Adriaan VI,
de Paus van de kentering
Wegbereider van de hervorming
binnen de Kerk
De Kleine
Paradijsparade
ZATERDAG 7 MAART 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
ADRIAAN FLORENSZOON BOEYENSZ, de Utrechtenaar die in 1522
als Adriaan VI de pauselijke stoel besteeg, ondervond reeds de moeilijk
heden en de tegenwerking van een verwereldlijkte curie vóór hij zelfs maar
voet aan wal had gezet in de kerkelijke staat.
Immers reeds in de eerste helft van januari tot paus gekozen als opvolger
van Leo X, waarvan hij op 9 februari officieel bericht ontving, moest het
augustus worden eer hij Italiaanse bodem kon betreden.
Verschillende oorzaken van staatkundige aard waren daar mede schuldig
aan: de strijd met de Turken, de vijandschap tussen Karei V en Frans I
van Frankrijk, dat alles maakte het moeilijk om de reis te ondernemen.
Maar eindelijk op 23 augustus in Livorno aangekomen en twee dagen later
in Civita Vecchia, ontscheepte Adriaan zich op 28 augustus in Ostia, de
haven van Rome.
Daarmee begon zijn lijdensweg, die echter spoedig een einde zou nemen.
Reeds op 14 september 1523 overleed hij.
zidh zelfs niet zijn toevlucht te nemen
tot" huichelarij en grove "leugens;
Toen hij daarop door Adriaan werd
betrapt liet cleze hem in de Engelen
burcht gevangen zetten maar het
kwaad was reeds geschiedt. De hoog
moed van Frans I van Frankrijk ging
zelfs zo ver dat hij beledigingen uitte
aan het adres van Adriaan en zelfs
dreigde met een tegenpaus.
Miskenning en haat
werd zijn deel
De roep van zijn godsdienstzin, zijn
stichtelijke en onkreukbare levens
wandel was hem reeds voorgegaan
maar deze berichten maakten bij de
verwereldlijkte curie 'n allesbehalve
aangename indruk. Hoe het precies
met zijn uitverkiezing is gegaan zal
wel altijd een geheim blijven maar
een feit is dat vele leden van het
toenmalige college van kardinalen-
zioh vleiden met de hoop dat Adriaan
de keuze niet zou aannemen. Uit
nauwgezetheid van de voorzichtige
Nederlander, meende men. Zelfs ver
trouwden zij er op dat hij in het
geheel niet naar Rome zou komen
maar al spoedig bleek al die hoop
ijdel en werd men gewaar met welke
gestrengheid hij van plan was de
regering te voeren.
Men wist nu wat te wachten stond,
„een volslagen breken, niet slechts
met het systeem van Leo X, maar
met de wijze van regeren van zo
goed als alle renaissance-pausen".
Met angst en vreeze zag men de
komst van de nieuweling tegemoet.
„Alles aan hem mishaagde, zélfs de
omstandigheid dat hij zijn naam niet
veranderd had".
Aan de andere kant werd men nu
bang dat hij zijn hof naar Spanje
zou verleggen en vreesde men een
tweede Avignon.
EERSTE MOEILIJKHEDEN
Aan de afreis stonden al dadelijk
allerlei moeilijkheden in de weg.
De afwikkeling van het stadhouder
schap in Spanje vergde natuurlijk
enige tijd. Daarbij kwam dat de snel
ste reis over zee ging, maar die was
te gevaarlijk met 't oog op de Turkse
zeerovers die zelfs dat deel van de
Middellandse Zee onveilig maakten.
En over land kon ook weer niet om
dat hij dan Frans gebied moest door
trekken en dat zou Karei V hebben
opgevat als een openlijke begunsti
ging van diens vijand Frans I.
De uitverkiezing van Adriaan
kwam zijn vroegere heer Karei niet
ongelegen. Al vrij spoedig wilde de
Habsburger invloed op de nieuwe
paus uitoefenen maar deze bleek ver
standig terughoudend. Hij wilde een
vader en vriend zijn, zo schreef hij
aan Karei, maar nimmer ten koste
van zijn hoge waardigheid.
Wel ijverde hij voor de vrede onder
de christenvorsten maar niet om
daarmee Karei of een ander de hege
monie te bezorgen. Adriaan moest
een politiek van verzoening voeren
om daarmee het grcte gevaar voor
de christenheid te keren, de dreiging
van de opdringende Islam. Dat hij
daarin niet is geslaagd ligt zeker niet
aan de paus, het was zoals altijd de
jalouzie en de machtshonger van de
vorsten Karei V, Frans I en Hendrik
VIII die zijn plannen dwarsboomden.
Een front van alle Christenkoningen
tegen de Turnen was een utopie en
dat moest hij smartelijk ervaren bij
de val van Rhodes.
Erger was nog dat hij faalde in
zijn pogingen tot verzoening door
toedoen van verraad in de boezem
van de curie. Kardinaal Soderini was
hier zijn grote tegenstander en ontzag
EERSTE RAADGEVINGEN
hem en tegen zijn hervormings
plannen. Immers, reeds bij de eerste
inhuldiging der kardinale, hield de
bisschop van üstia, kardinaal Car-
vajal, hem een zevental punten voor
die een aantal hervormingen ten
doel hadden.
Daarin werd Adriaan aangemaand
de simonie en alle ander kwaad „die
de Kerk misvormen" af te schaffen
en zich slechts te richten naar goede
raadgevers. De hervormingen moes
ten geschieden overeenkomstig de
concilies, zo veel als de tijdsomstan
digheden het toelieten. De rechtvaar
digheid betrachten zonder onder
scheid en slechts de besten als ambte
naren aanstellen. Voorts bepleitte
Carvajal een optreden tegen de Hon
garen en de Turken, waarom een
wapenstilstand tussen de vorsten no
dig was, alsmede een kruistocht.
In Rome is de geboortedag her
dacht van de Nederlandse Paus
Adriaan de zesde. Foto: In de kerk
van Santa Maria Dell' Anima heeft
de directeur van het Nederlands ge
schiedkundig instituut in Rome, de
heer Poelhekke een krans gelegd bij
de tombe van Paus Adriaan VI.
Achter de heer Poelhekke de Neder
landse ambassadeur bij de heilige
stoel graaf Francois de Marchant
d'Ansembourg. Verder kardinaal Pa
olo Giobbe en de Nederlandse ambas
sadeur in Italië, de heer H. N. Boon.
AFKEER STEEG TOT HAAT
Ondanks een bepaalde kentering,
die weerspiegeld werd in het
door kardinaal Carvajal geuite ver
langen, was Adriaan nog geen per
sona grata. Als „stille, dorre geleerde
en nuchter noordeling in renaissance
Rome" was hij er eenzaam. Deze
exclusiviteit wakkerde de paus, be
wust of onbewust nog aan doorer
slechts twee Nederlandse bedienden
en een Nederlandse dienstbode op na
te houden. Ook zijn Raad bestond
voornamelijk uit mannen van het
noorden met een aantal Spanjaarden.
Behalve de reeds genoemde en latere
kardinaal Willem van Enckevoirt,
afkomstig uit het Brabantse Mierlo,
behoorden daar ondermeer tot zijn
geheim-secretaris Dirk van Heeze, de
Augsburger Joannes Winkeler en Jo
annes Ingenwinkel, die geboren was
aan de Nederrijn. Men zou hem ech
ter zijn Nederlanderschap en de voor
keur voor landslieden nog wel ver
geven hebben, waren daar niet zijn
plannen om de geheel verwereldlijkte
curie grondig te hervormen. Toen
deze plannen bekend waren sloeg de
latente afkeer van „de barbaren-
paus" om tot bittere haat, vooral toen
daarbij nog bleek dat Adriaan de
man was om deze plannen ook uit
te voeren.
„VIDEBIMUS"
er zetelden ook mannen in het
toonden voor de Nederlander en
diens hervormingsplannen.
„De gehele christenheid heeft re
den om tevreden te zijn", schreef
kardinaal Manfredo, „Adriaan is wat
langzaam in het beslissen maar men
dient daarbij in het oog te houden
dat hij zich in het begin van zijn re
gering moest oriënteren".
Hoewel deze uitlating getuigd van
begrip voor de moeilijkheden moet
wel gezegd worden dat het langzame
tempo van zijn beslissingen een zwak
punt is in zijn regering. Van nature
idealistisch, had hij de neiging an
deren te beoordelen naar zich zelf.
Door hem aangestelde nieuwe amb-
tenaren waren daarbij te weinig in
I aantal, te onervaren en van nature
j óók te langzaam. Dit laatste geldt
zelfs voor zijn datarius van Encke
voirt.
Bij alle aandrang 'van goedwillende
j leden van de curie om hervormingen
spoedig door te voeren antwoordde
Adriaan steevast: „Videbimus. we
zullen zien". Hij had lange tijd no
dig om alles te overwegen eer hij
tot een besluit kon komen en toen
het zover was liep zijn pontificaat
reeds ten einde. In één zaak was hij
te voortvarend geweest: in zijn ijver
het ambtenarenkorps te zuiveren
zond hij, met de slechten, ook goede
dienaren weg.
KOSTBARE TIJD GING VERLOREN
De reuzentaak, die Adriaan zich
zelf had opgelegd, werd echter
niet alleen bemoeilijkt door de over
wegend vijandige houding van zijn
Vatikaanse omgeving. Ook ramipen
hebben hun aandeel in de vertraging
gehad.
In september 1522 brak in Rome de
pest uit. Vele hoogwaardigheidsbe
kleders verlieten, overigens met toe
stemming des pausen, de stad; de Itali
aanse ambtenaren sloegen allen op
de vlucht; slechts de Nederlanders
en enkele Spanjaarden bleven met
Adriaan in de geteisterde plaats. Alle
aandacht werd opgeëist door de be
strijding van de ziekte en de zorgen
voor de lijdende Romeinen, zodat er
voor een goede regeling der staats
zaken en de doorvoering van de plan
nen zo goed als geen tijd overbleef.
Vier kostbare maanden gingen met
dat alles verloren.
Daarbij kwaï nog de permanente
geldnood waarin Adriaan verkeerde.
Hij moest de bezuinigingen zó ver
doorvoeren dat men hem uitschold
voor vrek en gierigaard, ofschoon
Leo X hem slechts schulden had na
gelaten. Zijn zuinigheid was rigou
reus. Zelfs zijn eigen verwanten be
hoefden niet op geldelijke steun te
rekenen. Dit voerde hii zelfs conse
quent door in zijn testament: zijn
familie erfde slechts datgene dat hij
vanuit Spanje naar Rome had mee
gebracht.
Was Leo X populair omdat hij
schulden op schulden stapelde,
Adriaan was onpopulair wijl hij geen
schulden maken kon of wilde.
Tooh heeft hij, ondanks alles, in
zijn korte pontificaat met de her
vorming van het bestuur der Kerk
een begin kunnen maken en dit be
gin heeft de weg geeffend voor pau
sen die na hem kwamen. De grootste
tragiek van dit tragische pausschap
is dat hem geen tijd werd gegund
het heroïsche werk dat gedaan moest
worden voort te zetten of uit te voe
ren. Zijn onmiddellijke opvolger, Cle
mens VTI, van het geslacht der Me
dici, deed het bereikte zo goed als
teniet door de praktijken van Leo X
weer op te vatten en het pontificaat
in dienst te stellen van zijn familie.
EEN GROOT PAUS
Lange tijd is-Adriaan VI gedood-
verfd als een besluiteloze zwak-
Pingpongballenhelpen KLM
bestuur van de Kerk die begrip keling. Tijdgenoten hebben zich niet
Tuui, Tuut, daar komt 't eten per ondergrondse
Het na de oorlog nieuw herbouwde ziekenhuis te Stuttgart heeft een uniek onderdeel: een echte „onder
grondse" bestaande uit vier treinen met 35 wagentjes. Er zijn drie „stations" in het 1 km. lange traject. De treinen
worden hoofdzakelijk gebruikt voor het vervoer van eten; een aantal wagentjes is daarom van een speciale
electrische verwarming voorzien.
In de Galvanische afdeling van de nieuwe motorenwerkplaats van de
K.L.M. op Schiphol wordt menige bezoeker gefrappeerd door de aanblik
van baden met tientallen rode en witte „pingpongballen". Deze plastic-
ballen hebben een gunstige invloed op het verloop van het galvanische pro
ces dat hier plaats vindt: o.m. beperken tzij het warmteverlies, voorkomen
zij sproeinevel en gaan zij dampvorming tegen. De K.L.M. heeft 17000 van
deze ballen ingekocht. Het zal wel duidelijk eijn, dat geen ervan ooit bij
een tafeltenniswedstrijd dienst zal doen.
ontzien hem te belasteren en belache
lijk te maken, zefs heeft een curiaal
getracht hem te vermoorden, naar
beweerd wordt in een vlaag van ver
standsverbijstering De directe resul
taten van zijn hervormingspogingen
waren gering, zijn strijd tegen de op
dringende Islam en de Reformatie
van Luther, Calvijn en Zwingli was
een verloren strijd. Latere historici
hebben, toen meer afstand kon wor
den genomen van Adriaan en zijn
tijd, toegegeven dat, wat voor zwak
heid werd uitgekreten, juist door hun
overwogenheid een kracht was waar
op latere pausen de hervormingen
bipnen de kerk konden funderen.
Als bedachtzaam en integer noor
derling paste zijn figuur kwalijk in
het prachtvolle, luchtige Rome van
de renaissance. Maar de Utrechte
naar ontplooide een wellicht wat
langzame doch styigge kracht en deze
kracht is het uiteindelijk geweest die
een deerlijk ontspoorde kerk-organi-
satie en daarmee de Kerk zelf weer
terugvoerde naar de goede weg.
Daarom is de Nederlander Adriaan
VI een der groten onder de pausen
van Rome.
W. PRINS
Naar HUIBERS
Haarlemmerstraat 123, Leiden
voor
Geboorteaankondiqinqen
(Advertentie)
Van eksterogen
en neushoorns
De grote aanval van
griep-baccillen schijnt
dood te lopen en reeds
kruipt een andere besmet-
tellijke ziekte voorwaarts:
die van de schoonmaak.
Nu wordt het toch heus
lente!
Met genoegen mogen wij
vaststellen, dat we im
muun gebleken zijn voor
de schoonmaakwoede. Wel
plegen wij, als de zon ho
ger aan de hemel rijst, on
ze kampeeruitrusting eens
uit de kast te halen om
ze eens goed na te kijken:
tentlijnen nalopen, primus
proefstomen, slaapzak uit
hangen. En als dat alles
gedaan is, volgt een voet
inspectie. Het is geen pret
je om op een voettocht de
aandrang te moeten on
dergaan van een ekster
oog, dat óók wat van de
wereld wil zien. Met een
volwassen likdoorn loopt
men geen kilometer.
Niet zo de familie van
de neushoorns. Die lopen
hun leven-lang met één of
meer likdoorns: ie danken
er zelfs hun naam aan en
ze kunnen er flink hard
mee lopen.
Die likdoorns zitten dan-
ook niet onder hun hoe
ven maar op hun neus
(hetgeen men ook al uit
de naam kon afleiden). De
dieren kunnen dus niet aan
hun hoorn likken. Er be
staan vijf verschillende
soorten neushoorns en men
kan zeggen, dat er een vrij
nauwkeurig bevolkingsre
gister van hen is aange
legd. Twee soorten komen
voor in Afrika en drie in
Azië.
De grootste Afrikaanse
soort is de z.g. Witte- of
Breedlipneushoorn. waar
van er zeker nog 2000 be
staan. Hiervan behoren er
ongeveer 1400 tot het noor
delijke ras, dat is Oegan
da, Frans Equatoriaal
Afrika, Belgisch Congo en
Soedan voorkomt. Onge
veer 600 exemplaren stam
pen rond in het Umfolosi-
reservaat in Zoeloeland.
Zuid-Afrika. Deze 60C
stammen af van 15 dieren
die men in 1910 in het re
servaat bracht. Een won
derbaar herstel van de
kudde, vooral als men be
denkt dat de voortplan
ting slechts langzaam gaat
De draagtijd is onge
veer 15 maanden: een
neushoornwijfje krijgt dus
hoogstens eenmaal in de
twee jaar een kalf.
De Zwarte- of Puntlip-
neushoorn staat er het
beste voor. De wereldbe
volking van deze soort be
draagt ongeveer 10.000
stuks. Ze worden nogal
eens afgeschoten om gron
den vrij te maken voor de
inheemse bevolking.
Zowel de witte- als de
zwarte neushoorn draagt
twee, vrij lange hoorns op
de neus. Die hoorns zijn
geen vervorming van de
huid,, zoals likdoorns: ze
groeien vanuit de schedel,
zoals de hoorns van run
deren en herten.
De „witten" hebben een
kenmerkend brede boven
lip: zij eten uitsluitend
gras; de „zwarte" kor
te gebogen hoorns heeft
een vingervormig uitsteek
sel aan de bovenlip, om
dat hij is aangewezen op
een takke-diner.
De grootste groep onder
de Aziatische neushoorns
wordt gevormd door de
Indische pantserneushoorn
440 stuks, die leeft in ver
schillende reservaten in
Bengalen en Assam. Nauw
aan deze soort verwant
was de Javaanse pantser
neushoorn, die voorkwam
in west- en M.-Java. in
sommige streken van Su
matra over geheel Malak-
ka en 't uiterste noordoos
ten van India en Bengalen
Met uitzondering van een
paar exemplaren in re
servaten op Malakka en
Oedjon Koeion (Java) is
hij naar men aanneemt
sins 1934 uitgestorven
De laatste van de Azia
tische soorten is de kleine,
Sumatraanse neushoorn
Het dier draagt geen
„pantserplaten". Het heeft
een gladde huid, die bij
de jonge dieren nogal be
haard is. Deze beharing
blijft bij de volwassen die
ren aan de oorranden be
staan.
Deze soort draagt evenals
zijn Afrikaanse familie
leden, twee dunne
hoorns. Vroeger was zij
vrij algem m verspreid
over Borneo, Sumatra
Malakka, Burma, noord
oost India. Thans leven
er naar schatting, verdeeld
over Sumatra, Burma en
Borneo nog ongeveer tien
exemplaren van.
De toekomst is, in het
geheel genomen, dus niet
zo rooskleurig.
In gevangenschap zijn
er nog maar weinig neus-
hoorntjes geboren. De
eerste neushoorn, die ooit
in een diergaarde het le
venslicht zag, was een
kleine Sumatraanse neus
hoorn. Dat was in de die
rentuin van Calcutta in
1889. Daarvoor was er eens
aan boord van een schip
in de Londense haven een
klein Sumatraantje ter
wereld gekomen. Sinds
dien zijn niet meer dan
twaalf neushoorntjes ge
boren in alle dierenpar
ken van de wereld. In Ne
derland is het nog nooil
voorgekomen.
Misschien is er nog eer
kansje: in augustus van
het afgelopen jaar werden
er in drie dierentuiner
jonge neushoorns geboren.