»Expeditie Sterrengebergte« neemt
afscheid van
van
O.K. en W. acht instelling
nieuwe leerstoelen in Leiden nodig
Noordwijk
N.V. NEDERLANDSE DURISOL- LEIDERDORP
a. Een aankomend bouwkundig tekenaar
b. Een vrouwelijke jongste bediende
DINSDAG 22 SEPTEMBER 1959
DE LSTDSE COURANT
PAGINA 8
Nieuw Guinea, land van verrassingen
De heer John J. Staats (links)
schrijft. Zittend op een van de ex
peditie-blikken vertrouwt hij zijn
belevenissen toe aan het papier, zo
dat de lezers van De LeicLse Courant
op de hoogte zullen blijven van de
tochten van de expeditie.
Het was een moeilijke maar
mooie tijd
Laatste blik achterom
Een ieder is aan het pakken en
hier en daar hangen zowaar witte
overhemden aan de lijn te drogen!
Die zijn van de mensen, die straks
extra-netjes in Hollandia willen ver
schijnen. Zelf stel ik dit proces nog
maar even uit; het is altijd nog vroeg
genoeg om zo iets te doen.
Er is een tijd van komen en een
tijd van gaan.
En de tijd van gaan is nu geko
men. Bijna zes maanden hebben wij
nu in het Sterrengebergte doorge
bracht. Wij hebben hier prettige en
soms wel eens minder prettige da- Vorige week hebben wij in de Si-
gen gehad, en als ik zeg minder pret- bil-vallei een dansfeest meegemaakt,
tige dagen dan gaan mijn gedachten Al dagen lang deden de bewoners van
vooral terug naar de periode, waarin j Kigonmedip nog al geheimzinnig,
het voortbestaan van de expeditie j 's Morgens verschenen de jonge-
wegens financiële moeilijkheden zeer j mannen mooi beschilderd in het ba-
dubieus was geworden. Nu, donderdag siskamp en 's avonds gingen ze wat
3 september, aan de vooravond vaneerder terug naar hun kampong,
mijn vertrek naar Hollandia, kan ik Eerst wilden zij liever niet zeggen
me toeh moeilijk aan een zeker ge-1 wat er aan de hand was, maar op aan
voel van weemoed onttrekken. dringen van de bestuursambtenaar
J. Sneep, vertelden zij wat er gaande
Het tijdstip waarop wij, de gehele was; de Kladi stond nu op het veld,
biologische groep, de Sibil gaan ver- maar moest nog groeien.
laèken1Sverv.0roegdnSlandleheden I*— bevorderen moet
Het lag aanv ankelijk In de bedoe-?^nt ^ral
ling dat de biologische groep ook deel duU Jn om dï
zou nemen aan de exploratie van het "crs°n„
Julianagebergte, en dit zou min otkk.„ K n„o a d
meer op dezelfde wüze geschieden als llr
ten de geesten onder de indruk ko
men van hun kracht en onverschok-
kenheid.
Alle kampongbewoners uit de om
geving waren uitgenodigd, maar men
had niet graag dat er verdere be
kendheid aan werd gegeven daar dit
misschien een averechtse uitwerking
cp de geesten zou hebben. Na lang
praten met de bestuursambtenaar
vond men het goed dat wij kwamen
kijken, maar niet met teveel mensen.
Twee dagen later zou het feest tegen
de avond beginnen. Op de dag van
het feest hebben wij geen Sibillers
in het kamp gezien. Iedereen was
zich kennelijk aan het opmaken! Te
gen vijf uur vertrok een groepje,
onder leiding van de heer Sneep,
waaronder ook ondergetekende, naar
Kigonmedip. Het was ongeveer een
uur gaans.
TWEEDE RANG; TOCH LOGE.
Wij kwamen net iets te laat; het
feest was juist begonnen en op een
afstand hoorden wij reeds het ge
dreun van de tifa's .trommen). In
de kampong hielden wij ons heel be
scheiden, zoveel mogelijk op de ach
tergrond. Hoewel er nog enige rijen
kijkers voor ons stonden konden wij
het geheel toch goed zien. Wij zijn
besteden met verzamelen in het nu eenmaal een stuk langer dan de
Cycloop-gebergte, waarvan ook nog J Sibillers, van wie de meesten niet
betrekkelijk weinig bekend is. Het langer zijn dan één meter vijftig. Het
plan is nu dat wij morgen, ijs en we- was een fascinerend schouwspel om
der dienende, met de ons zo ver- de dansende mannen en vrouwen be
trouwde Twin terug vliegen naar Hol-1 zig te zien. Zij waren allen op hun
landia. Dan behoort de Expeditie fraaist uitgedost, de vrouwen be-
Sterrengebergte voor ons tot het ver- schilderd met fel gele strepen droe-
leden. gen rokjes die iets langer waren dan
de gewone. De rokjes maakten tij
dens het dansen een klepperend ge
luid. De mannen hadden veren van de
paradijsvogel op hun hoofd en droe
gen de pijl en boog in hun hand. De
tifa, voorgeslagen door de aanzien
lijksten van de diverse kampongs, ga
de beklimming van de Antares. De
geologen moesten dan het pad kap
pen en de bivak-plaatsen markeren.
Wij zouden met onze omvangrijke uit
rusting volgen als zij terug waren.
Dit was helaas niet mogelijk, daar
het terrein naar het Julianageberg-
te van dien aard bleek te zijn dat het
ondoenlijk was, binnen de vastgestel
de tijd een weg te banen en de top
te beklimmen. De geologen zijn be
gin augustus vertrokken. Men had
de tijd, die nodig was om de sneeuw-
kap van de Juianatop te bereiken,
op ongeveer drie weken geschat.
Dit is tegengevallen, want pas op
2 september was men op drieduizend
meter, en het beklimmen van de top
zal ook nog wel enige tijd vergen.
Men zal nu misschien pas omstreeks
tien september de top bedwingen.
Het Stichtingsbestuur heeft echter
bepaald dat de expeditie eind sep
tember beëindigd moet worden. Het
is duidelijk dat wij, terwijl we moes
ten wachten tot de geologen terug wa
ren voornamelijk omdat wij van
hun dragers en uitrusting gebruik
moesten maken in ernstige tijd
nood zouden komen. Na rijp beraad
is toen overeengekomen dat wij wat
eerder terug zouden gaan.
De tijd, die ons nog restte, zouden
wij in Hollandia nog nuttig kunnen
Geen witter wit
Hier in het basiskamp heetf zich
nu langzamerhand een soort inpak-
koorts van de deelnemers meester
gemaakt.
John J. Staats keert
morgen terug
John J. Staats keert morgen in
Nederland terug.
Bijna een half jaar heeft hij deel
uitgemaakt van de Nederlandse ex
peditie naar het Sterrengebergte op
Nederlands Nieuw-Guinea. Vandaar
uit heeft hij regelmatig de lezers van
„De Leidse Courant" op de hoogte
gehouden van de avonturen van de
expeditie.
De biologische groep heeft in de af
gelopen maanden tal van „nieuwe"
dieren verzameld en geprepareerd.
De verzameling is zo compleet ge
worden, dat het stichtingsbestuur
van de expeditie van oordeel is, dat
de taak van de biologen is beëin
digd. De groep is daarom teruggeroe
pen en zal nu, in Nederland, aanwij
zingen kunnen geven bij het ontsche
pen en opslaan van de kersverse ver
zameling.
Morgenmiddag, half twee komen
de eerste drie expeditieleden op
Schiphol aan met het KLM-toestel uit
Biak, via Tokio en de Noordpool.
De groep, die de Julianatop be
klommen heeft, is na dit wapenfeit
naar Hollandia gevlogen. Vandaar
uit komt zij als tweede deel van het
gezelschap naar Nederland.
Dr. Brongersma, die met overste
Venema de leiding over de expeditie
had, blijft nog enige tijd in Nieuw
Guinea om zaken af te wikkelen en
uitrustingsstukken van de expeditie
te verkopen.
ven het ritme aan en de dansers zon
gen met een steeds terugkerend diep
keelgeluid.
De mannen en vrouwen dansen
streng gescheiden. De vrouwen in een
lange rij terwijl zij elkaar kruislings
vasthouden en de mannen twee aan
twee dicht opeen gedrongen bewo
gen zich om de vrouwen heen. Nu en
dan leek het erop dat de groepen zich
zouden vermengen, maar steeds
veerde men weer terug.
EXTASE.
Na een uurtje kwamen de dansers
in een soort extase. De tifa's klonken
sneller en doordringender, ook het
gezang ging sneller. Zo nu en dan
ging een der dansers even zitten om
uit te rusten, waarna hij weer met
hernieuwde ijver aan het dansen
deelnam. Het was voor ons toeschou
wers een bijzondere ervaring. Wij
herkenden onze vrienden, die nu toch
al maanden lang vaste bezoekers van
ons kamp waren, bijna niet meer.
In het begin gaven we nog aan ons
bijzonder vertrouwde Sibillers teke
nen van herkenning, maar zij letten
totaal niet op ons.
Ze keken als het ware dwars door
ons heen.
Dit was iets, waar wij eigenlijk
niet bij hoorden. We zagen nu iets,
dat waarschijnlijk binnen enige jaren
niet meer te zien zal zijn. Deze pri
mitieve dans, bedoeld om de geesten
te bezweren en zó te voorkomen,
dta de kladi-bedoeld om de geesten
schien wel duizenden jaren oud Deze
vorm van extase had ik me voordien
niet kunnen voorstellen. Het dans-
tempo werd steeds meer opgevoerd.
Het leek ons verstandiger maar niet
te lang te blijven. We trokken ons
dan maar ook terug. Met opzet had
den wij geen foto's genomen, aange
zien wij niet wisten hoe de Sibillers I
op het blitzlicht zouden reageren. OpJ
de terugtocht, die uiteraard in het
donker geschiedde, hoorden wij nog
steeds de tifa's en het schelle gezang.
Tegen elven was het gedreun in de
verte nog steeds hoorbaar. Het bleek
dat men doorgegaan was tot het weer
licht werd. Toen we later aan de ver
schillende Sibillers naar de betekenis I
van de diverse handelingen infor-
meerden haalden zij slechts de schou-
ders op en zwegenOnze etnoloog,
dr. J. Pouwer, kon ook maai heel
weinig te weten komen, hoewel hij
er toch goed slag van heeft, de be
volking aan het praten te krijgen.
NIET ONSTERFELIJK!....
Iets waarvoor de Sibiller beslist
nog niet rijp is, is het dragen van
kleding. Zo hebben wij in het begin
voor een bepaalde prestatie of zo
maar wel eens een broekje of een
hemd weggegeven, maar de resulta
ten waren bedroevend, nog afgezien
van het feit, dat het geen estetisch
gezicht is om een Sibiller met een
hemd te zien lopen dat hem veel te
groot is. Maar de moeilijkheden zijn
voroal gelegen in het feit dat deze
mensen geen zeep en een afschuw
van water hebben. De kleding wordt
dus nooit gewassen en verandert in
een korte tijd in een broedplaats voor
allerlei ongedierte.
JANNIE.
Zo kwam er in het kamp geregeld
een meisje van een jaar of tien dat
een bijzonder gewaardeerde verza
melaarster was van kikkers en ha-
gewissen.
Dit meisje, Jannie, had op zekere
dag hoe zij er aan kwam weten wij
niet een oud hemd aan. Toen we
haar zo voor het eerst zagen dron
gen wij er op aan dat ze het hem uit
zou trekken. Maar Jannie was trots
op haar kledingstuk, dus ze bleef het
dragen. Met de dag werd het hemd
vuiler. Dit was begrijpelijk, daar zij
het voor de natuurlijke functies blijk
baar niet nodig vond het hem uit te
trekken. Enkele dagen geleden ver
scheen zij in de polikliniek. Eigen
handig ontdeed zij zich van haar ge
waad en vroeg om een soentik (dat
is een injectie) omdat haar rug
pijn deed. Voor framboesia krijgen
ze ook altijd een prik en dat heeft
binnen enkele dagen resultaat en nu
willen de Sibillers overal een prik
voor hebben. De rug van Jannie zag
er afschuwelijk uit, vol zweren. Wij
hebben toen maar ingegrepen en haar
het kledingstuk afgenomen en de
zweren behandeld. Na een paar dagen
was het al aanmerkelijk beter met de
rug van Jannie, daar deze niet voort
duren geïnfecteerd werd door het be
wuste hemd. Voor het verlies hier
van hebben wij haar schadeloos ge
steld dor het geven van een spiegel
tje. Het voorafgaande is één van de
voorbeelden, die hier overal voor het
grijpen liggen. Ook het gevaar een
kou te vatten door met natte kleren
te lopen is niet denkbeeldig.
Nu is de tijd dus gekomen dat ik
afscheid moet gaan nemen van de Si-
bil, en het is, zoals eens gezegd,
.scheiden is een beetje doodgaan".
Uiteraard zijn wij blij dat we weer
naar huis terugkeren, maar de Sibil
is ons lief geworden ondanks zijn
slechte weer en de massa's regen. Ik
denk hierbij aan de toppen die wij,
als het helder weer was, om ons heen
zagen, de Dirkstoppen, Andromeda
en naar het zuid-oosten de Antares.
Morgen, al het vliegtuig komt, zal
ik dus afscheid moeten nemen van de
bevolking. Ik zal ze geen hand geven
daar dat toch niet begrepen wordt;
ik zal het maar bij knokkelgroeten
houden! Ik denk hier aan de verschil
lende vrienden, die ik hier on
danks de taalmoeilijkheden heb
gekregen. Bondoig, de aanzienlijkste
man uit de kampong Betabip, die
niet zelf de stenen, die voor de weg
aanleg van het kamp nodig waren uit
de kali haalde, maar die rustig op de
grond ging zitten.
Iedere Sibiller, die wel stenen had
gehaald gaf hem er een paar, die hij
zelf dan de laatste paar meter naar
het kamp droeg, 's Avonds haalde hij
net als de anderen zijn salaris.
Maar ach, Bondogi is al zo oud en
tenslotte is het vliegveld aangelegd
pp zijn grond!
DIE JEUGD TOCH
Ik denk terug aan de schare klei
ne jongetjes, die de hele dag in onze
nabijheid waren. Die vrolijk en ook
wel eens ondeugend waren. Wij heb
ben ze geleerd te spelen, iets dat ze
voor onze komst niet deden. Er wordt
nu van een brok papier een soort
bal gemaakt die ze elkaar toe
gooien, tot verbazing van de ouderen
die net als bij ons het hoofd schud
den en niet berijpen waar dat met
die wilde jeugd naar toe moet.
Morgen zullen we ook afscheid ne
men van de bestuursambtenaar
Sneep, die hier over enige tijd weer
alleen zal zitten en dan voorberei
dingen zal treffen voor de bouw van
een schooltje. Hij zal in zijn eentje
het Nederlands gezag in de Sibil vor
men en onze Sibillers langzaam-aan
vertrouwd maken met onze bescha
ving.
Er is hier in de Sibil nog zoveel
goed werk te doen.
De Sibil zoals ik hem gekend heb
nog met twee benen in het stenen
tijdperk staand zal binnen afzien
bare tijd verdwenen zijn. Laten wij
hopen dat de bevolking even trouw
en vriendelijk zal blijven en dat wij
Nederlanders de taak zullen volbren
gen die wij ons gesteld hebben, een
taak waaraan wij ons nimmer zullen
kunnen en mogen onttrekken.
Sibil, 3 september 19,59.
JOHN. J. STAATS.
De Digoel-rivier, gezien vanuit een
helicopter. Dit was het landschap,
waarin de expeditie gedurende vijf
maanden heeft geleefd: oerwoud,
rotsen en woeste bergstromen.
het instellen van een tweede ordina
riaat in de theoretische natuurkunde
en een derde in de experimentele na
tuurkunde noodzakelijk geacht. De
buitengewoon hoogleraar in de ster
renkunde heeft een volledige werk
kring. In verband daarmee dient de
omzetting te worden 'bevorderd van
een extra-ordinariaat in een ordina
riaat.
Ook wordt gedacht aan omzetting
in een ordinariaat van plantenna-
tomie.
Voor de faculteit der letteren en
wijsbegeerte wordt gedacht aan de
instelling van een tweede leerstoel
in de wijsbegeerte. Gelden worden
voorts uitgetrokken voor de instelling
van een lectoraat in de psychologie.
Academisch ziekenhuis.
De personeelsvoorziening van het
ziekenhuis is in de laatste jaren aan
verschillende schommelingen onder
hevig geweest. Mede ten gevolge van
de bestedingsbeperking 1057 is er in
feite een stilstand opgetreden in het
aantrekken van nieuw personeel voor
de verplegingsdienst, de centrale ad
ministratie en magazijndienst en de
verschillende laboratoria en polikli-
nieken. De ondergetekende heeft hier-
I in aanleiding gevonden in het artikel
I geld op te nemen voor het in dienst
nemen van 35 personeelsleden, die
gespreid zullen worden over alle af
delingen van het ziekenhuis.
Aanstelling van administratieve
krachten is noodzakelijk om het me
dische- verplegend- en labora'o-
rrumpersoneel zoveel mogelijk van
administratief werk te kunnen vrij
stellen.
Aan de memerie van toelichting
op de begroting van O. K. en W- ont
lenen wij voorts naar aanleiding van
voorzieningen aan de Leidse univer
siteit: gelden zijn uitgetrokken voor
een nieuw op te richten bureau
bouwvoorbereiding.
Er zal een extra-ordinariaat wor
den ingesteld voor de geschiedenis
van het Remonstratisme.
In de faculteit der rechtgeleerdheid
bestaan plannen om een lectoraat
auteursrecht en het internationaal
recht betreffende industriële eigen
dommen in te richten.
Het onderwijs in de toegepaste
sociologie en de westerse sociale we
tenschappen neemt een zeer belang
rijke plaats in. Aangezien de werk
zaamheden van de hoogleraar in dit
vak voortdurend toenemen en gelet
op het groeiende aantal studenten in
de sociologie moet naar de mening
van de ondergetekende het extra-
ordinariaat in de toegepaste sociologie
worden omgezet in een ordinariaat.
Psychische stoornissen.
In de faculteit der geneeskunde is
rekening gehouden met instelling van
lectoraten in de sociale psychiatrie
en in de allergologie. Het toenemende
aantal problemen in onze samenle
ving, waardoor het ontstaan van
psychische stoornissen wordt bevor
derd maakt het wenselijk aan de so
ciale psychiatrie 'n zelfstandige positie
toe te kennen. Om de hoogleraar ge
deeltelijk van zijn taak te ontlasten,
wordt een lectoraat in de allergolo
gie voorgesteld.
Zowel het onderwijs als het we
tenschappelijk onderzoek in de
anatomie en embryologie hebben
zich in de laatste jaren in verschil
lende richtingen gedifferentieerd.
Naast het bestaande ordinariaat in
deze vakken is het noodzakelijk
een extra-ordinariaat in te stellen.
Gezien de snelle en veelzijdige ont
wikkeling der biochemie in haar ver
schillende aspecten, nl. de medische
chemie en de fysische biochemie, is
het van belang, dat twee hoogleraren
zich geheel aan de biochemie kunnen
wijden. Zulks kan worden bereikt
door de omzetting van een extra-or
dinariaat in de fysische biochemie in
een ordinariaat.
Voorts is het bij deze faculteit de
bedoeling voorzieningen te treffen
voor het in dienst nemen van een
aantal wetenschappelijke ambtenaren,
technici, analisten, laboranten en ad
ministratieve krachten-
Voor de wiskundige faculteit wordt i
STICHTING
AFRIKA- STUDIECENTRUM
De verhoudingen in Afrika ont
wikkelen zich zo snel en dit wereld
deel staat zo zeer in het centrum van
de belangstelling, dat naar de mening
van de minister een uitbreiding van
de Stichting Afrika-Stu diecentrum
dient te worden bevorderd. Rekening
is gehouden met de aanstelling va n
een administratief ambtenaar, d j;
grotendeels zal worden belast met ae
verzorging van de toenemende bin
nen- en buitenlandse corresponden
tie en met het in dienst nemen van
een wetenschappelijk medewerker,
die gedeeltelijk bij het studiecentrum,
gedeeltelijk bij de rijksuniversiteit
te Leiden en bij het Institute of So
cial Studies te 's-Gravenhage werk
zaamheden zal verrichten op het ge
bied van de sociologie en cultuurkun
de van Afrika. Tevens is een hoger
bedrag uitgetrokken voor het uit
geven van wetenschappelijke publi-
katies, die zowel voor het vastleggen
van de bereikte resultaten als voor
ruilmateriaal van betekenis zijn.
Nieuwe studentenflat.
Een bedrag is opgenomen voor de
bouw van een nieuw studentenflat,
welke plaats zal bieden aan 144 stu
denten. Daarnevens zijn gelden opge
nomen voor de aankoop van enige
bestaande panden.
Zo is hij ook te weten gekomen
dat de Sibillers dachten dat wij on
sterfelijk waren. Wij, dat wil zeggen
de blanken, waren een soort kinde
ren van de rotsen, en daar een rots
onsterfelijk is, waren wij dat ook.
Toen hij vertelde, dat zijn vader
overleden was, wilden zij hem eerst
niet geloven.
Maar een paar dagen later, toen dr.
Pouwer een kampong binnenkwam,
rende zijn gids vooruit en vertelde
aan iedereen dat ook hij dood kon
gaan en dat zijrj vader al overleden
was. Dit was nu eens iets dat wij toe
vallig opvingen.
Wie zal zeggen wat de Sibillers
nog meer van ons denken en vertel
len! Wederzijds zal er nog heel wat
opgehelderd moeten worden, maar
de wil ook van de zijde van de
Sibillers is goed, al zullen er nog
jaren overheen gaan voor zij rijp
voor de verschillende aspecten van
onze zgn. beschaving.
Abonnementen en adver-
tentiën worden aangeno
men door:
C. F. PESCHIER
VAN LEEUWENSTR 2^
vraagt voor spoedige indiensttreding:
voor de afdeling tekenkamer.
voor haar bedrijfsbureau.
Geboden wordt voor beide functies:
le Aantrekkelijke werkkring.
2e Goede salariëring.
3e Reiskosten vergoeding.
4e Gedegen opleiding, met kans op promotie.
Uitsluitend schriftelijke sollicitaties met vermelding van: opleiding,
huidige werkkring, verlangd salaris,-enz. te richten aan ons kantoor,
ACHTHOVENERWEG 19. T.EIDERDORP.