Aangrijpend Passiespel van 50 Zoeterwoudse kinderen -i u:i Sponsus Sanguinum" een mees ter/ijk schilderij mei vele panelen Levende kruisweg in de St. Leonarduskerk MAANDAG 23 MAART 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 Zilveren onderscheiding bij jubileum en afscheid De heer J Grommé gehuldigd bij Rotogravure De directeur van de Rotogravure Maatschappij te Leiden, de heer J. C. Stafleu, verklapte, dat de heer J. Grommé, bedrijfsleider van de af deling diepdruk eigelijk 9 maart al afscheid nemen van het be drijf wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar met nog enige weken te wachten kon men vanmorgen in de cantine van dit bedrijg het negende lustrum van deze gewaardeerde kracht vie ren, waardoor dus dit afscheid bij alle weemoed toch ook nog een feestelijke kleur kan krijgen. „U bent ook eigenlijk onmisbaar", zei de directeur, en in vele toon soorten hebben de sprekers tijdens de huldiging op dit thema geva rieerd. Nadat de heer Grommé met echt genote op de directiekamer ontvan gen was, verplaatste zich de huldi ging naar de recreatiezaal, waar vele bedrijfsgenoten verzameld wa ren. De burgemeester van Leiden voer de als eerste het woord. Hij zei, dat de groei en bloei van het bedrijf, die bij alle uitbreidingen zo duide lijk in het licht treedt, aan de werkkracht van de medewerkers van hoog tot laag is te danken. De heer Grommé heeft zich kunnen speciali seren op het bijzonder moeilijke werk van de diepdruk en het is hem gelukt op te klimmen en uiteinde lijk de leiding te nemen. Hij behoort tot de gelukkige mensen, die in staat waren de vele kennis, die zij ver gaard hebben, mede te delen aan jongere krachten. Talloze jongeren heeft hij ingewijd in de geheimen van de diepdruk. Daarom vooral past ook op dit moment naast de wee moed van het afscheid, de dank baarheid voor het vele, dat tot stand is kunnen komen. Spr. memoreerde het feit, dat de heer Grommé deel uitmaakte van enige commissies van de diepdrukbranche en van onder was en dat hij ook les heeft gege ven aan de ambachtsschool. Om dit alles verheugde het hem de zilveren medaille verbonden aan de orde van Oranje Nassau te kunnen opspel den. Historisch. De oudste directeur van de N.V., de heer J. C. Stafleu memoreerde, dat de heer Grommé in 45 jaar de groei van het bedrijf heeft meege maakt en ook gestimuleerd. „Diep druk is een jong procédé, het kan dus ook niet anders of een all-round vakman als de heer Grommé heeft aan deze ontwikkeling zélf meege werkt. Als adviseur en instructeur heeft hij een belangrijke rol ge speeld in de installatie van buiten landse ondernemingen op het gebied van diepdruk. Prachtige werkstukken zijn in de loop van de jaren uit zijn handen gekomen. Ook werkstukken, die nu dat zij kenmerkend zijn voor de brokjes historie zijn geworden, om- ontwikkeling van de diepdruk en ook voor het vakmanschap van de heer Grommé. De directeur zegde hem toe, dat deze werkstukken zorg vuldig in het archief bewaard zullen blijven. Hij herinnerde ook aan de snelle opbouw van het bedrijf na de oorlog, vooral te danken aan de be tere en snellere methode, die de heer Grommé invoerde. Hij dankte hem ook voor het onderwijs, dat deze aan vele leerlingen heeft ge geven. „We zullen u missen, maar u heeft een vruchtbare bodem ach tergelaten". Hij overhandigde ten slotte een geschenk onder couvert: een bijdrage voor een grote reis, die het echtpaar waarschijnlijk zal ma ken, n.l naar de dochter in Austra lië. De heer W. Streefland sprak na mens het personeel en wees in het bijzonder op het geluk, dat het ma ken van aesthetisch verzorgd werk kan brengen. Daarna spraken nog de heren J. Wolring, namens de reproductie- of bovenafdelingen, A. C. Goddijn, na mens het kantoor, de heer Joh. Jas per namens de etsers, de heer H. Noordeloos, als oud-leerling en de directeur, de heer C. H. Coebergh. Er waren bloemen voor mevrouw en vele kostelijke geschenken voor de heer Grommé, die een hartelijk dank woord sprak. Toen in de Goede Week de Joodse kinderen naar het voorbeeld van hun ouders de Heer in de tempel hun Hosanna toezongen en de autoriteiten hier een eind aan wilden maken, zeide Jesus: „hebt gij nooit gelezen: uit de mond van kinderen deed Gij, Heer, een loflied aanheffen?" Wanneer u vanavond dit spel, dat eens werkelijkheid was, ziet, dan moge u bedenken, dat bovengenoemde woorden van de Heer de intentie er van is. Heel de vastentijd door zijn ze met deze gebeurtenissen bezig geweest en hebben zij getracht zich daarin te leven. Zonder enige pretentie, op welke wijze dan ook, beelden zij deze vanavond voor u uit en willen zij u meevoeren naar plaats en tijd van Jesus' laatste levensdagen. Het aanschouwen van dit levende schilderij moge uw^meeleven met onze Heer in deze passietijd èn met de kinderen, die altijd Zijn voorkeur hadden, opwekken. Deze inleiding, kunstzinnig uitge voerd, aan de bezoekers uitgereikt, getuigde, onuitgesproken, van de grootse gedachte van het goede be- bgrip van opvoeding, mar meer nog van de edele bezielen, die de leiders en alle oudere medewerkers van dit spel, tot zulk een groot offer van tijd en geest, in staat hebben gesteld. De opgave, de opzet om, met kin deren van twaalf jaren, vijftig in ge tal, het drama aller tijden uit te beelden, wij schrijven het eerlijk, achtten wij niet mogelijk en het zal ook wel nooit en nergens onderno men zijn. Daar kwam nog bij, dat de onbekende schrijver dit spel voor oudere jongens en meisjes had ge schreven. Het is daarom des te meer, dat wij met zeer grote lof over de ver tolking van het spel getuigen, beken nende, dat het ons heeft aangegre pen, hoe die kleine jongens en meis jes, kinderen nog maar, met hun jeugdig begrip en vermogen zich hadden ingeleefd voor wat zij spelen en zeggen moesten. Ieder in de zaal voelde, dat dit buitengewoon verdienstelijk was en zeer grote waardering verdient voor de leiders, die dit succes bereikt heb ben. De opvoering was bovendien in alle opzichten te prijzen. Om te beginnen: de costumering was zeer schoon. Zuster Veronica had op de huishoud school met haar meisjes wonderen gedaan. Costuums en gewaden waren prachtig, wat kleuren en draperin gen betrof, getroffen. Dat had het beste costuumhuis niet kunnen ver beteren. Er was gewoekerd met de beschikbare middelen om met de dé cors voor elk van de elf taferelen de juiste sfeer te treffen en deze „staf" zorgde er voor dat de verwisseling in de kortste tijd gebeurde. Kapelaan Wilmink had met een keur uit de schoonste gezangen waar aan vanzelfsprekend de voor een passiespel zo geëigende Bach-melo- dieën niet ontbraken, voor een goede muzikale omlijsting gezorgd, door hem zelf op de piano geaccompag neerd. De heer P. van der Kolk, vervul de de zware taak van verteller.. Komen de aan de beschrijving van het spel waarbij wij ons, helaas, moeten beperken, noemen wij eerst det proloog, met klare jongensstem men gesproken: Gij allen. ziet toe en luistert naar ons spel. Dan zong de rei: „Ik wil mij gaan ver troosten", waarna, ingeleid door de verteller, Gastmaal en Zalving te Bethanie werden uitgebeeld, Chris tus en Zijn apostelen, Maria Magda- lena met het reukwerk en Judas: Het is schande, waarom toch dit reukwerk zo weggegooid Kostelijk is de tekst van dit spel voor jongens geschreven, zoals b.v. de claus door Jacobus te zeggen: „Het is kostbaar spul" en dan Jo hannes weer „Je bent een dief, Ju- dus, je hebt van de liefde niets be grepen". Zeer treffend was in het volgende tafereel: Intocht in Jerusalem, met de moeders die hun kindertjes (van twee jaar) lieten zegenen. In het Laatste Avondmaal, begon nen met dc voetwassing werden de zo uiterst tere uitbeeldingen prachtig gemaakt en zowel in de Jezus-rol als bij de apostelen goed gespeeld. Niet een van de kleine belhamels was ook maar één ogenblik zonder de ver eiste aandacht en beleving. Ook de massa-regie van de op ruiende joden tussen hét volk door, slaagde goed. Schoon was de decla matie: Er is een Lam, dat bloedt. Niet één tafereel mislukte. De kruis draging, de ontmoeting met Jezus en Maria, Veronica, Simon van Ci- rene, het was steeds schoon en aan grijpend. De kruisiging was waarlijk een klein „Oberammergau". Drie kruisen stonden daar op Golgotha. Jezus en de beide moordenaars aan het' kruis, ontroerend-sterk gestyleerd en toch niet stotend uitgebeeld. Het slot, de Verrijzeis, was wel het zwakste gedeelte maar het slotkoor: Ressurrexit, Allelua, machtig en schoon gezongen, gaf een goed einde aan dit passiespel. Wij weten, dat de leiders zich van elke huldiging distanciëren, maar het publiek en vooral de ouders van die vele kinderen, zouden niet tevre den zijn als wij hunne namen niet zouden noemen. Kapelaan Wilmink, pater Van Beurden, de heren J. W. Vink, A. H. J. Paardekooper en vooral zuster Veronica moeten we ten, dat hun moeilijk werk hoog ge waardeerd wordt. Ook de décor-staf mag delen in deze waardering. De heer Juffermans sprak, na dankbare woorden toi alle leiders, de kinderen toe met de aansporing dit overwegen van Jezus' lijden, zoals nu al weken lang in het leren van het spel is gedaan in het verder le ven te laten inwerken en altijd weer terug te denken wat nu zo schoon is gedaan. Tenslotte wensen wij de Kath. Raad van Overleg geluk met het slagen van het winterprogramma waarop deze avond de kroon heeft gezet. Naar middeleeuws gebruik Het initiatief van het comité O.K.O. van de Leonardus-parochie te Lei den, tot opvoering van een passiespel in de daarvoor meest geëigende sfeer van het kerkgebouw is omge- ,zet in een stichtend gebeuren het welk een diepe indruk heeft achter gelaten. Een dergelijke uitvoering moet niet gezien worden als een massale uit beelding met duur orkest en schitte ring van solisten, de intentie van de medewerkers „con amore" is de maatstaf waarmede moet worden gemeten. „Sponsus Sanguinum" is een won derlijk schilderij geworden met vele panelen die naast elkaar het Lijdens verhaal dramatisch en suggestief hebben getoond, gevat in een schone lijst van koor- en solozang, declama tie en orgelimprovisaties, dit alles door de kunstzinnige hand van re gisseur Joop Koevoets op het doek gebracht. Tezamen met een groep toegewijde jongeren uit de parochie heeft hij, de naar eeuwige waarheid verwijzende perspectieven, uitge beeld in een pakkend spel tussen hemzelf als declamator en de door hem opgeroepen bijbelse taferelen. Met heilige ernst hebben de jongens en meisjes de 15 tableaux tot, als door meesterhand gehouwen, beel dengroepen gemaakt. Vanaf de pro loog „lek wil mi gaen vertroosten in Jezus liden groot" tot aan de glorie der Verrijzenis in Handel's „Halle- luah" is het, naar middeleeuws ge bruik, een levende kruisweg ge weest, expressief en boeiend. De naamloze groep jeugdigen verdient hiervoor alle lof, evenals de heer Koevoets voor zijn leiding, zorgvul dig samengestelde tekst en declama tie. Een gemengd koor o.l.v. E. van Niekerk heeft ojn. Palestrina's „Si- cut Servus" en Bach's „O Haupt voll Blut und Wunden" stemmig en klankvol gezongen; het „Stabat Ma ter" door dameskoor was een prach tig gezongen bede bij het aangrijpen de Piëta-tableau. Solisten waren mevr. Van Niekerk, een zuivere sopraan, fijn vooral in „Die Schmack" (recitatief 27) van Handel, haar stemgenote mejuffr. A. Staats gaf in „Es wirdet Seine Hir- de", eveneens van Handel, blijk ken nelijk technisch goed geschoold te zijn. Tenor P. C. Bik leverde o.m. een vocale prestatie met Bach's aria 62 uit de Johannes Passion, een warme stem met groot volume. Van de heer S. van Egmond (bariton) beluister den wij „Liebster Immanuël", een prachtige muzikale omlijsting van het tableau „Veronica". Een bijzonder woord van waarde ring voor de fraaie orgelbegeleiding en improvisaties van Abr. Martijn, technisch af en van een grootse mu zikale fantasie, zoals v/ij dit van hem gewend zijn. Pastoor Van Schalen heeft destijds dit gewaagde plan van zijn parochie- comité krachtig gesteund en, tot kort voor zijn ziekte, persoonlijk de eer ste voorbereidingen getroffen. Past- toor kan o.i. tevreden zijn,_ het ac tieve O.K.O. heeft er, met een groep enthousiaste medewerkers, een unie ke Lijdensherdeniking van gemaakt, welke wij in komende jaren gaarne herhaald zouden zien. A.s. dinsdagavond vindt om 8 uur n.m. een heropvoering plaats welke wij belangstellenden gaarne aanbe velen. Door bromfiets aangereden Gisteravond te kwart over acht, toen de boswachter J. van den Brink, zijn vrouw en hun 27-jarige dochter, ex-stewardess van de KLM mej. Ch. M. van den Brink, op de Schelters- kampweg rechts van de weg wandel den werden zij plotseling door een bromfietser met grote snelheid van achteren aangereden. Mejuffrouw Van den Brink werd ernstig gewond en haar vader kreeg een diepe hoofdwond. Zij werden naar het streekziekenhuis te Bennekom ge bracht, waar men het raadzaam acht te vader en dochter naar het Acade misch Ziekenhuis te Utrecht over te brengen. Daar is mej. Van den Brink vanochtend vroeg overleden. Haar va der wordt vanmiddag naar zijn huis te Bennekom vervoerd. Mevrouw Van den Brink bleef ongedeerd. De bromfietser G. de R. uit Ben nekom, die in kennelijke staat van dionkenschap verkeerde, kwam bij de botsing te vallen en brak zijn sleutelbeen. Vrijdagochtend is de 33-jarige mon teur A. K. de Joode, bij werkzaam heden aan boord van een sleepboot, liggende in het afgesloten IJ te Am sterdam, vermoedelijk misgestapt en tussen wal en schip te water geraakt. Een onbekend gebleven burger heeft de drenkeling in bewusteloze toe stand uit het water gehaald en ter stond kunstmatige ademhaling toe gepast. De levensgeesten waren even wel reeds geweken. KETTINGBOTSINGEN OP RIJKSWEG AMS1 RDAMDEN HAAG Vanochtend omstreeks half tien zijn zeven personenauto's op de rijksweg AmsterdamDen Haag vlak voor de oprit van het viaduct over de Benne- broekerweg op elkaar ingereden. Er deden zich geen persoonlijke ongeluk ken voor. Enkele honderden meters van de plaats waa het ongeluk gebeurd was, slipte even later een Belgische trek ker met oplegger. De wagen kwam in de berm tot stilstand en zakte door zijn achteras. Vijftien kilometer verder op de rijksweg bij Oude Wetering was een grote Belgische vrachtwagen met ze ven ton vermicelli van de weg ge raakt en in de benm terecht gekomen. Het gevaarte zakte steeds verder weg in de weke grasberm, maar door in allerijl de zakken mvermicelli te los sen kon worden voorkomen dat de wagen in de sloot kantelde. V°lSTEt£

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 4