Prins Bernhard opende eerste studentenflat in Nederlands oudste studentenstad Ook in ons land buiten college uren bemoeienis met de student LOF VOOR HET BEDRIJFSLEVEN „No bed" voor de V.V.S.èles op de slofavond in 't Kurhaus VRIJDAG 29 JANUARI 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 1 Vliegtuig maakte noodlandingvuurwerk spatte uiteen Gistermiddag omstreeks kwart over vijf werd bij de Haagweg te Leiden een vliegtuig gelanceerd dat enkele ogenblikken later reeds smadelijk een noodlanding moest maken omdat het de storm en andere onvoorziene omstandigheden volkomen tegen had. Maar niemand had er veel verdriet van. Ook prins Bernhard niet, die tussen tientallen studenten en hoge autori teiten er het grootste plezier in had toen het toestel, een vliegtuigmodel, dat van boven van de zojuist door de prins officieel geopende „sterflat" aan een touw naar beneden kwam zetten, halverwege bleef steken en vervolgens onder grote hilariteit buitengewoon oneervol een crash maakte op de met laaiende vetpotjes omzoomde „landingsbaan", vlak voor de ingang van de flat De vlieger in dit geval het vlieg tuigje, dat gisteravond prompt prijk te boven op het hokje-van-de-ver keersagent bij de De Gijselaarsbank op het Kort Rapenburg ging niet op, maar het vreugdegejoel was er niet minder om. En ook het vuur werk niet waarvan fraaie ballen de lucht in schoten en op de windvlagen stadwaarts dreven. Dit alles was het ondubbelzinnig antwoord van de „sterflaf'-bewoners op de druk op de knop, waarmee prins Bernhard kort tevoren naast de Chr. Huishoud school waar hij de openingsrede had uitgesproken alle lichten in de flat had ontstoken waardoor het studentenhuis officieel zijn functie ging verrichten. Overigens was het, vliegtuigje mede bedoeld als hulde aan de prins voor zijn ijveren voor de nationale zaak tijdens het lucht- vaartgesprek tussen Nederland en de Ver. Staten. De slagzin, geplakt op de vensters op de tweede verdieping loog er ook niet om: Vele genodigden. Prins Bernhard was klokslag vijf uur met zijn particulier secretaris, dr F. A. de Graaff, bij de Huishoud school gearriveerd waar hij de met zeer vele genodigden gevulde auta werd binnengeleid. Hier hadden o.m. plaats genomen mr J. M. L Th. Cals, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mevr. Chr. A. de Ruyter-de Zeeuw, oudste lid van Ged. Staten van Zuid-Holland en ver tegenwoordigster van de commissa ris van de koningin, jhr mr F. H. van Kinschot, burgemeester van Leiden, en de wethouders A. J. Jongeleen en mr. J. Drijber, de rector-magnificus van de Leidse Universiteit, prof. mr J. E. Jonkers, de president-curator van de universiteit, dr J. E. baron- de Vos van Steenwijk, vele hoogleraren en leden van de wetenschappelijke staf, burgerlijke autoriteiten en tal rijke studenten. Prins Bernhard zeide in zijn redevoering gaarne deze opening te willen verrichten, omdat hij dan gelegenheid had enkele op merkingen te maken over de be tekenis van het vraagstuk der studentenhuisvesting. Tot voor kort bestond dit vraagstuk nau welijks. De jaren door is nu een maal in ons land de verantwoor delijkheid voor het welzijn en de vorming van de student hele maal aan hemzelf overgelaten. Dit in tegenstelling tot o.m. de Angelsaksische landen waar het samenwonen van de studenten in colleges en een onder leiding studeren van oudsher bekende zaken zijn. In die landen draagt de universitaire gemeenschap 'n deel van de verantwoordelijkheid voor de student. In Nederland bleef die gemeenschap passief, aldus prins Bernhard. Na de bevrijding van ons land is een voorzichtige ontwikkeling in an dere richting begonnen. Als op zove le andere terrreinen won de overtui ging veld, dat enige bemoeienis met de student buiten college-uren voor delen met zich zou kunnen brengen voor de student zelf, voor de univer sitaire gemeenschap en daarmede voor het land als geheel. Voor deze herziening wees de prins twee oor zaken aan. In de eerste plaats de enorme uitbreiding van het aantal studenten. Een toename, die nog steeds voortgaat. In de tweede plaats het gelukkige feit, dat jonge mensen uit kringen, die vroeger niet in staat waren om hun kinderen universiteit of hogeschool te doen bezoeken, thans daartoe wel in de gelegenheid worden gesteld. Voor die massa én voor hen, die geen universitaire traditie van huis- uit hebben meegekregen diende iets te worden gedaan, dat hen maakt tot meer dan alleen de college-loper, die tenslotte zijn academische graad haalt. Wederzijdse opvoeding Natuurlijk speelt de woningnood onder de studenten een zeer grote rol. De toestand was en is nijpend. Maar daarnaast is toch ook de opzet van speciale studentenhuizen deze, dat daarmede de mogelijkheid wordt geschapen om studenten, die om wel ke reden ook, geen lid zijn van een studentenvereniging, in zo'n huis sa men te brengen met anderen en zo te komen tot wederzijdse opvoeding, aldus de prins. Het zijn de idealen van hen, die het vraagstuk van de studentenhuis vesting ter hand namen, dat de wo ningnood onder de studenten gele nigd wordt en dat de schadelijke ver eenzaming van de individuele student wordt tegengegaan. Het stemt tot grote voldoening, zei prins Bernhard, dat het bedrijfsleven het nationale belang van de „complete" student heeft ingezien en miljoenen bijeen heeft gebracht voor de financiering van studentenhuizen. Mensenkennis even nodig. De prins deed een beroep op allen, die in de toekomst benaderd zullen worden, met dezelfde gulheid te blij ven geven. Want wij zijn er nog lang niet, ondanks alles wat er gebeurd is en nog gebeurt. Prins Bernhard gaf tenslotte de waarschuwing, dat, wil Nederland in de wedloop tussen de volkeren kunnen blijven meedoen, het nodig is, dat Nederland beschikt over een studerende jeugd, die een zo volledig mogelijke vorming krijgt. Kennis is goed en nodig, mensenken nis is even goed en nodig, aldus prins Bernhard, die vervolgens de eerste studentenflat in Neerlands oudste studentenstad voor geopend verklaar de. Tevoren was door verscheidene sprekers het woord gevoerd. Prof. dr D. J. Kuenen, voorzitter van de Stichting Leidse Studentenhuisves ting, was dankbaar voor de grote me dewerking, die was ontvangen van de zijde van regering en gemeente, welke steun het meest tot uiting komt in een belangrijke overheids subsidie en het beschikbaarstellen van bouwgrond door de gemeente ter waarde van ongeveer 200.000. Voorts gaf prof. Kuenen een over zicht van de historische ontwikkeling van de studentenhuisvesting te Lei den. Baron De Vos van Steenwijk sprak over de te verwachten grote groei van het studentental te Leiden. In de periode 19601970 zullen gebouwd moeten worden woningen voor ong. 2200 studenten. Dit vraagt een rijks subsidie van ca. 12.000.000 op een totaal van ongeveer 19.800.000 aan bouwkosten. Spr. was zeer dankbaar, dat er de stichting Leidse studenten huisvesting is welke de stand van za ken zo overbloemd heeft opengelegd. Tien jaren, tien seconden of tien eeuwigheden, zegt een oud versje, maar als men met financiële steun van anderen bouwt, dan is het of men eeuwen moet wachten op de toestem ming en slechts seconden heeft voor de uitvoering. Burgemeester Van Kinschot her innerde aan de taak, welke bij de stu dentenhuisvesting voor de gemeente was weggelegd. Bij de totstandko ming van deze prachtige flat mag men niet vergeten, dat de binnen stad nog veel studenten trekt, die de onmiddellijke nabijheid van de uni versiteit op prijs stellen. Ook hier zullen uitbreidingen van woongele genheid en nieuwe ruimte noodzake lijk zijn. Het was de overtuiging van spr., dat de sterflat als voorbeeld voor vele andere studentenhuizen kan worden gesteld. Nog een half miljoen voor eerste plannen. Prof. Kuenen wendde zich hierop nog even tot wethouder Jongeleen en vroeg hem straks van de weg te willen afwijken en wederom een stukje grond beschikbaar te willen stellen als er een beroep op hem wordt gedaan. Prof. dr C. J. F. Böttcher, voorzitter van het curato rium van de centrale stichting Stu dentenhuisvesting, getuigde ook van zijn grote dankbaarheid t.a.v. het be drijfsleven, dat grote steun heeft ge geven bij het begin van de oplossing van het studentenhuisvestingspro bleem. Ongeveer 400 bedrijven heb ben tot dusver drie miljoen gulden bijeengebracht. De overheid heeft eenzelfde bedrag bijlgedragen. Het is echter nodig, dat zowel het bedrijfs leven en ook andere instanties royaal blijven steunen; er is nog zeker een half miljoen nodig om ook in andere steden een goed begin met de huis vesting van de studenten te kunnen komen. Als Kneppelhout Namens de bewoners van de „ster flat" sprak de heer A. L. Th. v. d. Meer, nestor van Klikspaanweg 16, tweede verdieping. Hij beschreef met veel humor wat de heer Johannes Kneppelhout, ook bekend als Klik spaan, zou zien, horen en beleven als hij nu eens een kijkje zou kunnen nemen in de 20ste eeuwse sterflat. Hij was zeer erkentelijk, namens de be woners, voor alles was in het begrip „sterflat" kan worden samengevat. Hij overhandigde aan prof. Kuenen een vlag met wimpel. Het koninklijk paar, gefotografeerd bij de aankomst aan het Knrhaus, Tot slot, vóór de komst van prins waar het donderdagavond het hoogtepunt van de viering van het lustrum Bernhard, gaf de architect van de van de V V SX de opvoering van de musical „No bed for bacon" flat, de heer H. Postel te Bilthoven, bijwoonde. een uiteenzetting van wat er aan de totstandkoming van het project was voorafgegaan. Hij bracht lof aan mi nister Cals voor diens streven, de studentenhuisvesting op gang te krij gen, een streven, dat zijn uitwerking niet heeft gemist. Dankbaar was hij ook de gemeente Leiden, voor de steun en medewerking, zijn adviseurs en medewerkers. Het is geen luxe huis geworden, zoals misschien en kelen zullen denken, maar het is al leen zeer doelmatig. Bezoek aan flat Hierna maakten Prins Bernhard en de genodigden in groepen verdeeld een tocht door de sterflat. De prins liet zich overal overvloedig voorlich ten en onderhield zich met vele ka merbewoners op ongedwongen wijze. De flat, die 220 kamers telt voor evenzovele bewoners en rond twee miljoen heeft gekost, is praktisch „ge. luiddicht". Omdat de gelijktijdige be zigheid van de verschillende bewo ners varieert van het zich ernstig voorbereiden op een examen tot het zich uitbundig uiten over de plezie rige kant van het leven, is een nood zakelijke geluidsisolatie bereikt door de scheidingsmuren tussen de kamers onderling goed zwaar te maken en op de vloer een isolatielaag aan te brengen. Men heeft dus geen overlast van elkaar. Alle ramen zijn van dubbel glas voorzien, ook met het oog op brand stofbesparing. Ook zijn alle gangen betegeld, omdat dit materiaal be stand is tegen de veelvuldige en soms nietsontziende verhuizingen welke in een studentenhuis nu eenmaal nor maal zijn. Tegen zes uur vertrok prins Bern hard van de flat. Vele bezoekers zwierven toen nog door gangen en kamers, voorgelicht door de bewo ners, die het bovendien nog druk Het symbolisch moment. V.I.n.r. prof. dr Kuenen, voorzitter van de Stich ting Leidse Studentenhuisvesting, de Prins en minister mr Cals. hadden met de voorbereidingen voor de musical en het bal te Schevenin- gen. Musical was een te zware opgave KONINGIN EN PRINS ONDER GENODIGDEN „No bed for Bacon" werd gister avond gevolgd door ,410 bed" voor de twee duizend V.V.S.èles, reünisten en haar begeleiders, want het slot feest in het kader van de lustrum viering van de Vereniging Voor Vrouwelijke Studenten duurde tot in de morgen. Alle benedenzalen van het Kur haus te Scheveningen waren voor het bal omgetoverd in lusthoven, waar van een der opmerkelijkste eigen schappen was, dat men binnen de muren van het gebouw blijvend, toch verschillende landsgrenzen kon pas seren. Met veel fantasie heeft de ver sieringscommissie onder leiding van H.KJEL prinses Beatrix van het Kur haus iets heel anders weten te maken. De laatste avond van het twaalfde lustrumfeest werd ingezet met een receptie, die zó rederijk was, dat het uur van aanvang voor de musical „No bed for Bacon" van negen naar tien uur verplaatst moest worden. Het ge volg was, dat de praeses van de V.V.SX., mej. M. de Vos tot Neder- veen Cappel, eerst om half twee haar laatste dankwoorden aan allen, die de feestelijke dagen tot een succes had den weten te maken, kon uitspreken. De gebruikelijke bedankjes over en weer met het uitdelen van geschen ken gingen hieraan vooraf. Onder de vele genodigden waren H.M. Konin gin Juliana en Z.KJL Prins Bernhard De noodlanding met brokken voor de ingang van de studentenflat. Links de Prins, prof. Kuenen en minister Cals. die om negen uur aan de ingang van het Kurhaus verwelkomd werden. Kosten noch moeite zijn gespaard om van de wereldpremière van de musical-comedy „No bed for Bacon" een succes te maken. De requisieten waren verrukkelijk en de kostuums overtroffen elkaar in glans en schoonheid. Dat de tonelisten van de Toneelclub van Vrouwelijke Studen ten te Leiden toch niet slaagden het beoogde succes te bereiken, ligt aan velerlei factoren. Het merendeel van de speelsters en spelers was kennelijk niet tegen de zware routine-eisen, die een musical stelt opgewassen. Zij bleven al te zichtbaar de dilettanten, die ervaring missen. Want niet alleen moeten zij de waarlijk niet eenvoudige tekst en be weging beheersen, zij dienden ook de liedjes op aannemelijke wijze over het voetlicht heen te werken. Vooral in het laatste schoten bijna alle vo cale tonelisten tekort. Maar 't zwaar tepunt van de mislukking ligt in de tekst, die geschreven is door Caryl Brahms en Ned Sherrin. Het is de vraag of deze musical al van huis uit niet te overladen is geraakt met his torische grapjes en toneelmatige on derbrekingen. Daar de musical zich rond Shakespeare afspeelt worden de requisieten, in de trant van het Elisa- bethiaanse toneel achter open doek gebracht en weggehaald, die neemt veel tijd in beslag en de herhaling verveelt. In de vertaling is bovendien veel van de sfeer in deze comedie blijven steken. Niettemin heeft de zaal enige uren vreugde beleefd aan deze opvoering, NAAMS AANDUID ING OP BOTER Het bestuur van het Produktschap voor zuivel is in principe aocoord ge gaan met een regeling, waarbij zij die pakjes boter in de handel bren gen verplicht zijn hun naam op de wikkels te doen plaatsen of, als zij bijvoorbeeld om kwaliteitsredenen bun naam niet aan de boter willen verbinden, het opschrift „koelhuis- boter". Boter die door het voedsel- voorzieningsinkoopbureau in het ver keer wordt gebracht zal, zoals dat ook tot nu toe het geval was, moeten zijn voorzien van de opdruk „koel- huisboter". Een ontwerp-verordening zal worden „voorgehangen" en t.z.t worden vastgesteld. De bedoeling is dat de regeling op 1 april a.s. ingaat Aan de minister zal worden ge vraagd uit de rijksvoorschriften de bepaling te schrappen, die aangeslo tenen bij een botercontrolestation ge biedt boter ouder dan acht weken te verpakken in wikkels met de opdruk „koelhuisboter". De bedoeling van het produktschap is namelijk, een re geling te creëren die aan wel en niet aangeslotenen een gelijke behande ling garandeert. want er bleven kostelijke momenten over. Vooral de muziek was heel aar dig, de orkestbegeleiding onder diri gent Herman van Gunsteren was voortreffelijk. En dikwijls rolde de lach door de zaal, vooral op die ogenblikken, waarin een loopje werd genomen met geschiedkundige feiten en het sno bisme van pseudo-Shakespaere-ke» ners en sou venier-jagende toeristen aan de kaak worden gesteld. De in trige is niet na te vertellen, omdat er eigenlijk geen is. Zelfs de titel slaat alleen maar op een bijkomstigheid: Bacon heeft zijn zinnen gezet op het bed van koningin Elisabeth, omdat zo'n meubel later veel waarde krijgt. De bezetting van dit spel was enorm. Belangrijke rollen werden ge speeld door Liselore Gerritsen als la dy Viola, die aan het toneel wil, Hel- bertijn Küller als koningin Elisabeth, R. H. Terwiel als Shakespeare, F. H. J. Hugas als Bacon en C. R. P. Bak ker als Burbage, theaterdirecteur. Zij waren de besten en voelden de paro distische strekking van hun rol goed aan. De regie was in handen van Berend Boudewijn, die ook voor de vertaling zorgde. De tekst van de liedjes werd vertaald door Elise M. Smulders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 7