Het verdwenen RUROL Li_ iZATERDAG_n^PROJ959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 Horloge Vervolgverliaal voor de groten) Het werk bij de benzinepomp beviel Pim uitstekend. Met een opgewekt en vriendelijk gezicht deed hij de gevraag de karweitjes en als die vervelende ge schiedenis van het horloge er niet ach ter gezeten had, dan had onze Pim een echt fijne vakantie. Na een week kwam hij met z'n eerst verdiende geld thuis, 't Was allemaal zo meegevallen, ook al omdat hij veel fooien gekregen had, dat hij ze thuis j allemaal op een heerlijk stuk gebak trakteerde. Op herhaald aandringen j van Emmie ging hij zogenaamd naar de I horlogezaak om te informeren of het armbandje al gerepareerd was, maar in werkelijkheid fietste hij weer de hele buurt af, waar de geldschieter woonde, steeds maar hopend, dat hij die bewuste HendTiks tegen zou komen. Doch ook i nu weer zonder resultaat. Emmy was er ook verdrietig ond m. „Als moeder nu weer naar dat hor loge vraagt, weet ik echt niet meer wat j ik zeggen moet". „Kom Em, kop op, de goudsmid be-1 loofde me, het zeker de volgende week klaar te hebben", jokte hij. „Wil ik eens gaan informeren?" „Nee, doe dat maar niet. Je hebt het heus al druk genoeg. En je zal zien, de volgende week heb Ik het bij me". Emmy legde er zich maar weer bij neer. Pim wist heus niet, hoe hij binnen een week aan het horloge zou komen. Toen er iets heel onverwachts gebeur de. In de grote werkplaats, die bij de benzinepomp hoorde, was Pim een ven tiel aan het zoeken, voor een scooter, die pech had. De radio stond luid aan, zodat de vrolijke tonen van de muziek zich zelfs tot op de weg te horen wa- ren. 't Was een bekend wijsje en Pim i stond dapper mee te fluiten. Plotseling werd de muziek afgebroken en een forse stem riep: „Hier een politiebericht: Opsporing gezocht van een donkergrijze auto, nummerdie ongeveer een half uur geleden gestolen is. Een tas met belang rijke dokumenten bevindt zich in de i auto. Beloning voor degene die nadere aanwijzingen kan geven. Vermoedelijk is het nummer .veranderd". i Nog eenmaal werd de oproep her- i haald. „Nou m'n ogen de kost geven", dacht Pim. v.Hler langs de hoofdweg heb ik grote kans". Nadat hij een nieuw ventiel inge draaid had en hij van de scooter me neer een fijne sigaret had gekregen, nam hij zich voor, nu goed op de langs rijdende auto's te letten. Het nummer had hij zich goed in het hoofd geprent. De hele morgen ging voorbij, maar niets gezien, 't Vermoeide wel heel erg dat opletten op de nummers. Stel je voor dat hij die beloning verdiende, dan had hij wel voor een jaar zakgeld genoeg, dat spaarde weer uit voor zijn vader. Hè, wat stond hij weer te suffen. Daar kwam juist een auto, een donker grijze, de oprit op rijden. Die donker grijze kleur zei niet veel, honderden auto's van die kleur kwamen langs. Kijk, neef Hein stond al te helpen, ze ker omdat hij zo had staan 9uffen. Toch eens kijken naar het nummerbord. Wat een raar bord. Hij voelde er eens aan. 't Was nog nat van de verse verf. Wat moest hij doen? De politie opbel len? Maar dan vlug, de man scheen reuze haast te hebben. Pim liep langs de auto endaar zat de bewuste Hendriks achter het stuur, de oplichter van het horloge en de dief van de auto. Hendriks had ook, in een deel van een sekonde, Pim herkend, hij gaf vol gas en verdween onmiddellijk. „Nou, die heeft ook haast", zei neef Hein, „ik had niet eens tijd om geld te rug te geven" en hij liet Pim het geld zien, dat hij in de hand had. „De politie!" hijgde Pim. „Jöh, wat heb je?" zei Hein. „Je beeft en ziet zo wit als een doek". „Opbellen", kwam er met moeite uit en gelijk holde Pim naar' de telefoon. Het nummer van de auto had hij nog goed in zijn hoofd. De politie nam dankbaar de boodschap aan en nam dadelijk de nodige maatregelen. Maar Pim kon niet meer werkeloos toekijken. Stel je voor, dat was een dubbele slag, de dief van het horloge en van de auto. Heel in het kort vertelde hij aan Hein, de oproep van de politie, vertel de ook, wat hij aan het nummerbord gezien had en vroeg toen of hij ook op de autojacht mocht gaan. „Hoe wou je dat doen? In geen geval met een auto, je bent pas zestien en een brommer of scooter is niet snel ge noeg". Daar kwam juist een goede vriend van Hein aanrijden. „Heb je veel tijd?" „Och ik heb vakantie en rijd zo maar wat". „Heb je zin in een avontuur?" „Ik wel, altijd voor te vinden". Pim doe je overall uit en rijdt dan met hem mee", zei Hein. Intussen ver telde Hein het een en ander en zei dat Pim de rest wel zou vertellen. In een oogwenk stond Pim klaar en nu met een flinke vaart op weg. ,,'s Is onbegonnen werk, ventje. Die bewuste auto heeft zeker een voor sprong van 10 minuten", meende de vriend. „Je kunt toch nooit weten. Ik let op de tegenliggers, nawt je hebt kans, dat hij terugkeert, als hij onraad be speurt". „Je moet detective worden Pim. Je hebt er heus aanleg voor". De auto raasde maar door. 't Was met zo'n snelheid heel moeilijk op de nummers de tegenliggers, want je hebt kans, dat Pim keek ook naar de berijders. Hij kon Hendriks uit honderd mensen her kennen. Wordt vervolgd. Correspondentie Annie v. d. Kamp, Katwijk. Alle twee de oplossingen waren goed, maar de velletjes papier, waarop ze geschre ven waren, waren niet heel netjes. Zo maar afgescheurd! Als je even een schaar had genomen en ze bij had ge knipt, zou het 'al veel beter geweest zijn. Wil je daar voortaan aan denken Annie? Marian Bakker R.A.veen. Nou Ma rian, dat is een aardig opstelletje. Je bent toch nog maar 8 jaar. DAT KWAM ER VAN Marijke was een lief meisje, maar één ding was jammer. Ze was heel lui. Haar broertje Jan riep wel eens: „lui lak", maar daar trok ze zich niets van aan. Op een keer riep moeder: „Marijke, opstaan. Er is vandaag een H. Mis voor jouw klas!" Maar Marijke dacht: „Ik blijf nog 5 minuten liggen". Ze wist echter niet hoe laat het was. Na 5 minuten stond ze op, deed alles heel langzaam, want ze had niet zoveel zin. Ze was nog zó lui. Daar hoorde ze moeder voor de tweede maal roepen. Ze moest zich toen wel haasten, anders kwam ze te laat in de kerk en dan kreeg ze straf. Holderdebolder liep ze naar beneden nam onderaan 5 treden gelijk en boem, daar lag ze in de gang. Ze kerm de van de pijn. Moeder, die in de keu ken bezig was, hoorde de bons en kwam aangelopen. Dadelijk belde ze de dokter op. Die kwam direkt. Marijke had een gebroken arm. Ze moest zeven weken met haar arm in een verband lopen. Dat kwam er nu van. Elsje van Daalen, Leiden. Mooi zo Elsje, alles goed en zo netjes geschre ven. Was je rapport ook zo mooi? Annemleke Hoogcveen, Leiden. Ben je zelf ook op balletles? Hier komt je verhaaltje. EEN LEUKE AVOND Lies ging op balletles. Er zou gauw een uitvoering komen, maar daar mocht ze nog niet aan meedoen. Toen werd er een meisje ziek en Lies mocht in haar plaats. Dat was een verrassing. Blij kwam ze thuis. Wat duurde dat toch lang eer de dag van de uitvoering er was. Eindelijk was het de dag. Om 6 uur moest ze al in de kleedkamer zijn. Daar kreeg ze een heel leuk jurkje aan met verzilverde balletschoentjes. Ze moest ook geschminkt worden. Toen moest ze dansen en ze deed het heel aardig. Vader en moeder waren ook komen kijken. Na afloop gingen we vlug naar huis want het was al elf uur. Het was een leuke avond geweest. Er leefden eens lang geleden een va der, moeder en twee kinderen. Die kin deren waren een tweeling en ze werden Harry en Sjakie genoemd. Dikwijls gin gen ze met z'n allen wandelen. Ze gin gen dan in een café hun boterhammen eten en dan dronken vader en moeder koffie en de kinderen limonade. Zo ge beurde het op een dag ook. Vader en moeder hadden hun koffie al uitgedron ken toen ze wilden opstappen maar waar waren de kinderen? Vader betaal de en toen gingen ze aan het zoeken. Waar waren ze gebleven? Wel ze waren het café uitgeslopen en het bos ingegaan, want vlak er naast was een groot donker bos, vol planten en wilde struiken. Vader en moeder riepen hun naam, maar geen antwoord. Ze werden bang. „Waar zouden die bengels toch uit hangen?" bromde vader. „Ik weet het niet", zei moeder be droefd. „We moesten maar de politie opbellen en naar huis gaan". Ze gingen heen. De politie zocht het bos af en vond de tweeling slapend op een bank. Ze sliepen als marmotten. Wat waren va der en moeder blij, toen ze thuis ge bracht werden. Ella Hoogeveen, Noordwyk. Jammer hè dat je geen boek gewonnen hebt. Volhouden maar Ella! Hans Verhoef, Leiden. Dat zoek- plaatje met die fouten was niet zo moeilijk hè! Hoe is het Hans? Een goed rapport gehad? Hoe gaat het met de hond? Groetjes aan vader, moeder en Gerard. Nel v. d. Hoorn, Nw.hont. Zeg Nel, ik hoop dat jij in de vakantie eens een aardig verhaaltje maakt. Zijn de bol lenvelden al mooi? Marian van Rhijn, Noord wijk vertelt over: DE PAASHAAS Jantje was een jongen van zeven jaar. Hij woonde met zijn zusjes en broertjes in de Dorpsstraat. Ze hadden achter het huis een grote tuin, waar ze dikwijls in speelden. Het was bijna Pasen. Jan had al een paar maal gevraagd: „Pappa, komt de paashaas dit jaar?" „Misschien jongen. Afwachten maar", zei vader telkens. Eindelijk was het Pasen. Jan kwam vlug uit bed en kleedde zich aan. „Mag ik eieren gaan zoeken?" vroeg Jan aan moeder. „Je weet niet eens of de paashaas geweest is", zei moeder lachend. Hij ging met zijn broertjes en zusjes overal zoeken en ze vonden er een heleboel. Wat waren ze blij. Kees Haagen, Zoeterwoude. Alles Gerard van Eeden, Noordwijk. Ik heb je mooie postpapier bewonderd. De oplossing was ook best. EEN ONGELUK Jan was een jongen van 9 jaar en hij deed graag kattekwaad. Moeder had het al zo dikwijls gezegd, dat hij het niet doen mocht, maar het hielp niets. Op een keer kwam Jan uit school. Hij moest wel tien minuten naar huis lo pen. Daar kwam een melkwagen aan. Jan holde naar- de kar en ging er aan hangen. Zo was hij in 5 minuten thuis. Tenminste dat dacht hy. Hij hing er nog maar 2 minuten aan, of zijn han den gingen pijn doen. Boem! Daar lag hij op de grond. De melkboer hoorde Jan huilen en stopte. Daar kwam ook een meneer in een mooie zwarte auto aan, hij pakte Jan op en zette hem in de auto. Ze kwamen spoedig thuis. „Maar Jan toch", schrok moeder. Die meneer droeg Jan naar binnen en moeder waarschuwde de dokter. Het was gelukkig nier erg. Hij moest met het been een poos rusten. Zijn zusje M.eke las hem veel verhaaltjes voor en dat was erg prettig. Toen hij beter was, deed hij nooit meer kattekwaad. MERCURIUS EN JUPITER In onze tijd, waarin de wereldruimte ons steeds naderbij komt, kan het geen kwaad, dat men eens een beetje meer van de lichtende puntjes aan het fir mament weet. Wisten jullie b.v. dat Mercurius de kleinste planeet van de zon is. Hy is het 6/100 deel van de aarde. In 3 maanden draait Mercurius één maal om de zon. Op de éne helft van de planeet is het altijd dag en vre selijk heet. Aan de andere kant is het altijd donker en ongelofelijk koud. Jupiter daarentegen is de grootste planeet van ons zonnstelsel. Hij is on geveer 1300x zo groot als de aarde en het duurt 12 jaar voor één keer om de zon gedraaid heeft. De zwaartekracht op deze planeet is zo groot, dat we ze ker niet over het oppervlak kunnen lopen, want onze voeten zijn daar lood zwaar. Jupiter heeft meer manen, dan de andere planeten: namelijk twaalf. Bo vendien heeft hij een grote rode vrek. De astronomen weten nog niet helemaal wat dit betekent. Ze zien alleen, dat deze vlek zich voortbeweegt en onder weg van vorm en grootte verandert. Door de hoogste berg van Europa moet een autotunnel geboord worden. De arbeiders zijn al begonnen en men denkt, dai» het drie jaar zal duren, voordat deze gigantische weg klaar zal zijn. Huidgenezing Huidzuiverheid Huidgezondheid Puistjes verdrogen door Purol-poedef Advertentie) Deze tunnel zal de afstand Parijs- Milaan met ongeveer 300 km. verkor ten. De tunnel zelf zal 12 km. lang wor den en de breedte van de weg ongeveer 7 m. en de hoogte 9 m. Natuurlijk moet op de hele weg door de berg elektrisch licht aangelegd worden en behalve dat moet er ook nog een uitgebreid net van waterstralen komen om te zorgen, dat de temperatuur in de tunnel niet t« hoog wordt. Waarschijnlijk zullen er jaarlijks 600.000 auto's door de tunnel rijden met l1/» miljoen mensen. Er komen 24 pompstations (dat is dus om de 500 m.) waar ook kleine reparaties kunnen ge beuren. De kosten voor deze tunnel de len Frankrijk en Italië samen, zodat ze ieder een halve tunnel hebben. 6 9 7 BR IV» DE DOOLHOF Deze tekening was de vorige keer fout en daarom krijgen we nu een cor rectie op deze tekening. 30 jaar onder de wilden 45. Yamba's dood was een vreselyke slag voor me. Rusteloos wandelde ik heen en weer, zodat de inboorlingen tenslotte dachten, dat ik door een boze geest was bezeten. Toen de begrafenis plechtigheden voorbij waren, zei ik hun dat ik nu de stam ging verlaten en naar mijn eigen land terug wilde. In knipte een stuk van mijn lange haren af en verdeelde ze onder mijn zwarte vrien den, die het voor hun amelet gebruik ten. Zonder bijzondere plechtigheden verliet ik de plaats, waar ik zoveel ja ren van mijn bewogen leven had door gebracht. Ik werd door een paar krij gers begeleid, die bij me wilden blijven, zolang ik dat nodig achtte. Dank zij hun hulp ontbrak het me nooit aan water of voedsel in de woestijngebieden, waar we doortrokken. De minerale rijkdom van ddt land imponeerde me. We zagen dikwijls goud in de rivieren, die van de bergen kwamen. Maar in de woestyn is goud alleen maar een last. 46. De inboorlingen gaven me, voor dat ze afscheid namen, een oud hemd cadeau. Dat moest ik aantrekken, voor het geval ik blanke mensen zou aan treffen. Op zekere avond zag ik een vuurschijnsel. Ik liep er naar toe en zag een kamp, waar een paar Engelsen aan het eten waren. Ik kwam naderbij en groette ze. Ze nod'gde me hartelijk uit om te gaan zitten en mee te eten. Het waren gouddelvers uit Coolgardië in West-Australië. Ze vroegen me. waar mijn personeel was en of ik goud ge vonden had. Ik vertelde hun, dat ik met een paar inboorlingen door de woestijn getrokken was en een heleboel goud gezien had. Natuurlijk geloofden ze me niet. Waarom had ik dan geen goud meegebracht? De mannen gaven me brood en thee. wat ik Ln jaren niet meer geproefd had en ze gaven me kle ren, opdat ik een beetje aangekleed weer verder kon reizen. Wordt vervolgd. Uitslag van Paas- tekenwedstrijd Wat hebben jullie reuze je best ge daan. Geen enkele tekening moest de prullemaind in, allemaal even netjes. We hebben een stapeltje van de mooiste er uitgehaald en toen geloot. Dat is het eerlijkste. De taarten zijn gewonnen door: Riet Ruygrok, Oostdorper weg 195, 13 jaar, Wassenaar; Leni Kwakkenbos, van Mandersloostraat 30, Alphen aan dén Rijn, 9 jaar; Hermine van Zandwijk, Kneppelhoutstraat 39, Leiden 13 jaar; Maria v. Kesteren, Loosterweg 2, Voor bout, 10 jaar; Tonnie v. d. Zwet, Wil gestraat 17, R.Aveen, 10 jaar; Jan v. d. Ploeg, Hubrechtstraat 29, Leiderdorp Joop Beenakker. Pioenstraat 14, Leiden, 7 jaar; Eily Faes, v. d. Duynstraat 24, Leiden, 12 jaar; Irma Verhaegeh, Mgr. Broerestraat 31, Voorhout, 11 jaar; Willy van Leeuwen, Padoxlaan 2, War mond 5 jaar. De taarten worden de volgende week verstuurd. Smullen jullie er maar lek ker van. Dan krijgen nog een eervolle ver melding: Ella en Friedi Hoogeveen, Beeklaan 2, Noordwijk; Rita v. Ruiten, Hereweg 473, Lisse; Willie van Veld huizen, Zuidzijde 50, Bodegraven; Hen- nie v. d. Werff, Hoge Rijndijk 425, Zoeterwoude', Piet v. d. Werf. Hoorn 436, Alphen; Anneke v. d. Valk, Leid- seweg 300, Voorschoten; Gé v. d. Ploeg, Hubrechtstraat 29, Leiderdorp. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 11