En 50 jaar geleden u/as het zó
Eenmaal per jaar kwamen de
tuinders over de brug
Er waren twee tollen tussen Leiden
Plein was het hart van dorp
Het
sterk gevoeld
gemis werd
DE LEIDSE COURANT 50 JAAR Wl^: WtW^L WIW& OKTOBER 1959
BOSKOOP
Jaarlijkse betaaldag van de
boomkwekers op de brug
te Boskoop.
want een brief uit het buitenland
met als adres firma Albers Hol
land werd prompt in Boskoop aan
het goede adres bezorgd.
Typisch was de wijze van betalen
in Boskoop. Dit 'geschiedde slechts
éénmaal per jaar in de week waarin
1 juli viel. Dit was dan de z.g. Ker
mis week, want tijdens deze beta-
lingsweek was er een grote kermis.
Dan kwamen alle kwekers en han
delaren naar de toen nog smalle
dorpsstraat nabij de brug en werden
alle betalingen op straat verricht.
Wie niet in staat was zijn rekeningen
t^ voldoen, liet zich niet zien en
kwam dus niet over de brug. Tegen
woordig worden de meeste betalin
gen per bank of per giro gedaan ter
wijl dit ook tweemaal per jaar ge
schiedt. Toch is de week van 1 juli
in Boskoop nog altijd de „Kermis-
week" hoewel men deze benaming
wil veranderen in betalingsweek,
waarin traditiegetrouw nog wel en
kele betalingen op straat bij de hef-
brug worden gedaan doch de vroe
gere drukte is toch wel verdwenen.
De vorige parochiekerk te Hoogmade
waarvan de toren thans
„Hervormd" is.
HOOGMADE
WASSENAAR
Het Boskoop van vijftig jaar gele
den was niet veel groter dan wat
nu de dorpskern is. Ter hoogte van
de tegenwoordige garage van gebr.
Hooftman was de grens met de
gemeente Waddinxveen, terwijl de
begrenzing aan de andere zijde van
de brug niet veel verder liep. Aan
het hoofd van deze kleine gemeente
stond toen burgemeester Swaan, die
na een langdurige ziekte, waarbij
wethouder C. B. Lünnemann als loco-
burgemeester optrad, op 15 okt. 1910,
overleed. Zijn opvolger werd de heer
Montenberg, die op 17 jan. 1911 werd
geinstalleerd. In die dagen werd een
aanvang gemaakt met de aanleg van
een waterleiding en van de straatver
lichting met gaslantaarns.
In de notulen van de openbare raads
vergadering uit die dagen komt het
besluit voor, dat van de 155 te plaat
sen lantaarns er 55 doorbranders zul
len zijn en dat in de maanden, mei,
juni en juli alleen deze doorbranders
(waarmede bedoeld wordt dat deze
's nachts zullen blijven branden) zul
len worden ontstoken. Dit zou ook
het geval zijn gedurende de overige
maanden, wanneer er maanlicht was.
De jaarwedde van burgemeester, se
cretaris en ontvanger werd vastge
steld op resp. f 1300,f 1200,en
f 750,met 2 periodieke verhogin
gen van f 75,na 6 jaren en na 12
jaren dienst en voor de ontvanger
f 50,Tevens werd de jaarwedde
van de beide gemeenteveldwachters
Lubbers en Heijmans vastgesteld op
f 675,door een verhoging van
f 25,—.
I_Jet zou zeker de moeite lonen uit-
*gebreider over de ontwikkeling
van Boskoop waarvan reeds in 1222
sprake is, van bos-, wei- en bouwland
tot boomkwekerij gronden te schrij
ven. Aanvankelijk was de boom
kwekerij een bij-bedrijf van de
landbouw doch langzamerhand
werd de cultuur van fruitbomen
en aardbeien hoofdzaak.
In de jaren rond 1909 voer een spe
ciale „aardbeienboot" van Boskoop
naar Amsterdam en Den Haag. De
kwekers moesten hun producten in
speciale potjes verpakken en naar
de overschepingen brengen alwaar
de aardbeienboot met luid getoeter
zijn komst aankondigde. Deze prijs
bedroeg dan ten hoogste 3,5 cent per
potje, van ongeveer V2 pond. Naast
de teelt van vruchtbomen kwamen
de laanbomen en daarna weer de
vormbomen. Jarenlang stond Bos
koop bekend om zijn figurenbomen
van Buxus en Taxus.
Toentertijd was er alleen binnen
landse handel, doch al spoedig ging
men ook naar Oostenrijk en vervol
gens naar andere landen, en tenslot
te ook naar Amerika.
De handel op Duitsland zou zijn
ontstaan door een marskramer uit
Duitsland die regelmatig in Bos
koop kwamen in zijn woonplaats de
Boskoopse bomen roemde. Het was
de fa. M. Koster die de eerste zen
ding bomen en planten naar Duits
land moest brengen, want zij moes
ten deze zelf planten. Het vervoer
geschiedde toen per Keulse aak.
De export kreeg zo'n omvang, dat
vijftig jaar geleden een 700 boom
kwekerijen op een oppervlakte van
10.000 ha een goed bestaan oplever
den. De verzending had heel wat
voeten in de aarde. De bomen en
planten moesten eerst per schouw
het in Boskoop in gebruik zijnde
platbodem vaartuig en naar de over
schepingen worden vervoerd. Daar
worden overgesjouwd in vletbok-
ken welke in de Gouwe konden va
ren (sluizen waren er nog niet).
Deze vletbokken moesten dan naar
Alphen a. d. Rijn worden getrok
ken. De boomkwekersknechts die
dit zware werk moesten verrichten
ontvingen dan een dubbel dagloon,
hetwelk in die dagen f 1,75 bedroeg.
Het vervoer te land geschiedde over
voor die tijd goede doch smalle we
gen, met de hondenkar en ook per
rijwiel.
De bezorger van de Leidse Courant
in die jaren, de heer Joh. Rooden-
burg, moest de pakken met kranten
per rijwiel in Leiden gaan halen en
nam dan ook de pakken voor de
tussenliggende plaatsen mede.
De grote stuwkracht in die dagen
was wijlen de heer J. H. Straten
van Nes. Onder zijn leiding werd in
1911 de wereldberoemde grote
bloemententoonstelling gehouden
van 5 tot 20 april, op het sportter
rein, waar thans het gemeentehuis
staat. Het hoogtepunt van deze ten
toonstelling was het bezoek van
H.M. Koningin Wilhelmina en
Z.K.H. Prins Hendrik. Ook was de
heer Straten van Nes de animator
voor de aansluiting van Boskoop
met het telefoonnet. Boskoop was
ook in die dagen reeds beroemd
t_Jet Wassenaar van nu is een ietwat
1 onsamenhangende „woongemeen-
te" van 25.000 zielen, het Wassenaar
van een halve eeuw geleden was een
echt dorp met ruim 4000 inwoners.
En er zijn er onder de 25.000 van
thans maar weinig te vinden, die ook
omstreeks 1909 al tot de ingezetenen
behoorden en de kinderschoenen
waren ontgroeid. Maar er zijn er nog
en een van „de oude WaSsenaar-
ders" zoals men ze bij voorkeur
noemt is de heer J. J. de Smit, die
in het Tuinpad woont en vele jaren
gemeente-bode is geweest, nadat hij
zich als jongeman de kost had ver
diend als schilder. Van hem en van
zijn broer Piet still going strong
als onder-kapelmeester van de mu
ziekvereniging Excelsior kan met
recht gezegd worden dat zij opgroei
den in het hart van het oude dorp.
Hun vader had een kruideniersbe-
drijf bij het Plein. En al wordt het
Plein nog steeds het hart van het
oude dorp genoemd, een halve eeuw
geleden was 't dat ook werkelijk. Op
het Plein vond men het postkantoor.
En bij de oude Dorpskerk was het
politiebureau met de „nor" En achter
de kerk stond ook de brandspuit op
gesteld. En het raadhuis was geves
tigd in de Langstraat, heel dicht bij
het Plein.
Op het Plein werd de kermis gehou
den: een draaimolen en een gebak
kraam en een installatie voor het
„koekslaan".
In de zaal van „Het Wapen van
Wassenaar" werden de vergaderingen
gehouden van allerlei verenigingen.
De dorpsharmonie vader de Smit
was een van de oprichters in 1901
repeteerde in de Schoolstraat, ook
al weer op korte afstand van het
dorpspleintje.
Wassenaar was een echt dorp.
Bijna de helft van de „beroeps
bevolking" werkte in de landbpuw.
De andere helft dankte het bestaan
aan de aanwezigheid van een aantal
grote buitens, die door zeer welge
stelde families werden bewoond.
„Het was de tijd, dat een schilders-
patroon een goed bestaan had met
maar 10 klanten" zegt de heer de
Smit, „maar dan ook goede klanten".
En hy vertelt hoe hij als jongeman
's morgens om 5 uur van huis ging
om te voet op tijd op het werk
te zijn: op Clingendael bijvoorbeeld,
dicht bij de Haagse grens, waar de
familie Van Brien wopnde. In de
buurt van de Stoeplaan werd altijd
een ogenblikje halt gehouden. Daar
troffen 's morgens in alle vroegte de
werklieden elkaar, op weg naar hun
karwei. En dan werd er even een
pijp gerookt of een pruimpje geno
men en de dingen van de dag be
sproken. Haast kende men in die da
gen niet, herinnert de heer de Smit
zich. Er werd wel lang, maar niet
overdreven hard gewerkt en er was
als baas en principaal niet in de
buurt waren altijd nog wel tijd
om een van de collega's eens flink
in de maling te nemen.,
kermis omstreeks 31 augustus
■L^was een jaarlijks hoogtepunt in
het dorpsleven. Een rit in de draai
molen op het Plein kostte overdag 3
of 5 cent en 's avonds een dubbeltje.
Maar er werd ook van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat toujours
gedraaicfc En de kruidenierswinkel
van vader de Smit had een beste
klant aan de kermisgasten die voor
enkele dagen hun bivak in Wasse
naar opsloegen, want het was hele
maal niets bijzonders als de exploi
tant van draaimolen en koekslaanspel
na twee dagen met een zoet netto
winstje van enkele duizenden gul
dens vertrok!
Kermis vieren kon natuurlijk alleen
maar echt gebeuren met een meisje.
Alleen moest je wel zorgen, dat je
dat meisje een week te voren al „be
sproken" had. Op 24 augustus n.l.
vierde Baronesse van Pallandt op
„Duinrel" haar verjaardag, 's Avonds
was er dan vuurwerk en dat was de
gelegenheid bij uitstek om je als jon
geman een gezellin voor de kermis
te zoeken.
De praktijk was zo, dat als je op 24
augustus geen meisje gevonden had,
je op de kermis een week later
alleen bleef!
A Is de heer Smit zegt, dat er in
^Wassenaar in de afgelopen halve
eeuw veel veranderd is, dan is dat
niet zo maar een afgesleten uitdruk
king, maar heel precies de waarheid.
Ge kunt het navragen bij het Econo-
misch-Technologisch Instituut voor
Dij gelegenheid van het 50-jarig be-
staan van „De Leidse Courant"
voldoe ik gaarne aan het verzoek, als
geboren Alphenaar mijn kennis mede
te delen betreffende het Alphen aan
den Rijn van die tijd, en daaruit een
enkele greep te doen.
Daar was b.v. het „Hotel v. d.
Sande", ook bekend als hotel „Sint
Joris", waar elk jaar bij gelegen
heid van de Hollandia-roeiwedstrij
den 's avonds de prestaties gevierd
werden met dansen en prachtige mu
ziek.
Dan de oude Ned. Herv. kerk, die
op zekere dag geheel afbrandde en
waar zes jaar later op 13 juli 1922
de nieuwe (huidige) kerk in ge
bruik werd genomen. Van 9 april
1916 tot 6 juli 1916 werd de kerk
dienst gehouden in de daartoe afge
stane geref. kerk. Daarna, tot aan de
ingebruikname van de nieuw kerk
dus, hield men diensten in een hou
ten noodkerk, opgetrokken aan de
westkant van de Wilhelminalaan,
op de plaats ongeveer waar nu het
Burgemeester Visserpark is. En ver
der niet te vergeten de vorige „Al-
phense brug", waarover wij in
bruilofststoet, toen hij in de plaats
De plaats van de afgebrande Herv.
kerk te Alphen.
Zuid-Holland, dat enige jaren gele
den een structuurrapport over Was
senaar uitbracht. „Het jaar 1909
bracht op tal van punten een omme
keer in de Wassenaarse gemeen
schap", aldus het rapport.
In 1908 had Wassenaar een treinver
binding vanaf het viaduct met
Rotterdam gekregen. Dat was de
inleiding tot een snellè groei van de
bevolking van Wassenaar. Groepen
financiers kochten grote buitenplaat
sen en begonnen die te exploiteren
als bouwgrond. En in de periode van
1910 tot 1930 vestigden zich in Was
senaar, dat ontdekt was als een idea
le woongemeente, tal van industrië
len en zakenlieden. De villaparken
ontstonden. Er werden wegen gelegd
in het duingebied, dat nu bekend
is als het villapark „De Kieviet". En
de gemeente, die in die tijd nog wat
te zeggen had wat belastingheffing
betreft, zorgde er voor, dat Wasse
naar door lage fiscale tarieven, een
aantrekkelijke gemeente werd voor
zeer welgestelden.
De ontwikkeling van het plattelands-
dorp Wassenaar tot de „woongemeen
te" van thans, begon een halve eeuw
geleden. De heer de Smit en nog en
kele andere „oude Wassenaarders"
hebben die ontwikkeling van nabij
meegemaakt.
Wassenaar heeft het karakter van
epn dorpsgemeenschap verloren.
Eén plekje is er nog slechts in de
gemeente, dat aan het dorp van vroe
ger herinnert: dat is het Dorpsplein.
En prof. Froger, de stedebouwkun
dig adviseur van de gemeente Was
senaar, zal het de oude dorpsbewo
ners zeker niet kwalijk nemen, dat
zij het helemaal niet eens zijn met
zijn nieuwe „komplan" waarin de
intimiteit van het oude dorpspleintje
opgeofferd dreigt te worden aan het
alsmaar toenemende verkeer!
DEN RIJN
was gekomen van een nóg oudere, het
eerst overheen reden.
Sterk werd gevoeld het gemis van
een katholieke streek- of plaatse
lijke courant. Ik kan mij nog goed
herinneren, dat, 50 jaar geleden, hier
enkele mensen gevraagd werden door
deken Koopman z.g. om in Leiden
besprekingen bij te wonen, teneinde
zo mogelijk te komen tot oprichting
en verzorging van een R.K. Dagblad
voor Leiden en omstreken. De beslui
ten, daar toen genomen, hadden het
resultaat, dat dit doel werd bereikt,
zodat wij al die jaren zijn voorge
licht betreffende de godsdienstige en
maatschappelijke vraagstukken.
Dat dit tot veler tevredenheid ge
strekt heeft blijkt uit de steeds
groeiende vooruitgang, die „De Leid
se Courant" heeft meegemaakt en ik
maak mij tot tolk van alle tegen
woordige lezers, met de wens uit te
spreken, dat het aantal abonnees en
adverteerders steeds mag toenemen.
Nogmaals proficiat met het bereiken
van deze mijlpaal.
Uw trouwe abonnee,
TH. A. ROZESTRATEN,
Stationsstraat 3, Alphen a. d. Rijn.
Het voormalige raadhuis der voor
malige gemeente Oudshoorn
(thans Alphen aan den Rijn)
F\e heer A. v. d. Pouw Kraan, Bos-
kade 7, Hoogmade, die geboren
werd in het jaar 1888 en zijn jeugd
doorbracht in en om de watermolen
van de Doespolder (welke reeds
vijftig jaar door zijn ouders werd be
woond), peinst bij zichzelve nog wel
eens over de toestand, zoals deze vele
en vele jaren geleden in Hoogmade
moet zijn geweest. Zelf herinnert hij
zich nog heel goed, hoe hij op witte,
geschuurde klompjes, met lange
zwarte kousen aan en de'pet op naar
school en kerk ging.
Een klapperman fungeerde in die
dagen als politie-agent en lantaarnop
steker en kondigde des avonds om 10
uur de nacht aan en wekte 's morgens
vroeg de boeren. Z'n vrouw ging
overdag uit werken en zette in de
winter de stoven in de kath. kerk.
De verdiensten van de arbeiders,
die bij de boeren op het dorp werk
ten, waren niet erg hoog: 7 a 8 gul
den per week. De heer v. d. Pouw
Kraan verdiende in zijn eerste ja
ren anderhalve gulden per week met
het boerenwerk. Op dit 'werk was
men aangewezen, want wilde je een
ander vak leren, dan moest je te voet
10 km. naar Leiden, want vervoer
was in die tijd nog niet mogelijk.
Dan had je nog, vanuit Hoogmade
komend, het euvel van het tolgelden
betalen. Er was een tolhuis in de
Munriikërpblder en de Leiderdorpse
brug yvas ook voor voetgangers niet
v^rij.'Men'betaalde er een halve cent'
per persoon, maar om nog een cent
uit te sparen als men b.v. met vier
jongens was droeg men elkaar
over de brug. Er voerde een weg naar
Leiden, met diepe karresporen en een
50 cm breed bestraat pad, dat blijk
baar alleen door de plaatselijke stra
tenmaker J. Blom gelegd kon wor
den. Hierlangs trokken de verschei
dene huismoeders naar Leiden om in
kopen te doen van hetgeen in het
dorp niet te krijgen was, als nieuwe
kleding, schoeisel enz.
De werkgelegenheid was in Hoog
made ruimer dan thans. Men ge
bruikte op het weiland veel specie
(bagger) welke werd gehaald vanuit
de Wijde Aa, het Paddegat of de
Braassemermeer per vlet. Dit be
roep werd door een 14-tal personen
uitgeoefend, maar de politie hield
nogal een oogje in het zeil door des
morgens al om zes uur in een roei
bootje te komen kijken, of men niet
in overtreding was omdat niet te
dicht onder de dijk gebaggerd mocht
worden. Om dit werk uit te voeren
had men een vergunning nodig van
het Hoogheemraadschap Rijnland en
later van de heer Been en de Domei
nen. Was er een overtreding begaan,
dan moest men eerst met verschuldig
de eerbied een verzoek indienen bij
Rijnland om weer in aanmerking te
komen voor een stukje baggerwerk.
Daar dit werk alleen bij gunstig
weer kon worden uitgevoerd, moest
men in de zomer tevens de kost voor
de winter trachten te verdienen, wat
niet altijd lukte. Men was dan aan
gewezen op het Z.g. Armbestuur, om
dat bijna niemand enig voorschot
wilde geven. Was men eenmaal tot
de trouwdag gekomen, dan was de
woongelegenheid niet veel ruimer dan
thans, daar men alleen de beschik
king kreeg over een arbeiders-(dag
gelders)-woning voor 1 gulden per
week, mét de belofte, zondags de
boer te helpen met het melken van
het vee.
Vakantie was niet bekend. Wel
werd een „vijfschoft" gehouden, ker
mis genoemd, waar men kon tonknup-
pelen en koekslaan in de tweede
helft van juli doorgaans.
Met de veerschuit werden ver
schillende produkten vervoerd naar
Leiden, Zaandam en Amsterdam.
Goede zaken maakte ook de potten-
schipper, die met zijn handel
glas- en aardewerk, lampen en ka
toen eens per jaar langs kwam,
hetgeen dan dikwijls uitliep op een
ruilbeurs.
Was Hoogmade enigszins afgelegen,
het was een rustig dorp met veel na
tuurschoon; een Heerlijkheid van de
Erven Cornelis Sprongh, met een
rentmeester, die de landerijen, gele
gen in de Hoogmadese polder, ver
pachtte.
ZOETERMEER
Wachter, wal is er
van de nacht?
Wat te vertellen over Zoetermeer
in 1909? Er is zo ontzettend
veel te zeggen over de toestand 50
jaar geleden", aldus de heer J. W.
Gxcenewegen Hzn. De heer Groene-
wegen is een vooraanstaand 'figuur
in Zuetermeer, 74 jaar oud, meer dan
40 jaar raadslid geweest en lange ja
ren wethouder. In 1909 bestonden er
nog twee gemeenten n.l. Zoetermeer
en Zegwaard. Burgemeester van bei
de gemeenten was burgemeester C.
L. J. Bos. Er woonden zo rond 1300
inwoners en de enige goede weg was
de Dorpsstraat. Daarnaast was nog
de Molenweg, de tegenwoordige Sta
tionsstraat, waar nu nog de molen
staat.
De grens tussen de beide gemeenten,
die in elkaar overgingen was een rij
tje klinkers tussen de keien ter hoog
te van de Leidse en Delftse Wallen.
Zoetermeer was rijker dan Zegwaard.
In de Dorpsstraat bestond de weg
uit keien met aan weerskanten een
klinkerpad. Langs de huizen stonden
bomen.
De 3e woensdag in augustus was er
altijd paardenmarkt waarvoor grote
belangstelling bestond.
Van 1901 tot 1912 was pastoor J. H.
Eeu.wens herder in de parochie. De
kerk zoals we die nu kennen bestond
toen nog niet. Die is wel gebouwd op
de plaats waar de oude kerk stond,
rond 1916.
In die tijd was er nog een nachtwa
ker, die elk uur van de nacht rond
ging. De lantaarnopsteker moest de
lampen 's avonds gaan aansteken en
regelmatig toezien, dat ze bleven
branden.
De Molenweg, waaraan, behalve de
molen maar twee woningen stonden,
was slecht en toch moest men er over
om naar het station te gaan. Een ka
tholieke school was er al sinds 1890.
De bevolking was hoofdzakelijk agra
risch ingesteld.
Nu na 50 jaar is Zoetermeer uitge
groeid tot meer dan 8200 inwoners
en het ziet er naar uit, gezien het
groot aantal huizen, dat in aanbouw
is, dat binnen enkele jaren de 10.000
inwoners Zoetermeer zullen bevol
ken. Mochten de plannen om tot de
stichting van de satellietstad Wils-
veen niet doorgaan en bepaalde sug
gesties wijzen in die richting, dan zou
Zoetermeer er binnen korte tijd uit
groeien tot een stad van 40.000 inwo
ners. Wat een verschil met die goede
oude tijd van 50 jaar geleden.
ALPHEN AAN