In de Krantentuin ybtdemetujd KNUTSELHOEKJE Avonturen van CbambcT) ND T HOORNTJE ZATERDAG 5 DECEMBER 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 DOOR OOM TOON Ja, wat zag Bambo? Op deze onafzienbare, verlaten plek lagen ontelbare vedroogde beenderen, wit blinkend in het licht der maan. Het moest een olifantskerkhof zijn, want honderden slagtanden lagen twee aan twee over de troosteloze vlakte ver spreid. En daaromheen stond de grote olifanten familie in een trieste, schier 't dier hem, in woede ontstoken, doodde ^p Sint Nicolaas en daarna de vlucht nam om zich blijk- op bezoek. Hy keek heel streng, baar weer by een kudde aan te sluiten. „Wat zeg jy van myn baard Siewip? Toen 't u vond, heeft 't u duidelijk tot vro®? s"lt boos. plaatsvervanger van zijn slechte kornak »Die baard is niet echt zei ze bru- willen kiezen. Daarom, kom en zet u ta®' als een vriend aan ons vuur". "A® kinderen kropen van angst achter En nu, allen een prettig Sinterklaas- vad®r- feest! ..Het spyt me Siewip, maar je moet OOM TOON de za^" en gooide een grote lege zak over haar heen. De andere dag 6 december, ging Sint weer vertrekken. Toen ze op de boot waren, vroeg Piet: „Wat moeten we met Siewip doen in Spanje?" „Laat haar maar vTij. Ze is nu al ge noeg gestraft". En zo kwam Siewip weer thuis. Hans van IJlden, Leiden vertelt: PEDRO VERVANGT DE SINT Tineke van Schie, Noordwijk heeft IN DE KLAS Het was 5 december 's avonds. 1 Het regende dat het goot en de hagel aröeweegiu"k*é"en eerbied voile houding* kletterde tegen de ruiten. Sinterklaas 't Was een haast menselijke betoning zat m ztfn gouden stoel en hij rilde ftaar Dest gedaan met. van ernst en droefheid jegens hun do- ^an. de koorts. „Zeker kou gevat den. Menige dodenakker der mensen ziet dacht hjj. wel eens minder edele gedragingen ZlJn Invecht Pedro stond naast hem. Het was eind november buiten gierde jegens de afgestorvenen, die er rusten. en zei: Nicolaas zou u nou nog wel d koude win(j maar de j^g was het Onthoudt dit tafereel kinderen en ge- weg gaan, het is zo koud en guur?" lekker wa^ Alle kïïderen z^n stil draagt jullie minstens zo fijn en gevoe- „Ja Pcdro, maar ik kan de kinderen in te wachteni want de juffrouw had be- lig als deze dieren, wanneer jullie een Nederland toch zo maar niet laten zit- i00fd dat ze vertellen zou Ein- kerkhof betreden! ten. Ze wachten al op mij". delijk hadden ze allemaal hSn lïjeaf. Tegen de avond zette de troep zich „Maar zou ik dan niet de pakjes kun- „Weet één van jullie, wie er gauw weer op een sein van de aanvoerder nen rondbrengen Sint Nicolaas. Ik zal jarjg jg?" opnieuw in beweging, maar nu in een heus mijn best doen". „Sinterklaas. Sinterklaas!" riepen ze andere richtinE. Bambo kon niet nala- „Als je nu zo graag gaat, ga dan allemaal tegelijk. ten telkens nog even om te zien naar maar Pedro. Hier is de zak met ca- „Knap!" zei de Juffrouw. „En nu heb dat indrukwekkende maar sombere deautjes en doe goed je best en weldra ik een leuke VMTaasing voor juUle sin_ beenderveld. Daarbij overwoog hij te- was Pedro op weg. De eerste pakjes terkjaaa komt morgenochtend per boot vens zakelijk, dat daar een groot fortuin waren voor de schoenmaker, hier rechts aan dc kade Dan W(, allen aan ivoor verspreid lag. Wie dat zou om de hoek. Nu eerst naar de schoor- naar dc v dan o( cen kunnen verzamelen, was stellig met één steen en Pedro klom langs de regenpijp vlaggetje mag konen dat staat zo fees, slag een rijk man. Oh, wat verlangde naar boven. Toen hij boven was. keek tefflk" hij nu naar mijnheer v. Walden, om hij door de schoorsteen naar omlaag en Elly stak haar vingertje omhoog hem deze waardevolle ontdekking te daar zag hy de kinderen zingen. Toen er EHy?» kunnen mededelen. ze uitgezongen waren, strooide hij eerst .jcomt Sint bil alle kindertles. ook als De zon was reeds lang achter de krui- wat pepernoten en toen een pakje door je"Vader arm Adertjes, ook ais nen der hoge bomen verdwenen, toen de de schoorsteen. .Ja hoor, bij alle kinderen die lief kudde aankwam in een uitgestrekt gras- De volgende klant was de melkboer zjjn en goed hun best doen En iij doet gebied, waar een brede rivier doorheen en daar verliep het net zo als bij de goed je best". stroomde. Wat een verschil met de schoenmaker. Pedro keek op zijn lijstje „Juffrouw verleden jaar is hij niet plaats, die ze zo straks verlaten hadden, en nu moest hij naar de kruidenier, Jan by ons geweest, maar onze Jan was wel Daar was alles dor en levenloos, hier Pats. Hy keek door de schoorsteen eens stout" fluisterde Elly een overvloed van gras, bloemen en maar zag niets. Nu zou hij door de „Misschien had hij het te druk. maar sierplanten. Dat alles verspreidde een schoorsteen moeten kruipen en Pedro jaar komt hy zeker" zei de juf- haast bedwelmende geur. En hoewel 't schoot er in, maar halverwege bleef hy fr0Uw. „Kom laten we vast eaan zin- reeds donkerde, hoorde je nog allerlei steken. Omdat de pyp krom was. Hy gen" vogelgeluiden in struik en woud Het schreeuwde moord en brand! En' toen klonk het: „Sinterklaasje leek hier wel een stukje van het Aards De kinderen van Jan Pats, die juist kom maar binnen met je knecht" enz Paradys. En Bambo onderging hiervan aan het zingen waren, hoorden het en enz. een blijmakende invloed, een vreugde, riepen hun vader. Vader kwam en toen die zijn jonge hart alsmaar gemist had, hij Pedro hoorde roepen, schroefde Jan sinds hij de familie v. Walden verlaten Pats de pyp uit elkaar en.... daar had. Hij dacht nu zo innig aan de man "Stond Pedro, nog zwarter dan hij al" en het meisje, waarvan hij zoveel was was, in de kamer. Hij gaf maar gauw gaan houden, dat 't tenlaatste leek," als- de pakjes af, want hij wou naar huis of hij niet meer alleen was, alsof ze terug om zich te wassen en schone kle- hem gezelschap waren komen houden, ren aan te doen. Sint Nicolaas waa al güü nTcoW zou" liT A^rterdsm aan- En dat stemde hem al gelukkig. weer een beetje opgeknapt en wou net koman. Er kwaman 21 kinderen kljken M de deur uit stappen toen Pedro kwam en er konden b J*cn binnen stormen. Deze vertelde gauw De omr0eDster Karin rei dat plaats voor zyn nachtrust. Hij kon toch wat er gebeurd was en toen ging Sint coiaa_ ;n aantnrht wf Siet eeuwig op de rug van Jumbo blij- maar ze& op pad en hij dacht: Die Pe- fa°&as 5 e Sei: vaar, vittpni Hat mpHo hopst 7.oii t.rnu- ,Trn iran nii«»n maar innakk-pn, iaier zagen we de bint op de boot met Nellie Olierook, Hazerswoude: SINT NICOLAAS IN AMSTERDAM Het was zaterdagmidag en om tien voor twee zou er televisie zijn want ven zitten! Het goede beest zou trou- dro kan alleen maar inpakken, wens ook wel graag gaan liggen in het malse gras. Maar zie, nauwelijks had hy zich van de rug van zijn nieuwe vriend laten glijden, of hij zag aan de overzijde van de vlakte lichtschynsels als van kamp- Richard Nibbrig, Leiden. SINTERKLAASAVOND een heel stel zwarte Pieten. Je zou er zowat bang van worden. Er stonden heel veel mensen en kinderen naar te kijken. Ik had ook best in Amsterdam willen zyn, maar dat ging natuurlyk niet want Stil en bedroefd loopt Jules door de hadden televisie1 er1 daar konden we vuren. Twee dingen waren hem tijdens Paryse straten. Zijn moeder was een a*lea °P zien. loen de boot aan wal was, zyn overpeinzingen ontgaan: die lichten paar maanden geleden gestorven en om- stapte er eerst een zwarte Piet uit en en 't feit, dat de kudde zich in het oer- dat zijn vader veel op reis moest, had Nicolaas. Er kwamen twee woud had teruggetrokken. Alleen zijn deze hem in een ander gezin gedaan. In Kleine kinderen, die de Sint een bosje olifant was rustig gebleven, alsof die dat gezin waren nog twee jongens en ~Aoena®n aanboden. Dat vond hij erg lichtjes hem niet aangingen of vrees dat waren de zoons. Die twee zoons flJn- Sint Nicolaas stapte verder en ging aanjoegen. Er waren intussen nog meer stookten hun moeder op tegen Jules. met enkele heren staan praten en de vuren bijgekomen. Het kon haast niet Toen kreeg hy er genoeg van. Het was zwarte Pieten haalden ondertussen aller- anders of daar moest ginds een kara- Sinterklaasavond, Jules wist dat het lei kunstjes uit. Even later hielp een vaan zijn, die nog bezig was een kamp bij hem thuis niet gevierd zou worden, zwarte Piet Sinterklaas op het paard en voor de nacht op te richten. Maar mo- de vrouw hield zich arm, maar hy wist zo begon de optocht. Een muziekkorps gelijk ook konden het wilde Hottentot- dat ze haar zoontjes telkens wat extra liep ook mee en toen nog zwarte Pieten ten zijn, die erop uitgetrokken waren toestopte. Jules, ging dus het huis uit op scooters. De kinderen die bij ons in om kooplieden te overvallen. In elk ge- en liep door de verlaten straten. Hij huis zaten vonden het erg leuk. val besloot hij om op onderzoek uit te keek de huizen binnen en zag overal gaan. Was 't kwaad volk, dan vertrouw- gezelligheid. Zo kwam hy ook langs het de hij, dat Jumbo hem wel weer tydig huis van zijn schoolvriendje. Zijn in veiligheid zou brengen. vriendje zag hem en riep hem binnen. Toen hij dicht genoeg genaderd was, „Waarom loop je vanavond op onderscheidde hij duidelijk de omtrek- straat?" vroeg zyn vriendje en Jules ken van personen, die blijkbaar rustig vertelde nu alles van zijn stiefmoeder, waren allemaal erg zenuwachtig, maar om de vuren zaten te praten. Olifanten De moeder van zijn vriendje nodigde eindelyk brak de avond toch aan. We en buffels lagen in groot aantal rond- Jules uit, die avond bij hen te komen zaten allemaal rond de tafel te zingen, om het kamp, dat omsloten werd door en dat had Jules nooit durven hopen, toen er opeens hard aan de bel getrok- grote wagens, waarop enkele mannen want die 'mensen waren heel rijk, die ken werd. Mijn vader ging de deur open toezicht hielden. De soortgenoten van meneer had veel schepen op zee. Jules doen en daar kwamen Sint en Piet bin- Jumbo schenen het eerst zijn nadering kreeg eerst flink te eten en toen gingen nen. De Sint ging op een stoel zitten te bemerken. Maar zij gaven geen teke- Ze gezellig by de haard zitten. Daar die we al hadden klaar gezet, nen van onrust. Integendeel, met blyde werd opeens op de deur gebonsd. Jules „Piet geef me het grote boek eens geluidjes schenen ze hem te willen ver- en zyn vriendje gingen kyken en daar aan", zei Sint en hij keek meteen of we welkomen. De mannen echter dachten stonden op de stoep, twee grote zakken allemaal goed ons best hadden gedaan, er anders over. Zij grepen hun karabij- met speelgoed en snoep. Ook voor Nu dat ging wel, want we kregen alle- nen en één hunner riep met luide stem: Jules was er een pakje by. Beladen maal het cadeautje wat we gevraagd „Wie daar?" ging hy naar huis en de volgende dag hadden. Bij 't licht der vuren had Bambo al liet die mevrouw weten, dat Jules Toen de Sint weg was, moesten we reeds opgemerkt, dat hij met blanke voortaan bij haar mocht komen wonen, allemaal naar bed. Het was een fijne mensen te doen had. Hij antwoordde Dit was de mooiste Sinterklaasavond die avond geweest. Als iemand jullie vraagt: hoeveel is zeven maal acht? (7 x 8), dan komt prompt het antwoord in woord of ge dachte: 56. Maar toen jullie nog in de eerste klas zaten en nog nauwelijks wisten, hoeveel lx 1 is, moesten jullie by bovenstaande vraag 7 achten onder elkaar zetten en dan met behulp van de vinger optellen. Later dreunden jullie de tafel van 8 op, tot je by 7 x 8 56 kwamen. Het was wel langzaam en moeilijk rekenwerk om zover te komen, maar toch vinden we dat nog makkelyk en eenvoudig tegen over de methode die de Koerden in Per- zië erop nahouden. Zy vermenigvuldigen namelijk letter lijk met de handen. De getallen van 1 tot 5 geven zij aan door 1 tot 5 vingers uit te steken. „Nou", zullen jullie zeg gen, „dat is toch niets by zonder; dat doen de kinderen vooral heel veel, ook in Nederland". Goed, maar nu verder. Wanneer wij 6, 7, 8, 9 en 10 aangeven, dan gebruiken wy daarvoor ook even veel vingers. Maar dat doen de Koerden anders. Na 5 beginnen zy de vingers te buigen in de handpalm. Buigen zy één vinger, dan bedoelen zy 6, 2 vingers 7 enz. By 10 zijn dus alle vingers van één hand in de handpalm gebogen. By 20 alle vingers van beide handen en kryg je dus 2 vuisten te zien. Dus 1 vuist betekent een tiental. Op de figuur worden dus 5 tientallen 50) aangegeven. Nu ver toont de ene hand 3 uitgestoken vingers en de andere 2. Dat betekent, dat deze 2 getalletjes met elkaar vermenigvuldigd moeten worden. Dat geeft dus 2x3 6. Gevoegd bij de 50 =»50 4- 6 56. Het duurt dus wel even langer dan bij ons om de uitkomst aan te geven! Leuk, om elkaar nu getalletjes op te geven en op de Koerdische manier te tellen! SPEELGOED UIT KURKEN paar donsveertjes. Heb je deze laatste niet by de hand, dan neem je een paar pluisjes wol voor de staart. Boor gaatjes in de kurk voor poten en staart, laat er een druppeltje kleefstof in vallen, vóór je ze inzet, ander zitten ze telkens los. Maak een gleuf in de kurk voor 't inzetten van de hals. Teken nu een paardekop op het karton en snijd die uit. Kleur hem dan met kleurpot lood aan beide zyden en bevestig hem in de gleuf van de kurk. b. Een eend: Dat is al even makkelijk. Teken kop, hals en staart naar de schets op een stuk karton en snijd ze uit. Steek de kop in de insnijding, die je vooaf volgens de loodrechte stippel- lyn gemaakt hebt in het met een X ge merkt stuk karton. Bevestig borst en staart met grote punaises aan een grote kurk, terwijl 2 viltspykers de benen vormen. De eend zwemt het beste in een vlak ke (ondiepe) schotel met wat water er in. Uit kleinere kurken kun je kleine eendjes knutselen, maar wegens de stif ten en spykers, mag je deze alleen aan kinderen toevertrouwen, die er ver standig mee om kunnen gaan en ze b.v. niet in de mond zullen steken. fig. c. Vind je de weg door deze stad? Hier is de kaart. Eigenlyk kan het toch niet zo moeilyk zijn. Maar als je in de gaten krygt, dat je nergens naar links afbuigen kunt, dan zal je toch be merken, dat 't toch niet zo heel eenvou dig is. Proberen maar! X J Geeft de oplossing! Marian Hoogerwerf, Alphen: PAKJESAVOND Morgen zou het pakjesavond zyn. We Loek Driessen, Leiden. ST.-NICOLAASAVOND met krachtige stem: „Fransman, vriend", hij ooit heeft meegemaakt. Allen kwamen overeind, benieuwd nu, wie daar zo eenzaam in de avond .hun kamp kwam bezoeken. Toch bleven zy op hun hoede. Twee mannen, de kara bijn gereed tot schieten, kwamen naar voren en riepen met 'n sterk Hollands De familie Jansen zat aan tafel op accent: „wat wilt u?" een avond in december. Het was echter „Hulp en bescherming, heren" ant- geen gewone avond, het was 5 decem- woordde Bambo. ber en dus Sinterklaasavond. De goede „En waar is de reis heen?" Sint zou zelf komen. „Naar Malindi, om een zekere heer Maar voor ik verder ga, zal ik eerst En jullie ook allemaal een fyn feest. Dag kinders. We wachten nu weer op de kerstverhaaltjes. TANTE JO EN OOM TOON v. Walden te zoeken" „Wat zegt u, van Walden? Kent u hem dan?" „Nou en of, want ik ben een vriend de familie aan jullie voorstellen. Vader en moeder Jansen, Els 10 jaar, Piet 8 jaar en de tweeling Anneke en Japie jaar en niet te vergeten de hond, hem, die zaken voor hem doe. Ik Hektor, heb maar één verlangen: hem weer te- in de huiskamer was het een gezel rug te vinden. Met zijn karavaan met iige drukte. Er werden Sint Nicolaas- handelswaren uitgetrokken, ben ik de liedjes gezongen: zie de maan schijnt enige, die aan de Hottentotten onsnapt door de bomen, zie ginds komt de is. stoomboot enz. enz. Gedurende dit gesprek stond Jumbo Na een tydje zingen werd er op de te trappelen en te snuiven met zyn snuit deur geklopt. Ze zongen: Sinterklaasje vooruit. kom maar binnen met je knecht en ja „Hé", zei een der mannen, terwyl hy hoor, de goede Sint kwam binnen, ge- nog dichterbij kwam, „ik ken die oli- volgd door Zwarte Piet. fant van u, het is Bardo". Bij deze be- „Sint Nicolaas, ik heet u van harte wering kwam iedereen toelopen en al- welkom en neem u plaats in deze zetel", Ien stemden in met de woorden van de zei vader heel plechtig, man. „Ik dank u voor uw vriendelyke „Hoe komt u aan dat dier?" vroeg woorden", zei de Sint. een ander met enige achterdocht. „Geen dank hoor Sint", zei vader. „Dachten jullie soms, dat ik hem ge- Toen begon Sint Nicolaas even met stolen heb? Kom nou! Zo'n beest kun je de kinderen te praten en zy kregen toch niet in je zak stoppen! En gevon- allemaal een cadeautje, den heb ik hem ook niet. De waarheid „Dag Sinterklaasje, daaaag, daaaag", is, dat hy my gevonden heeft, terwijl zongen ze toen en Sint Nicolaas ging ik by een meer lag te slapen. Hy heeft weer weg. me met zijn slurf opgepakt, met netjes Ze mochten 's avonds nog allemaal op zyn rug gezet en hierheen gebracht, hun schoen klaar zetten en gingen toen Ik ben dus geen dief, maar slechts een vlug naar bed. eerlijk matroos door dit edele dier ge- Hannle van Zaal, Lopik. red uit groot gevaar". „Wij twyfelen niet aan uw woorden, al klinken ze haast te mooi, ja byna SINTERKLAAS EN SIEWIP ongeloofiyk. Maar met Bardo alleen is zo iets mogelijk. Hy is zeer verstandig Er was eens een meisje, dat Siewip en goed van aard. Al een paar jaar be- heette. Ze zei: „die baard van Sint boorde hy aan onze troep. Maar op een Nicolaas is niet echt", dag werd hy door zyn oppasser onver- „Stil toch!" zeiden de kinderen. dJend mishandeld met het gevolg, dat „Die baard is niet echt", zei ze weer. „IK VIND HET MAAR erg triest van het jaar'zei St-Nicolaas gister avond tegen ons toen wy toevallig samen stonden te schuilen in het por tiek van een middelgrote midden standszaak. Het is vreemd, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. „Je kunt met dit weer nooit 'ns lek ker aan het werk blijven. Zit je er gens bij de kachel, weliswaar onder kinderdruk, maar toch warm, dan kom je tot de ontdekking, dat <e door je beulingen heen bent". Door St.- Nicolaas' sonore bas klonk een lichte trilling van heilige teleurstelling. Hij schudde zijn nat-gladde staf boven het trottoir uit waar deze opnieuw een prooi der regen werd en wrong een weinig de coiffure uit zijn beparelde baard. „Overal beloof ik letters van chocolade of banket. Bij voorbaat doe je dat al. Nou, en dan sla je een fi guur wat je toch al slaat als je doornat bent wanneer er niks n-eer in de zak zit. Je moet dan wel heel goed heilig zijn wil je kalm blijven. En er is de laatste dagen al zo veel van myn ze nuwen gevergd". St.-Nicolaas scheen opeens een gebroken man; stukken ouder gewoon. Gebroken als hy was ging hij vermoeid in een hoekje op zyn staf leunen die toen óók brak. Vanuit de verte, dwars door het scherm van regen droeg de herfst wind 't heerlijk avondje aan dat ge komen was. Het waren kinderstem men die het zongen, in gebroken ac- coorden. In de straat spetterden dui zenden druppelfonteintjes uiteen en de naderende nacht werd opgeslurpt door de fel oplichtende witte, rode en groene feestlampjes. Aan de overkant hing 'n geïllumineerd portret van de Sint, blootshoofds, want de lichtjes van zijn myter functioneerden niet meer. Wij voelden ons beurtelings koud cn warm worden en fct.-Nicolaas zat maar in de hoek, steeds hulpelozer, als een onterfde Heer van Kapoentje, zijn monumentale baard verplukkend tot een g.auwe ruïne. „De mensen vinden me tóch een zonderling. Straks moet ik weer het dak op". Ily snikte nu vry uit. He laas, op het dak kunnen wy de Sint niet meer volgen; dat gaat ons te ver. Maar wy hebben hem een stapel beu lingen beloofd, uit de voorraad van de Leidse Courant. Want wy vinden hem nog steeds degene, die telken- jare de St.-Nicolaaspuzzel het best oplost EEK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 9