Vee-smokkel ZATERDAG 28 MAART 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 Olijke boert/es en boerinnetjes op dorpsmarkl is een OP DE GRENS VAN EIRE EN ULSTER PolHie-conirole is noodzakelijk (Bijzondere medewerking) Ierland ligt niet zo ver van Nederland. Toch vernemen wy weinig over dat „Groene Eiland". Een enkele maal lezen wij iets over bomaanslagen of andere „hevige dingen", doch daar blijft het bij. Daarom waardeerden wij het zeer, in de gelegenheid te worden gesteld om het Groene Eiland te bezoeken en het leven van alle dag daar te leren kennen. EEN DEEL VAN IERLAND is onafhankelijk, te weten de republiek Eire. De rest van het Groene Eiland, Noord-Ierland of Ulster gehe ten, maakt deel uit van de landen der Britse Kroon. De meerderheid der Zuid-Ieren wil, dat Ulster bij Eire komt. De meerderheid der Noord-Ieren wil geen aansluiting bij Eire. Dit leidt natuurlijk tot tegenstellingen, die soms „ontploffen" en dan korte tijd Ulster in rep en roer brengen. Wij gingen niet naar het Groene Eiland om de politieke problemen en controversen te be studeren. Wij gingen er heen om het land en de mensen gade te slaan. Wij zagen er veel en wij spraken er met veel mensen. Een onzer aardigste herinneringen is die aan de dorps- markt in het Noord-Ierse plaatsje Garrison. Misschien vonden wij die markt zo aardig, om dat hij ons deed denken aan de markten in Nederland vóór de Eerste Wereldoorlog. Doch ter zake! HALT, POLITIE! DE IERSE REPUBLIEK waren wij doorge sneld. De grens tussen Eire en Ulster pas seerden wij zonder moeilijkheden. Doch kort na de grens doken plotseling van achter een heg twee Noord-Ierse politiemannen op. Cor rect klonk hun vraag: „Uw papieren, astu- blieft?" Wij toonden ze. Passen, rijbewijs, „Hol landers? In orde dan. U kunt verder rijden. Dank U!" Waarom die controle? vroegen wij aan een der politiemannen. Onze papieren zijn nog geen twintig minuten geleden aan de grens nagezien „Het spijt mij" antwoordde een der politie mannen „maar U rijdt in een auto met een Iers nummerbord. Wij konden dus niet op het eerste gezicht zien, dat" U buitenlanders bent. En bovendien, morgen is er markt in Garrison, weet U. Dan komen er vrij veel mensen uit Eire naar Noord-Ierland. En het komt wel voor, dat ze terugkeren met een of meer stuks vee, begrijpt U?" Met vee? „Ja mijnheer, met koeien. De handel in koeien is tamelijk lonend hier in de streek en als de smokkelaars er in slagen om het vee clandestien over de grens te brengen, verdie nen ze een slordige duit Dank U, zeiden we. En we dachten: Dus net zoiets als de veehandel langs zwarte paden aan de Nederlands-Belgische grens. De politiemannen salueerden. Wij reden ver der. Na een paar minuten zagen we al, dat het „menens" was met die veesmokkel. Want in een weiland waren enige politie-agenten druk doende om het grazende vee nauwkeurig te onderzoeken op brandmerken en andere ken merken van eigendom en herkomst. Een kilo meter of twee verder zagen wij twee geüni formeerde politiedienaren met een kijker turen over het land in de richting van de grens. Hun taak? Zich van geen kwaad bewuste koeien en op winst beluste smokkelaars te be trappen langs de zwarte paden, die naar Eire leiden. 's ANDEREN DAAGS TOEN WIJ de volgende ochtend ons hotel in de op een kilometer of drie van de grens verwijderde plaats Garrison verlieten, be grepen we nog beter, waarom de politie zoveel aandacht aan het vee schenkt. In de hoofdstra ten wemelde het van boerinnetjes, boertjes en vee. Gezellig hadden de koeien zich op straat neergevleid. Zij namen geen notitie van het drukke gedoe en stoorden zich evenmin aan het loven en bieden der mensen. Alleen, als zij weer een keuring moesten ondergaan, waren zij ongedurig en een beetje weerbarstig. Dorpsmarkt in Garrison. We hadden het ge troffen. Eenmaal in de maand (vernamen wij) wordt die markt gehouden. Voor Garrison, als voor andere plaatsjes op het platteland, is de marktdag de dag der dagen. Dan ontmoeten de mensen uit de wijde omtrek elkaar, dan kopen en verkopen zij, dan brengen de boeren hun vrouwen mee om haar te laten winkelen en markten. Garrison heeft geen eigenlijk marktplein. Overal in het dorp, zij het voornamelijk in de hoofdstraat, doen de mensen zaken. De meeste boeren uit de streek zijn kleine boeren. Op marktdag gaan zij reeds vóór zonsopgang op weg naar Garrison. Zij zoeken, daar aange komen, een plekje in de hoofdstraat voor hun twee a drie stuks vee en wachten dan bedaard tot er een koper komt. Stellig zijn die Noord-Ierse boeren olijk. Zo dra een koper en een verkoper beginnen te loven en te bieden, verdringen de omstan ders zich om hen heen. Zij geven gratis advies. Zij spreken luide hun oordeel uit over het vee. Kortom, iedereen leeft mee en geniet van de ruzietjes en de verontwaardiging, die de koop begeleiden. Is deze echter, soms na uren onderhandelen, gesloten, dan gaan de koper en de verkoper naar de naastbij zijnde herberg om de koop met een ferme slok whisky te bezege- lep. De vertering is vaak hoger dan het bedrag, waarover koper en verkoper het laatste halve uur gevochten hebben. Maar ja, je moet uit zo'n verkoop halen wat je maar kimt, want anders heb je d'r niets aan! zei ons zo'n markt- ganger. Koeien, paarden, varkens en ezels verwis selden die dag onder het genot van gezellig ge harrewar en een pittige dronk van eigenaar. De Ieren hebben een heel aparte zin voor hu mor! Een vaardige koper is vrijwel altijd zeker van een applausje nadat de koop is gesloten. Er tintelde ook humor in de ogen der markt- gangers, toen een tweetal politiemannen een kijkje kwamen nemen. Immers, de boeren wis ten evengoed als de dienaren der wet, dat de Noord-Ierse autoriteiten de veefokkers subsidie geven, waardoor het dubbel lonend is om vee Boven: Vee dat in Noord- Ierland een dag voor markt dag aankomt, wordt door de politie met enige argwaan be keken. Deze agenten contro leren de brandmerken op een terrein vlak bij de grens. Onder: Een straatje in Car- rison op marktdag. Ofschoon er een groot aantal auto's zijn in het hedendaagse Ul ster, zweren nog vele boeren bij hun paarden. Marktdag is ook winkeldag voor de boeren en boerinnen. Dit is de plaats waar men emmers, oliekachels, tinnen badkuipen enz. kan kopen. Zoals over alle ander koopwaar moet hierover gemarchandeerd worden. Zodra de prijs ge noemd is, moet de adspirant koper een gezicht trekken waarvan men opperste verbazing en afkeer kan afscheppen (midden op de foto). Daarna zal hij wegwandelen om later terug te keren met een tegenbod. over de grens naar Eire te brengen. Daarom is de politie zo bijzonder geïnteresseerd in alle vee, dat tegen het naderen van de marktdagen in de buurt van Garrison opdoemt. De bestem ming van dat vee kon immers ook wel Eire zijn! EN DE BOERINNEN? p^AT WINKELEN is voor de dames in de U stad, is markt voor dc boerinnen op het land. Daarom zijn die Noord-Ierse boerinnetjes erg blij, als zij met haar mannen mee mogen naar de markt van Garrison. Wel is het hoofd zakelijk een veemarkt, maar er zijn toch ook tal van andere zaken te koop: Kleding, lampen, kachels, huishoudelijke artikelen, snuisterijen, kortom, alles wat het boerinnenhart kan be koren. Ook de boerinnen dingen af, ook zij doen alsof zij onthutst, teleurgesteld of veront waardigd zijn, ook zij zeggen, dat de vraag prijs véél te hoog is. Eén verschil is er met de boeren. Heeft een boerin een koop gesloten, dan gaat zij niet met de verkoper naar de herberg. Dat laten de vrouwen in Garrison aan de mannen over! Als wij laat in de middag uit Garrison weg rijden, hebben wij eigenlijk niet veel anders gezien dan een markt in een dorp in de grens streek. Toch dachten wij er al rijdende met plezier aan terug, want van de drukte en be weging, van de uitingen van menselijke zwak heid en vrolijkheid, van de olijkheid van het „markt-spel" ging die dag een grote bekoring uit. Buiten Garrison kwamen wij nog tweemaal een politie-patrouille tegen. Aangehouden wer den wij echter niet. Kwam dit, omdat de mare van onze komst reeds aan alle politiemannen uit de streek bekend was of omdat ook in Ierland de boeren geen koeien in een kleine personenauto smokkelen? Carrtoon ligt een mijl van de grens en sinds een regeringssubsidie de Noord-Ierse boer aan- veeteelt .K bedr*Jv«n» is het over de grens smokkelen van vee een lucratieve bezig heid. Deze leden van het Ulster Politie corps bespieden de heuvels langs de grens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 3