Leidse veiling leidt de rui) van mijn en dijn in gebaande wegen WAAR HET BEZINKSEL VAN DE MAATSCHAPPIJ WEER WAARDE HEEFT Een echte, valse Van Meegeren op oude vendu Gemoedelijke stemming in een oud houten lokaal De gebroeders Van Duuren als gangmakers ZATERDAG 9 JANUARI 1960 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 Van Duuren laat weer eens een on vervalst meesterwerk zien. Van Jan Steen? Mummer 481: een armband-horloge! B. van Duuren, de onvermoeibare bediende van de Leidse veiling (ach ter het Notarishuis aan de Hoge- woerd) houdt een grote gangklok in de hoogte anno 1020. En de afslager P. de Jongh, dertig Jaar in het vak, zegt met een taxe rende blik: „Nou wat zal dat waard wezen? Twintig gulden?" De bezoekers taxeren mee en een gebrilde man in een blauwe overall roept: „Twee gulden!" ,,'n Tientje dan?" zegt de afslager. De blauwe man roept het nog eens: „Twee!" „Hé Pluym, hou fe klep eens dicht", klinkt het uit een andere hoek. Eindelijk heeft de afslager beet en hij gaat door: „Elf gulden geboden daar, twaalf gulden, dertien, veertien...." Zo gaat het elke donderdag, ééns in de veertien dagen. Grote en kleine, dikke en dunne, imooie en lelijke mensen drommen samen in een kaal lokaal met krul lige kasten, wankele tafels, zwarte stenen pendules, vazen, vaiasjes, wandspreuken, kleden, gordijnen en noem maar op. Het is gezellig in deze oude, be proefde vendu aan het Utrechtse Veer. Zó gezellig, dat meneer De Jongh moet uitroepen: „Mensen stil toch 'ns 'n beetje, het is hier geen socië teit". Dit dingen, loven en bieden in deze oude houten lokaliteit, met het Zo'n schilderijtje moet door de vak- kooplui nog even aandachtig bekeken worden. uiterlijk van een negentiende eeuws tribunaal, heeft iets gemoedelijk-va derlands. In het openbaar verkopen is één van de oudste vormen van han delsverkeer. De Batavieren moeten er al mee gewerkt hebben. Wat later was het een geliefd volksvermaak. In dezelfde sfeer wordt in Leiden nog eens in de veertien dagen de verko ping van goederen gehouden. De gebroeders H. en B. van Duuren, die hier sinds jaar en dag het veilingpersoneel uitmaken zorgen op onnavolgbare wijze voor de kwink slag en de vrolijke noot Zij voelen zich kennelijk thuis op het plankier, waarop de goederen gepresenteerd worden. Er komt een „ondersteek" of „stil letje" oder de hamer. „Nummer 541" roept de veilingchef H. van Duuren. En zijn broer kondigt aan: Een prachtige pathéfoon! De slinger ligt op het kantoor!" Zy houden van een grapje. Dat be wijst wel het feit, dat zij in de avonduren op een plankier staan, maar dan op een toneel voor een gezelschap bruiloftvierenden bijvoor beeld en de lach galmt voortdurend door de zaal. De gebroeders zijn thuis in gezel schap. Een van de twee heeft dans les gegeven en leidt nog wel avondjes, de ander treedt op als goochelaar en zong in „Sempre Avanti" en dubbel- mannenkwartet. Daarom klinkt zijn stem zo sonoor in de kale ruimte en daarom ook weet hjj zijn keel zo'n gevoelige klank te geven als hij stou te kindertjes beknort in zijn trans formatie tot Sint Nicolaas rond 5 december. De Leidse veiling is al oud, en al minstens een halve eeuw is de naam Van Duuren er aan verbonden. Ook IJecht met de veiling verbonden is ook de afslager, de onverstoor bare heer P. de Jonrh, die in dertig jaar enorme routine en ervaring heeft opgedaan. Een belangrijke taak heeft hy op de vrijdagen als de huizen ge veild worden. Vendu-meester nu al weer een kleine veertig jaar is de heer T. Beeuwkes, die tevens beëdigd makelaar en taxateur is. Men ziet, dat de vendu een gezond klimaat heeft. De employé's worden er oud bij. Aan de verkoping op elke donderdag om de veertien dagen gaan twee weken sorteren en num meren voorat Wie is eigenlijk de baas van de veiling? De opbrengst gaat naar de Leidse vereniging voor notarissen, die alle onkosten dragen, maar daartegen over ook jaarlijks met hun achten de winst kunnen verdelen. stroom van voorwerpen die de vader van de gebroeders immers jaarlijks door de handen van het was veilingknecht. Van hem hebben veihngpersoneel gaat beweegt zich zij het vak geleerd. Als jongen droe gen zij de stukken aan en hielden de zaakjes op orde. Zij zijn spelenderwijs in deze ruimte en tussen de inboedel ver trouwd geraakt. Nu na dertig jaren kunnen zij met één oógopslag een kneusje van goed spul onderschei den. Zij bieden ook mee, in opdracht van lieden, die liever niet bekend willen worden, of die te verlegen zijn om midden tussen het publiek met een krachtig geroepen „mijn" hun stem te verheffen. De meestal in de rustige bedding van gangbare huishoudelijke artikelen. Het komt ndet dikwijls voor dat spec taculaire voorwerpen worden ver kocht Een goede herinnering echter heeft men aan de verkoping van het vorig jaar, toen een uitgebreid ser vies van Fuerstenberg porselein werd geveild, dat nog gediend heeft bij de ontvangst van Napoleon in Rotter dam. Het werd tenslotte voor 20.000 gulden verkocht Maar zulke dagen zijn uitzondering. Met weemoed denkt men in de Leidse veiling terug aan die mooie dag, toen het Waals Hospitaal aan 't Rapenburg werd ge veild. De gehele inventaris werd ver kocht, waaronder de medische inven taris die voor een deel in handen kwam van Pauw Pluym, welke prompt daarna per advertentie aan de burgery aanbood „gratis te ope reren". Andere grote veiling was die van het Gereformeerde Oudeliedenhuis. aan de Hooigracht. Echt kostbaar antiek vindt men niet vaak op de Leidse veiling. Soms gaat er wel eens een goed stukje Chi nees porcelein van hand tot hand, maar daar moet men weken op wach ten. Toch kent ook de Leidse veiling haar geregelde bezoekers uit „de be zittende klasse", die hopen op een goede, voordelige aankoop en die er ook wel eens in slagen een goed stuk je voor niet te veel geld mee te ne men. Vooral dames blijven hoop koesteren, en zij genieten intussen van de typische sfeer die men in Lei den aantreft. Boven alles en iedereen uit troont de ongekroonde koning van de veiling: afslager P. de Jongh. Naast hem de directeur van de veiling, beëdigd makelaar en taxateur de heer T. Beeuwkes, die zeer onlangs veertig jaar aan de veiling was verbonden. Daarnaast de heer R. J. v. d. Krogt, boekhouder, die naar men aan neemt al zijn vijftigjarig jubileum had moeten vieren. Geheel links: no taris M, P. Kaptein. Als je dertig jaar of meer tussen het bezinksel van het maatschap pelijk leven hebt vertoeft moet je dunkt ons wel een ietwat bespiege lende natuur hebben gekregen. Het lijkt ons dat je dan kan peinzen by een wormstekig nachtkastje denkend over de betekenis die zulk een stukje huisraad bij de familie Jansen of Meyer heeft gespeeld, of bij een pakhuis in miniatuur met vele ver diepingen en hijsblokken, dat wel licht eens het speeltuig was van een knaapje, dat inmiddels tot huisva der is opgegroeid. Maar zulk een fi losofische geest ligt de Van Duu- rens niet zo. Als je zo dichterlijk in een vendu moest leven, zou je er op de duur aan bezwijken. Hun wijsbegeerte is de humor. Ook de practische grappenmakerij, zoals: een intens met het bieden meelevende klant vast zetten aan een slip van zijn jasje tussen de rollen van een wringer, die toevallig achter hem staat. Of zij tonen een foeielijk klad schilderstuk en bieden het onbewogen aan als „een echte Rembrandt". Met variatie als: „een onvervalste Van Meegeren". Dat is de taal van de veiling. Als u haar kimt vatten kom dan ook eens kijken in dit oude gebouw en dwaal rond tussen illusies en schimmen van heden en verleden. U neemt een krullig wandbord in de hand, dat we weten niet hoe veel jaar een gangwand of een beste kamer heeft versierd: „Alle Goeds komt van Boven". Of „Oost West T'huis Best". Altijd zijn er wel weer lieden te vinden die voor het droesem uit de levensbeker iets over hebben. Al is het maar twee kwartjes. Piano's worden ook verkocht. En sta niet vreemd te kyken als tussen de bedrijven door ineens vrolyke marsmuziek huppelt over de schrijf machine (1000), de kandelaar, de de kenkist, de camera, de boekenkast, het lessenaartje en de grote spiegel, die mistroostig alles van de doffe kant ziet. Rond 1030 is de veiling naar de Ho- gewoerd verhuisd. Daarvoor bracht men de goederen bijeen in de Burcht waar de geschiedenis van het Leidse veilingwezen verloren gaat in het duistere verleden. Aan de Hoge- woerd hangt nog een aanplakbiljet van een verkoping, die in zo'n def tige en merkwaardige taal is gesteld, dat men haar gerust in het einde van de achttiende eeuw kan dateren. Een ander pamflet kondigt een veiling aan van huis en erven in 1828, in de tijd toen de verkoping nog gevestigd was in het „Heeren Logement aan de Burcht". Geregelde beroeps-bezoekers zyn af waren: Oldenhage, Straatman mevr. Koppeschaar, Kooreman, Stol, Flip Bodijn en Jan van Rossum Du- chattel, die voor kristal en antiek de veiling bezocht. 65. bijrivier van de Donau, uit de Allgauer Alpen op de grens van Wurtemberg en Beieren, 67. vrouw van Abraham 68. zijtak Donau, 69. hoofdstad van de voormalige Pruis, provincie Brandenburg, 70. duiker eend. Verticaal: 1. ik (Lat.), 2. landb. werktuig, 3. Maleise Staat op de W. kust van Malakka, 5. emeritus (afk.), 6. wiel, 7. Turks keizerlijk decreet, 8. nakroost, 9. van het teken af te herhalen (afk. in de muziek), 10. omstandigheid, 11. lastdier, 12. voor zetsel, 14. helder, 16. gistmiddel, 18. meisjesnaam, 20. stadje in België, 22. trede, 23. boom, 24. iedereen, 27. verlegen, ongenummerd hokje naast 28. als 56 hor. 30. zijtak Theisz, 31. gem. in België, 32. zijrivier van de Loire, 34. gravure, 36. tijdrekening, 42. slaapziekte, 43. als 48 hor., 46. wangen, 47. koppelriem voor jagers honden, 49. middag, 50. landschap in Oud-Griekenland ten N. van de Par nassus, 52. bijwoord, 53. gem. in Z. Limb., 55. stad op Midden-Java, 56. zaadkorrel ener vrucht, 58. Rom. keizei, 59. dunbladig gesteente, 60. zangstem, 61 land in Europa (afk.), 63. teken in de dierenriem, 65. in oprichting (afk.), 66. deel van de mast. Horizontaal: 1. gem. in N. Brab., 4. tijdkring, 10. slobkous (Vlaams), 13. vaartuig, 15. bekend. Ned. schil der, 16. aanwijzend voornaamw., 17. dorp in N. Brab., 19. honingbij, 20. inwendig lichaamsdeel, 21. pit met was omgeven, 23. bladvezels van verschillende agave-soorten tot hen nep verwerkt, 25. zijde, 26. streek op de grens van N. Brab. en Limb., 28. maanstand, 29. venster, 31. buis vormig ingewand, 32. dat is (afk. Lat.), 33. water in Z. H., 35. hoog gebergte in Midden Azië, 37. eind, 38. eenjarig kalf, 39. stok, 40. troep ongeordende krijgers, 41. verkeerd, 42. ijverig, 44. vlaktemaat, 45. water in N. Brab., 46. houtrolletje, *48. deel van het gebit, 51. boom, 52. op die tijd, 54. aantekening, 56. hooggeb. in Eng. Oost-Afrika, 57. hinderen, 59. schrijfkosten, 60. voorzetsel, 62. riv. in Midden-Afrika, 64. iemand de achting geven, welke hem toekomt, De puzzelrubriek gaat van nu af aan weer op de gewone voet verder: tot Pasen zal onveranderlijk de leuze zijn „stuur een oplossing op neven- gaande kruiswoordpuzzel in. Onder de inzendingen worden twee prijzen van vijf gulden elk verloot. De op lossingen dienen voor donderdagmor gen, 12 uur, in het bezit te zijn van de PUZZELREDACTIE."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1960 | | pagina 4