
De „pln-up girl" treft men tegenwoordig aan
in kazernes en op kostscholen, in de verblijven
van scheepsbemanningen en op studenten
kamers. Vroeger had ieder schip, dat zichzelf
respecteerde, een „pin-up" figuur, „schegbeeld"
genaamd. De keuze was vaak wonderlijk, ja,
bizar!
Shaftesbury, Abraham Lincoln en anderen. Etiket op
de borst, star en onbeweeglijk, maar toch zo uit het
leven gehaald, stonden ze voor mij, in een bonte rij.
Abraham Lincoln's „persoonsbewijs" vermeldde, dat
hij en het schip, dat zijn naam droeg, vergaan waren
nabij het eiland Man in de Ierse Zee.
Meent u niet, dat het uitsluitend „fatsoenlijke" sche
pen waren, die fraaie schegbeelden hadden. Juist zee
rovers en smokkelaars kozen graag „brave" beelden.
Lang niet altijd voeren zij onder de piraten-vlag:
Zwart veld met gekruiste doodsbeenderen. In de col-
lectie-Cumtoers bevindt zich het schegbeeld van een
vermaard smokkelschip, dat in de zeventiende eeuw
voor de zuidoostkust van Engeland verging. Het beeld
stelt voor twee „Gouden Cherubijntjes", die men eerder
zou verwachten in het boudoir ener elegante Frangaise
dan aan boord van een smokkelaar. Die cherubijntjes
werden in 1663 gesneden en behoren tot de oudste
nog bestaande schegbeelden.
Een praohtige, trotse arend, afkomstig van een in
1856 gebouwd zeilschip, is een bijzonder indrukwek
kend voorbeeld van een andere categorie schegbeelden,
die vogels of viervoetige dieren voorstellen. Ook die
arend bewijst, welk een zorg en vakmanschap vaak
ten koste werden gelegd aan de schegbeelden. Veel
handwerkslieden hadden vroeger een eigen stijl en
het is in de regel ook voor een landrot niet moeilijk te
raden, uit welk land een schegbeeld afkomstig is, want
zelfs „vreemdelingen-ter-zee" gunnen in tal van geval
len direct zien, of zij met Nederlandse, Franse, Engelse
of Amerikaanse schegbeeldkunst te doen hebben.
Links: Het prachtige boegbeeld van het ge
heel opgetuigde schip „Eagle", gebouwd in en
eigendom van Bristol rond 1850.
Onder: Kapitein Long John Silvers verza
meling boegbeelden van (koopvaardij)schepen
welke zijn nagelaten aan het genootschap
„Cutty Sark". Kaarsrecht en met ogen starend
naar een verre horizon staan hier boegbeelden,
die een paar beroemdheden vertegenwoordigen:
William Wilberforce (afschaffer van de slaver
nij) rechts staat naast Lord Shaftesbury.
De Britse Admiraliteit heeft onlangs 109 scheepsbellen, afkomstig van
oorlogsschepen van motortorpedoboot tot kruiser vrijgegeven voor de ver
koop. De vraag had het aanbod wel ver overtroffen, daarom was bepaald,
dat voorrang gegeven zou worden aan oud-schepelingen of mensen, die
nauw verbonden zijn geweest met een van de schepen. De prijzen variëerden
van dertig tot honderd gulden.
EEN MINUUT is op het horloge een
minuut, een uur is een uur, dit geldt
overal en altijd en er valt niet aan te
tornen. Toch is het begrip tijd zeer
betrekkelijk en daar zal bijvoorbeeld
een bioloog u een duidelijk beeld van
kunnen geven.
Voor een eendagsvlieg]e, dat in een
bestek van enkele uren zijn gehele
leven heeft van geboorte tot wasdom
en dood, betekent een uur iets geheel
anders dan voor een bepaald soort
schildpad, die een leeftijd van ver
over de honderd jaar kan bereiken.
Voor de schildpad is een uur een
druppel in de oceaan des tijds, maar
voor het vliegje is het een heel groot
deel van zijn leven.
DAT TIJD zo betrekkelijk is, we
ten we eigenlijk allen uit ervaring.
Tien minuten wachten op de uitslag
van een examen kan langer duren
dan een uur samenzijn op een gezel
lig feestje, kortom alles wat onaan
genaam is, vertraagt de tijd, terwijl
alles wat aangenaam is, de tijd doet
vliegen.
Zo is de tijd ook zo betrekkelijk
voor de jeugd en de ouderdom. Een
jongen of meisje van tien jaar weet
zich nog vele jaren voor de boeg. Tien
jaar is voor hen een zee van tijd,
maar een grijsaard van zeventig ziet
in een decennium een korte tijd. Het
betekent voor hem slechts een herin
nering, terwijl het voor de jeugdige
een geheel leven betekent.
Iedereen zal zich uit zijn jeugd nog
herinneren wat het betekende om een
maand vacantie te krijgen Het leek
een ontzaglijke tijd, waaraan schier
want op zevenjarige leeftijd heeft
men zijn halve leven al achter de rug
geen einde scheen te komen. Volwas
senen lachen om een maand, het is
slechts een korte periode. En aan het
einde van het jaar zeggen we: „Wat
is het jaar toch vlug gegaan Alweer
een jaar voorbij!" Voor het kind is
het wachten op de volgende verjaar
dag een bijna onoverzienbare perio
de waaraan geen eind komt....
Gevolgen.
DOORDAT EEN UUR voor een on-
volwassene zo lang lijkt, ligt hier ook
de verklaring van het jeugdig onge
duld. Het kind is toch al actief en
vol dadendrang en daarom is wach
ten, waarbij de tijd extra lang lijkt,
een verschrikkelijke kwelling Oude
ren, die geduld hebben leren oefe
nen en voor wie bovendien de tijd
ogenschijnlijk sneller verloopt, zul
len gemakkelijker wachten.
Hetzelfde verschijnsel treft men in
het groot aan bij de voTkeren van
de wereld. Jonge volkeren zijn on
geduldig en willen snel opschieten,
terwijl ouderen niet zo'n haast heb
ben en in langere tijdperken denken.
Het verschil is reeds duidelijk merk
baar bij Amerikanen, Europeanen en
Aziaten. De doorsnee Amerikaan heeft
altijd haast en is ongeduldig, terwijl
de gemiddelde Europeaan aanmerke-
lijk rustiger werkt en de oosterling
alle zaken de tijd geeft zonder zich
ooit te vermoeien.
Het feit, dat de jeugd de tijd veel
langer voorkomt, heeft merkwaardige
gevolgen. Ër zit een bepaalde ver
houding in. Een dier gevolgen is dat
de jeugd sneller leert Iets, waarvoor
een volwassene een uur nodig heeft,
leert een kind in tien minuten. Wij
zijn geneigd hierover versteld te
staan en te menen, dat uit zo'n kind
iets bijzonders kan groeien, maar we
dienen te bedenken, dat dit een
normaal verschijnsel is. Aan de an
dere kant staat hier tegenover, dat
een kind zich slechts zeer kort kan
concentreren en zich niet zolang in
één onderwerp kan verdiepen. Daar
om is het wel nodig, dat ze zo ge
makkelijk leren, want anders zouden
ze beslist niet in staat zijn zich alles
in enkele jaren eigen te maken, wat
voor het leven noodzakelijk is.
Afwisseling nodig.
DESKUNDIGEN berekenen, dat de
vier jaren die liggen tussen het der
de en zevende levensjaar voor een
kind even lang duren als vijftien ja
ren voor een volwassene. Hieruit
kunnen wij dus eenvoudig bereke
nen hoe lang voor een kind een
schooldag duurt, ongeveer vier keer
zo lang als voor de onderwijzer. Om
tot een effectief leren te komen is
het daarom ook belangrijk de lessen
kort te houden en veel afwisseling
te brengen.
Hoeveel een kind in de eerste
periode van zijn leven leert, is won
derlijk. In de eerste zeven jaar van
zijn leven leert het kind net zoveel
als in zijn gehele verdere leven, zo
veel nieuwe dingen ontdekt het en
leert het. Vandaar dat men uit het
oogpunt der ervaring mag zeggen,
dat een zevenjarige al zijn halve le
ven achter de rug heeft Wat de
schijnbare tijd betreft, komt dit ook
ongeveer uit.
Deze snelle ontwikkeling neemt in
een soort reeksvorm af en eindigt
ongeveer op vijftienjarige leeftijd,
dan krijgt ook het tijdgevoel enige
vaste maat. De ontwikkeling van de
intelligentie houdt dan op gelijk met
de groei. Natuurlijk is er nog veel bij
te leren, maar de geestelijke ontwik
keling is in de meeste gevallen af.
De tijd schrijdt dan voort maar in
een ander tempo en steeds zal ze
ons in een andere gedaante tegemoet
komen al naar wij ouder worden.
tijd is betrekkelijk
daarom mijne heren zal
ik het kort maken
(Bijzondere medewerking)
pERNANDO MAGALHAES was het gelukt om Azië
te bereiken door bezuiden Zuid-Amerika om te
zeilen. Waarom vroegen de Nederlanders in de zes
tiende eeuw zich af zouden wij-die weg ook niet
varen?
Twee Rotterdamse kooplieden, Van der Haghen en
Van der Veken, gaven het antwoord, toen zij besloten,
hun schippers langs die weg naar het Verre Oosten te
zenden. In 1598 rustten zij vijf schepen uit: „De Trouw",
„De Hoop", „De Liefde", „Het Geloof" en „De Blijde
Boodschap". Gevijven kozen deze schepen het ruime
sop. Slechts „De Liefde" bereikte, deerlijk gehavend
en met een gedecimeerde bemanning, het doel der
reis: Azië. Op 19 april 1600 liet dit goede, dappere
schip, het anker vallen op de rede van Bungo, een stad
op het eiland Kiu-Shiu. „De Liefde" was hiermede het
eerste Nederlandse schip, dat Japan bereikte. De kapi
tein, Jacob Jansz. Quaeckernaeck, was de eerste Neder
lander, die met Japanse autoriteiten onderhandelingen
aanknoopte.
ERASMUS
JVUIM DERTIG JAAR geleden ontdekte een Neder
lander in een der Japanse musea een merkwaardig
houten beeld, dat daar stond geregistreerd als „Chris
telijk Heiligenbeeld" en waarvan de Japanners zeiden,
dat het in de zeventiende eeuw door de Portugezen in
Japan was achtergelaten. De Nederlander herkende het
beeld echter als dat van Erasmus, de beroemde Neder
landse humanist. Hoe was dit beeld in Japan gekomen
Een nauwgezet wetenschappelijk onderzoek werd inge
steld. Dit bracht aan het licht, dat het een schegbeeld
was, dat eens een schip versierd had. Van welk schip
was het afkomstig?
Voorzover men aanvankelijk kon nagaan, droeg geen
der schepen, die in vroeger eeuwen de hande' op Japan
onderhielden, de naam „Erasmus". Uit een bestudering
van de voorgeschiedenis der vijf schepen, die in 1598
Rotterdam met bestemming Azië hadden verlaten,
bleek evenwel, dat „De Liefde" vroeger „ErasmuqjJ
had geheten. Toen was het Japanse „Erasmus-Raadsel"
opgelost. Kapitein Quackernaeck had om de Japanners
een genoegen te doen, zijn schegbeeld aan hun "cadeau
gedaan en de Japanners hadden Erasmus ruim drie
eeuwen als „heilige" bewaard.
EEN VERZAMELING
£jjf® AANTREKKELIJKE gewoonte om schepen te
- voorzien van sprekende of fraaie schegbeelden is
vrijwel verloren gegaan. Toch zijn die soort beelden
hiér; en daar nog bewaard gebleven. Een Engelsman,
de heer Sydney Cumbers, legde zich toe op het bijeen
brengen van een verzameling schegbeelden. Inzonder
heid de sehegbeelden van koopvaarders hadden zijn
belangstelling. Zijn liefde voor en kennis van de zee
böÉorgden hem op en aan de oevers vnn de Theems
de bijnaam „Captain Long John Silver". Veel mede
werking ondervond hij van de zeerobben. Mede hier
door werd zijn verzameling schegbeelden de grootste
ter wereld. Een paar jaar geleden stelde hij zyn ver
zameling ter beschikking van het Nationale Zeevaart-
Museum te Greenwich, waar zij thans bewaard wordt,
en wel aan boord van een daar opgesteld beroemd
Brits schip, de „Cutty Sark". een der laatste klippers.
Tientallen schegbeelden kan men daar bewonderen.
Er zijn kleine beeldjes, die de kustvaarders van weleer
sierden. Ook zijn er meer dan levensgrote beelden, die
eens op trotse koopvaarders of drieste smokkelschepen
de zeeëen en oceanen der wereld bevoeren. Sommige
dier beelden zijn uitstekend bewaard gebleven en
bovendien juweeltjes van vakmanschap en kunstzin.
Andere vertonen duidelijk de sporen van'water, weer
en wind. Tegenover de bijzonder fraaie exemplaren
steken de ruw behouwen figuren erg af. Niettemin
hebben al deze beelden gemeen, dat er van hen, stuk
voor stuk, een bijzondere bekoring uitgaat Onder hep
zijn kleurige en verleidelijke vrouwenfiguren, ver-
leiderlijker dan de sirenen, die Ulysses trachtten te be
koren, kortom schegbeelden, die men kan bestempelen
als de „pin-up girls" der zeelieden in vroeger eeuwen;
Donker van oog, blond van haar, schalks, vlot, be
scheiden. dus „elck wat wils" voor de matrozen en
de officieren.
HISTORISCHE FIGUREN
jfO STELDE de heer George Hellyer (wiens over
grootvader het oorspronkelijke schegbeeld van de
„Cutty Sark" sneed) mij voor aan het counterfeitsel
van Elizabeth Fry, een der beroemste figuren uit de
rij der schegbeelden. Deze Elizabeth was in haar tijd
zeer bekend om het vele goede werk, dat zij verrichtte
ten behoeve van de ongelukkige boeven en bannelin
gen aan boord der schepen, die hen naar hun ballings
oord (Australië, West-Indië) brachten. Ze stond voor
mij, gebedenboek in de ene hand, paraplu in de andere,
echt een brokje op heterdaad betrapt leven.
Ook mannenfiguren vond men onder de schegbeel
den. Erasmus noemden wij reeds. In de verzameling-
Cumbers bevinden zich bij voorbeeld de beroemde
Italiaanse vrijheidsstrijder Garibaldi en de held van
de Soedan, Generaal Gordon. Dan beroemde staats
lieden als Lord Beaconsfield (Disraeli), de graaf van