CARY GRANT De geheime kamers van Engeland kwam toevallig bij de film ZATERDAG 7 MAART 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 11 Historische schuilplaatsen boeien de bezoekers IEDER KIND IN ENGELAND, dat in de buurt van een oud huis woont, hooft er wel eens gezocht naar geheime kamers. Ook volwassenen kunnen vaak niet nalaten panelen te bekloppen, achterdochtig dikke muren op te meten of de ramen te tellen, in de hoop er een te vinden, die niet bij de bestaande kamers behoort, want er gaat een bijzondere bekoring uit van ichuilplaatsen uit het verleden en de geheimen die ze verbergen. Ontelbare verhalen en geschiedkundige boeken hebben gezorgd voor de onsterfelijk heid der verhalen over voortvluchtige prinsen en priesters, ridders of Jacobieten, die verborgen werden gehouden in een nauwe ruimte, terwijl de vervolgers vergeefs het huis doorzochten. Er is arbeidsvrede en arbeids vreugde in de haven, maar niet alle zonden van het verleden zij nog uit gewist. Wat te denken van de woon kazernes in Rotterdam Zuid, die sombere gedenktekens zijn aan de wilde groei van deze stad. Maar dat is een ander verhaal, dat bij de herinnering aan de tocht door glorieuze haven, waarop tot vreugde van de ambtenaar, de kapitein, de dekknecht en ik in de loop van de middag ook plassen zonlicht vielen, nog niét uit de schrijfmachine wil komen. Verzinsels verdoezelen vaak de waarheid en vele bezoekers aan Groot-Brittannië vertrekken weer, ■onder zich gerealiseerd te hebben, dat er nog steeds een groot aantal geheime kamers bestaan in oude kastelen en landhuizen, die bezich tigd kunnen worden, door hen die ■ich hiervoor interesseren. Waar vindt men ze? In bijna ieder graafschap in Engeland. Granvillo Squiers, die 20 jaar ge leden een uitgebreide studie maakte van schuilplaatsen, maakte een eind aan de onwerkelijkheid waarmee ze omgeven worden. De meeste „gehei me gangen" die ontdekt werden on der oude huizen, waren, zo zei hij, niet romantischer dan oude gewelfde riolen, want de uitgravingen die voor zo'n gang gedaan moesten wor den, zouden spoedig het geheim ver raden hebben! Soms echter werd een ongebruikt riool omgevormd tot nooduitgang. Als echter de eindeloze reeks on bewezen geruchten over boord wordt gezet, blijft de waarheid over, die boeiender is dan de meeslependste roman. De meeste schuilplaatsen werden oorspronkelijk gemaakt voor priesters en dateren uit de regerings periode van Koningin Elizabeth I of van kort na die periode. De vervol ging der Protestanten ten tijde van Koningin Mary duurde niet lang en voor hen waren weinig speciale schuilplaatsen nodig, doch toen Eli zabeth I een fel Protestantisme tot het leven terugriep, richtten de Je- zuieten een belangrijke organisatie op om priesters incognito naar af gescheiden Katholieke families te brengen, die trouw waren gebleven aan hun oude geloof. Beroemde priesters zoals Father Carnet en Father John Gerard, beter De herberg „Koningshoofd" in Ayles bury heeft ook een geheim vertrek. bekend als „Long John of the Little Beard", reisden vermomd door het land en stelden hun leven in de waagschaal en voor hèn werden de geheime kamers aangelegd in de grote huizen der katholieken vaak meerdere kamers in één huis. Het meeste werk hiervoor werd gedaan door één man, een leke-broe- der der Jezuieten, Nicholas Owen genaamd een genie in zijn vak. Het geheime werk werd 's nachts door hem verricht en overdag ver richtte hij (in hetzelfde huis) gewo ne arbeid als een voorwendsel. Hij stierf tenslotte onder folteringen in de Tower of London, zonder echter een van zijn ontelbare geheimen te hebben verraden. Later werden de zelfde kamers vaak gebruikt door ontsnapte Royalisten in de Burger oorlog van 16421648 en nog later door de Jacobieten, tijdens de op standen van 1715 en 1745. Charles II heeft zich verborgen ge houden in bijna evenveel huizen als waarin Elisabeth I heeft geslapen. In de eerste plaats in Boscobel House, gelegen in de buurt van het dorp Tong, in Shropshire, waar hij zich verborgen hield op 6 september 1651; overdag in de beroemde Boscobel- eik en 's nachts in het huis. Hier kan n\en nog steeds verschillende schuil plaatsen bezichtigen, een enge ruim te onder een kast, een donker hol onder aan de schoorsteen en een klein kamertje dat, naar men zegt, gebruikt werd door de Koning, en dat men kan bereiken door een luik boven aan de zoldertrap. Een zeer bekende vinding is het schilderij dat, als men het uit de lijst neemt, toegang geeft tot de met panelen voorziene salon van Lyme Park te Disley in Cheshire. Het is echter niet de enige toegang tot de kamer en daar het schilderij dateert uit het begin van de 18e eeuw, is het nogal twijfelachtig of het oor spronkelijk wel een geheime ingang was. Een van de merkwaardigste hui zen voorzien van schuilplaatsen is Harvington Hall in Worcestarshire. Dit huis is een typische, met grach ten omgeven, herenboerderij en van af 1667 huisde er gedurende elf jaar een Franciscaner priester, de laat ste die gevangen genomen werd en opgehangen. Hier bevinden zich acht bekende schuilplaatsen en het huis, nu het bezit van de katholieke Aarts bisschop van Birmingham, kan zich beroepen op een indrukwekkende ge schiedenis uit de zeventiende eeuw, in de dagen van de jacht op geeste lijken. Een ander prachtig oud huis in hetzelfde graafschap is Birtsmorton Court, een door grachten omgeven, middeleeuws landgoed, dat een schuilplaats heeft in de van panelen voorziene vergaderzaal, die groot genoeg is om zes personen te ver bergen. Men veronderstelt dat deze kamer gebruikt werd door Sit John Oldcastle, de leider der Lollards en later door Margaret van An jou, ge durende de Rozenoorlogen. In de grote bloeiende stad Bir mingham verwacht men geen ge heime kamers, doch in de mooie oude Aston Hall, thans museum, is een kamer, 1.80 x 3 M groot, welke men kan betreden door een gehei me deur achter een oude gebeeld houwde draagstoel. Het huis was ten tijde van de Burgeroorlog het eigen dom van een Royalistenfamilie en Charles I werd er ontvangen in 1642. Een skelet, dat in een ander deel van het huis gevonden werd, werd een tijdlang in de geheime kamer be waard, maar werd later verwijderd toen een dame flauwviel, nadat haar de schedel werd overhandigd door een „grappige" bewaker. Te Coughton Court in Warwick shire, het huis van de familie Threck- morton, vergaderde de „Cunpowder Plot" toen het nieuws hen bereikte van de mislukte poging om de „Hou ses of Parliament" op te blazen. In dit huis bevindt zich een schuilplaats in een torenmuur, een diepe schacht die, toen ze in de 19e eeuw werd ontdekt, een opvouwbaar altaar en overblijfselen van wandbekleding en beddegoed bevatte. Dan is er nog een tweede schuilplaats in een van pa nelen voorziene kamer op de bene denverdieping en ongetwijfeld is van beide ruimten nuttig gebruik ge maakt. Thrumpton Hall in Nottingham shire heeft een geheime trap, ver borgen achter panelen en onder deze trap is nog een geheime kamer, waarschijnlijk gebouwd door de be roemde Owen. In Oxburgh Hall bij Swaffham in Norfolk is een schuilplaats „Dun geon" genaamd. Deze bevindt zich in I een torentje dat men kan bereiken vanuit de grote toren en de ingang is een deel van de betegelde vloer, die omhoog komt als men er op trapt. De kleine I-vormige kamer die dan zichtbaar wordt, was waarschijnlijk bedoeld als gevangenis, vóór ze werd gebruikt voor het verbergen van priesters, en men neemt aan dat het huis op zijn minst nog een schuil plaats moet bevatten. Sawston Hall in Cambridgeshii-e bevat een van de meest perfecte schuilplaatsen, die men bereikt door de vloer van de overloop boven aan de trap die naar de toren leidt. Men veronderstelt dat dit eveneens het werk is van Nicholas- Owen en het huis is sinds 400 jaar het eigendom van de familie Huddleston. Het King's Head Hotel in Ayles bury in het graafschap Bucking hamshire, een mooi half-houten 15e eeuws gebouw, was vroeger een klooster. Het heeft een schuilplaats voor priesters, die men vanaf de trap kan bezichtigen. Chastleton Hall in het Cotswolds district werd eens bewoond door Robert Catesby, die het verkocht om gelden bijeen te krijgen voor de „gunpowder Plot" en hier werd de schuilplaats later gebruikt om een ridder te verbergen, nadat deze ont snapt was aan de vervolging der Roundheads na de slag van Worces ter. Men kan de kamer nog steeds bezichtigen, doch de ingang is niet langer een geheim. -Harmington Hall, een versterkt huls uit de 16e eeuw, bevat enige priester schuilplaatsen. Het is thans eigen dom van het Rooms-Katholiek bisdom Birmingham. Dunster Castle, aan de rand van Exmoor in Somerset, is sinds 600 jaar het bezit v^n de familie Luttroll en dit gebouw heeft een geheime gang achter de muur van de „Prince Charles Room". Charles II verbleef hier toen hij vijftien jaar oud was, maar men kan niet bewijzen of hij de schuilplaats heeft gebruikt. Deze werd waarschijnlijk gebruikt bij ver volgingen van godsdienstige aard. Dr Wet gpllfdp man van Holly w ood speelt graag in familiekomedies HOLLYWOOD (P P) „Eigenlijk ben ik op een merkwaardige manier bij de film gekomen", vertelt ons de beroemde filmacteur Cary Grant, met wie wij zo gelukkig waren een onderhoud te heb ben. Het was de inleiding van zijn antwoord op onze vraag hoe hij filmster werd. Wij troffen de acteur op een gelukkig moment, een moment, dat hij even tijd voor ons had en die zijn spaarzaam want Cary is een hardwerkend man, die zelfs de remmen heeft moeten aandraaien, omdat hij zeker vijf maal zoveel werk opge dragen zou krijgen, wanneer hij de producers hun gang zou laten gaan en tenslotte kan een mens niet meer doen dan hard werken. Tegenover ons zit de nu vijfenvijftig- jarige ster en vervolgt„Het is eigenlijk een kwestie van toeval ge-| weest, dat ik indertijd bij de film kwam. Reeds als kleine jongen had ik grote belangstelling voor het to neel. iets dat ik vermoedelijk erfde I van mijn grootvader, die in Enge-' land een acteur van naam is ge weest. Mijn vader had een zaak in herenkleding en wilde eigenlijk, dat! ik ook in die branche zou gaan,| maar mijn belangstelling ging uit naar alles wat met elektriciteit te maken had. Toen ik nog op school was vond ik, een nieuw systeem voor toneelver-1 lichting uit en ik ging er mee naar de bedrijfsleider van het Princess Theatre in mijn woonplaats Bristol. Die zag er wel wat ln en Ik mocht deze verlichting aanbrengen en zelf bedienen. Zo kwam ik in contact met het toneel en alles wat daarbij behoort. Ik zag alles wat daar op de planken werd gebracht en mijn belangstelling' werd steeds groter. Dit had tot gevolg, dat ik op nog zeer jeugdige leeftijd van huis weg liep en mij aansloot bij de troep van Bob Pender, een groep acrobaten, gespecialiseerd in excentrieke dan sen, steltlopen en pantomimes. Ik vond het er prachtig maar het ple zier was slechts van korte duur, want na vier weken haalde mijn va der mij terug. Anderhalf jaar stu deerde ik verder, maar toen hield ik het niet langer uit eh verdween weer naar Bob Pender en zijn troep. Het werd ernst Mijn vader zag nu wel in dat het ernst was en hij begreep gelukkig, dat mijn hart bij het toneel was. Hij gaf mij toestemming om bij Pender te blijven en vanaf die tijd heb ik heel hard gewerkt en gestudeerd. Mijn eerste bezoek aan de Verenig de, Staten viel in 1920, toen Pender optrad in het Hippodrome in New York. Zonder Pender ging ik naar Enge land terug en kwam daar bij een andere toneelgroep, waar zich ook de mogelijkheid voordeed om te zingen. Na twee jaar ontmoette ik Arthur Hammerstein en dat beteken de een grote ommekeer, want hij zag en hoorde mij en bood mij een con tract aan voor Broadway. Zoiets slaat niemand af en ik ging naar Amerika, waar ik optrad in „Golden Dawn", oily" same., m-. Fred Allen en Lady Inverclyde; in „Boom Boom", met Jeanette Mac Donald. In „Street Singer" met Queenie Smith en in „Nikki" sa men met Fay Wray en Douglas Montgomery. Na „Nikki" begon de tweede etappe van mijn carrière. Ik besloot enige vrienden in Hollywood, de ik lang niet gezien had, op te zoeken. Met mijn auto reed lk naar het zuiden. Zij niet, hij wei In Hollywood ontmoette ik een di recteur waarmee ik in New York had samengewerkt Hij was druk bezig om zijn vrouw geplaatst te krijgen voor een filmtest en dat was gelukt. Hij vroeg mij of ik zo vrien delijk zou willen zijn om samen met haar voor deze proefopname op te treden, omdat zijn vrouw en ik in dertijd optraden op Broadway. Zij had dan het voordeel niet met een vreemde jonge acteur te moeten spelen, doch met iemand die zij kende. De proefopnamen werden gemaakt, maar wat wilde het lot De dame werd door de filmmaatschappij niet geaccepteerd, maar zij lieten het oog op mij vallen. Twee weken later stond ik bij Paramount onder con tract. Mijn eerste film was getiteld „This Is The Night", ik zal het nooit ver geten. Hier maakte ik kennis met de filmbusiness en het werd hard werken. Toen ik na enige films een beter ac teur was geworden, vonden de heren van de filmmaatschappij het ver standig dat ik een acteursnaam aannam; mijn eigen naam Archi bald Leach vonden zij minder ge schikt Na lange besprekingen werd besloten dat mijn achternaam voort aan Grant zou zijn, een voornaam had ik zelf al bedacht namelijk Cary, de naam die ik droeg in een van mijn geliefde toneelrollen. Zo werd lk Cary Grant. Later werd deze naam gewettigd, toen ik mijn Amerikaanse papieren kreeg. Mijn eerste optreden als ster was samen met Irene Dunne in „The Awful Truth" in 1937, welke film een Academy Award won voor onze producer en directeur Leo Mac- Carey. En zo filmde ik verder door de loop der jaren." Liefst familiefilms "In welk genre films speelt u het liefst U speelde in uw carrière zoveel rollen, dat u zich wel een oordeel kunt vormen", vroegen wij. „Daar behoef ik niet lang over na te denken", antwoordde Cary glim lachend. „Het liefst speel ik in fa miliekomedies, u kent ze wel, die gezellige films, waarin de belevenis sen van een gezin worden behan deld. Een schitterend voorbeeld hiervan is mijn laatste film „House boat", waarin lk samen met Sophia Loren optreed, een film die nu klaar is en vermoedelijk in het najaar van 1959 ln uw land zal verschijnen. Dat is zo'n genoeglijk verhaal van een man (dat ben ik dan), die als weduwnaar achterblijft met drie kinderen, die reeds op ^n leeftijd zijn, dat ze een eigen oordeel heb ben en zich niet zo gemakkelijk meer laten leiden. De man is ge ruime tijd van huis geweest en is geen held in de opvoedkunde. De problemen die zich hier voordoen, de komische situaties die ontstaan zijn verrassend gevonden. Tenslotte neemt hij een huishoudster (Sophia Loren) en na veel verwikkelingen komt alles heel prettig in orde. Dit soort films doet het buitenge woon goed bij het publiek. Het be handelt zo echt natuurlijk de dingen waarmee ieder zelf geconfronteerd wordt, de kleine en grote huiselijke perikelen en zo meer, dat is het charmante van dit genre en ik mag ze dolgraag spelen." De best geklede man Er brandde ons nog een vraag op de lippen en de acteur zag het, want vriendelijk lachend vroeg hij ons „Wilde u nog iets vragen Natuurlijk wilden wij de mening van Cary Grant over kleding wel eens horen en wel om een zeer bijzonde re reden. Hij wön de titel van „Best geklede man van Hollywood' en dat betekent wel iets, temeer daar hij reeds jaren gerangschikt wordt on der de best geklede mannen van dit filmparadijs. ,Mijn vader, die zelf een firma in herenkleding had, adviseerde mij reeds lang geleden om nooit goedko pe kleren te kopen. „Je kunt het je niet veroorloven" zei hij. Dit hield dat je volgens mijn vader met goedkope kleren duurder uitkwam, doordat je steeds nieuw moest ko pen. Vader adviseerde mij te kepen met verstand en steeds er op te let ten dat het een goede stof was die ik kocht. Het is namelijk beter om gen klein aantal goede kledingstuk ken te bezitten dan kasten vol rom mel. Steeds dezelfde pakken I Als basis van mijn garderobe heb ik een aantal pakken, die nooit ver anderen. Zijn ze versleten, dan koop ik weer precies dezelfde. Het is een type dat ik reeds draag vanaf dat ik volwassen werd", lachte Cary. „Ik verander mijn garderobe niet, want ik behoor er bij en hou er van. Ik vind, dat kostuums, die je eens koos, dezelfde moeten blijven, omdat ze een belangrijk deel uitmaken van je persoonlijkheid. Mijn kleren zijn allemaal licht in gewicht, ik houd namelijk niet van zware stukken. Als de temperatuur het nodig maakt, trek ik gewoon een overjas aan, maar neem zeker geen zwaardere kleding. Zware stof sluit het lichaam af en dit levend organisme moet ook ademhalen. Het lijkt mij veel ge zonder". Er werd op de deur geklopt. Mister Grant moest weer aan het werk en dat betekende het einde van een ge zellig onderhoud met een van de be roemde mannen van het witte doek, een man die echter gewoon bleef in weerwil van zijn roem en die niet vergeten Is hoe hij begon, een harde verker die zeker nog vele jaren bij het bioscooppubliek geliefd zal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 11