Burgemeesters zien in de toekomst
,w:
U/assenaar
Zoetermeer Leidschendam
Leimuiden
Nieuw/v/een en
Rijnsaterw/oude
Leiderdorp
Koudekerk aan den Rijn
DE LEIDSE COURANT WISIM WM.MM miWM WIWM 50 JAAR IBKMag 1 OKTOBER 1959
0©
0
0©
0
Mst het openen van een van de ramen van zijn
ambtsvertrek opende de burgemeester van Wasse
naar, dr S. F. A. C. M. baron van Wijnbergen, tevens een
venster op de toekomst: „Ons streven is, Wassenaar net
zo groen te houden als het nu is".
Wat wij uit dit en de andere ambtelijke vensters van de
burgemeesterskamer in „De Paauw" overzagen, was groen, het
groen van een paradijstuin.
„Voor het westen van het land met zijn grote steden", vervolgde de
burgemeester, „heeft Wassenaar een belangrijke recreatieve taak.
De bevolking woont samengepakt in de grote steden, maar tussen
het Haagse Bos en de Haarlemmer Hout, (behalve dan Keukenhof
in Lisse!, voegde de oud-burgemeester van Lisse er tussen gespro
ken haakjes aan toe) is er nergens een flink stuk bosgroen, tenzij in
Wassenaar."
Als een van de grote middelen om de gemeente net zo groen te
houden als nu, zag de burgemeester het, binnen het raam van het
uitbreidingsplan, successievelijk aankopen van buitenplaatsen, wel
ke voor het publiek zouden worden opengesteld.
Wassenaar heeft reeds vijf buitenplaatsen aangekocht, te weten het
park van „De Paauw", de buitenplaats van de heer D. Ruys, de
„Hartenkamp", de „Wiltzanck" en „Wittenburg".
Op onze vraag, of de bevolking van Wassenaar nog zou toenemen,
antwoordde de burgemeester, dat in „Deyleroord" de mogelijkheid
bestaat tot huizenbouw op grotere schaal. Daar kan nog voor 12.000
tot 13.000 mensen woongelegenheid worden geschapen.
Of „De Paauw" bij zulk een bevolkingsuitbreiding niet te klein
zou worden en alleen een representatieve taak zou krijgen?
Neen, „De Paauw" zou ook secretarie blijven. Reeds nu zijn open
bare werken, de bedrijven en de centrale boekhouding en het poli
tiebureau in andere gebouwen ondergebracht. Het politiebureau
heeft dringend behoefte aan uitbreiding, maar daar zijn op 't ogen
blik geen middelen toe.
Of de burgemeester nog een zekere mate van industrialisatie
verwachtte van de aanboringen van aardolie?
Omdat het in het belang is van de Nederlandse economie, ver
leent het gemeentebestuur zijn medewerking aan die boringen, maar
het wil zijn belangstelling in overeenstemming houden met zijn zorg
voor het behoud van het natuurschoon. Het wordt daarom in hoge
mate geapprecieerd, dat de N.A.M. zich alle moeite geeft, iedere on
nodige hinder te voorkomen en veel begrip toont voor de plaatselijke
situatie.
Aan het slot van het onderhoud was de burgemeester zo vriendelijk
waarderende woorden te uiten over „De Leidse Courant". Deze
krant is ook van belang voor Wassenaar, waar de bevolking
aldus de burgemeester zeker voor de helft op Leiden georiën
teerd is.
Interview met
DR. S. F. A. C. M. BARON VAN WIJNBERGEN.
Burgemeester van Wassenaar.
ls ik in
in kort bestek enkele ge
dachten zal trachten te geven met
betrekking tot de naaste toekomst
van de gemeenten Leimuiden, Nieuw-
veen en Rijnsaterwoude, dan mag ik
wellicht beginnen met te wijzen op
de uitzonderlijk gunstige ligging van
Leimuiden in een knooppunt van uit
stekende wegen en de eveneens uit
zonderlijk gunstige verbindingen met
alle grote steden van het westen.
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Haarlem, alle zijn zij van
Leimuiden uit binnen het uur te be
reiken. Mij dunkt: het kan niet an
ders of deze gemeente moet een goe
de toekomst tegemoet gaan. Goed in
de eerste plaats wellicht in verband
met de onmiskenbare drang van ve
len, die op het ogenblik nog in de
„stad" gehuisvest zijn, om „buiten"
te gaan wonen. Het zou mij helemaal
niet verbazen als velen van hen de
gemeente Leimuiden als woonge-
meente zouden gaan verkiezen. Meer
tijd om op hun werk te komen zul
len zij zeker niet kwijt zijn. Verder
zou ik willen wijzen op de mogelijk
heid van recreatie, die nog meer dan
op het ogenblik reeds het geval is, in
het midden van de belangstelling zal
komen te staan. Belangrijke recrea
tieterreinen heeft de gemeente bin
nen haar grenzen wel niet, alhoewel
de oevers langs de Drecht onverge
lijkelijk mooi zijn, maar zij ligt toch
in elk geval in de onmiddellijke na
bijheid van uitgestrekte plassen, die
grote mogelijkheden bieden. Ik denk
aan de Brasem en de Westeinder, die
nog meer zullen gaan „trekken" dan
thans reeds het geval is. De vestiging
van industrieën zal het gemeentebe
stuur ongetwijfeld gaarne bevorde
ren maar grote verwachtingen hier
van heb ik toch niet Gunstige terrei
nen zijn er maar heel weinig en in de
geldende uitbreidingsplannen is er
weinig ruimte voor beschikbaar ge
steld kunnen worden. Grotere gebie
den zijn aangewezen voor de beoefe
ning van de tuinbouw (voornamelijk
bloementeelt). Als ik de belangstel
ling, die daarvoor bestaat, in aan
merking neem, dan verwacht ik be
slist dat nog ruimere terreinen be
schikbaar zullen moeten komen en
dat daarin voor velen een bestaans
mogelijkheid zal worden geschapen.
En dan ten laatste: de veehouderij.
Als ik zie hoeveel moeite onze vee
houders zich geven om tot verbete
ring van hun veestapel te komen en
als ik zie welke resultaten zij daar
mede op tentoonstellingen behalen,
dan lijdt het voor mij geen twijfel,
dat Leimuiden ook in dit opzicht in
de eerste gelederen zal blijven staan.
Is het wonder, dat ik bij dit alles
maar één conclusie kan hebben: dat
Leimuiden een goede, een zeer goe
de, toekomst tegemoet gaat? Mij
dunkt: het is niet aan twijfel onder
hevig.
"NTieuwveen en Rijnsaterwoude bie-
■L den beide wellicht wat minder
mogelijkheden, maar toch zie ik ook
voor deze beide gemeenten een goe
de toekomst weggelegd. Nieuwveen
zal, gunstig als het ten opzichte van
de grote steden in het westen gelegen
is, zonder twijfel naar mij voorkomt
mede profiteren van de trek naar het
platteland, terwijl verder ook de ont
wikkeling, die in de tuinbouw gaande
is en waarop ik ook hier boven bij
Leimuiden wees, tot de vestiging van
nieuwe bedrijven zal leiden. Indus
trievestigingen zullen geen grote
vlucht nemen maar voor enkele klei
nere bedrijven zal dunkt mij zeker
plaats zijn. Rijnsaterwoude, kleiner
dan Leimuiden en Nieuwveen, heeft
oolc geringere mogelijkheden. Min
der belangrijk zijn zij echter zeker
niet. De Brasem ligt voor een groot
deel binnen haar grenzen en op het
é.tük van de recreatie liggen er wel
licht ook hier mogelijkheden. Ook als
woongemeente wordt Rijnsaterwoude
aantrekkelijk. Het dorp heeft uitste
kende verbindingen en enkele mooie
plekjes komen er misschien nog wel
beschikbaar.
B. KAMMENGA,
Burgemeester van Leimuiden,
Rijnsaterwoude en Nieuwveen.
Nederland heeft de laatste vijftig
jaren een sterke structuurwijzi
ging ondergaan.
Handel en industrie zijn steeds
meer gaan overheersen ten opzichte
van het agrarisch element.
Het zou wel verwonderlijk zijn
als Zoetermeer, zo gunstig gelegen
in het hart van de randstad Holland,
eenzelfde ontwikkeling niet zou ver
tonen.
Integendeel, relatief is deze ontwik
keling in Zoetermeer nog veel ster
ker geweest. In deze periode is uit
een overwegend landbouwdorp een
gemeente gegroeid, waar de fabrieks
schoorstenen aanduiden, dat het over
grote deel van de bevolking niet meer
leeft bij eg en ploeg.
Wie dan ook het dorp van om
streeks 1909 gekend heeft, zal dit
nauwelijks herkennen in de thans
zich wel zeer snel uitbreidende ge
meente.
Wat zal de toekomst brengen?
Den Haag heeft een begerig oog
geworpen op het grondgebied van
deze gemeente om er een dépendance
van de residentie te bouwen, daarbij
vergetend, dat een Haagse oplossing
van dit ruimteprobleem nog niet al
tijd een nationale oplossing daarvan
betekent.
In afwachting van het overleg tus
sen Regering en Volksvertegenwoor
diging op dit punt, gaat de gemeente
Zoetermeer voort op de ingeslagen
weg: aanpassing aan de snelle econo
mische ontwikkeling in de gemeente
door voorzieningen op allerlei gebied
en voorts het stimuleren van de bouw
van huizen voor woningzoekenden
uit de gemeente en van elders.
Zoetermeer draagt zodoende zijn
steentje bij voor de oplossing van het
allesbeheersende vraagstuk in het
Westen des lands.
Waar deze ontwikkeling voor onze
gemeente zal ophouden, bii 15000 in
woners of bij 40.000 is thans niet te
voorspellen.
Wel kan gezegd worden, dat de
groei alleen maar door maatregelen
van hoger hand tot stilstand kan wor
den gebracht. Zonder zulk een in
grijpen gaat Zoetermeer een snelle
ontwikkeling tegemoet.
Het jaar 2000 kan daar echter meer
van vertellen.
Mr. N. VERNèDE,
Burgemeester van Zoetermeer.
Dc
ezer dagen overschreed het in
wonertal der gemeente Leid
schendam de 16.000. Door tijdig te
zorgen voor een uitbreidingsplan kan
de gemeente nu uitgroeien tot 40.000
inwoners. Verwacht wordt, dat dit
aantal vóór 1970 zal bereikt zijn. Dan
is de gemeente, planologisch be
schouwd, volgebouwd.
Dit is, in enkele woorden, een blik
in de naaste toekomst. Voor de verre
toekomst ziet het er op dit ogenblik
erg onoverzichtelijk uit. De gemeen
tebesturen hangen, wat hun beleid
te dezer zake betreft, voor een be
langrijk deel af, van wat hogere or
ganen zullen beslissen. Daar zijn
plannen genoeg, misschien mag ik
zeggen: te veel. Er zal in die hogere
regionen bestuurskracht moeten wor
den opgebracht, opdat de gemeente
besturen zullen weten, waar zij aan
toe zijn. Dit gedoogt geen langer uit
stel.
Wat Leidschendam betreft, hebben
wij nog wel wat soelaas, maar het
agglomeraat Den Haag, waartoe
Leidschendam behoort, vraagt drin
gend een oplossing op korte termijn.
De vraag kan gesteld worden, of de
houding van de Zuid-Hollandse ge
meentebesturen wel altijd juist is ten
aanzien van dit vraagstuk. Wanneer
u een burgemeester of een wethou
der in zijn hart kijkt, dan is zijn lief
ste wens, dat zijn gemeente moge
groeien en bloeien. Maar wij horen
van de daken verkondigen, dat de
bevolkingstoename in het westen ge
stuit moet worden. Dus wel bloei,
maar geen groei van de gemeente?
Vooral de steden en stadjes en wat
zich gaarne stad noemt, hebben bij
zonder ijverige gemeentebesturen,
die zich zeer veel moeite geven om
het juiste klimaat te scheppen voor
nieuwe industrieën. En de industrie
zit wat graag in Zuid-Holland! Maar
men krijgt sterk de indruk, dat de
planologie niet geheel in overeen
stemming is met wat er in de kring
van deskundigen leeft.
Dat hier met spoed algemene richt
lijnen dienen te verschijnen staat wel
vast.
In deze jubileumkrant wil ik gaarne
lof brengen aan de Zuid-Hollandse
pers. die tot heden zoveel belangstel
ling aan de dag legde voor dit pro-
bleem
Op haar onverflauwde activiteit
wordt ook in de toekomst gerekend.
Wat misschien niet voor de ge
meente geldt, gelde wel voor de Leid
se Courant: zij groeie en bloeie!
H. A. C. BANNING.
Burgemeester van Leidschendam.
It
ets te vertellen over
de naaste en verre
toekomst der gemeente
Leiderdorp zou niet zo
moeilijk zijn ware het
niet dat er de laatste
twee jaren in verschil
lende dagbladen reeds
veel is gepubliceerd over de proble
men van de randstad Holland in het
algemeen en over de problemen van
de Leidse agglomeratie in het bijzon
der, waarvan onze gemeente deel uit
maakt.
Niettemin wil ik gaarne voldoen aan
de wens van de redactie om, ter ge
legenheid van het gouden feest van
de krant, hierover nog eens iets te
vertellen, in het vertrouwen dat men
het mij niet euvel zal duiden wan
neer er zaken worden aangesneden
die reeds eerder in het brandpunt
der belangstelling stonden.
Hoewel het probleem van de rand
stad Holland in de eerste plaats de
rijksoverheid raakt is het gemeente
bestuur van Leiderdorp van oordeel
dat het op de weg ligt van de be
trokken gemeentebesturen om na te
gaan hoe de positie van de eigen
gemeente in de randstad is gelegen
en welke rol de gemeente daarbij kan
spelen. Dit laatste uiteraard binnen
het kader der eigen mogelijkheden
en in overeenstemming met de hoofd
lijnen van ontwikkeling die de ho
gere instanties reeds hebben getrok
ken.
Algemeen wordt aangenomen dat een
structuurplan dienstbaar kan zijn om
tot een weloverwogen ontwikkeling
van een streek te komen.
Een dergelijk structuurplan, zoals
dat voor de Leidse agglomeratie in
januari 1958 ook door de gemeente
raad van Leiderdorp werd aanvaard,
zal de basis moeten vormen voor de
vaststelling van nieuwe of voor de
herziening van oude uitbreidingsplan
nen.
Geheel in overeenstemming met dit
structuurplan zal in de naaste toe
komst een aanvang worden gemaakt
met de ontwikkeling van een grote
woonwijk in de Munnikenpolder en
in de Zijllaan- en Meyepolder. Een
gebied waar ongeveer 30.000 mensen
zullen kunnen wonen.
Een uitbreidingsplan in onderdelen
voor een derde gedeelte van deze
wijk zal nog in de maand oktober
van dit jaar gereed komen.
Teneinde een harmonische ontwikke
ling van deze wijk te waarborgen en
een sociaal-economische eenheid tot
stand te brengen met de reeds be
staande woonkernen heeft het ge
meentebestuur reeds eind 1957 een
uitvoerige studie laten maken over
de ruimtelijke behoeften van deze
nieuwe wijk, als onderdeel van de
Leidse agglomeratie.
Dat de ontwikkeling van een derge
lijke wijk enorme problemen met
zich brengt behoeft wel geen betoog.
Dat het gemeentebestuur er niet
voor terugschrikt de koe bij de
horens te pakken hebben de na-oor-
logse jaren overtuigend bewezen.
Het beleid van het gemeentebestuur
is er steeds op gericht geweest om
waarborgen te scheppen om de ko
mende ontwikkeling te kunnen op
vangen. De aandacht wordt slechts
gevestigd op' de diverse straat ver
bredingen, de aanleg van sportvel
den en speelweiden, de verbetering
van de waterleiding, de bouw van
een vijftal nieuwe scholen, de moder
nisering van de vrijwillige brand
weer, de bouw van een zwembad met
zonneweide, de uitbreiding van de
secretarie en het bureau gemeente
werken, de aanleg van een centrale
riolering, de plannen tot de bouw
van een rioolwaterzuiveringsinrich
ting, tot modernisering van de ge
meentelijke reinigingsdienst, tot de
bouw van een nieuwe Rijnovergang,
enzovoorts.
Ook de woningbouw heeft zich te
Leiderdorp na de oorlog in snel tem
po ontwikkeld. Het aantal woningen
steeg van 975 tot 1575. Momenteel
zijn nog 200 woningen in aanbouw
terwijl bouwrijpe grond beschikbaar
is voor rond 375 woningen. Het zie
lental steeg van rond 4300 tot 6500.
Ondanks alle problemen die aan de
huidige en aan de komende ontwik
keling verbonden zijn, pakt het ge
meentebestuur van Leiderdorp de za
ken met groot enthousiasme aan, be
reid tot samenwerking met de na
buurgemeenten op elk terrein der ge
meentehuishouding, wanneer daar
aan behoefte mocht bestaan, in het
vertrouwen en de wetenschap dat de
zelfstandigheid der gemeente daar
door, in het belang van de inwoners,
slechts kan worden gediend en be
vorderd.
Onder aanbieding van mijn geluk
wensen met het gouden jubileum van
Uw krant en order het uitspreken
van de wens, dat het U, d*« Leidse ag
glomeratie in het algemeen en de ge
meente Leiderdorp in het bijzonder
wel moge gaan in de komende jaren,
wil ik gaarne met bovenstaande kor
te uiteenzetting volstaan.
K. VAN DIEPENINGEN,
Burgemeester van Leiderdorp.
„Zo lang men kalk en steen tot bouwing nodig heeft;
En pannenbakkerij bestendig voordeel geeft:
Zal 't Koudekerk ook niet aan 't nodige ontbreeken.
Dit Dorp roemd'altoos op haar goede en vruchfbre grond
Bij 't welk den Landman steeds zijn meeste voordeel vond,
T' draagt voorts den naam van een der aangenaamste streeken."
anneer men de bovenstaande versregels, ontleend
aan de „Stads- en Dorpsbeschrijver" (anno 1799)
I leest en men vergelijkt de toenmalige situatie met de
I huidige omstandigheden, dan springen onmiddellijk
I enkele dingen naar voren:
Enerzijds, dat er een verandering een ontwikkeling,
zo men wil —heeft plaatsgevonden, terwijl er anderzijds toch ook
een zekere continuïteit blijkt te bestaan.
De kalkovens, de steen- en pannenbakkerij en, die vroeger „bestendig
voordeel" gaven, bestaan nog slechts voor een deel: Zij maken niet
meer dat grote deel uit van de gevestigde industrie als voorheen.
Toch is er de binding gebleven met de materialen, die men „tot
bouwing" nodig heeft door vestiging van verschillende andere
industrieën.
In de plaats van de steenbakkerijen zijn er de fabrieken voor moder
ne materialen gekomen: de betonindustrieën.
De betonfabrieken met uiteenlopende producten: betonelementen
voor woningvloeren, betonklinkers en -tegels, betonnen heipalen,
rioolbuizen, voorgespannen elementen voor viaducten et cetera. De
vestiging van een betonmortelcentrale behoort tot de jongste ont
wikkeling. Een ontwikkeling, die aansluit bij de oude situatie en de
vroegere producten. Uit een en ander blijkt ook de ontwikkeling in
het gebruik van bouwmaterialen.
Een verschijnsel, dat in de tijd, dat de versregels geschreven werden,
minder of in het geheel niet bekend was nl. dat vele van de in de
fabrieken werkzame krachten elders wonen, is een ander aspect van
de industrievestiging. Uiteraard speelt de algemene woningnood
ook hier een rol.
In plaats van het transport per trekschuit wordt thans het grootste
gedeelte van de producten per as vervoerd. Dit geeft een nieuw pro
bleem, nl. dat van de voldoende ruime verkeerswegen: Een pro
bleem, dat urgent is en waaraan het gemeentebestuur alle aan
dacht besteedt
Het is de vraag of de gemeente Koudekerk aan den Rijn de nodige
grote verbeteringen en verbreding alleen zal kunnen financieren.
De mogelijkheden van zich te verplaatsen zijn enorm toegenomen;
óf door eigen middel van vervoer óf door gebruikmaking van de
busdiensten, die een behoorlijke frequentie hebben gekregen.
De goede vruchtbare grond is nog steeds aanwezig. De veeteelt en
enkele kwekerijen profiteren daarvan. Zoals overal is er een
tekort aan grond voor de agrarische bevolking Aan'de beschikbare
grond wordt geknabbeld door de uitbreiding der bebouwing.
Van het uitbreidingsplan worden gestadig gedeelten gerealiseerd.
Getracht wordt in de plaats van de langgerekte lintbebouwing een
zekere concentrische bebouwing te verkrijgen. Het begin daarvan
is zichtbaar: In een ruim plantsoen staat de Burgemeester de Her-
derschöol en er is ruimte voor een kleuterschool. Er omheen en
nabij een plantsoen met vijver. Inmiddels zijn daaromheen weer
de nieuwe woningen gebouwd. Ook voor de particuliere bouw be
staan aantrekkelijke mogelijkheden.
Voor de natuurlijke uitbreiding der bevolking alsook ter vervanging
van veel oude woningen zullen in de toekomst, indien enigszins
mogelijk, een aantal woningen gebouwd moeten worden.
Woningen met aantrekkelijke voortuinen en groenstroken, opdat het
goed wonen in Koudekerk zal zijn.
Nabij de woonwijken ligt een modern sportcomplex.
Van de zijde van het gemeentebestuur zal alles in het werk worden
gesteld om ook het gemeenschapsleven, zich uitend in clubs en ver
enigingen te stimuleren.
Alle middelen ter bevordering van de burgerzin moeten worden aan
gegrepen. In dit verband wordt gedacht aan een nauw contact met
de pers. Bij deze gelegenheid mogen wij dan ook noemen het contact
met de thans 50-jarige Leidse Courant. Wij hopen dit contact te
bestendigen Dit waren enkele aspecten van het beleid dat het ge
meentebestuur hoopt te voeren. Concretere toekomst-verwachtingen
zijn op het ogenblik moeilijk te geven.
Het gemeentebestuur doet dit alles voor de inwoners, opdat Koude
kerk „een der aangenaamste streeken" zal zijn, waar het zal wezen:
goed wérken, goed wónen, goed leven!
Q. WAVERIJN.
Burgemeester van Koudekerk a. d. Rijn.