visie op televisie DE TEXAS" RANGERS ZATERDAG 17 OKTOBER 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 'T KINDERHOEKJE. NU KNUTSELEN! KLEINE POPJES UIT SCHUIMRUBBER, STOF EN WOLRESTEN Koopt een stukje 2 cm dik schuim rubber. 't Geeft niet welke kleur, als ze maar helder is. Voor één pop heb je een stuk van 18 bij 26 cm nodig (18 breed, 26 lang). Avonturen van (BAMBOj door oom Toon Intussen ging de dag over in de avond. Een vrij krachtige wind begon het ver blijf aan dek onaangenaam te maken en één voor één zochten de passagiers hun hutten op. Gedurende de nacht ging de wind gelukkig weer liggen, zodat alles rustig verliep. Ook de morgen van de volgende dag een wit, breed schuimspoor achter het schip trekkend. Iedereen spoedde zich weer naar 't dek, verheugd, dat 't verwachte slechte weer was uitgeble ven. Maar tegen de middag sloeg plot seling de wind om naar de gevreesde etormhoek van de Indische Oceaan. Elsa had tot hiertoe peinzend aan de reling gestaan, terwijl zij verstrooid over de zee uitkeek. Na de onthulling van haar vader de vorige avond, moest zij meer nog dan tot nu toe aan Bam- bo denken. Het werd haar duidelijk, dat zij niet slechts dankbaarheid en vriendschap jegens hem gevoelde, maar dat in haar hart ook de liefde voor hem ontwaakt was. Plotseling werd zij ruw gewekt uit haar zoete dromerij door een vervaar lijke schommeling van het schip. Haas tig liet zij de reling los om zich naar haar hut te spoeden. Maar op hetzelfde ogenblik greep een hevige windstoot haar aan en slingerde haar over de re ling in zee. Tegelijk klonk de nood kreet over het dek: „Man over boord!" (al was 't in dit geval een vrouw). Sampa, die ook nog aan dek vertoef de ik zou haast zeggen: juist nu zag met verbijstering het verschrikke lijke gebeuren. Snel als de bliksem grijpt hij een bijl en hakt de tros, waaraan een reddingsboei hing, door en met, dat deze in zee valt, springt hij overboord. Met krachtige slagen zwemt hij de drengelinge na, die nog drijvende wordt gehouden door de lucht tussen haar kleren. Na bovenmenselijke in spanning weet hij haar te bereiken. Maar terwijl hij haar grijpt, ontrukt een aanrollende golf haar weer aan zijn greep. Op het moment echtef,' dat zij met de wanhoop in haar blik in de diepte dreigt te verzinken, is hij weer bij haar. En nu is er geen macht ter wereld, die haar nog van hem kan scheiden. Terwijl hij haar met één arm omstrengeld houdt, zwemt hij met de ander op de boei af, die gelukkig nog in de nabijheid dobbert, 't Lijkt wel een eeuwigheid te duren, vóór hij het reddende voorwerp eindelijk bereikt. Met de laatste kracht, die hem nog overblijft, weet hij zichzelf en het in tussen bewusteloze meisje op de boei te werken. Eerst nu zoekt zijn blik het schip. O, als er niet gauw hulp van daar komt opdagen, zijn ze beiden toch nog ver loren. Hij kan de boei met haar dubbele last haast niet meer in balans houden. Ieder ogenblik kunnen zij eraf gewor pen worden en als dat gebeurt, bezit hij de kracht niet meer om opnieuw de 6trijd aan te binden met de woelige zee. De boot is reeds vele tientallen meters van hen verwijderd en voert zelf een haast hopeloze strijd tegen de hoogop- igaande zeeën. Soms is hij bijna geheel aan het gezicht onttrokken door de overspoelende golven. Zou het wel mo gelijk zijn een reddingsboot uit te zet ten? En zouden er genoeg mannen in durven stappen om hun leven te wagen voor anderen? In zijn twijfel slaat Bambo zijn blikken naar de hemel op en verzucht: „Maria, Sterre der zee, help ons, red ons in deze hoge nood". Wat? Zien zijn brandende ogen wel goed? Schiet daar geen reddingssloep achter het schip vandaan? Ja waarlijk! Mannen, begeesterd door de heldhaftige moed van de neger, hebben roer en telkens echter verliest hij het kleine ding uit het oog en vreest hij het erg ste. Maar iedere keer komt het weer op een golftop te voorschijn en steeds dichterbij. Reeds hoort hij de roep van de man aan 't roer: „Houd moed, we •komen". En dan weer: „Toe mannen, houdt vol. Nog 20 halen en we zijn er. Eentweeéén"twee, hup.... tweehuptwee. Daar zwiept een lijn door de lucht. Maar Bambo was te versuft om te grij pen. „Neger, grijp!" Dit schudt hem wakker en als weer een lijn op hem afschiet, is zijn verdoving geweken en met een snelle greep van zijn even vrije arm, heeft hij haar te pakken en wik kelt ze enige malen om de boei, zodat hij' beide handen weer kan gebruiken. Nog enige minuten van strijd met de steeds maar aanrollende golven, die hun prooi niet los willen laten. Maar einde lijk kunnen sterke armen hem en zijn dierbare last aan boord van de sloep hijsen. De redding is half voltooid. Maar de terugtocht is nog moeilijk, want de mannen van de sloep raken uitgeput. Nog een half uur duurt de worsteling, vóór allen veilig aan boord zijn en de nodige verzorging vinden. De eerste zorgen gaan natuurlijk naar de bewusteloze Elsa. Iedereen vreest, dat de hulp voor haar te laat komt. Maar de kundige scheepsdokter slaagt er na vele vergeefse pogingen tenslotte toch in, de levensgeesten weer op te wekken. Daar alle passagiers voor het vrese lijke noodweer in hun hutten gevlucht waren, hadden zij weinig of niets van de opwindende gebeurtenissen gemerkt. En pas toen zijn dochter gered was, had men Mijnheer Walden op' de hoogte ge-/ bracht van 't voorgevallene. Zo werden hem dus die ogenblikken van verschrik kelijke spanning en angst om zijn kind bespaard. Toen zij uit haar bewusteloos heid was ontwaakt, mocht hij Elsa even 'bezoeken. Uitgeput als zij nog was, ont ving ze hem slechts met een flauwe glimlach. Maar dit levensglimpje en de geruststellende woorden van de dokter waren toch in staat de hevige schok, die zijn liefdevol vaderhart had onder vonden, te verzachten. Tot volgende zaterdag. OOM TOON CORRESPONDENTIE Daar kwamen me de twee vriendjes Guus en Rob hun verhaaltjes brengen in de hoop dat ze ook in de kranten- Gijs Rynbeek, Leiden met: EEN FIJNE WOENSDAGMIDDAG Het was woensdagmiddag en we zou den met de zangertjes naar de dieren tuin gaan. Om half twee vertrokken we. We gingen met de bus en op de Kore- vaarstraat zouden we opstappen. De bus bracht ons tot aan de dierentuin. We kochten de kaartjes en toen holden wë de dierentuin in. We bleven bij de verschillende hokken staan om de die ren goed te bekijken. Eindelijk kwamen we bij de apen. Mijn vader wou een aap een nootje geven, maar die aap wou de bril van mijn vader afpaSien en toen liepen we maar gauw door. We bleven er nog wat spelen tot het opeens begon te regenen. We holden naar de uitgang en naar de boot, die al klaar lag. Toen we allemaal een plaatsje ge vonden hadden vertrok de boot. We gingen over veel meren. Dat was een prettige tocht en er was veel te zien en het was gelukkig ook droog geworden. Op het einde van de boottocht stapten we weer uit en gingen naar een snack bar, die er in de buurt was. We kregen allemaal een zakje patètes en liepen naar de bushalte. Daar kwam de bus al aan. Al gauw zaten we weer allemaal maar de terugweg was niet zo leuk als de heenweg, dat begrijpen jullie wel. Toen ik thuis kwam had ik geen honger meer. Rob Coster, Leiden. VAKANTIE Het was 1 augustus, de dag, dat we met z'n allen voor een maand naar Katwijk gingen. Stel je voor de hele maand aan de zee te kunnen spelen. Wat was dat fijn. Op 6 augustus gingen we naar de haven. Er lagen daar een heleboel schepen en ook zagen we de rondvaartboot liggen. We gingen naar huis terug en vroegen of we met de rondvaartboot meemochten. „Nou voor een keer dan", zei moeder. We kregen geld en holden naar de boot. De kapi tein zei, dat we naar de Kaag en Ka- gerplassen gingen. Het was een fijne middag. De laatste donderdag gingen we met z'n allen naar Noordwijk wan delen. Dat was een lang eind, maar toen we er waren kregen we een ijsje. De hele maand hebben we het leuk ge had. DE VAKANTIE BEGON AL GOED De laatste dagen van het schooljaar waren aangebroken. Nu was het de laatste ochtend. Jan, Bart, Jaap en Mar- tien zaten naar de meester te luisteren, want de meester zou totdat de bel ging voorlezen. En ja hoor, het was tien voor elf, vijf voor elf en eindelijk elf uur. De school ging uit. De vier vrien den renden naar huis, want ze zouden nu al, de eerste dag van de vakantie, gaan kamperen. Toen ze thuis kwamen stond het eten al klaar en het laatste restje van de koffers moest nog inge pakt worden. De vader van Jan zou ze met de auto wegbrengen. Bart en Mar- tien waren al om half twee klaar en gingen hun vriendje Jaap ophalen en toen samen naar Jan. Om twee uur pre cies vertrokken ze en om 4 uur waren ze in het mooie dorpje op de Veluwe, waar ze zouden kamperen. Eerst gin gen ze de tent opzetten. De vader van Jan hielp een handje maar die ging om half zes weer naar huis. De jongens hoefden niet direkt te koken want ze hadden brood van huis meegenomen, alleen een flinke pot thee, moesten ze zetten. Na het eten gingen ze het bos in en daar zagen ze warempel een eek hoorn. Mprtien zag ook een hert maar toen hij de andere jongens riep, was hij alweer verdwenen. Toen was het gauw bedtijd. Ze baden samen hun avondgebed en kropen toen onder de _wol. Vier dagen hebben ze gekampeerd én moeten toen weer naar huis. Het waren fijne dagen Ellie Edelaar Leiden. DE VAKANTIE Het was zaterdag en we zouden de rapporten krijgen. Loekie en Janneke wachtten met spanning, want als ze een mooi rapport hadden, zouden ze naar oom Louis en tante Lida mogen gaan. Geluk kig, de rapporten waren goed, dus ze mochten. Blij gingen ze naar huis en nog diezelfde zaterdag zouden ze weggaan. Ze moesten die middag eerst de koffers pakken. Ze namen hun zwempak mee, want oom en tante woonden dicht bij de zee. Loeki en Janneke waren nog maar klein. Loeki was negen en Janneke ze ven jaar en foch moesten ze alleen rei zen want moeder was ziek. Vader zou ze naar de trein brengen en verder wis ten ze de weg wel. Loeki was er al een paar keer geweest. Toen ze aankwamen zagen ze Wodo, de hond, al staan. Tante stond ze al op te wachten. Ze wees hun de kamer aan, waar ze mochten slapen en toen werden de koffers uitgepakt. Beneden gekomen gingen ze spelen met de póppen die tante voor hen gekocht had. Oom Louis kwam gauw thuis. „Dag Loeki, dag Janneke!" riep hij blij en stoeide met ze in 1 et rond. „Nou eerst eten en dan naar bed", zei tante. „Dan gaan we morgen naar het strand". Ze sliepen heerlijk op de mooie lo geerkamer, maar waren de andere mor gen al vroeg op. Beneden stond tante Lida al brood in te pakken om een hele dag naar het strand te gaan. Ze hebben een prettige vakantie gehad. Maikel van Boren, Lelden. NAAR ARNHEM Op een morgen werd ik wakker en gmg naar beneden. Onder aan de trap stond moeder: „Zeg Maikel, ik heb een fijne verrassing voor je. Je mag met tan te mee naar Arnhem". Nou je begrijpt dat ik blij was. „Hoe laat komt tante mij halen?" vroeg ik. „Om ongeveer 11 uur". Ik ging me vlug wassen en aankleden. De tafel was al gedekt dus ik kon gauw gaan eten. Met moeder samen ging ik daarna mijn koffer pakken. Dat was gauw klaar en het was pas half negen. Wat duurde alles toch lang. Ik zat maar te wachten en te wachten en de tijd schoot maar niet op. „Nou", zei moeder. „Dat valt wel mee, als je maar wat gaat doen". Ik pakte papier en ging een tekening maken en toen was het gauw kwart voor elf. Daar kwam tante mij al halen, we gingen met de bus naar het station. We kochten de kaartjes en toen we op het perron aan kwamen, kwam de trein net aan. Na een kwartiertje reden we weg. We moesten in Utrecht overstappen en reden toen verder naar Arnhem. We gingen daar weer in een bus en kwamen vlak bij het huis van tante uit. Het werd een fijne vakantie. Rolf de Vos, Leiden. DRIE WEKEN IN DE BERGEN We gingen op vakantie. Waar naar toe? Wel, naar de bergen. Het dorpje Bras- tagie in Indië. Heel fijn zou het worden. We trappelden van ongeduld tot ein delijk de auto kwam. We moesten wel met een auto want er liepen daar geen treinen. Eerst moesten we wel twee uur rijden op de grote weg, dat ging lekker, maar toen kwamen we in de bergen en daar ging het nog fijner door dat hotsen. Beneden ons hadden we een prachtig gezicht op de dorpjes. Mooi was dat! Eindelijk, na een heel hobbelig paadje, waren we er. We stapten uit en de kof fers werden afgeladen. De chauffeur bracht de auto weer terug naar huis, want we zouden er drie weken blijven. Eerst gingen we naar binnen koffie drinken en toen naar buiten. Tegen 12 uur gingen we eten en het leek of het hier lekkerder smaakte dan anders. Die middag gingen we buiten de varkens be kijken. We hadden de hond meegenomen maar die wou terug want hij werd mis selijk. We gingen nog met veel anderen men sen lange wandelingen maken. Een keer naar de Sibaiak; maar zo ver haalden we toch niet. Zo ging het iedere dag: vroeg op en veel buiten want daar waren we voor gekomen. Toch zijn we ook eens naar de markt geweest. Na drie weken moesten we weer naar huis. OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL Ik ga maar gauw naar huis, voordat het regent. Zus is niet met haar handwerkje klaar gekomen vandaag. De zon schijnt en de lucht is blauw. Ik had wel niet veel zin in dat kar weitje. Na loting kreeg Gerda de Groot, En gelselaan 41, Voorhout het boek. Deze week wordt het toegestuurd Ger- Bft 35 a. Teken een papiermodel naar die te kening en knip het uit: Je ziet al die kleine vierkantjes. Ze zijn 2»/2 cm lang en breed. Wil je een groteTe pop heb ben, dan neem je de vierkantjes maar dan ook 't stuk schuimrubber groter. Met deze 2»/8 cm ruitjes wordt de pop 24 cm groot. Plak het papiermodel (met kleef- strookjes) op het schuimrubber en snijd daaromheen de pop uit. Nu moei ze overtrokken worden met trikot, nylon of een andere zachte stof. De 2 stukken, die hiervoor nodig zijn, knipt men naar 't zelfde model, maar 1 cm van de rand van het model blijven. Leg nu op de 2 zijden van de pop een stuk, buig de kan ten naar binnen om en naai ze overnaads aan elkaar. Nu nog 't gezicht schilderen of stikken. 'T KAPSEL Moet de pop haarvlechten hebben, dan wikkel je de wol 20 keer of meer om een stukje karton, dat 20 cm breed is (beeld 1)) voor het hoofd naai je met die wol stopsteken midden door het kar ton en garenlagen (zie pijl!) Bevestig de gareneinden aan begin en eind. Breek dan 't karton voorzichtig door en trek 't uit de wol, zonder de windingen in de war te maken. Zet de pop de pruik zó op, dat de stopsteken tot onder in de nek reiken. Van voren behoort daar zo min mogelijk van zichtbaar te zijn. Be vestig het haar hier en daar met kleine steken. Bind een bandje los om de plaats, waar het ook van de pop behoorde te zijn en vlecht van daaraf het haar in De natuur is niet te verbeteren Wat U ook bewondert: de eindeloze zee, de wind door de toppen der bomen, de zon aan de hemel, de sterren in de nacht, de bloemen in talloze vormen en kleuren: alles in de natuur Is goed, zoals het is. Ook in King-pepermunt spreekt de natuur. Aan het echte natuurprodukt ontleent King-pepermunt haar opwekkende en verkwikkende eigenschappen. De heerlijke smaak en geur zijn voor u een bewijs van de originele samenstelling. de natuurzuivere Het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking Da scheikundige analyseert; het publiek proeft de bijzondere kwaliteit van King-pepermunt. twee „rattenstaartjes". Wikkel daarna wat wol enkele malen om je vinger, maak dan de windingen los en naai ze vast als voorhoofdfranje. Moet de pop kort haar hebben, snijd dan een stukje karton van 7 bij 14 cm, maak een vouw in de lengterichting (zie beeld 2) en wikkel de wol erom. Bind de einden van de horizontale draad aan el kaar, zoals men 't bij een kwast doed. Leg 't gevalletje dan boven op 't hoofd van de pop, verdeel de haren netjes in 't rond en knip ze zo, dat ze van voren voorhoof dfranje voorstellen en op zij en naar achter langer worden. Voor de kleren, knip je weer een pa piermodel naar schets b. Knip de broek (II) uit dubbele stof, de vouw is op de schets met stippellijn aangegeven. Naai de groep op zij aan elkaar, maak onder aan de broekspijpen een smalle zoom en bovenaan een bredere. Trek door deze bovenste zoom een rond elastiekbandje en meet vervolgens de breedte aan de taillewijdte van de pop af. De jurk wordt eveneens uit dubbele stof geknipt, aan de zijkanten aan elkaar genaaid en van on deren en aan de armgaten van een zoom voorzien en rimpel de halsopening, als de pop het jurkje aan heeft. da. NIEUWE OPGAVE Zoek 5 woorden met strand. Zoek 5 woorden met zee. Zoek 5 woorden met duin. Zoek 5 woorden met bad. Zoek 5 woorden met zand. Oplossingen insturen aan: Tante Jo en oom Toon van de Krantentuin, Leidse Courant, Papengracht, Leiden. Dag allemaal tot de volgende week. TANTE JO EN OOM TOON Anders kon zusje niet meer op 't (Van onze t.v.-medewerker). Een tachtigste verjaardag. De bekende schrijver van kinderboeken W. G. v. d. Hulst viert woensdag 28 oktober zijn tachtigste verjaardag. De NCRV zal aan dit feit aandacht schenken, temeer omdat de heer v. d. Hulst ook zijn gouden auteurs ju bileum herdenkt. Leen Valkenier stelde een kort filmpje samen onder de titel: ,Er was eensDe Ra diokrant geeft de reportage uit Utrecht, waar de jubilerende schrij ver wordt gehuldigd Bovendien heeft de televisiesectie in haar kinderpro gramma de uitzending opgenomen van het verhaal van W. G. v. d. Hulst: „De pruikenmaker en de Prins". Dit verhaal zal in drie afle veringen voor de camera's worden ge bracht en wel voor het eerst op woensdag 21 oktober. „Het Concert." Na het „Filmka der" van Peter van Campen in het NCR V-programma van donderdag a.s. volgt onder regie van Henk Rig- ters een uitvoering van het televisie spel „Het Concert" van Joseph Schuil in de vertaling van de zeer productieve Alfred Pleiter. Het is het verhaal van twee mensen, die ieder op eigen manier moeilijk contact kunnen maken met hun medemensen. Er zijn onzichtbare barrières, die hun beletten op normale wijze het geluk te vinden. Er ontstaat echter een sitautie, die laat zien dat er tussen hen misschien een liefde kan groeien, die hen uit hun eenzaamheid kan verlossen. De rolverdeling is: Jen ningsOtto Sterman; AnneYda An drea, Jennie-Lies de Wind, Standish- Peter Holland; Moeder-Coba Kelling; VaderLex Goudsmit; Daniël Kevin John Soer; Mrs. KevinDini de Neef; MillerChris Baay. 'f HOORNTJE Gisteren werden we verrast met het bericht van de plotselin ge dood van Errol Flynn, de ver maarde Hollywoodster, die vroeger zo niet onze aanbidding afdwong, dan toch wel ons hart in vuur en vlam zette voor de edele schermsport. We hadden beter het levensverhaal van de overledene niet verder kun nen lezen, want onze jeugdige be wondering voor deze held heeft een knak gekregen toen we bemerkten, dat zijn leven precies zo was als zijn films: avontuurlijk, zorgeloos (hoe bestaat het) en vele hartenbre- kend tot het einde. Flynn, die in de krantenkolommen werd aangeduid als avonturier, zwerver, rebel, vechtersbaas, zee rover, snorretjes koning en idool, is helaas niet in het harnas, waarin we hem zo graag had den gezien, gestor ven. Integendeel: „hij stierf zoals hij geleefd heeft, tijdens het borreluur tje, achter een gezellig glaasje, met een glimlach op de lippen', heette het. En dat is nu juist wat we thans aan het slot bij zijn figuur gemist hebben, niet onversaagd het rapier geheven in de vuist, doch het glaasje. Zijn carrière van een kwart eeuw is gedompeld geweest in een zoete poel van smachtende zuchten en kwijnende vrouwenblikken. Drie maal heeft telkens een andere vrouw hem echtgenoot mogen noemen en vele malen driemaal veroverde hij onvermoeid harten, in één lange pro longatie van zijn glansrol, die van Don Juan. Steeds weer deden teleur gestelde, bedrogen edoch smachten de vrouwen hem processen aan, na afloop waarvan zij nóg meer ver ering voor hem hadden dan daar voor. Zijn arbeid was jachten naar ro mantiek, ademloos, als vluchtig po litieman, een blauwe maandag als goudzoeker, als kortstondig journa list, als ontdekkingsreiziger tussen twee vrouwen door, als toneelspeler, moviestar en vechtend aan de zijde van Fidel Castro. Voorwaar, dit was wel noest werken. Nu weten we het pas, het was té noest en woest, daar kan zelfs geen ster tegen aan. Maar we hebben van hem genoten. EEK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 9