Hel Rijksdeel Suriname Belangrijkste doel bereikt: de Antares is niet onbekend meer In sprookjesachtig mosbos zou 'n kobold of kabouter niet misstaan VROOM DREESMANN DONDERDAG 13 AUGUSTUS 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 NIEUW GUINEA, LAND VAN VERRASSINGEN (Vervolg van gisteren) Daar zaten we nu! Hoe kregen we ooit onze uitrusting hoger de Antares op? Doch als een deus ex machina kwam op 15 juli ir. Reynders met vijf en twintig dragers uit de lucht vallen. Blij had van het ongeval via de radio gehoord. Daar hij toch een toernee in de buurt aan het maken was en ook belangstelling voor de Antares had, besloot hij met ons mee te gaan. Alleen het allernoodzakelijkste kon uiteraard nog mee naar boven. Maar het gezegde beter een half ei dan een lege dop indachtig, pasten wij ons snel bij de nieuwe situatie aan. Op de helicopter konden we voorlopig niet meer rekenen, daar het vliegen met één helicopter het risico aanzienlijk vergroot. Deze zou zich daarom niet ver meer van het basiskamp verwijderen. Tocht naar Hollandia gaat beginnen Op 17 juli bereikten we eindelijk na een zeer zware tocht het nieuwe bivak. Hier was de temperatuur aan merkelijk lager en de tocht werd, hoe kan het ook anders, gemaakt in stromende regen. Het was ondanks de vermoeienissen bijzonder mooi en meerdere malen leek het erop dat de natuur een voorbeeld genomen had aan Walt Disney's opnamen. Enorm dikke, met mos bedekte bomen ble ken bij nader inzien slechts een tien tal centimeters dik te zijn. Dikwijls maakte ik het mee, dat ik over een zware, met mos bedekte boomstam liep, welke even daarna zonder ge kraak in elkaar zal te. Het lopen werd nog bemoeilijkt doordat je als je dacht vaste grond onder je voeten te hebben door het mos in een kuil zakte. Enige malen heb ik dit dan ook aan den lijve ondervon den en het was beslist minder aan genaam. Dit mosLos is sprookjesachtig. Men kan zich niet indenken, dat zoiets bestaat. Uitbundig bloeiende orchi deeën en overal de weeïg-zoetig.e geur van verrotting en bederf. Onze mossenman, dr. B. van Zanten, kon hier zijn hart ophalen. Het zou hier niet misstaan hebben als er ineens een kobold of een kabouter uit het in grijze nevel gehulde bos zou op duiken. Het nieuwe bivak, door de marinier Brandenburg van den Gronde heel toepasselijk „Frigidaire" gedoopt, ontving ons met open armen en een warme kop koffie. Van hier uit naar de West-top (3400 m.) was nog maar een wipje en daar we maar een vier- persoonstent hadden spraken we af ons in twee groepen te splitsen, welke na elkaar naar de top zouden gaan. De volgende dag vertrok de eerste groep, waar ik niet bij hoorde. Mijn beurt kwam op 22 juli, alweer het wordt eentonig onder stro mende regen. De tussenliggende tijd hebben we doorgebracht met ver zamelen, het materiaal was weer van geheel andere aard dan in het vorige bivak. Ons gezelschap bestond nu uit Dr. Verstappen, links en luitenant Nicolaas vertrekken naar het Anta- resgebergte. de botanicus C. Kalkman, collega C. van Heyningen, marinier Branden burg van den Gronde en onderge tekende. De route ging steil omhoog, op 2850 m. leek het er even op dat we niet hoger zouden kunnen; een loodrechte wel honderd meter steile wand rees voor ons op. De weg, omhoog begint. Deze zou zonder hulpmiddelen nooit genomen kunnen worden. Maar hoe was de vorige groep hier langs gekomen? We besloten langs de wand te gaan zoeken, en ja, enige honderden meters ver der was het mogelijk omhoog te gaan. Misschien was ook hier de helling wel tachtig procent. Lang zaam klauterden, of liever gezegd ploegden wij naar boven. Duide lijker deed zich hier de ijle lucht gevoelen; om de paar minuten stonden we terwijl we ons stevig vast hielden stil om op adem te komen. Om twaalf uur gingen we in bivak op 2950 m. Het was ijzig koud en er was jammer genoeg bijna geen wind. Het eerste dat we deden was een uurtje in onze slaapzak kruipen om weer warm te worden. Dit lukte echter slecht. Wij hadden onze dragers, op twee na, direct terug gestuurd omdat deze men sen helemaal niet tegen de kou kunnen. Ondanks de regen en de kou heb ben we onze tijd die dag zo goed mogelijk besteed. Planten, insecten en andere dieren werden bijeenge gaard. De volgende ochtend, 23 juli, het regende nog steeds, braken we op. Alles op enkele verzamel-spullen na lieten we achter. Moeizaam ging het naar de top, de weg was slecht en moeilijk te vinden. Op ongeveer 3000 m. passeerden we de boomgrens, er waren nu alleen nog maar wat kleine struikjes, die wonderlijk ge noeg bijna allen bloeiden. Om half twaalf precies bereikten we de top, eerlijk gezegd was ik er al bijna overheen, daar ik op een gegeven moment ging dalen. Ik riep naar de anderen die ik niet meer zien kon vanwege de mist, we zaten volkomen in de wolken. Het zicht zal misschien een paar meter geweest zijn. Op de top lag. een plastic fles met het wapen van de Marine, neerge legd door de Lt. Nicolaas. Hierop stonden de namen van onze voor gangers. Hier in de buurt moest de tent staan die door hen voor ons was Ir. J. J. Reynders heeft tijdens de tocht bodemonderzoeken verricht. Hier zien we zijn helpers tijdens een rustpauze. achtergelaten. Na enig zoeken en met behulp van een kompas vonden wij hem. We begonnen met koffie maken op de meegenomen primus en trachtten warm te worden. Het bleef deze hele dag stortregenen, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat we de tent en onze slaapzak niet ver laten hebben. De nacht duurde lang en we sliepen slecht, het was sner pend koud en het kwik in onze tent daalde tot acht graden Celsius. Onvergetelijk ogenblik. Om zes uur, de volgende ochtend, hield ineens de regen op en heel voorzichtig, een beetje waterig nog kwam de zon door. Het was de mooiste zonsopgang die ik ooit heb gezien. Diep beneden ons zat alles in de wolken en ver naar het noor den stak de Julianatop er bovenuit. Boven ons was de lucht van het stralendste blauw. Meteen was alle narigheid van de voorgaande dagen vergeten en alle vier waren we blij dit meegemaakt te hebben. Op de top werd de vlag, waarop we eerst onze namen zetten, stevig aan een boomstam bevestigd, die we de vo rige dag daarvoor al hadden mee- gezeuld. Stralend stond het rood- wit-blauw tegen de wolkenloze De Directie van Vroom Dreesmann Leiden N.V. te Leiden heeft de eer alle belangstellenden uit te nodigen tot een bezoek aan de expositie welke morgen, vrijdag 14 augustus, om 12 uur voor het publiek zal worden open gesteld. Deze expositie, welke door mr. dr. R. H. Pos, Gevolm. Minister van Suriname zal worden geopend en door bijzondere medewerking van vele instanties tot stand kon worden gebracht, zal U een duidelijk beeld geven van de levenswijze van onze Surinaamse Rijksgenoten. Deze tentoonstelling zal geopend zijn van 14 tot en met 29 augustus a.s. Vrije toegang via de Meubelafdeling, le etage Zie ook onze etalages aan de Aalmarkt LEIDEN Weer „thuis"! De terugtocht van de top naar bivak „Frigidaire" ^ing snel, soms iets te snel, want dan lag ik languit! Marinier Brandenburg van den Gronde bleef achter in „Frigidaire", en ikzelf ging de volgende dag door naar het basisbivak „Antares". Hier was de oorspronkelijke groep reeds enige dagen. Daarna weer door, nu in tegenstelling met de heenreis lo pend, en drie dagen later, woensdag 29 juli was ik thuis. Ja, thuis! In ons gevoel en in onze gesprekken heeft de Ok-Sibil zo'n beetje de plaats in genomen van thuis. Begeleid door de mariniers Timmers en Koster en acht en twintig dragers kwam ik om twee uur weer in de Sibil aan, welke ik vier en dertig dagen geleden ver laten had. Het verwerken, tiketteren en praepareren van het door ons ver zamelde materiaal zal wel enige tijd in beslag, nemen. In het basiskamp was de toestand door financiële moeilijkheden weer eens bijzonder kritiek geworden. Dr. Brongersma was persoonlijk naar Hollandia ge gaan om de expeditiezaken te be hartigen en tot onze grote opluchting kwam de volgende ochtend het be richt, dat het voortbestaan van de expeditie verzekerd wa*. Zaterdag 1 augustus is de eerste ploeg die de met eeuwige sneeuw bedekte top van hemel. Dit was voor ons allen een bijzonder moment. Hoewel wij Ne derlanders niet sentimenteel heten te zijn, deed het ons toch wel wat. De twee uren, dat het die dag droog was, hebben we, zoals gebruikelijk, doorgebracht met verzamelen. Voor ontbijten was geen tijd, dat kwam later wel eens. Na die twee uur trok de lucht weer dicht en begon de ijskoude regen weer te vallen ,die ons nu echter niet meer deerde, want de buit was binnen. De volgende dag zouden Bran denburg van den Gronde en ik terug gaan. Het door mij verza melde materiaal kon ik boven niet praepareren. Ook werd het voor mij tijd naar de Sibil terug te gaan, daar hier nog het een en ander op ,mij stond te wachten. De andere twee zouden nog een dag blijven, daar het door hen verzamelde materiaal niet terstond verwerkt behoefde te worden. Zaterdag 25 juli vertrokken we vroeg in de regen, nagewuifd döOr de achterblijvenden. Ondanks de regen wapperde de vlag nog fier. We hebben hem daar achtergela ten. Misschien staat hij er over een maand, of wellicht twee maanden nog wel. Het belangrijkste doel van de Expeditie Sterrengebergte was bereikt. Hoewel wij er nog wel langer hadden willen blijven, mogen we toch tevreden zijn dat we het doel, het onderzoeken van het nog onbekende Antares-ge- bergte, bereikt hebben. Rond de radio, luisterend naar het expeditie-nieuws uit de meer be woonde wereld. V.l.n.r. dr. Brongers ma, bestuursambtenaar Kroon, jour nalist Alfred van Sprang., anthropo- loog De Wilde. de Juliana gaat bedwingen vertrok ken. Binnen enkele lagen hoopt dr. Bar, vergezeld van de bestuurs ambtenaar Dasselaar, de nog nooit eerder gemaakte en in geologisch opzicht bijzonder interessante tocht naar -Hollandia dwars dooi de ber gen te beginnen. Gelukkig is de ene helicopter nog in staat om hier in de omgeving de groepen te bevoor raden, zonder al te grote risico's. De Expeditie Sterrengebergte is zo als men ziet nog steeds springlevend en blaakt van activiteit, hoewel de moeilijkheden ons niet gespaard zijn gebleven. Nu reeds blijkt dat de expeditie, met de tot op heden behaalde resul taten, een succes is. Ok-Sibil, 2 augustus 1959. JOHN J. STAATS. Commissie posicensuur Nieuw-Guinea benoemd De commissie, die in Nieuw Gui nea de kwestie van de onwettige postcensuur zal regelen, is thans sa mengesteld. Zij bestaat uit jhr. mr. G. Witsen Elias, mr. J. P. Hustinx, de heer M. van Veen, en prof. dr. L. W. G. Scholten. Zij zullen begin sep tember naar Nieuw Guinea vertrek ken. Minister Korthals heeft tot het benoemen van deze commissie be sloten, nadat hij van de gouverneur van Nieuw Guinea had vernomen, dat er inderdaad poststukken zijn ge opend. NIEUW DOCTORAALEXAMEN GENEESKUNDE TE AMSTERDAM. De faculteit der geneeskunde van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam heeft besloten een docto raalexamen in de geneeskunde, vrije studieriohting, in te stellen. Dit doc toraalexamen omvat de volgende vakken: a. farmacologie, b. klinische fysiologie van circulatie en respira tie, c. biochemie, d. chemie der ge neesmiddelen, e. micro-biologie en f. statistiek. Bruinkoolgroeve le Kerkade raakt uitgeput Het laatste bruinkoolbedrijf in Nederland, de groeve „Anna" te Kericrade zal eerlang worden stop gezet. De verscheidene bruinkool- putten raken uitgeput. Volgens schatting reikt de vooraad nog slechts voor een half jaar. Intussen kampt het bedrijf ook met ernstige afzetmoeilijkheden. De directie van de N.V. Carisborg te Treebeek, die de groeve „Anna" ex ploiteert, heeft zich genoodzaakt ge zien om op het bedrijf de zogenaam de feierschichten in te voeren. Dat betekent, dat het veertig man sterke personeel twee dagen van de week thuis kan blijven, hetgeen neer komt op een loonsvermindering van twintig procent voor de gehuwden en veertig procent voor de onge huwde arbeiders onder de 23 jaar. De huidige afzetmoeilijkheden zijn te verklaren door de mindere vraag naar bruinkoolbriketten, terwijl de invoer van bruinkoolbriketten uit Duitsland het Kerkraadse bedrijf parten speelt. Op de brikettenfabriek van de N.V. Carisborg te Treebeek liggen thans reeds 5000 ton bruin koolbriketten opgestapeld Na de stopzetting van de groeve „Anna" te Kerkrade zal het voltallige perso neel worden overgeheveld naar een nieuwe nabijgelegen bruinkoolgroe ve te Bardenberg, even over de Duit se grens. NOVICIAATSHUIS MINDERBROEDERSPROVINCIE. Het noviciaatshuis voor de Fraters van de Nederlandse Minderbroeders- provincie dat sinds een dertigtal ja ren gevestigd was te Hoogcruts in de gemeente Slenaken in Zuid-Lim burg, wordt met ingang van het nieu we noviciaatsjaar (19591960) in begin september overgeplaatst naar het klooster te Alverna in de ge meente Wychen (Gld Te Alverna is reeds sinds vele jaren het theolo- gicum der fraters voor het eerste en tweede jaar theologie. PATER B. v. BILSEN O.F.M. LECTOR KERKELIJK RECHT. Tot lector van het kerkelijk recht aan het theologicum der Paters Min derbroeders te Weert is benoemd pa ter dr. Bertrand van Bilsen, redac teur van het tijdschrift: De Nieuwe Mens, en pastoraal-lector te Maas tricht. Als zodanig volgt hij pater dr. Ewald Kuijper op, die sinds begin augustus werkzaam is in de zielzorg I in Engeland. Het basiskamp heeft een landings strip, welke vorig jaar al werd opengekapt. Toen de expeditie ter plaatse arriveerde, was de wildernis er al weer overheen gegroeid. Foto genomen vanuit helicopter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 7