Burgemeesters zien in de toekomst
U/armond
T
CLD
Noordu/ijkerhout
Nieuwkoop
Rijnsburg
Zoeteru/oude
Pk LEIDSE COURANT mmWÊ. 50 JAAR mM-WÊ BNUME 7 OKTOBER 1959
als in de
en mooi
heid van
Pastoor Oudejans z.g. placht bij een zilveren jubilee
zijn toespraak te beëindigen met de woorden: „van
zilver tot goud, dat God u behoudt".
„De Leidse Courant" bleef mede door de Zegen van
God van „zilver tot goud", dus nu 50 jaren, „behouden".
Daarmee feliciteer ik haar oprecht hartelijk. Zij voorziet
in een behoefte bij talloze Katholieken zowel in de stad
gemeenten nabij Leiden. Moge zij haar taak, die veelzijdig
is, nog gedurende vele jaren tot steeds grotere tevreden-
haar lezers blijven verrichten.
En nu nog een woordje over de toekomst van Warmond.
,Een natuurlijke ontwikkeling in waarachtige vrede en vriend
schap", aldus zou ik in het algemeen de toekomst van Warmond
willen zien. Zowel met hogere, als met gelijke publiekrechtelijke
organen zal het gemeentebestuur dikwijls in goede harmonie over
leg moeten plegen.
Bij deze natuurlijke ontwikkeling zal men met vijf facetten rekening
dienen te houden. Deze zijn: het stichten van ambachtelijke bedrij
ven, het treffen van voorzieningen op het gebied van de recreatie,
het beschermen van de bloembollen-cultuur, het beschermen van de
veehouderij-bedrijven en last not least: het doen functioneren als
„woon" gemeente.
Aldus zal er voor de vestiging van zware industrie in deze gemeen
te geen plaats, geen mogelijkheid zijn.
Warmond met zijn uitgebreid water-areaal zal zijn grond-areaal
met de grootste zorg dat is o.m. met voorzichtigheid en spaar
zaamheid een bijzondere bestemming door middel van een uit
breidingsplan mogen èn moeten geven.
Aldus zal Warmond kunnen blijven: een juweel in de randstad
Holland.
Jhr. mr. L. M. E. VON FISENNE.
Burgemeester van Warmond.
De Leidse Courant en Noordvvijker-
hout zijn en waren steeds zo nauw
met elkander verbonden, dat ik van
zelfsprekend gaarne voldoe aan het
verzoek van de redactie om ook mij
nerzijds een korte bijdrage te leveren
voor dit feestelijke jubileumnummer.
Deze bijdrage zij dan allereerst een
zeer hartelijke gelukwens, gericht tot
allen, die, in welke functie dan ook,
in de afgelopen 50 jaren het hunne
hebben gedaan om de Leidse Courant
te maken tot en te doen blijven „Het
katholieke dagblad voor Leiden en
omstreken". Moge God, zonder Wiens
leiding en zegen alle arbeid vergeefs
zou zijn geweest, leiding en zegen
blijven schenken, opdat Leiden en
omstreken tot in lengte van dagen in
de Leidse Courant een goed katho
liek streekdagblad mogen bezitten.
P en welgemeende gelukwens, mijn-
Lj heer de hoofdredacteur, bij 't gou
den jubileum van een ons zo sympa
thieke instelling als uw courant vloeit
gemakkelijk uit de pen. Moeilijker
wordt het echter voor mij als ik wil
gaan voldoen aan uw verzoek om als
burgemeester enkele gedachten te
ontvouwen over de naaste en verre
toekomst der gemeente Noordwijker-
hout. Wie immers kan ondanks de
moderne wetenschappelijke hulpmid
delen en methoden in de toekomst
zien? Richten wij daarom eerst de
blik op het verleden. Wie zou.50 jaar
geleden, toen uw blad ten doop werd
gehouden en Noordwijkerhout nog
slechts 2941 inwoners telde, als zijn
mening hebben durven neerschrij
ven, dat onze gemeente medio 1959
een inwonertal van 10.711 zou hebben
bereikt.
Wie zou in 1909 hebben durven den
ken, dat ons toen zo geïsoleerde dorp
je in 1959 goede en frequente bus
verbindingen zou hebben in de rich
tingen Haarlem, Den Haag en Leiden
over 6 meter brede, maar nu voor
het huidige verkeer alweer veel te
smalle bitumwegen? Wie zou hebben
durven voorspellen, dat practisch al
de bossen en de binnenduinen, waar
aan Noordwijkerhout in 1909 nog zo
riik was, in 1959 zouden hebben
plaats gemaakt voor uitgestrekte bol
lenvelden, waarmede onze gemeente
een zeer belangrijk aandeel in de
bloembollencultuur levert? Indien in
1909 iemand zou hebben gezegd, dat
ons dorp, toen slechts in trek bij de
Noordwijkse badgasten voor een uit
stapje met de kinderen per rijtuig,
met het Rechthuis als geliefde pleis
terplaats, in 1959 zelf honderden zo
mergasten een rustig en billijk ver
blijf zou bieden in geriefelijke hui
zen, dan zou men toch zeker aan zijn
geestesvermogens hebben getwijfeld.
Zo zou ik nog verder kunnen gaan,
want in 1909 heeft zeker niemand
aan industrie gedacht evenmin als
aan zich hier vestigen van mensen,
die elders hun bedrijf of werkkring
hebben. Een middenstand met win
kelpanden, zoals wij die thans ken
nen, zou men voor onmogelijk heb
ben gehouden, ook in de verre toe
komst.
Natuurlijk, in 1909 kende men geen
wetenschappelijke onderzoekingen en
prognoses, zoals wij die nu kennen.
Maar ook thans waag ik mij niet
gaarne aan voorspellingen omtrent
het Noordwijkerhout van 2009.
Onze activiteit zal bij voortduring
moeten zijn gericht op het verschaf
fen van zo gunstig mogelijke werk
en woongelegenheid met in eigen ge
meente zo goed en zo uitgebreid mo
gelijke onderwijsinstellingen, met ge
legenheden voor sport en recreatie.
Speciale aandacht zal blijvend ge
schonken moeten worden aan de per
fectionering en aan de uitbreiding
van de bloembollencultuur, de voor
naamste bestaansbron voor onze be
volking.
Doch daarnaast zal het vreemdelin
genverkeer een voorname plaats kun
nen gaan innemen, waartoe de nieu
we toegang naar zee, naast de reeds
bestaande en voor alle verkeer vol
ledig te ontsluiten Duindamseslag,
het zijne kan bijdragen.
Verder zullen een beperkt forensisme
en een bescheiden industrie hun aan
deel kunnen leveren aan de vermin
dering van de conjunctuurgevoelig
heid van onze plaatselijke economie.
Noordwijkerhout heeft veel jeugd en
wij hebben vertrouwen in deze jeugd.
Daarom heeft Noordwijkerhout ook
veel toekomst en zien wij die toe
komst met groot vertrouwen tege
moet
P. M. M. VAN DER WEIJDEN.
Burgemeester van Noordwijkerhout
Over de roemrijke historie van de
allodiale heerlijkheid Rijnsburg
hebben dichters en schrijvers na
moeizame onderzoekingen hun ken
nis en talenten in lijvige boekdelen
vastgelegd.
Nog moeilijker lijkt het mij te schrij
ven over de toekomst van Rijnsburg,
hoewel reeds dadelijk in het oog
springt dat „bloemen-Rijnsburg" zijn
typisch karakter als werkgemeente,
als kwekersdorp en handelscentrum
zal behoren te behouden, omdat im
mers alle omstandigheden hiervoor
pleiten:
le. de gunstige ligging met hoogwaar
dige cultuurgrond:
2e. de bijzondere geschiktheid van de
Rijnsburgers om snijbloemen en
groente te kweken en te verhande
len, zodat zij zich door jarenlange er
varing ook op vervoerstechnisch
gebied vast in de zadel hebben ge
zet.
En hoewel de binnen- en buitenland
se afzetmogelijkheden telkenjare aan
schommelingen onderhevig zijn, mag
rustig worden aangenomen, dat onze
hardwerkende en zakelijk ingestelde
bevolking zich deze behoorlijke
broodwinning, deze ereplaats op de
bloemenladder niet gemakkelijk zal
laten afnemen.
Op eigen bloemenveiling wordt jaar
lijks reeds meer dan voor 10 miljoen
gulden bloemen aangevoerd en ver
handeld, terwijl door de Rijnsburgse
handelaars en exporteurs verreweg
het grootste deel van de Westlandse
bloemenveiling en nog een groot
kwantum op andere veilingen wordt
ingekocht en doorverkocht aan bin
nen- en buitenlandse afnemers.
De kwekers behoeven voorlopig niet
te vrezen voor een overproduktie en
zullen, indien zij zich blijven toeleg
gen op vakkennis en nog betere en
nieuwe sortimenten, de plaatselijke
handel gereed vinden.
e gemeente, die een totale opper-
■L-/ vlakte heeft van nog geen 360
ha heeft een dichtbewoonde dorps
kern van slechts 2 km2 met ruim
6500 inwoners, waarvan toch wel
85 leeft van het kweken van bloe
men en groente en het verhandelen
van deze produkten. Het zal dus
noodzaak zijn om met de beschikbare
cultuurgrond zo zuinig mogelijk om
te springen, en slechts terrein voor
woningbouw af te staan uitsluitend
voor de eigen bevolking die vanwege
haar beroep zeer dorpsvast is.
Indien gelet wordt op het grote aan
tal woningzoekenden, op de zeer tal
rijke dorpsjeugd en op de vele ver
ouderde woningen, tegenover de
spaarzaam beschikbare grond, zal
men zich nog meer moeten gaan toe
leggen op moderne bedrijfsvoering op
kleine ruimten, met name onder glas
en zich dienen te beraden ten aan
zien van grondverkaveling, en daar
naast de vakkennis en talenkennis
opvoeren opdat Rijnsburg haar plaats
in Europees verband behoudt en ver
ruimt.
De plaatselijke tuinbouwschool (de
grootste in ons land) en de toekom
stige ULOschool en voorts de oplei
dingsmogelijkheden in naaste omge
ving bieden de jeugd unieke kansen.
Het gemeentebestuur wil trachten
door sanering en modernisering het
dorp geleidelijk aan een aantrekke
lijk aanzien te geven, opdat het dorp
waardig naar voren kan treden als
hèt bloemendorp van Nederland.
B. H. KOOMANS,
Burgemeester van Rijnsburg.
Met genoegen wil ik gevolg geven
aan de uitnodiging om bij het
50-jarig bestaan van De Leidse Cou
rant een bijdrage te leveren over de
gemeente, waarvan ik het voorrecht
geniet burgemeester te zijn.
Vanzelfsprekend voeg ik bij deze ge
legenheid mijn gelukwensen bij de
zeer vele, welke De Leidse Courant
in deze dagen krijgt toegewenst uit
haar gebied van verschijning en
daarbuiten.
r") e redactie verkeert met haar ver-
L-* zoek, een visie te geven door de
burgemeesters op de toekomst van
hun gemeente, blijkbaar in de ver
onderstelling, dat burgemeesters niet
gespeend zijn van waarzeggerscapa
citeiten en anders in elk geval niet
gespeend zijn van de nodige fantasie
omtrent de toekomst hunner gemeen
ten.
Wie zich daartoe zet denkt er gauw
aan dat soms steden en dorpen met
bepaalde namen worden aangeduid.
Men kent namen als havensteden, in
dustriesteden, toeristensteden, uni
versiteitssteden. Maar al deze karak
teristiek blijft gebrekkig.
Zo is het ook wanneer gesproken
wordt van een landbouwdorp, een
tuinbouwdorp, een arbeidersdorp, een
bloembollendorp, een vissersdorp, een
recreatiedorp en zo meer.
Wie Nieuwkoop met een, of zelfs
twee aanduidingen zou willen type
ren, slaagt hierin niet, omdat Nieuw
koop en Noorden zeer gevarieerde
bestaansbronnen hebben, bestaans-
bronnen waarvan de ene toeneemt en
andere gelijk blyven of, relatief ge
zien, minderen.
Het gemeentebestuur van Nieuwkoop
wil de tekenen van de tijd verstaan
en een goed klimaat scheppen voor
verantwoorde bestaansbronnen, reeds
aanwezige en nieuwe. Geen lucht
kastelen, noch figuurlijk maar ook
niet letterlijk door hoge flatbouw.
Nieuwkoop heeft in de laatste jaren
meer en meer de naam van een goed
woondorp gekregen, met zijn mooie
plassen, rietlanden en de bouw van
een geheel nieuw dorp van goedkope
en doelmatige premiewoningen naast
de woningwetwoningen voor eigen in
woners, bejaardentehuizen en bejaar
denwoninkjes.
Door de ontzaglijke verscheidenheid
van bestaansbronnen, industrie, aan
nemersbedrijven, recreatie, rietlan
den, visserij, tuinbouw, veehouderij,
is een Nieuwkoop ontstaan waar ve
len graag willen wonen en waar de
middenstand, die de tekenen van de
tijd weet te verstaan, in sterke mate
aan meewerkt en daardoor zijn be
staansbasis verbreedt en versterkt.
Zeer velen buiten onze gemeente
hebben zich metterwoon in Nieuw
koop gevestigd, hebben zich ingebur
gerd en voelen zich hier goed thuis.
Deze snel toegenomen vestiging in
Nieuwkoop schept uiteraard proble
men t.a.v. kerken en scholen, am-
bachts- en nijverheidsonderwijs, wel
ke door het gemeentebestuur tijdig
onderkend moeten worden en tot op
lossing gebracht worden.
Noorden, een kerkdorp tot de ge
meente Nieuwkoop beherend, is
meer landelijk en agrarisch gebleven.
Maar ook daar doen zich problemen
voor, vooral van vestiging, omdat de
Noordsebuurtpolder met 238 ha. zich
snel ontwikkelt als kassen- en wa-
renhuisgebied, hetwelk met school en
kerk, organisaties, boerenleenbank,
openbare nutsbedrijven, geheel op
Noorden is georiënteerd en dit ook
wil blijven. In de katholieke kerk
worden hier wegens plaatsgebrek des
zondags al drie H. Missen gelezen.
En al hebben Nieuwkoop en Noorden
(gelukkig) nog op tal van punten
hun rustig en min of meer conserva
tief karakter nog niet verloren, aan
gespannen energie ontbreekt het hun
niet. De snelle expansie stelt het ge
meentebestuur telkens opnieuw voor
tal van vraagstukken. Maar in het
heden en de toekomst mag het ons als
gemeentebestuur niet aan goede
moed en doortastendheid ontbreken
om de vraagstukken, welke zich voor
doen, op practische en doortastende
wijze te boven te komen, daarbij in
het oog houdend, dat een stormach
tige ontwikkeling bepaalde voorzie
ningen noodzakelijk maakt, maar
evenzeer in het oog houdend, dat
Nieuwkoop als toeristencentrum
thans zo in trek is, omdat de recrea
tie-ontwikkeling wat minder storm
achtig is dan in andere watersport-
recreatiegemeenten het geval is ge
weest.
Vandaar dat het gemeentebestuur
met beleid zich toelegt op noodzake
lijke veranderingen en voorzienin
gen, gevraagd in een veranderende
wereld en een veranderend Nieuw
koop.
Daarbij heeft het gemeentebestuur
uiteraard ook rekening te houden
met de opvattingen van recreatie en
zondagsrust e.d., waarbij opvattingen
van een minderheid in de raad en in
de gemeente niet zonder meer voor
bijgegaan kunnen worden, maar op
verstandige wijze ook hiermede reke
ning moet worden gehouden.
Zo werkt Nieuwkoop zich naar een
nieuwe toekomst, als nijvere gemeen
schap samenwerkend.
Docr aller samenwerking is het mo
gelijk geweest met enthousiasme te
werken aan dit nieuwe Nieuwkoop.
Met toekomstvoorspellingen houden
we ons liever niet bezig: maar dit on
misbaar enthousiasme moge allen
blijven bezielen, die verantwoorde
lijkheid dragen voor de bloei en de
toekomst van onze gemeente.
M. P. VAN DER WEYDEN,
Burgemeester van
Nieuwkoop.
De Burgemeesters van alle gemeenten, waar „De Leidse
Courantgelezen wordt, vereerden ons met bijdragen, waarin
zij hun kijk geven op de toekomst van hun gemeente. Bij de
rangschikking van deze bijdragen is met opzet afgezien van
een alfabetische volgorde of een rangorde naar bevolkings
omvang der betrokken gemeenten.
Hazerswoude
Als de redactie van „De Leidse Courant" ter gele
genheid van het gouden jubileum van haar blad
mij vraagt enkele gedachten te ontvouwen over de
naaste of verre toekomst van Hazerswoude, is dit op
zichzelf al een moeilijke opgaaf, wijl de gave der pro
fetie mij niet gegeven is.
En als dan daarbij nog komt, dat men slechts luttele
weken het ambt van burgemeester dier gemeente vervult, wordt
het nog moeilijker.
Niettemin wil ik een poging wagen om aan het verlangen der redac
tie te voldoen
Uit de eerste bestudering der urgente vraagstukken blijkt wel, dat
verschillende zaken om een oplossing vragen, zoals de ontsluiting
van .het Rietveld", een gedeelte der gemeente, dat bij uitstek ge
schikt is voor de vestiging van boomkwekerijen, doch dat momen
teel slechts te water bereikbaar is.
Voorts is een zwembad dringend noodzakelijk. Elk jaar verdrinken
er ongeveer twee kinderen in dit waterrijke gebied van Hazers
woude.
Voor deze beide objecten is opdracht gegeven plannen te ontwerpen
aan de Nederlandse Heide Maatschappij en de Grontmij.
Hopelijk zal tegen de tijd, dat deze plannen gereed zijn, de beste
dingsbeperking geen beletsel vormen deze ook uit te voeren.
Wat echter, naar mijn mening, van groot belang zal zijn voor de
gemeente Hazerswoude is haar gunstige positie als woongemeente
voor de bewoners van de omliggende grote steden en wel in het
bijzonder van Leiden, dat slechts op een zeven a acht km afstand
gelegen is.
Immers voor hen, die de voorkeur geven aan de rustige sfeer van
het platteland boven het stadsgewoel, kan deze afstand onmogelijk
een bezwaar zijn; per auto of bromfiets vraagt deze afstand nauwe
lijks een kwartier tijd.
Eén van de dingen, welkè mij het meest opvielen gedurende deze
éne maand na mijn ambtsaanvaarding is wel, dat ik al verschillen
de bezoeken ontving van bouwondernemingen, die een groot aantal
premie-woningen en een niet minder groot aantal woningen „in de
vrije sector", dat wil zeggen zonder daarvoor premie aan te vragen,
wilden bouwen.
Wei een bewijs dat men ook in die kringen iets „ziet" in Hazers
woude.
Het is nog niet bekend hoe het z.g. „plan Wilsveen" zich verder zal
ontwikkelen. Zoals bekend is, werd dit plan niet algemeen met
enthousiasme ontvangen.
Wat ligt dan, bij verwerping van dit plan, meer voor de hand, dan
dat de bestaande woonkernen rondom de grote steden, worden uit
gebreid en benut om de aanwas der bevolking dier steden op te
vangen.
Ofschoon de bestaande uitbreidingsplannen der gemeente nog niet
zo lang geleden zijn vastgesteld, is het nu reeds noodzakelijk geble
ken wederom opdracht te geven, deze uitbreidingsplannen te her
zien, omdat na twee of drie jaren de geplande uitbreidingen volge
bouwd zullen zijn.
Als industrie-gemeente zal Hazerswoude zich waarschijnlijk (behou
dens een gedeelte aan de Rijndijk) niet ontwikkelen, doch als woon
gemeente zal het zeker in de nabije toekomst een gaarne gezochte
gemeente zijn.
A. SMIT,
Burgemeester van Hazerswoude.
Gaarne wil ik voldoen aan het ver
zoek van de hoofdredacteur van
dit blad om enkele gedachten te ont
vouwen over de naaste of verre toe
komst van Zoeterwoude. Ik bevind
me echter in een moeilijk parket, ge
let op het feit dat er weer een an
nexatieplan hangende is. Gaat die
grenswijziging door dan zal deze ge
meente 671 hectare van de 2784 hec
tare aan andere gemeente(n) moe
ten afstaan. Met die afstand van
grondgebied gaat tevens gepaard het
verlies van ongeveer 2500 inwoners.
Een en ander betekent, dat ongeveer
een vierde gedeelte van de opper
vlakte en ruim 40 procent van de be
volking zal moeten worden afgestaan.
Wat zal de naaste toekomst brengen?
Zoeterwoude heeft in het verleden al
tweemaal een aderlating moeten on
dergaan, waarbij de gemeente in
1896: 3481 zielen of wel 53,4 van de
bevolking aan Leiden moest over
dragen en in 1920: 1350 zielen (28%)
aan Leiden en 251 zielen (5.2%) aan
Voorschoten. De oorspronkelijke
grens lag aan de Zoeterwoudse- en
Witte Singel, langs de Haagweg en
Voorschoterstraatweg vanaf de Vink
tot aan de Hoflaan.
Cteeds heeft bij hogere instanties
blijkbaar de gedachte voorgezeten
blijkbaar de gedachte voorgezeten
dat een uitbreiding van Leiden moest
gezocht worden in Zuid-Zuid-weste-
lijke richting, zulks ten koste van
het meer landelijk gedeelte der ge
meente, terwijl men er nu wil bij
gaan betrekken de Hoge Rijndijk en
naaste omgeving van de spoorlijn
Leiden-Woerden. De agrariërs moe
ten zich wel beangst gevoelen wan
neer ook zij naar de naaste of verre
toekomst schouwen. Blijft er voor hen
nog voldoende bestaansmogelijkheid?
Zoeterwoude heeft reeds beslag ge
legd ten eigen behoeve op agrarische
gronden, voor scholenbouw, woning
bouw en recreatie en zal daar in de
naaste toekomst nog meer behoefte
aan hebben. Ook voor de aanleg van
wegen is reeds veel grond aan de be
stemming onttrokken, terwijl nog
meer landbouwgrond daaraan zal
moeten worejen opgeofferd.
Gaat derhalve de landbouw achter
uit, de industrie wordt er beter van.
Aanvankelijk vond men slechts in
dustrie langs de Hoge Rijndijk, tus
sen Rijn en Rijksstraatweg, terwijl
het industriegebied thans aanmerke
lijk is uitgebreid in verband met de
oprichting van het „industrieschap
de Grote Polder", gebaseerd op een
gemeenschappelijke regeling tussen
Leiden en Zoeterwoude. Onlangs is
een uitbreidingsplan van het indus
trieschap vastgesteld en het is te
voorzien dat zeer binnenkort tot de
exploitatie van de industrieterreinen
zal worden overgegaan.
In verband met die industrieuitbrei
ding komt er weer meer behoefte aan
woningen want de mensen willen
toch zo dicht mogelijk bij hun werk
zijn. Als die woningen er komen moe
ten weer wegen, plantsoenen en
sportterreinen worden aangelegd,
terwijl gronden gereserveerd zullen
moeten worden voor kerken, scho
len, begraafplaats etc. Dit alles ten
koste weer van de agrarische grond.
Het is dan ook dringend nodig dat er
een plan komt waarbij een en ander
geregeld wordt en toe te juichen is
dat eerstdaags een plan in hoofd
zaak van de gemeente wordt vastge
steld, terwijl partiële uitbreidings
plannen eveneens spoedig tot stand
moeten komen.
Mijn mening is dat Zoeterwoude in
de naaste toekomst een belangrijke
structuurwijziging zal ondergaan.
Landbouwgronden zullen worden in
geperkt, tuinbouw zal zich gaan ont
wikkelen en de industrie zal de bo
ventoon gaan voeren. Een en ander
zal niet zonder invloed blijven op de
bevolking en de geestelijke stromin
gen zullen meer daardoor beïnvloed
worden.
H. J. J. A. SMEETS
Burgemeester van Zoeterwoude