Pow Wow in t rotsgebergte doet het verleden herleven Squaws en papooses ook van de partij Opperhoofd Ziftende Arend'' toonbeeld van grandeur DE LETDSE COURANT ALS de zomer zijn intrede doet, leven de Canadese Indianen op. En dit niet alleen, omdat zij van de zomer en de zon houden, maar ook, omdat zij dan beginnen met hun voorbereidingen voor de grote jaarlijkse sa menkomst of in hun taal Pow Wow in het nationale park Banff in de Rocky Mountains. Meer dan zestigmaal reeds was deze jaarlijkse pow wow een hoogtepunt in hun leven. Waarom? Wel, tijdens die vier dagen en vier avon den durende samenkomst hebben zij de ge legenheid, zich weer te ontplooien in al hun De tijd der bloedige oorlogen tussen Roodhuiden en Bleekgezichten ligt reeds vele jaren achter ons. De Indianen vor men thans een integrerend bestanddeel van de Canadese bevolking. Niettemin is de oude geest nog vaardig over hen en houden zij hun oude tradities hoog in ere. Thans echter op vreedzame wijze. De martelpalen van weleer zijn curio siteiten en museumstukken geworden. De strijdbijlen zijn begraven. Doch de fierheid der Roodhuiden is tot op de huidige dag levende werkelijkheid ge bleven. Zij bleven zichzelf! Dan kunnen zij tonen, dat zij nog koene rui ters zijn en dat geen paard te wild of te las tig is voor hen. Dan gieren de lasso's door de lucht en ontkomt geen paard, stier ol koe righeid, indrukwekkendheid en met al zijn gevaren. Het deed ons in den beginne wat vreemd aan, te horen, dat elk van die vervaarlijke krijgers, elke squaw en elk kind (papoose is het Indiaanse woord voor kind) een „bur gerlijke stand naam" heeft en in de bevol kingsregisters staat ingeschreven als Mary Zov Henry Zus, Charles Dit, Louise Dat en zo meer. Maar kan het anders? De Indianen zijn tegenwoordig open omen in de bevol kingsregisters en voor deze officiële boeken kan men niet volstaan met de aloude stam namen, die van bleekgezichtenstandpunt uit gezien niet anders dan bijnamen of naams- aanduidingen zijn. Onder elkaar en voor hun goede blanke vrienden gebruiken de Indianen echter de oude benamingen, zoals Zwarte Raaf, Zit tende Arend, Lopende Buffel, Grijze Wolf en In de Canadese bevolkingsregisters staat deze Indiaan ingeschreven als George McLean. Nie mand kent hem onder zijn officiële naam. Ieder een noemt hem „Lopende Buffel". Hij was vroeger opperhoofd van de stam der Stony Indianen. meisje van vorstelijken bloede prinses Mary- Louise heette zij „op papier" vertelde zij ons vol trots, dat zij onlangs werd gekozen tot miss Bereklauw. Het was een echte Indi aanse erenaam, maar hij was niet te goed te rijmen met de vrolijkheid en de lachende ogen van het Indiaanse prinsesje. Bij ons groepje voegde zich ook George McLean. Een bleek- gezicht? Neen, een voormalig opperhoofd van de stam der Stony Indianen. Op papier heet glorie. Dan verschijnen hun opperhoofden weer in prachtgewaad, gezeten op vurige, fiere paarden. Dan treden hun dansers op om tamgenoot en vreemdeling de schoonheid der aloude volksdansen te tonen, dansen, die vaak een magische en steeds een symboli- ;che betekenis hebben. Dan hebben de Rood- iuiden de gelegenheid om elkaar de historie en de legenden van hun volk te vertellen. Dit ls de Indiaanse prinses Mary Louise Ear, die enige tijd geleden werd verkozen tot Miss Bereklauw. aan de krachtig en behendig weggeslingerde lopende lus. Kortom, in het Rostgebergte herleeft tijdens de zomerse pow wow telken jare weer de Indiaanse glorie in al zijn kleu- wat dies meer zij. Nog steeds zijn verze kerde men ons de „burgerlijke stand na men" slechts namen-op-papier voor hen. Wij waren van de juistheid dezer „onthulling'1 onmiddellijk overtuigd, toen wij de opper hoofden en hun krijgers van nabij gadesloe gen. Als een vorst van allure, als een toon beeld van grandeur, fier en onbewogen te paard gezeten, overschouwde „Zittende Arend", opperhoofd der Stony Indianen, het tafereel van de pow wow. Op papier heet hij neen, wij verraden het niet, omdat wij dan de diepe indruk, die hij maakte, zouden kunnen verzwakken. En stellig kunt u begrij pen, dat de aanblik van die kleurige, ferme, beheerste mannen ons terugbracht in de we reld onzer jeugd, die bevolkt was met Karl May's, Gustave Aimard's en Cooper's Indiaan se helden. Er zijn in de Indiaanse wereld van heden ook modernismen binnengeslopen. Wel uiten de Indianen hun strijdkreten, maar de vele bleek gezichten, die als toeschouwers de demonstra ties en wedstrijden tijdens de pow wow vol gen, geschiedt geen kwaad. Het scalpeermes wordt niet meer gehanteerd. Geen bleekge- zicht wordt zwaar gebonden meegevoerd naar het kampvuur. En toen wij (door een bleek- gezicht) werden voorgesteld aan een Indiaans Een ongetemd paard te berijden valt niet mee. De Stony Indianen zijn echter voortreffelijke ruiters. En hoe wonderlijk de paarden ook bokken, toch bijt maar heel zelden een ruiter in het zand. Ter ere van de grote Pow Wow dossen de Indianen zich uit op hun paasbest. Dan komen de mannen in al hun oude glorie tesamen en beleven zij de geschiedenis van hun volk. hij George McLean, maar in werkelijkheid „Lopende Buffel". Twee buffelhoorns sierden zijn hoofd als tooi. Hij vertelde boeiende din gen over zijn volk en lichtte menig gebeuren tijdens de pow wow toe. Er was vertelde hij veel veranderd. Als de Rode Krijgers tegenwoordig naar Banff gaan voor de pow wow, trekken veel vrouwen en kinderen te paard mee. Zoiets was vroeger uitgesloten geweest. Zeker, vroeger hielden de krijgers ook van hun squaws en papooses, maar in het openbaar vertoonden zij zich maar heel zelden met hun vrouwen en kinderen. Ja, verzuchtte Lopende Buffel, en zo is er nog heel wat meer veranderd in een halve eeuw tijds. Maar u ziet, rijden en lasso-werpen doen we nog goed! Inderdaad, dat zagen we. De lastigste en wildste paarden werden bestegen en bereden. Maar heel zelden gebeurde het, dat zij er in slaagden, een berijder in het zand te doen bij ten. En gebeurde dit dan zat hij weer zsnel op de rug van zijn paard, dat het dier een beetje schrok De Roodhuiden zowel als de bleekgezichten genoten van de staaltjes van voortreffelijke rukunst, die ten beste werden gegeven. En de squaws en papooses genoten niet min der dan him mannen en vaders. Misschien beseften zij niet, dat ook zij voor ons, bleek gezichten. bijzonder schilderachtige tafereel tjes vormden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 5